60 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 April 1911.
standigheden, waaronder thans de verhuring plaats
zal hebben, geheel anders zijn dan die waaronder de
heer Wassenaar de villa voor het eerst heeft gehuurd.
Toen dacht men algemeen, dat er binnen betrekkelijk
korten tijd beslag zoude worden gelegd op de villa
en het omliggend terrein voor de stichting van een
abattoir.
De huurder had dus het vooruitzicht spoedig weder
te moeten verhuizen, wat misschien nadeelig op den
huurprijs heeft gewerkt.
Thans bestaat dit bezwaar niet en is eene publieke
verhuring de beste waardemeter. Spreker meent daarom
dat Burgemeester en Wethouders hun voorstel moeten
handhaven.
De heer Schoondermark (wethouder) wijst er op
dat de heer Komter terecht heeft gezegd dat er ten
opzichte van deze zaak door Burgemeester en Wet
houders geen overleg is gepleegd. Dit blijkt wel uit
het feit dat spreker het in 't geheel niet eens is met
den heer Komter. Toen de heer Wassenaar toch
425.voor de villa bood, hebben Burgemeester en
Wethouders gezegd dat dit te weinig was en den
adressant geschreven dat zij bereid waren den Raad
voor te stellen hem de villa te verhuren, indien hij
500.huur bood. Burgemeester en Wethouders
moeten dus z.i. ingevolge daarvan hun voorstel terug
nemen en den Raad voorstellen de villa aan Wassenaar
te verhuren.
De heer Komter (wethouder) wist niet dat een
toezegging in dien geest aan den heer Wassenaar is
gedaan. Spreker acht zich dit spreekt van zelf
door die toezegging eenigszins gebonden en zal op
handhaving van het voorstel niet verder aandringen.
De heer Burger wil een voorstel doen, om Burge
meester en Wethouders te machtigen de villa te ver
huren aan den heer A. K. Wassenaar voor ƒ500.
Spreker is bereid, dit aanstonds te doen, dochvraagt,
of het niet beter is, daarmede te wachten tot na
de verwerping van het voorstel van Burgemeester
en Wethouders.
De Voorzitter zou liever zien dat het voorstel van
Burgemeester en Wethouders eerst werd verworpen.
Daarna kan de heer Burger diens voorstel indienen.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel van
Burgemeester en Wethouders verworpen.
De heer Burger stelt voor:
Burgemeester en Wethouders te machtigen de villa
Baensein met ingang van 12 November 1911 voor
een tijdvak van 81/2 jaar te verhuren aan A.K. Was
senaar, voor een huurprijs van 500.per jaar.
De Voorzitter deelt mede dat door den heer Burger
wordt voorgesteld
Burgemeester en Wethouders te machtigen, de villa
Baensein met ingang van 12 November 1911 voor
een tijdvak van 'Sl/2 jaar te verhuren aan A. K.
Wassenaar, voor een huurprijs van 500.per jaar.
Met algemeene stemmen wordt dit voorstel aange
nomen.
7. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op
het adres van het bestuur van het St. Lucia Gesticht te
Botterdam, om aan dat gesticht in eigendom af te staan
de steeg „de Modder
Dit prae-advies luidt
Bij Uw besluit van 20 December 1.1. werd nevens
gaand adres om prae-advies in onze handen gesteld.
Onder wederaanbieding daarvan deelen wij mede,
dat het adresseerende bestuur de bedoeling heeft de
aan „de Modder" staande woningen, na aankoop te
sloopen en het vrijkomend terrein ten behoeve van
een uitbreiding van het in de nabijheid aan de Kerk
straat gelegen St. Elisabeth Gesticht te benutten,
waartoe zij dan ook genoemde openbare steeg in
eigendom dient te krijgen.
De woningen, welke nog in die steeg aanwezig zijn,
zijn óf reeds onbewoonbaar verklaard óf zoo klein,
laag en bedompt, dat ook hare opruiming in het
belang van eene betere volkshuisvesting moet worden
geacht.
Het verkeer zal door het verdwijnen van die steeg
niet worden geschaad, daar er in do nabijheid vol
doende andere verkeerswegen zijn, terwijl voorts de
eenige, die aldaar recht van uitgang houdt, nl. de
eigenaar van het perceel kadastraal bekend sectie A
no. 1397, blijkens de mededeeling van den Gemeente
lijken Inspecteur voor het woningtoezicht, door
adressant in het bezit zal worden gesteld van een
sleutel op de te maken afscheidingsdeur.
Ten overvloede zijn belanghebbenden door ons nog
in de gelegenheid gesteld om vóór 25 dezer hun
eventueele bezwaren in te dienen tegen de onttrekking
van genoemde steeg aan den openbaren dienst.
Adressant heeft op ons verzoek verklaard bereid te zijn
voor de openbare steeg „de Modder" te betalen den
alleszins billijken prijs van 10.per M2., wat in
totaal, behoudens nadere kadastrale opmeting, bij
eene oppervlakte van ongeveer 180 M2. 1300.
wordt, en voorts genoegen te nemen met de noodig
geoordeelde voorwaarde betreffende overneming der
uit de bestrating komende materialen.
Wij stellen mitsdien op grond van het vooraf
gaande voor te besluiten
1°. aan den openbaren dienst te onttrekken de
openbare steeg, genaamd „de Modder", kadastraal
bekend in sectie A, ongenummerd, alhier
2°. aan het bestuur van het St. Lucia Gesticht te
Rotterdam in koop af te staan voor de som van
10.per M2. de onder 1°. bedoelde steeg, onder
voorwaarde
a. dat alle kosten, vallende op den verkoop en de
levering van het gekochte, zoomede de kadastrale op
meting en in kaartbrenging en van een notarieel
afschrift der koopakte ten behoeve van het gemeente
archief, komen ten laste van den kooper
b. dat de Utrechtsche waalklinkers, welke de
bevloering van bovengenoemde steeg vormen, vanwege
den kooper aan de gemeente-opslagplaats moeten
worden bezorgd, tenzij hij de voorkeur eraan geeft
ze voor 200.over te nemen,
en verder onder de door Burgemeester en Wet
houders noodig geoordeelde bepalingen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
aanvulling der voorwaarden, luidt als volgt
Terzelfder tijd dat bij U ter tafel werd gebracht
ons voorstel van 11 Februari 1.1. no'. 506/33 tot over
dracht van de steeg „de Modder" aan het bestuur
van het St. Luciagesticht te Rotterdam, ten behoeve
van de uitbreiding van het St. Elisabethgesticht in
de Groote Kerkstraat, kwamen bij ons in een viertal
bezwaren tegen die overdracht van eigenaren van aan
die steeg uitkomende of in de nabijheid gelegen pan
den, die bevreesd waren dat zij daardoor in mindere
conditie zouden geraken, wat betreft uitzicht, uitgang,
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 April 1911. 61
waterlossing enz. op de steeg, in het genot waarvan
hunne perceelen zich op dit oogenblik bevinden. Voor
een nadere omschrijving en beoordeeling der bezwa
ren kan worden verwezen naar het rapport van den
Directeur der Gemeentewerken van 23 Februari no.
178/7788, dat bij de stukken is gevoegd en waarin
de bezwaren zijn onderzocht en behandeld. Boven
dien acht de Directeur het wenschelijk, dat nog een
tweetal rioolkolken, die in de steeg aanwezig zijn,
mede worden overgenomen.
Een en ander heeft aanleiding gegeven tot het
stellen van nog een paar voorwaarden, waarmede het
betrokken bestuur zich eveneens vereenigd heeft.
Wij verzoeken U dus ons vorenbedoeld ter tafel
liggend voorstel alsnog te willen aanvullen met de
navolgende voorwaarden
c. dat de koop tot stand komt onder de voor
waarde, dat door den kooper alle rechten worden
geëerbiedigd die eigenaren van aan „de Modder"
grenzende perceelen en van de perceelen aan de
Groote Kerkstraat, sectie A nos. 1345 en 1397 op
het tijdstip der overdracht doen gelden en aan de
omstandigheid ontleenen dat deze steeg is openbare
straat
d. dat tegelijk met de koopsom moet worden vol
daan een bedrag van 40.voor de overneming
van een tweetal in de steeg liggende kolken met lei
ding, terwijl het onderhoud van een en ander tevens
voor rekening van den kooper komt.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
8. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op
het adres van de firma Penn en Bauduin te Dordrecht,
houdende, verzoek haar geen boete op te leggen wegens
overschrijding van den opleveringstermijn van, gegoten
ijzeren straatkolken met roosters enz.
Dit prae-advies luidt
Onder wederaanbieding van het bij Uw besluit van
14 dezer om prae-advies in onze handen gesteld adres
van de firma Penn Bauduin te Dordrecht, waarbij
wordt verzocht haar kwijtschelding te verleenen van
de beloopen boete wegens te late levering van gegoten
ijzeren straatkolken met roosters en gegoten ijzeren
straatramen met luiken, hebben wij de eer U mede
te deelen, dat vóór de indiening daarvan over de
betrekkelijke aangelegenheid reeds brieven waren ge
wisseld tusschen adressante en den Directeur der
Gemeentewerken.
Daarbij zijn beiden tot overeenstemming gekomen
wat het aantal dagen wegens te late levering en de
deswege toe te passen boete betreft. Die boete is
door den Directeur der Gemeentewerken op het laagste
bedrag of 10.per dag verzuim gesteld, zoodat
voor adressante geen reden bestond, ingevolge het
bepaalde bij art. 5 van het bestek en de voorwaarden,
bij ons van de beslissing des Directeurs in beroep te
komen. Evenals niet lang geleden bij de N. V. Stoom-
Cementsteen en Dakpannenfabriek „Drechterland" te
Hoorn kon zij zich dus dadelijk tot Uwe Vergadering
wenden.
Op de gronden door den Directeur der Gemeente
werken in zijn hierbijgaand schrijven ontwikkeld,
waarmede wij ons geheel kunnen vereenigen en in
verband met de gevoerde correspondentie, hebben wij
de eer U voor te stellen te besluiten
adressante kwijt te schelden de door haar beloopen
boete, ad 367.10, wegens te late levering van de
door haar, volgens bestek no. 30 van 1910, aangenomen
gegoten ijzeren straatkolken mot roosters en gegoten
ijzeren straatramen met luiken.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
9. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op
het adres van het Plaatselijk Drankweer-Comité om over
te gaan tot het bouwen van een afrekenlokaal ten behoeve
van de veemarkt alhier.
Dit prae-advies luidt als volgt
Gedurende de behandeling op den l4on van deze
maand van ons voorstel tot uitbreiding der veemarkt
werd in onze handen ten fine van prae-advies gesteld
een in den aanvang der vergadering ingekomen adres
met memorie van toelichting van het bestuur van het
Plaatselijk Drankweer-Comité om alsnog te willen
voorzien in de inrichting (op of bij het marktterrein
wordt in het midden gelaten) van een afrekenlokaal
voor de handelaars en een schaftlokaal voor de vee
drijvers.
De veemarktmeester, nader door ons over het adres
gehoord, heeft enkele bezwaren van practischen aard
tegen de inwilliging van het verzoek ontwikkeld, die
zich aansluiten aan wat reeds in de bovenvermelde
raadsvergadering door den wethouder Oosterhoff op
dit punt te berde is gebracht. Wij kunnen dus in
het algemeen volstaan met naar een en ander te ver
wijzen, doch wenschen nog een paar opmerkingen,
die in het adres voorkomen, onder scherper licht te
brengen en recht te zetten hetgeen daarbij scheef
wordt voorgesteld. Vooreerst verwerpen wij de op
vatting dat de taak der overheid de inwilliging van
het gedaan verzoek zou medebrongen. Dit kan reeds
zeker niet gelden wat betreft het inrichten van een
afrekenlokaal, als vroeger al duidelijk is aangetoond
dat de praktijk aan een dergelijke gelegenheid niet
de minste behoefte heeft. En ook geldt het niet voor
de totstandbrenging van een schaftlokaal, waar geen
alcoholhoudende dranken verkrijgbaar mogen worden
gesteld. Ook hier is eene verplichting der overheid
ons niet duidelijk. Het zijn allen volwassen menschen
waarom het hier gaat en niemand van hen is ge
dwongen, ook niet in een vergunningslokaal, tegen
zijn zin alcoholia te gebruiken. Bovendien is het
gebruik daarvan nog geen misbruik, doch het zou dit
stempel krijgen, als men de stelling van adressant
voor zijn rekening nam.
Een tweede punt, en de bewering is ook reeds bij
de debatten in den Raad gehoord, is, dat de gemeente
in hare zorg voor de menschen niet mag achterstaan
bij die voor de dieren, getuigen van deze laatste de
groote bedragen die weder voor de uitbreiding der
veemarkt werden gevoteerd. Misschien maakt deze
redeneering op een oppervlakkigen lezer of toehoorder
eenigen indruk, maar zij is geheel valsch, omdat een
goed ingerichte veemarkt niet is een uitvloeisel van
zorg en liefde voor het vee, maar alleen bestaat
in het belang van de menschen de kooplieden en de
gemeente. Uit het feit dat voor een veemarkt dus
groote bedragen worden uitgelegd, valt niet de ge
ringste conclusie in den geest als het adres dat doet
te trekken.
Wij geven U, onder wederaanbieding van het adres,
in overweging het gedaan verzoek te verwerpen.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer de Jong wil gaarne naar aanleiding van
het prae-advies een paar opmerkingen maken. Het
komt spreker toch voor dat Burgemeester en Wet
houders niet voldoende rekening hebben gehouden