•296 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 6 December 1910 plaats gehad tusschen Burgemeester en Wethouders en de commissarissen der Nederlandsche Tramweg maatschappij, door laatstgenoemden aangevraagd. Op die conferentie waren tegenwoordig de president commissaris, de heer van Nierop, de secretaris, de heer van Rechteren Altena en de Directeur. Commissarissen hebben aan Burgemeester en Wet houders medegedeeld, dat de lijn Poppeweg-Bleek- Tolhuis voor de Nederlandsche Tramwegmaatschappij beslist onaannemelijk was. Hot bleek niet mogelijk commissarissen daarvan terug te brengen, terwijl tevens te kennen werd gegeven dat men bekend was met bezwaren, welke tegen de richting Spanjaardslaan zouden worden gemaakt, bezwaren die de maatschappij niet bij machte was op te heffen. Hadden Burgemeester en Wethouders aanvankelijk nog kunnen denken dat de zaak met financiëele op offeringen tot een goed einde te brengen zoude zijn, het schrijven van den Minister heeft aan die ver wachting den bodem ingeslagen. Het is dus na het raadsvotum van 26 April j.l. onmogelijk gebleken te bevorderen, dat de ombuiging Poppeweg-Bleek-Tolhuis tot stand komt. Uit het schrijven van den Minister blijkt, dat er vooralsnog alleen sprako kan zijn van steun uit 's Rijks kas, als de oorspronkelijke richting wordt gevolgd. Onder deze omstandigheden is de taak, aan Bur gemeester en Wethouders bij raadsvotum van 10 November 1909 opgelegd, voor hen geëindigd. In de vergadering van 20 December a.s. zullen zij alsnu bij den Raad andermaal ter tafel brengen het voorstel vervat in bijlage 28 van 1909, bevattende de con cessievoorwaarden voor tramaanleg van Leeuwarden naar Suameer. De brief van den Minister zal daarbij in druk worden overgelegd. x) Spreker zal intusschen de stukken, op deze zaak betrekking hebbende, ter visie leggen en stelt voor zijne mededeelingen voor kennisgeving aan te nemen. Dienovereenkomstig wordt besloten. V. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van twee schoolartsen hij het Lager Onderwijs en het Bew aar schoolonderwijs alhier, ingevolge art. 16 der betrekkelijke verordening Gemeenteblad, no. 25 van 1010). Voor de eerste vacature zijn uitgebracht 21 stem men, te weten op den heer J. Hingst 19 stemmen. M. Rozenberg 2 r De heer J. Hingst is alzoo benoemd. Voor de tweede vacature zijn uitgebracht 21 stem men, te weten op den heer P. B. Westerhuis 14 stemmen. M. Rozenberg 6 D. A. de Groot 1 stem. De heer P. B. Westerhuis is alzoo benoemd. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan den heer W. C. de Groot alhier op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als lid der Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs. Dit voorstel luidt als volgt In Uwe vergadering van den 2 November 1.1. word om prae-advies in onze handen gesteld een adres van den heer W. C. de Groot alhier, waarbij wordt verzocht hem met einde December e.k. eervol ontslag te verleenen als lid der Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs. 9 Zie bijlage no. 24 tot 's Raads handelingen van 1910. De betrokken commissie, over dit verzoek gehoord, adviseert bij haar overgelegd schrijven dd. 18 Novem ber 1.1. het gevraagde ontslag te verleenen, onder dankbetuiging voor de in de genoemde betrekking aan de gemeente bewezen diensten, met welk advies wij ons volkomen kunnen vereenigen. Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten: aan den heer W. C. de Groot alhier, op zijn verzoek, met ingang van 1 Januari 1911 eervol ontslag te verleenen als lid der Commissie van Toezicht op hot Lager Onderwijs, onder dankbetuiging voor de in die hoedanigheid aan de gemeente bewezen diensten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om onderscheidene personen toe te laten tot den afkoop van grondpachten en eeuwige renten. Dit voorstel luidt als volgt In Uw besloten vergadering van den 26 Juli 1910 werd namens ons college door een der wethouders j medegedeeld dat verschillende in deze gemeente ge legen perceelen bzwaard zijn met grondrente ten behoeve der gemoente en dat het dikwijls moeilijk heden oplevert de verschuldigde gelden te innen, vooral wanneer bij verkoop als anderszins de per ceelen in handen van andere eigenaren overgaan en bovendien somtijds worden gesplitst. Om deze moei lijkheden zooveel mogelijk uit den weg te ruimen deelde de wethouder mede dat ons college voornemens was eerlang aan den Raad voor te stellen de betrokken personen in de gelegenheid te stellen de grondrente af te koopen tegen den penning 20 en daartoe aan de betrokkenen eerst eene circulaire te zenden. Uwe Vergadering gaf in bovengemelde zitting haar instemming met die afkoopsom te kennen. Naar aanleiding daarvan zijn door ons college aan een 150-tal personen en corporatie's circulaires verzonden, waarbij, onder verwijzing naar artikel 2 van den 3en titel van de wet van 18 (29) December 1790 (Loi relative au rachat des Rentes Foncières Fortuijn I, bladzijde 131 onderscheidenlijk naar de artikelen 798, 799 en 802 van het Burgerlijk Wetboek en onder mededeeling dat naar onze meening in den afkoop der grondrente ook voor hen een belang ge legen kon zijn, in overweging werd gegeven, zich tot den gemeenteraad te wenden, met verzoek te worden toegelaten tot den afkoop dier rente tegen den bij de wet bepaalden penning 20, alzoo tegen eene betaling hunnerzijds gelijk aan 20 maal het bedrag der grondrente, de kosten op den afkoop vallende eveneens voor hunne rekening. Het resultaat was dat onderstaande porsonon oen adres aan Uwen Raad richtten om tot afkoop van de grondrente te worden toegelaten, t. w. 1. J. .1. C. Swildens, terzake het percel sectie G no. 3270 2. G. van der Zweep, B no. 1590 3. W. J. Oosterhoff Jz., O i r> T, ?7 71 no. 1260 4. A. C. Beeling, terzake het perceel sectie C no. 1816; 5. P. v. d. Maën, Bnos.3456 en 3457 6. S. Vecht, Ano. 434; 7. L. Zijlstra, A 119 voor de Diaconie der Nederduitsch Hervormde Gemeente te Leeuwarden 8. P. A. v. d. Vlerk, terzake het perceel sectie B no. 2109; 9. G. Begnudini en A. Bazzi, terzake het perceel sectie A no. 1137 10. J. Hepkema, terzake het perceel sectie B no. 2319 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 6 December 1910. 297 11. G. DijkstraPieterson, terzake het perceel sectie B no. 2634 12. P. J. Hempenius, terzake het perceel sectie B no. 3147. Waar het niet te verwachten is dat thans nog meer verzoeken zullen inkomen (in de circulaire was als termijn 1 October gesteld) geven wij U thans in overweging de bovenvermelde personen tot den ge- vraagden afkoop toe te laten en in verband daarmede te besluiten overeenkomstig het hierbij overgelegde ontwerp. ONTWERP. De Raad der gemeente Leeuwarden Gezien de ingekomen aanvragen van diverse per sonen, houdende verzoek om te worden toegelaten tot den afkoop van grondrente, rustende op aan hen in eigendom behooronde perceelen Overwegende, dat het, ter voorkoming van even- tueele latere moeilijkheden bij de invordering, wen- schelijk is tot dien afkoop over te gaan; Gelet op het voorstel van Burgemeester en Wet houders Mede gelet op art. 2 van den 3en titel van de wet van 18 (29) December 1790 (Loi relative au rachat des Rentes Foncières) en op de artikelen 798, 799 en 802 van het Burgerlijk Wetboek, alsmode op ar tikel 194 der gemeentewet Besluit tot den afkoop van grondrente toe te laten 1. J. J. C. Swildens, terzake het perceel sectie G no. 3270, bezwaard met eene grondrente van 4. per jaar 2. G. v. d. Zweep, terzake het perceel sectie B no. 1590, bezwaard met eene grondrente van zuiver 0.88 per jaar 3. W. J. Oosterhoff Jz., terzake het perceel sectie O no. 1260, bezwaard met eene grondrente van zuiver 0.84 per jaar 4. A. C. Beeling, torzake het perceel sectio C no. 1816, bezwaard met eene grondrente van zuiver ƒ0.47 per jaar 5. P. v. d. Maën, terzake de perceelen sectie B nos. 3456 en 3457 (vroeger nos. 521 en 522), bezwaard met eene grondrente respectievelijk ten bedrage van zuiver 0.52 en 0.38, samen 0.90 per jaar 6. S. Vecht, terzake het perceel sectie A no. 434, bezwaard met eene grondrente van zuiver 0.72 per jaar 7. de Diaconie der Nederduitsch Hervormde Ge meente te Leeuwarden, terzake het perceel sectie A no. 119, bezwaard met eene grondrente van zuiver 1.68 per jaar! 8. P. A. v. d. Vlerk, terzake het perceel sectie B no. 2109, bezwaard met eene grondrente van zuiver 3.60 per jaar 9. G. Begnudini en A. Bazzi, terzake het perceel sectie A no. 1137, bezwaard met eene grondrente van zuiver 1.36 per jaar 10. J. Hepkema, terzake het perceel sectie B no. 2319bezwaard met eene grondrente van zuiver 3.20 per jaar 11. G. Pieterson, wed. L. Dijkstra, terzake het perceel sectie B no. 2634, bezwaard met eene grond rente van zuiver 0.24 per jaar 12. P. J. Hempenius, terzake het perceel sectie B no. 3147, bezwaard met eene grondrente van zuiver 3.36 per jaar, tegen eene afkoopsom berekend naar den penning twintig en onder bepaling dat de kosten op den afkoop vallende komen voor rekening van de schuldplichtigen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer J. Oosterhoff heeft niet medegewerkt tot het nemen van het besluit sub 3. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot over neming, zulks op den voet van de raadsbesluiten van 11 Januari en 4 Maart I.I., va?i nog een achttal per ceeltjes aan de Landbuurt. Dit voorstel luidt als volgt In Uwe besluiten d.d. 11 Januari 1910, no. 6r/5, en 26 Februari 1910, no. 475/41 x), zijn niet begrepen de perceelen aan de Landbuurt sectie D nos. 731, 732, 733, 734, 948, 949, 950 en 953. Daar ook de eigenaren dier perceelen zich bereid hebben verklaard onder bijbetaling van f 40.— per woning de voorliggende straatgedeelten aan de gemeente af te staan, stellen wij U alsnog voor te besluiten in onbezwaarden eigendom voor den prijs van f 1.in totaal over te nemen van de na te noemen eigenaren de navolgende gedeelten straat aan de Landbuurt als van J. Groustra wed. S. Jansen en G. Kootstra wed. J. A. v. d. Noord het haar toebehoorend ooste lijk gedeelte van de kadastrale perceelen sectie D nos. 731, 732 en 733 en het oostelijk en zuidelijk gedeelte van het kadastrale perceel sectie D no. 734 van S. Bosma en G. Fortuin, het hun toebehoorend noordelijk gedeelte van de kadastrale perceelen sectie D nos. 948, 949 en 950 en van A. Brantsma, het hem toebehoorend zuidelijk gedeelte van het kadastrale perceel sectie D no. 953 een en ander gelijk op de teekening met bruin-roode kleur is aangeduid, onder voorwaarde dat aan de gemeente worde bijbetaald voor het van harentwege voldoende in orde maken en voor het voortdurend onderhoud der straten eene som berekend naar 40.— voor elk perceel, terwijl de kosten van overdracht, roiement, overschrijving enz., die van de kadastrale uitmeting en van de levering van een notarieel af schrift der akte ten behoeve van het gemeentearchief, door de eigenaren moeten worden gedragen. De heer Haverschmidt zegt dat de bewoonbaarheid van de Landbuurt door dit voorstel al weer verbeterd wordt, maar merkt daarbij op dat er nog altijd een ernstig kwaad blijft bestaan, ernstiger nog dan on voldoende verlichting en slechte bestrating. Spreker bedoelt de vuile sloot, die 's winters en 's zomers hevigen stank verspreidt, de sloot ten zuiden van de buurt en hij vraagt, of Burgemeester en Wethouders niet met de hun ten dienste staande middelen kunnen bevorderen, dat deze sloot tegen het voorjaar wordt, gereinigd. De Voorzitter antwoordt dat hot door den heer Haversohmidt_ gesprokene bij Burgemeester en Wet houders een punt van overweging zal uitmaken. De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De Raad gaat in comité-generaal ter behandeling van 5. Het tweede suppletoir kohier vvan den Hoofde- lijken Omslagdienst 1910. Na horopening wordt het tweede suppletoir kohier van den Hoofdelijken Omslag vastgesteld met een totaal van cijfers van aanslag van 297518 en een totaal der aanslagen van 6577.94®. Lees 4 Maart 1910 no. 91R/34.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1910 | | pagina 2