Vergadering van Dinsdag li April 1911.
56 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Maart 1911.
De heer Oosterhoff (wethouder) heeft den heer
Haverschmidt hooren zeggen dat de oplossing dezer
kwestie te vinden is in het overbrengen der leerlingen
van school 4 naar de scholen 2 en 3 en dat er dan
voldoende gelegenheid bestaat voor voorbereiding tot
Middelbaar en Hooger Onderwijs. Men dient dan
echter de vraag te stellen of deze scholen 2 en 3
daardoor niet zouden verslechteren en of het dan niet
beter is van school 4 te maken wat Burgemeester en
Wethouders zich voorstellen. Deze hebben hun
voorstel gegrond op inlichtingen van menschen, die
men evengoed kan vertrouwen als de Commissie van
Toezicht. De wethouder van onderwijs toch heeft
verschillende informatiën ingewonnen bij menschen, die
op het opvoedingsgebied goed bekend zijn en die als
hun oordeel te kennen hebben gegeven, dat een voor
bereidende school niet te groot, d.i. niet te dicht
bevolkt moet zijn.
Wanneer werd ingegaan op het voorstel-Haver-
schmidt zou men aan de scholen 2 en 3 klassen krijgen
van 33 leerlingen. Dit aantal is voor een voorbe
reidende school te groot. Er is dan ook geen andere
uitweg dan aanneming van het voorstel van Burge
meester en Wethouders om van school 4 een voorbe
reidende school te maken, te meer waar nu al een
groot getal leerlingen dier school overgaat op de
Rijks Hoogere Burger School.
De heer Baart de la Faille staat ook na deze discussie
nog in dubio aan welk voorstel hij zijn stem zal geven
en meent dit te moeten toeschrijven aan den korten
tijd, dien hij heeft gehad om zich op de hoogte te stellen
en om kennis te nemen van de belangrijke rapporten der
Commissie van Toezicht van de verschillende jaren,
zoodat hij niet voldoende op de hoogte is om een
keuze te kunnen doen. Waar nu bovendien de wet
houder Schoondermark zich voor verdaging verklaart,
zou het ook spreker aangenaam zijn nog eens rustig
over de kwestie te kunnen nadenken.
Spreker verlangt geen nieuw prae-advies van Burge
meester en Wethouders, die de zaak behoorlijk onder
de oogen hebben gezien. De Raad echter heeft geen
voldoenden tijd gehad om de kwestie te overzien en
daarom stelt spreker voor de behandeling van het
voorstel van Burgemeester en Wethouders uit te
stellen tot de volgende vergadering.
De heer Berghuis sluit zich aan bij het door de
heeren G. W. Koopmans en Baart de la Faille ge
sprokene. Ook spreker zou eerst stemmen vóór het
voorstel van Burgemeester en Wethouders. Hij is
echter begonnen te weifelen, nadat hij de toelichting
van het voorstel-Haverschmidt heeft gehoord. Spreker
zou bovendien eerst gaarne willen onderzoeken of
de kinderen, bij opheffing van school 4 als tusschen-
school, werkelijk zullen overgaan op de scholen van
mej. Buijs en van den heer Hoeneveld. Is dit niet
het geval, en spreker gelooft zulks, dan zal hij
stemmen vóór het voorstel van Burgemeester en
Wethouders.
Hij sluit zich dus bij het voorstel tot verdaging
zonder nader prae-advies aan.
De heer Hartelust vraagt of de stukken, wanneer
tot verdaging wordt besloten, ook weer alleen Zater
dag, Zondag en Maandag ter visie zullen worden
gelegd. Dan zou men weer in dezelfde fout vervallen
als nu. Spreker vraagt of er geen maatregelen kunnen
worden getroffen om de stukken langer ter visie te
leggen.
De heer Baart de la Faille wijst er op dat het
natuurlijk in zijne bedoeling ligt, dat de stukken deze
14 dagen ter visie zullen liggen. Dan is er gelegen
heid tot studie.
De heer Schoondermark (wethouder) wijst er op
dat stukken, die zijn aangebracht, direct voor de leden
ter visie liggen. Zijn zo niet op de leeskamer dan zijn
ze bij den secretaris te bekomen.
De heer van Messel wijst er op, dat hetgeen de heer
Schoondermark zegt, niet juist is. Spreker doet op
merken, dat men den secretaris niet altijd op zijn
bureau zal aantreffen, en men in zoo'n geval onver
richter zake naar huis kan gaan. De stukken behooren
op de leeskamer ter visie te liggen, wat in deze ook
de bedoeling van den heer Hartelust is.
Do beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel van den heer Baart de la Faille wordt
aangenomen met 14 tegen 3 stemmen.
Vóór stemmen de heeren Schoondermark, Komter,
Wilhelmij, Feitz, Berghuis, Oosterhoff, Zandstra, van
Messel, G. W. Koopmans, Feddema, Hartelust, Me-
nalda, Burger en Baart de la Faille.
Tegen de heeren Fransen, Lautenbach en Haver
schmidt.
Hierna wordt de vergadering door den Voorzitter
gesloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 April 1911. 57
Tegenwoordig 21 leden, te weten de heeren
Schoondermark, G. W. Koopmans, de Jong, Zandstra,
Fransen, Oosterhoff, Beucker Andreae, Haverschmidt,
Berghuis, Tijsma, Lautenbach, Wilhelmij, Feitz,
J. Koopmans, van Messel, Hartelust, Menalda, Burger,
Komter, Feddema en Baart de la Faille.
Afwezig met kennisgeving de heeren: Beekhuis en
Besuijen.
Voorzitter: de heer A. E. Zimmerman, Burgemeester.
I. De notulen der op Dinsdag 28 Maart 1.1.
gehouden vergadering worden gelezen en vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld:
1. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd
a. het primitief kohier van den Hoofdelijken Omslag,
dienst 1911
b. het raadsbesluit dd. 28 Maart 1.1. betreffende
het instellen van hooger beroep van het vonnis, door
de Arrondissements-Rechtbank alhier in de zaak van
de firma Julius Oppenheims bank te Groningen tegen
de gemeente gewezen
c. het raadsbesluit dd. 14 Maart 11., houdende
wijziging der verordening tot regeling der jaarwedden
enz. van het onderwijzend personeel aan de scholen
van openbaar lager onderwijs alhier
2. bericht van den heer G. Pijselman, dat hij de
benoeming tot lid van het bestuur der woningver-
eeniging „Leeuwarden" aanneemt;
3. dankbetuiging van mej. D. Kool te Enschedé
en van de heeren S. IJsbrandy te Franeker en
M. Steunebrink te Castricum, voor hunne benoeming
tot onderwijzeres en onderwijzer, onderscheidenlijk
aan gemeentescholen nos. 6 en 10.
De mededeelingen 13 worden voor kennisgeving
aangenomen
4. verslag der commissie, bedoeld bij artikel 56
der wet op het Middelbaar Onderwijs omtrent het
eindexamen der Burgeravondschool, gehouden op 27
Maart 1911.
Zal eenigen tijd voor de leden ter visie worden
gelegd
5. resolutie van Gedeputeerde Staten dd. 23 Maart
1911, no. 105, 3e afd. St., waarbij in verband met
de uitkomsten der 9e algemeene volksstelling de
verdeeling der drie kiesdistricten dezer gemeente
opnieuw is geregeld en bepaald, dat de beide wegens
de vermeerdering der bevolking te kiezen raadsleden
in het derde district zullen worden gekozen.
De ingevolge artikel 30bit der gemeentewet aan te
vullen rooster van aftreding van de leden van den
met den len Dinsdag van September 1911 uit 25 leden
bestaanden gemeenteraad blijft in overeenstemming
met het besluit van den 28 Februari 1.1., alzoo als
volgt geregeld, dat zullen aftreden in 1913 9, in
1915 9 en in 1917 7 leden.
6. adres van P. van de Wint en 25 andere eigenaars
en bewoners van perceelen aan den Harlinger trekweg,
voor zoover in deze gemeente gelegen, houdende
verzoek maatregelen te nemen die kunnen leiden tot
voldoende verbetering van het gedeelte trekweg van
de Verlaatsbrug af tot aan Schenkenschans (Steen
fabriek)
7. adres van L. Woltring om opnieuw voor den
tijd van drie jaren te worden benoemd tot arts,
belast met de armenpractijk
8. adres van D. C. Versteegh alhier om hem een
uitstel te verleenen van vijf jaren, of zooveel minder
als de Raad zal vermeenen te behooren, van de
bebouwing met een woonhuis van het noordelijk
gedeelte van het kadastrale perceel sectie G no. 6964,
gelegen aan de Emmakade zuidzijde
9. adres van de commissie tot voorbereiding der
oprichting eener vereeniging van Nederlandsche ge
meenten, waarbij wordt verzocht
a. de gemeente door aanvaarding van het lidmaat
schap te doen medewerken tot de oprichting eener
vereeniging als bovenbedoeld
b. indien daartoe wordt besloten, een vertegen
woordiger te benoemen om de vergadering tot
oprichting der vereeniging bij te wonen.
De stukken 69 worden in handen gesteld van
Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies;
10. schrijven van de provinciale Friesche propa
ganda commissie en van het bestuur der afdeeling
Leeuwarden der Nederlandsche Vereeniging tot
afschaffing van alcoholhoudende dranken, het bestuur
der afdeeling Leeuwarden en de Propaganda Commissie
van „Het Kruisverbond", het bestuur van den Neder-
landschen Bond van Arbeiders in het Landbouw- en
Zuivelbedrijf, van de afdeeling Ferwerd der Nationaal
Christen geheelonthouders-vereeniging, het bestuur der
vereeniging van den H. Vincentius a Paulo alhier, het
Provinciaal Comité van Friesland der Nationaal
Christen geheelonthouders-vereeniging en de afdeeling
Marrum en Wester-Nijkerk van die vereeniging, bij
al welke stukken adhaesie wordt betuigd met het
verzoek tot stichting van een afrekenlokaal voor
handelaren en een schaftlokaal voor veedrijvers aan
de veemarkt alhier.
Zullen bij de betrekkelijke stukken worden gevoegd
11. adres van D. Landeweer e.a. ouders van
leerlingen der gemeenteschool no. 4 om het voorstel
van Burgemeester en Wethouders tot reorganisatie
van die school wel en adres van mevrouw H. C.
BuismanBlok Wijbrandi e.a. ouders van leerlingen
der gemeentescholen nos. 2 en 3 om het amendement
van den heer N. T. Haverschmidt J.Hzn. op het
voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
reorganisatie van school 4 niet aan te nemen.
Zullen bij de betrekkelijke stukken worden gevoegd;
12. schrijven van voogden der Stads Armenkamer,
waarbij wordt verzocht machtiging te verleenen tot
af- en overschrijving op de begrooting dier instelling,
dienst 1910.
Wordt in handen gesteld van de heeren van Messel,
Lautenbach en Feddema ten fine van onderzoek en
rapport;
13. adres van den heer A. K. Wassenaar alhier
waarbij hij mededeelt, dat, indien de huurprijs der
door hem bewoonde villa „Baensein" te laag wordt
bevonden, hij bereid is, dien te verhoogen tot 500.
per jaar.
Zal bij punt 7 der agenda worden behandeld;
14. mededeeling van Burgemeester en Wethouders
omtrent hetgeen verricht is tot verbetering van het
schaftlokaal op het aschland, met voorstel aan het
bestuur der afdeeling Leeuwarden van den Neder-
landschen Federatieven Bond van gemeentewerklieden,
welks daartoe strekkend adres om prae-advies in
handen van het college werd gesteld, te berichten,
dat op het in de tweede plaats door adressant bij dat
adres gedaan verzoek is gelet
Dienovereenkomstig wordt besloten.
15. dat door den Voorzitter zijn uitgenoodigd tot
bijwoning van
a. de openbare uitreiking van getuigschriften aan
de gemeentescholen nos. 1, 412 de heeren P. A.
Wilhelmij, H. Beucker Andreae en L. de Jong;
b. de openbare lessen aan de gemeentelijke bewaar
scholen de heeren K. P. W. Besuijen, J. Koopmans
en Mr. J. W. Tijsma
16. dat het verslag van den toestand der gemeente
over 1910 gereed is en eerlang in druk zal verschijnen