4 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Januari 1911.
„het bedrag van 5000.uitgetrokken voor het
„salaris van deskundigen, zal worden overschreden."
Spreker beweert dat dit argument hier niets ter
zake doet. Wanneer later blijkt dat voornoemd be
drag van 5000.te laag is, kunnen Burgemeester
en Wethouders aan den Raad daarvan een verhooging
voorstellen.
Waar door den heer Komter niet is aangetoond,
dat de Raad dit jaar komt te staan voor eene be
langrijke uitgaaf van circa 250,000.waarom
dan nu reeds die post op de begrooting te brengen
Te meer vraagt spreker dit, waar het in het geheel nog
niet zeker is, dat er dit jaar een electrische centrale
zal komen.
Blijkt in den loop van het jaar, dat men voor
groote uitgaven komt te staan, dan belet Burgemeester
en Wethouders niets om den Raad alsnog een wijzi
ging van de begrooting voor te stellen.
Spreker zal tegen dezen post stemmen.
De heer Beekhuis hoort den heer van Messel zeggen
dat het niet zeker is dat de centrale dit jaar tot
stand komt. Als lid van de Commissie, belast met
het onderzoek der voorgestelde begrootingswijziging,
heeft spreker het toegejuicht, dat Burgemeester en
Wethouders den post hebben aangebracht, omdat er
daardoor kans is dat er spoedig iets van komt.
Het is gewenscht dat er spoedig voortgang met
deze zaak wordt gemaakt en, waar het niet bekend
is voor welke uitgaven men komt te staan, is het
gewenscht dat een post wordt aangebracht. Nu blijft
alleen de vraag over hoe groot moet het bedrag
zijn? Er wordt gezegd: het is een ramingspost.
Maar is niet iedere begrootingspost een raming
Deze raming schijnt spreker goed omdat zij is ge
baseerd op het rapport van den heer Bellaar Spruijt,
die de gemeente als deskundige heeft voorgelicht.
Spreker vertrouwt dat spoedig uitvoerige voorstellen
den Raad zullen bereiken, waaruit zal blijken wat
het juiste bedrag is.
De heer G. W. Koopmans heeft den heer Beekhuis
hooren zeggen dat hij, nu er een post op de be
grooting staat, alle hoop heeft dat er spoedig iets
van de electrische centrale zal komen.
Spreker meent dat dit geen motief is. Burge
meester en Wethouders zullen evengoed aan de zaak
werken wanneer er een memoriepost op de begrooting
staat. Spreker weet niet waarom de post zoo hoog
moet worden opgevoerd. Spreker hoorde iemand
zeggen och, wanneer er een flinke post op de be
grooting staat, zijn Burgemeester en Wethouders wat
„ruim om het hart". Spreker gunt Burgemeester en
Wethouders gaarne een tijdperk waarin zij ruim om
het hart kunnen zijn, maar hij vindt die som te hoog.
Wanneer er 100,000op stond zou spreker er zich
misschien bij neerleggen, maar als er 250,000.
staat gaat het misschien ook op. Wanneer de cen
trale nu blijkt voor een 1/2 ton minder tot stand te
kunnen komen is de begrooting fictief. Spreker zal
echter geen voorstel tot verlaging doen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het aanbrengen van een volgno. 172a, kosten van
oprichting der electrische centrale249,400.85, wordt
aangenomen met 18 tegen 4 stemmen.
Voor stemmen de heerenWilhelmij, Beucker
Andreae, Besuijen, de Jong, Beekhuis, J. Koopmans,
Lautenbach, Fransen, Oosterhoff, Zandstra, Burger,
Tijsma,Menalda, Feitz, Haverschmidt, Baart de la
Faille, Schoondermark en Komter.
Tegen de heerenBerghuis, van Messel, G. W.
Koopmans en Feddema.
Met algemeene stemmen worden de overige onder
dooien van het voorstel van Burgemeester en Wet
houders aangenomen en de begrooting nader vastgesteld
in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van/1,657,170.685.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het
aangaan van een tijdelijke géldleening, zulks met intrek
king van het besluit van 20 December 1910 no. 410 R/.200.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer G. W. Koopmans zegt dat er verscheidene
liefhebbers zijn die geld aan de gemeente willen
leenen. Een dier liefhebbers wil het leenen voor
41/2 1/4 °/0 provisie een ander wil rekening
courant openen tegen een vaste rente van 5 °/0, weer
een ander tegen 41/., °/0 met 18 °/0 provisie en waar
borg voor de tusschentijds terugbetaalde gelden en
ten slotte is er iemand, die wil leenen tegen promesse-
rente, thans 4J/2 °/0, met alleen de zegelkosten er
boven. Dit wordt dan 4.7 °/0.
Spreker heeft niet gelezen dat deze inschrijver bij
tusschentijdsche aflossing daarvoor waarborg geeft.
Burgemeester en Wethouders willen de leening aan
dezen inschrijver gunnen. Spreker durft op grond
van ondervinding verklaren, dat het voordeeliger is
voor de gemeente rekening-courant te openen tegen
eene vaste rente van 5 Dan kan men alle dagen
halen en brengen en dit is, vooral als er vrij wat
geld heen en weer gaat, zeer voordeelig. Wanneer
men leent voor drie maanden tegen 44/2 voor-
deeligst, maar, zooals het bij de gemeente kan en
moet, en zooals Burgemeester en Wethouders en de
Raad het graag willen, is er vrij wat te verdienen.
Tot nu toe is het hier bij de gemeente in dit opzicht
altijd een schadepost geweest. Jarenlang, wel 30
jaar, heeft do gemeente-ontvanger meestal met een
kas gezeten van ongeveer een ton. Dit geld lag
renteloos. Dit is treurig maar de gemeentewet liet
een andere wijze van handelen niet toe en de Raad
had ook geen besluit in die richting genomen. In
het vervolg zou spreker zulks evenwel gaarne voor
komen.
Dat kan op een zeer eenvoudige wijze geschieden.
Wanneer de ambtenaar der comptabiliteit toch des
Zaterdags aan den gemeente-ontvanger meedeelt wat
er in de volgende week moet worden betaald, kan
deze daar rekening mee houden.
Wanneer nu de gemeente rekening-courant opent
bij een kassier, kan zij alle dagen geld opnemen en
zoodra zij weer kas heeft, ook aflossen. Op die manier
kan jaarlijks wel 1000.rente worden bespaard.
Nog wil spreker er op wijzen, dat er, wanneer het
voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
aangenomen, geen waarborg wordt gegeven voor
eventueel tusschentijds terugbetaalde gelden.
Spreker wil hier niet verder op ingaan in openbare
vergadering, want dan zou hij namen moeten noemen.
Dit zouden enkelen zich kunnen aantrekken, anderen
konden het verkeerd opnemen en het is niet zijn doel
iemand te na te komen. Spreker wil alleen werken
in het belang der gemeente en meent verplicht te
zijn te wijzen op hetgeen het voordeeligste is. Wan
neer de gemeente rekening-courant opent blijft zij
buiten alle mogelijke kwesties en verdient bovendien
vrij wat geld.
De heer Komtsr (wethouder) wijst er op dat het
geen de heer G. W. Koopmans heeft gezegd, niet
onweersproken mag blijven. De heer Koopmans heeft
gezegd, dat in de laatste 30 jaar kolossale sommen
renteloos bij den gemeenteontvanger in kas zijn
geweest.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Januari 1911. 5
In de laatste jaren evenwel was zulks niet het geval.
Alleen onmiddellijk na de storting op definitieve lee
ningen was er, gedurende korten tijd, ruim kasgeld.
Overigens heeft de gemeente in de laatste jaren het
overtollig kasgeld steeds gebruikt tot voorloopige
betaling van buitengewone uitgaven. Zoodra dan daar
voor definitief werd geleend, keerde dat bedrag in
de kas terug.
Zoo is ook de in dit voorstel bedoelde som van
120,000.in de 3 laatste jaren voor buitengewone
werken besteed en zuinigheidshalve uit het kasgeld
betaald.
Dientengevolge is nu dat kasgeld niet toereikend
en vandaar dit voorstel.
Dat dus het kasgeld roekeloos zoude worden be
heerd, moet spreker beslist tegenspreken.
Overigens zal aan het voorgestelde maximum van
120,000.- waarschijnlijk slechts voor korten tijd
behoefte bestaan en er zij voorts aan herinnerd, dat
de gemeente betaalt op bevelschriften, die, bij elkaar
opgeteld, het op de begrooting uitgetrokken bedrag
niet mogen overschrijden.
Lost zij dus eene opgenomen som, stel ƒ10,000.
af om daarna opnieuw 10,000.— op te nemen, dan
is over 20,000.van het op de begrooting uitge
trokken bedrag beschikt.
Van de verschillende aanbiedingen stellen Burge
meester en Wethouders voor, in te gaan op de goed
koopste. Wanneer zij zulks niet hadden gedaan,
zouden er uit den Raad zeker stemmen zijn opgegaan
die gevraagd hadden waarom hebben Burgemeester
en Wethouders niet de goedkoopste aanbieding ge
nomen
De heer Koopmans heeft nog een andere bedenking.
De verschillende aanbiedingen geven de gemeente de
gelegenheid tot tusschentijdsche terugbetaling met
korting van rente. Bij een der aanbiedingen, zegt
dat raadslid, wordt voor die terugbetalingen zekerheid
in effecten aangeboden, welke bij de andere ontbreekt.
Burgemeester en Wethouders echter hebben in hun
schrijven naar die zekerheid niet gevraagd omdat in
de laatste jaren niet op wissels of promessen geleend
werd, maar zij twijfelen er niet aan of de firma,
die dat niet heeft aangeboden, zal zeker bereid zijn
die zekerheid te geven.
De heer G- W. Koopmans heeft berekend dat de
gemeente, wanneer zij 100,000.in rekening-courant
opneemt, tegen 5 °/0, een nadeel heeft van 300.
bij de aanbieding' di6 Burgemeester en Wethouders
voorstellen. Waar 6000.in een jaar naar 5
reeds 300.rente oplevert kan men zich gemak
kelijk voorstellen dat er, wanneer men alle dagen kan
terugbetalen, spoedig 300.is verdiend. Bij de
gemeente is het dikwijls mogelijk groote sommen af
te lossen. Dat het onregelmatig binnenkomen der
belastingen eene aanleiding is tot leenen, geeft spreker
toe. Van Mei tot Juli komen echter de meeste
belastingen los en kunnen belangrijke sommen worden
afgelost. De heer Komter heeft beweerd dat de
gemeente ook bij aanneming van het voorstel van
Burgemeester en Wethouders het recht heeft alle
dagen terug te betalen met bijbetaling van rente
De heer Komter (wethouder) interrompeert den heer
Koopmans en wijst dezen er op dat hij niet van
bijbetaling, maar van korting van rente heeft gesproken.
De heer G. W. Koopmans vervolgt en wijst er op
dat eene promesse een zekeren tijd loopt, al kan men
nu alle dagen daarop aflossen met korting, wat toch
hetzelfde is als minder betalen van rente, dan is
daarmede het stuk de wereld niet uit en de gemeente
blijft aansprakelijk voor het geheele bedrag. Dit kan
worden voorkomen door het openen van rekening
courant.
Spreker wil er den heer Komter nog op wijzen,
dat hij niet gesproken heeft van het roekeloos omgaan
met de kasgelden. Wat hij heeft beweerd berust op
een dertigjarige ervaring. Mocht het thans anders
zijn dan vroeger, dan doet dit spreker groot genoegen.
Spreker kan zich echter niet voorstellen dat de ge
meentekas zoo weinig bevat. De gemeentewet is op dit
punt niet gewijzigd en de Raad heeft geen desbetreffend
besluit genomen. De toestand zal dus nog wel gelijk
zijn. Bij de laatste kasverificatie toch was nog, meent
spreker, 50,000.in kas. Spreker verklaart
nogmaals, dat het voordeelig is om bij den kassier,
die zich daarvoor heeft aangeboden, rekening-courant
te openen tegen 5 °/0.
De heer van Messel zegt dat de wethouder niet
heeft bestreden de bewering van den heer G. W.
Koopmans, dat de gemeente voordeeliger uit zou
zijn, wanneer zij in rekening-courant ging tegen 5 °/0.
Alleen is daartegen aangevoerd, „dat Burgemeester
en Wethouders de goedkoopste aanbieding hebben
geaccepteerd". Maar, zegt spreker, daarmede is nog
niet aangetoond, dat het in toepassing brengen van
het denkbeeld Koopmans niet het voordeeligste is en
daarop komt het hier nu eigenlijk aan.
Door den heer Komter wordt nog gezegd„dat
„het voorstel van Burgemeester en Wethouders de
„gemeente in staat stelt binnen drie maanden ook
„gedeeltelijk te kunnen aflossen, met korting van
„rento".
Spreker doet opmerken, dat zeker bedoeld wordt
de aflossing van de geheele promesse, want van een
tusschentijdsche gedeeltelijke aflossing eener promesse
heeft spreker nooit gehoord. Is dit wel het geval,
dan vestigt spreker vooral de aandacht op het gevaar
dat de gemeente, als zij een driemaands-promesse
teekent van 50,000.waarop binnen dien termijn
25,000.wordt afgelost, bij eventueel faillissement
van den trekker voor het geheele bedrag van ƒ50,000.
aansprakelijk blijft en voor de afgeloste f 25,000.
als concurrente crediteur in den boedel opkomt.
Op dit gevaar legt spreker nog eens den nadruk
Bij het openen van een rekening-courant behoeft
de gemeente in het geheel geen risico te loopen, daar
zij 't toch altijd in de macht heeft, om bij den kassier
niet in 't voren te zijn.
Spreker had van den wethouder verwacht dat deze
had aangetoond, dat de Raad zich bij het voorstel
van Burgemeester en Wethouders moet neerleggen,
omdat dit het voordeeligst voor de gemeente is, maar
daarin is deze niet geslaagd.
Spreker zal dus tegenstemmen.
De heer J. Koopmans heeft de discussies ook met
aandacht gevolgd. Hij is niet van plan zich tegen
het besluit te verzetten, maar doet opmerken, dat de
gemeente aansprakelijk blijft voor het geheele bedrag-
van het accept ook als zij een deel aflost. Spreker
raadt den wethouder aan om bij terugbetaling waar
borg te vragen.
De heer Komter (wethouder) wijst er op dat de
berekening van den heer G. W. Koopmans is gebaseerd
op de tegenwoordige hooge prolongatierente van
41/2 °/0. Die kan echter ook tot 4, ja tot 3y2 °/0
dalen. Wanneer zij 1 daalt is het verschil met
de aanbieding in rekening-courant 1300.Wanneer
de rekening-courant rente zich ook met het bank-
disconto op en neer bewoog, ware de zaak wel iets anders.
Spreker is het met den heer J. Koopmans eens,