76 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 April 1911.
8. Aanbevelingen van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van
a. eene leerares in het teekenen aan de school
van middelbaar onderwijs voor meisjes (vacature mej.
L. G. Reddingius), waarop zijn geplaatst
1. mej. A. M. L. van Oudgaarden alhier, tijdelijk
als zoodanig werkzaam
2. mej. G. van Bemmel te Utrecht.
b. eene leerares in de natuur- en scheikunde en
de kosmografie aan die school (vacature-mej. dr.
B. J. Karsten), waarop voorkomt: mej. R. C. Corbach
te Groningen.
De stukken 78 zullen in eene volgende vergadering
worden behandeld.
IV. Rapporten.
De heer van fflessel rapporteert dat de commissie,
belast geweest met het onderzoek van een verzoek
der Voogden van de Stads-armenkamer, om machtiging
tot af- en overschrijving van enkele posten op de
begrooting voor 1910, geene aanleiding heeft gevonden
tot het maken van op- of aanmerkingen. Zij stelt
derhalve voor de gevraagde machtiging te verleenen.
De Voorzitter stelt voor het rapport in eene vol
gende vergadering in behandeling te nemen, onder
dankbetuiging aan de commissie voor den door haar
verrichten arbeid.
V. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1. Benoeming van een onderwijzer aan gemeenteschool
no. 6, vacature H. J. Westerhuis.
Uitgebracht zijn 22 stemmen op den heer H. S.
Maurits te Oosterwolde, die alzoo met algemeene
stemmen is benoemd.
De Voorzitter stelt thans aan de orde
2. Frae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake
het adres van den heer L. Woltring om herbenoeming
als arts. belast met de genees- en heelkundige behandeling
van behoeftigen.
Dit prae-advies luidt als volgt
Omtrent het hierbij gevoegde, door U ten fine van
prae-advies aan ons gerenvoieerd, adres van L. Woltring,
houdende verzoek hem, na 30 April a.s., weder voor
een driejarig tijdvak te benoemen tot arts, belast met
de genees- en heelkundige behandeling van behoeftigen
in deze gemeente, werd door ons het gevoelen van
de Voogden der Stads-armenkamer ingewonnen.
Blijkens hun nevensgaand advies bestaat bij hen
tegen eene herbenoeming geen bezwaar. Ook wij
vinden in de wijze, waarop adressant zijne betrekking
in het afgeloopen tijdvak heeft waargenomen, alleszins
aanleiding hem voor eene herbenoeming voor te dragen.
Wij hebben de eer U mitsdien voor te stellen te
besluiten
den heer L. Woltring, alhier, wederom te benoemen
tot arts, belast met de genees- en heelkundige be
handeling van behoeftigen in deze gemeente voor
een tijdvak van 3 jaren, ingaande 1 Mei 1911, op
eene jaarwedde van ƒ650.onder gehoudenheid
om zich in die betrekking te gedragen naar de be
staande of nader vast te stellen verordeningen en
instructiën.
Uitgebracht zijn 22 stemmen, waarvan 19 op den
heer L. Woltring, terwijl 3 briefjes in blanco zijn
ingeleverd.
De heer L. Woltring is alzoo benoemd.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
aan P. van der Molen op zijn verzoek eervol ontslag te
verleenen als onderwijzer aan gemeenteschool no. 9.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
De heer Zandstra heeft zich, op grond van het
bepaalde bij artikel 46 der gemeentewet, van mede
stemmen onthouden.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
Pietertje Hazenberg, wed. J. Postmus, eervol ontslagen
schoonmaakster der gymnastiekschool no. 3, een jaarlijkseh
pensioen uit de gemeentekas toe te kennen.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij ons besluit van heden, no. 1025/295, in afschrift
hierbij overgelegd, werd aan Pietertje Hazenberg,
weduwe van J. Postmus, op haar verzoek, met ingang
van 1 Mei a.s., wegens hoogen leeftijd en lichaams
gebreken, eervol ontslag verleend als schoonmaakster
van gymnastiekschool no. 3.
Zooals uit de hiernevens gevoegde brieven, d.d.,
22 Maart 1.1., no. 302/48, en 3 dezer, no. 367/48, van
den Directeur der Gemeentewerken, blijkt, mist ge
noemde schoonmaakster, tengevolge van eene amputatie,
een harer beenen en zal daardoor, ook al krijgt
zij een kunstbeen, niet meer in staat zijn haar
werkzaamheden naar behooren te verrichten.
Zij is thans 75 jaar oud, heeft ruim 24 dienstjaren
en komt, blijkens het voorafgaande, volgens artikel 1
der betrekkelijke verordening (Gemeenteblad no. 2
van 1910), in aanmerking voor pensioen vanwege de
gemeente. Bij de berekening daarvan kunnen echter,
op grond van het bepaalde bij artikel 5, 2e lid, dier
verordening, niet medetellen de tijdelijke door haar
verrichte diensten, gelijk de weduwe Postmus wenscht
en de Directeur der Gemeentewerken in overweging
geeft.
Onder bijvoeging van een staat, waarin het pensioen
is berekend, dat haar krachtens de artikelen 35 der
aangehaalde verordening kan worden toegekend,
hebben wij dan ook de eer U voor te stellen te
besluiten
aan Pietertje Hazenberg, weduwe van J. Postmus,
met ingang van 1 Mei 1911 een pensioen uit de
gemeentekas te verleenen ten bedrage van f 48.
's jaars.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
eenige firma's ondershands de levering op te dragen van
benoodigdheden voor de gemeentelijke gasfabriek.
Dit voorstel luidt als volgt
Door den Directeur der gemeentelijke gasfabriek
wordt ons bij nevensgaand schrijven voorgesteld de
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag; 25 April 1911. 77
levering van verschillende door de fabriek in 1911
benoodigde magazijngoederen, waaromtrent hij op
verzoek de prijsopgaven, in de mede overgelegde
staten vermeld, heeft bekomen, aan de aangegeven
inschrijvers te gunnen.
De Commissie voor die fabriek kan zich, blijkens
haar hiernevens gevoegden brief, met dit voorstel
vereenigen en waar ook naar ons oordeel in dit geval
een onderhandsche opdracht tot levering in het belang
der gemeente is te achten, hebben wij de eer U voor
te stellen daartoe over te gaan en alzoo vast te stellen
het hierbij in ontwerp aangeboden besluit.
De Raad der gemeente Leeuwarden
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wet
houders om de levering van verschillende voor de
gemeentelijke gasfabriek in 1911 benoodigde magazijn
goederen ondershands op te dragen
Overwegende, dat die onderhandsche opdracht in
het belang der gemeente moet worden geacht
Gelet op artikel 142 en artikel 194 letter f der
gemeentewet;
Besluit:
op de voorwaarden van inschrijving en de door
ieder der na te noemen vennootschappen gedane
aanbiedingen te gunnen
a. aan R. S. Stokvis en Zonen Ltd., te Rotter
dam, de levering van de benoodigde koperen hoofd
kranen voor534.39
en van de benoodigde ijzeren pijpen en
gegoten ijzeren fittings voor 2342.82
b. aan de Naamlooze Vennootschap
H. C. Heijbroek Wzn. Co.'s groothandel
in verlichtingsartikelen, te Amsterdam, de
levering van de benoodigde kogelbewe
gingen, slangkranen enz. voor 147.86
c. aan de Naamlooze Vennootschap
Gautsch's Gasgloeilicht Maatschappij, te
Amsterdam, de levering van
1. de benoodigde supportsgloeibran-
ders, comforen enz. voor420.65
2. 9000 zachte gloeikousen, merk „T.
R. B." voor855.
3. 1100 invortkousen merk „Pfeil" voor 154.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer van Messel wijst er op dat Burgemeester
en Wethouders in hun voorstel o.a. zeggen
,,de commissie voor de gasfabriek kan zich, blijkens
haar hiernevens gevoegden brief met dit voorstel
vereenigen en waar ook naar ons oordeel in dit geval
een onderhandsche opdracht tot levering in het be
lang der gemeente is te achten, hebben wij de eer
U voor te stellen daartoe over te gaan" enz.
Waarom Burgemeester en Wethouders eene onder
handsche opdracht in het belang der gemeente achten
is door hen niet nader aangetoond. Spreker acht
onderhandsche aanbestedingen niet in het belang der
gemeente, maar hij zal daarover in deze vergadering
geen debat uitlokken.
Spreker zou aan Burgemeester en Wethouders
willen vragen, waarom niet aan de laagste inschrijvers
de levering is gegund.
Burgemeester en Wethouders stellen toch voor aan
de firma R. S. Stokvis en Zonen Ltd., te Rotterdam
te gunnen
de levering van de benoodigde koperen hoofdkranen
voor 534.39, terwijl de firma Schindler en Co.
daarvoor heeft ingeschreven voor f 478.20.
Verder wordt voorgesteld te gunnen aan de Naam
looze Vennootschap H. C. Heybroek Wzn. en Co's,
groothandel in verlichtingsartikelen, te Amsterdam,
de levering van benoodigde kogelbewegingen, slang
kranen enz. voor 147.86, terwijl de firma Buttinger
te Groningen inschreef voor f 142.42
aan de Naamlooze Vennootschap Gautsch's Gas
gloeilicht Maatschappij, te Amsterdam, de levering
van
1. de benoodigde supports, gloeibranders, comforen
enz. voor f 420.65.
De firma Buttinger te Groningen schreef in voor
380.18.
2. 9000 zachte gloeikousen, merk „T. R. B." voor
855.terwijl de firma Boschard Winzer te Berlijn
inschreef voor f 540.
3. 1100 invertkousen merk „Pfeil" voor 154.
terwijl de firma Schindler en Co. te Amsterdam in
schreef voor f 132.
Het zal spreker aangenaam zijn hieromtrent te
worden ingelicht.
De heer Oosterhoff (wethouder) antwoordt dat de
heer van Messel is begonnen te zeggen geen debat
te zullen uitlokken over de vraag of onderhandsche
aanbesteding al dan niet in het belang der gemeente
is. Spreker zal dan ook daarop niet ingaan en zich
bepalen tot de bespreking der opmerkingen van den
heer van Messel, die in het kort neerkomen op deze
vraag waarom wordt niet voorgesteld de verschil
lende benoodigdheden te gunnen aan de laagste
inschrijvers Bij de aanbesteding van allerlei kleine
benoodigdheden is het uiterst moeilijk zich steeds
aan den laagsten inschrijver te houden. Allerlei
zaken moeten daarbij in het oog worden gehouden
als de kwaliteit der verschillende artikelen, de soort
die het meest gebruikt wordt enz. Het sterkst treedt
dit aan het licht bij de gloeikousjes. Voor dit artikel
worden zeer vele aanbiedingen gedaan, maar nu moeten
die kousjes worden genomen, waarvan de kwaliteit
in verband met den prijs het best is. Spreker heeft
den Directeur der gasfabriek verzocht hem enkele
inlichtingen, deze kwestie betreffende, op schrift te
geven.
Deze schrijft nu o.a. dat hij de kwaliteit der kogel
beweging, aangeboden door de firma Heybroek Wzn.
en Co., verre verkiest boven die van andere offertes.
Ook heeft de heer van Messel gevraagd naar de
levering der hoofdkranen, die volgens het voorstel
door de firma Stokvis zal geschieden.
De Directeur schrijft hieromtrent
de monsters van de firma's die goedkooper inschreven,
bleken minderwaardig te zijn.
Spreker meent hiermede de gevraagde inlichtingen
te hebben verstrekt.
De heer van Messs! dankt den wethouder voor de
verstrekte inlichtingen, maar spreker is niet geheel
voldaan. De firma Stokvis schrijft voor de levering
van hoofdkranen in voor 534.39, de firma Schindler
en Co. voor 478.20. Nu wordt door den heer
Oosterhoff gezegd dat de Directeur van de gasfabriek
er op wijst, dat het monster, dat door de firma Stokvis
is overgelegd, beter van kwaliteit is. Spreker moet
dan opmerken dat het hem niet ontgaan is, dat op de
lijsten van inschrijving wel monsters zijn gevraagd
van al de andere artikelen, maar juist van die hoofd
kranen niet, zoodat in deze de bewering van den
Directeur der gasfabriek niet kan opgaan.
Spreker acht het dus billijk dat de leverantie der
hoofdkranen wordt gegund aan den laagsten inschrijver,
de firma Schindler en Co. Wat overigens de heer
Oosterhoff heeft gezegd omtrent het verband tusschen
kwaliteit en prijs, is juist; maar spreker beweert dat
eene onderhandsche inschrijving zooals in deze heeft
plaats gehad geen waarde heeft. Zij kan in ruime