84 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 April 1911. gesteld, wordt het renteverlies, nu geraamd op circa 16500.natuurlijk grooter. Maar gesteld eens, dat de terreinen binnen den bepaalden tijd zijn verkocht en dat de exploitatie dat gunstige verloop zal hebben, dat de commissie zich daarvan voorstelt, dan nog heeft de gemeente behalve het renteloos voorschot van 58000.een finantieel verlies van aan kapitaal circa 24000. en aan rente16500. derhalve van 49500.— en nu bijft de vraag over, wordt hiervoor zooveel voordeel voor de gemeente verkregen en wordt de handel in het algemeen door deze wijziging in de richting van de tramlijn zoozeer gebaat, dat die meerdere uitgaaf daardoor wordt gewettigd Spreker meent dat altijd nog eenigszins te moeten be twijfelen, maar hoopt van harte dat de verwachtingen van de commissie niet op teleurstelling zullen uitloopen, en wanneer hij dan zijn stem zal geven aan het voorstel van de commissie, dan is het hoofdzakelijk om deze reden, dat de Raad strikt genomen wordt gesteld voor de keuze het voorstel van de commissie aannemen, anders loopen wij gevaar, dat er geen tram zal komon van den Zuid-Oosthoek van Friesland naar Leeuwarden. De heer Fransen moet beginnen met den heer Beek huis mede te deelen dat hij niet geheel kan voldoen aan den door dat raadslid uitgesproken wensch om de cijfers te laten rusten. Spreker zal er echter niet te veel van zeggen. Yoor ons ligt het plan voor de tram Suamoer— Leeuwarden. Feitelijk zijn het twee, een van de commissie en een van den Directeur der Gemeente werken. Spreker moet de commissie prijzen dat zij zoo spoedig aan het werk is getogen om aan het verzoek van den Raad te voldoen. Wanneer men echter al te hard gaat, geeft men zich wel eens wat veel bloot. „Al dadelijk bleek" aldus de commissie „dat „wij het hierover eens waren, dat wij moesten trachten „een route te vinden, waarbij de kosten van aanleg „en exploitatie voor de Tramweg-Maatschappij niet „al te veel hooger zouden zijn dan bij de vroeger ont- „worpene". Verder zegt de commissie: „dat de ver hulling van den wensch van den Raad, in de ver gadering van 10 November 1909, met 19 tegen 3 „stemmen uitgesproken, om een halte bij „de Bleek" „te krijgen, van de gemeente geldelijke offers zoude „vergen, sprak van zelf". Dit sprak van zelf klinkt spreker vreemd in de ooren. Evenals de heer Komter, is spreker dan ook van oordeel dat de commissie de motie heeft voorbij gezien en het bevreemdt hem dan ook zeer dat de heer Beekhuis, de vader van de motie, zelf die motie buiten werking heeft gesteld. Dat het do bedoeling was dat de commissie zich aan die motie zoude houden, blijkt uit het in de ver gadering van 10 November 1910 door den heer Besuijen gesprokene, die zeide dat het nog steeds niet gelukt was argumenten aan te voeren die be wijzen, dat het noodzakelijk is af te wijken van het op 9 November ingenomen standpunt, en die spreker blijft er dan ook bij dat de Raad aan zijn eigen eer verplicht is te persisteeren bij de motie Beekhuis, terwijl de heer Beekhuis zelf gezegd heeft„dat de Minister naar zijne meening te hoog staat dan dat deze niet, wanneer men met goede argumenten komt aandragen, van zijn opinie zou ivillen afwijken." Die spreker heeft verder gezegd„wanneer Zijne Excellentie had geconfereerd met Burgemeester en Wethouders, en dezen hem het belang van de halte „de Bleek" onder het oog hadden gebracht en ware dan een dergelijke brief gekomen, dan zou spreker overtuigd zijn. In ieder geval moet thans nog een poging worden gewaagd. De Raad dient niets on beproefd te laten om de uitvoering van het raads besluit van 10 November 1909 te verzekeren." Het raadsbesluit is dit. De Raad geeft concessie aan de Nederlandsche Tramweg-Maatschappij en 40000.renteloos voorschot wanneer er een halte komt bij „de Bleek". Nu zullen misschien vele leden, en spreker behoorde daar ook toe, wel hebben ge dacht dat het dan meer moest kosten, maar de Raad heeft zich aan de motie-Beekhuis te houden, die thans nog geldig is. De commissie zegt nu in haar rapport „het is thans aan den Raad om te beslissen of hij „de voorstellen zal willen aannemen, die wij hierbij „aanbieden Verder zegt zij „maar ook staan tegenover de geldelijke offers, welke „de gemeente zich zal moeten getroosten, zulke groote, „tastbare, directe en indirecte voordeelen, dat het „aannemen van onze voorstellen reeds daarom in het „belang der gemeente zoude zijn, afgescheiden zelfs „van de tramkwestie". Het lijkt nu wel of de tramkwestie bij- de ex ploitatie der bouwterreinen hoofdzaak is. De com missie komt tot een kosten bedrag van 40,500. maar reeds is door den heer Komter opgemerkt, dat de halte Bleek zal kosten 40,000.80,000. ƒ40,500.Bovendien heeft de commissie nog een post van 10,000.vergeten voor het terrein, dat zij af moet staan van het blok V voor de Ambachts school, n.l. 1000 M2. Spreker kan zich dan ook voorstellen dat de com missie voor haar eigen cijfers schrok en er wat voor terug deinsde om met zulk een voorstel bij den Raad te komen. De cijfers waren toch zoo geheel anders dan destijds. Er was echter wel iets op te vinden. De Directeur dor Gemeentewerken, ambtshalve aan de commissie toegevoegd, zag kans om in plaats van een nadeelig saldo van ƒ40,000.een voordeelig saldo van 16,000.te krijgen en hij vond daarbij tevens gelegenheid om terug te komen op zijn lievelings denkbeeld, verbetering der Weerklankbuurt. Spreker nu is wel eenigszins angstvallig voor lievelingsdenk beelden van Openbare Werken. Wanneer die er zijn mag men wel een pas of wat achteruitgaan, beide oogen open houden en de hand op de portemonnaie leggen, want men is niet al te veilig. Die verbetering kost ƒ22,000.maar zij heeft met de geheele kwestie absoluut niets uit te staan. Ook zonder de tram zal men daarmee wel kunnen beginnen. Verder wordt er nog op gewezen dat het mogelijk is om door aan neming der voorstellen van de commissie, de gas fabriek uit te breiden. Spreker vraagthoe durft men nu toch met een dergelijk voorstel komen. Pas 3 jaar geleden is 3Y2 ton aan de gasfabriek ten koste gelegd en een jaar geleden is besloten tot het oprichten eener electrische centrale spreker hoopt en verwacht dat men met de plannen druk bezig is, hoewel men er niet veel van hoort, en nu zal men weer beginnen over uitbreiding der gasfabriek. Spreker wil dan ook het vriendelijk verzoek doen dat de Wethouder hem straks de noodzakelijkheid van die uitbreiding duidelijk zal maken. De opbrengst der panden (voorstel E) wordt ge raamd op ƒ259,000.Het is mogelijk dat zulks het geval zal worden, maar spreker geeft in over weging die niet hooger te schatten dan op ƒ200,000. Terreinen te verkoopen voor 7.a 8.per meter gaat niet zoo gemakkelijk en vooral niet wanneer die terreinen 25 a 30 meter diep zijn. Daardoor worden ze duur en minder goed verkoopbaar. Spreker be grijpt niet hoe de Directeur der Gemeentewerken aan het voordeelig saldo komt. Door den prijs der bouwterreinen nog ƒ1.per meter hooger te zetten Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 April 1911. 85 had men dit voordeelig saldo wel zoo groot kunnen maken dat de tram, met halte Bleek, de gemeente (op papier altijd) geen halven cent behoefde te kosten. Ran zou het evenwel den schijn hebben gehad alsof de commissie den Raad in het ootje had willen nemen. Wanneer men echter de opbrengst der terreinen op een behoorlijken prijs stelt, zal dit plan ongeveer even veel kosten als het eerste voorstel. Spreker zou de commissie in overweging willen geven het 2e plan terug te nemen. Het past niet voor de gemeente om cene bouwgrondspeculatie op touw te zetten met de geringe kans op winst en de veel grootere kans op verlies. Wanneer de grond noodzakelijk moet worden gekocht voor het tramplan, was het heel iets anders. Ze heeft echter met de zaak van de tram niets uit te staan. Spreker geeft de commissie nogmaals ernstig in overweging het 2e plan in te trekken, dan zal er mogelijk met vrucht over het eerste plan kunnen worden gesproken, waarvoor dan naar spreker hoopt wel een meerderheid zal zijn te vinden. De heer Hartelust sluit zich aan bij de hulde door de vorige sprekers aan het adres der commissie uit gesproken. Spreker heeft met groote ingenomenheid gezien hoe de commissie in betrekkelijk korten tijd veel belangrijk werk heeft verricht. Of zij werkelijk heeft gedaan wat de Raad van haar verwachtte, deze kwestie wil spreker in het midden laten. Eén vraag echter blijft er te beantwoorden, n.l. deze zal de tram er komen of niet Wij hebben reeds nu een tramhistorie die over jaren loopt en ieder ziet met verlangen uit naar de komst van de tram. Door nu zoo spoedig mogelijk hiervoor te zorgen, zal der gemeente een zeer groote dienst worden bewezen. Spreker zit nu echter in een moeilijk parket. Van het begin af aan heeft hij de noodzakelijkheid betoogd om voort te maken. Hij vreest nu, wanneer de Raad weer te veel in détails treedt en er dus eene discussie geopend wordt over verschillende onderdeelen van het plan, er geen besluit zal worden genomen, dat toch zoo noodzakelijk moet worden genomen. Do omstandigheden zijn nog gelijk aan die op 20 Decem ber, maar wij staan nog voor de groote vraag of de richting Drachten Groningen nog niet eerder klaar zal zijn en of de gemeente niet een enorm verlies zal lijden door nog langer te talmen. Spreker staat daardoor voor de moeielijkheid dat hij een plan moet helpen aannemen, dat niet in alle opzichten zijne sympathie hoeft. In het plan der commissie is de halte „de Bleek" toch royaal weggedoezeld, ten minste vrij ver op den achtergrond geschoven. Die halte staat er nog wel in, maar als men de stukken leest, dan krijgt men den indruk, alsof de uitbreiding der stad enz. van veel meer belang is. Spreker wijst er echter op dat de gemeente door den aankoop van die groote bouwterreinen eene groote concurrentie wordt aangedaan en dat in een tijd, dat de terreinen aan het Nieuwe Kanaal bijna niet meer worden ge vraagd. Dit is één bezwaar. Spreker zal echter over zijne bezwaren niet verder uitweiden, daar hij de bezwaren, door verschillende andere sprekers te berde gebracht, beaamt. Hij wil echter gaarne deze zekerheid dat, wanneer de Raad het voorstel der commissie aanneemt voor zoover dat kan worden aangenomen, ook spreker is niet geporteerd voor onderdeel E men de tram op de spoedigste manier krijgt. Die zekerheid heeft spreker nog niet. De commissie zegt dat, als het voorstel wordt aangenomen, zij de zeker heid heeft dat de tram November 1913 rijdt. Dat zal wel zoo zijn, maar zal die er niet even spoedig komen als hij moet rijden langs den oorspronkelijk door Burgemeester en Wethouders aangewezen weg Op deze vraag zou spreker gaarne eerst antwoord ontvangen. De heer Oosterhoff (wethouder) zal maar niet, even als de vorige sprekers, beginnen met een woord van hulde te brengen aan de commissie, want ook zonder dat hij zulks doet zal de Raad wel begrijpen dat hij den arbeid der commissie waardeert. Spreker wil echter verklaren dat hij het met den heer Komter volkomen eens is. Burgemeester en Wethouders hebben de bezwaren, die tegen het plan der commissie zijn in te brengen, juist zoo gevoeld als de heer Komter die heeft uitgesproken. Hij zou dan ook niet het woord hebben gevraagd als hij niet nog op een paar punten de bijzondere aandacht van den Raad had willen vestigen. De groote fout in het plan der commissie is deze, dat het geheel gebaseerd is op eene geflatteerde en daarom hoogst bedenkelijke bouwgrondspeculatie. Spreker acht het verzoek van den heer Beekhuis, om niet te veel aan de cijfers te tornen, nogal eigen aardig. Hij zou dit raadslid dan ook willen vragen: gevoelt gij misschien zelf wel, dat juist de financiëele opzet de zwakke zijde van het plan is Spreker heeft tegen dien opzet twee ernstige be zwaren. In de eerste plaats is de grond te hoog geprijsd en is de tijd van uitgifte te kort genomen. Spreker wil gaarne toegeven, dat er in de commissie leden zitten, die de prijzen van den grond beter kunnen beoordeelen dan spreker zulks kan doen, maar met den steun van den heer Fransen beweert spreker toch, dat die prijzen te hoog zijn. In dat gedeelte der stad toch, grootendeels vlak achter de gasfabriek gelegen, waar bovendien dan nog de tram eenige malen per dag rookend en smookend voorbij zal gaan, zullen geen heerenhuizen worden gebouwd, maar alleen arbeiders- of hoogstens kleinburger-woningen. Wat nu de tijd betreft, waarbinnen de verkoop van den grond zal zijn geschied, spreker meent dezen ter mijn voor het groote plan gerust op 15 jaar te kunnen stellen. Het is toch zeer onlogisch om een even langen termijn van uitgifte aan te nemen voor 26598 M2., als voor 41331 M2. Wanneer de meening van den heer Komter juist is (en naar sprekers opvatting is zij dat ongetwijfeld), dat de gronden van het kleine plan in 10 jaar zullen zijn uitgegeven, dan moet voor de uitgifte van het terrein van het groote plan zeker wel 15 jaar worden gerekend. In dat geval nu zal het renteverlies be dragen 60,622.en wordt het resultaat van het groote plan in plaats van een voordeelig saldo van 16,000.een nadeelig saldo van 21,212. Spreker wil thans de verschillende door do com missie opgesomde voordeelen eenigszins nader be schouwen en hij begint daartoe met „den grooten verkeersweg". Het wil spreker voorkomen dat er aan dien weg op het oogenblik absoluut geen behoefte bestaat. Hij zal alleen gebruikt kunnen worden door menschen, die aan het meest oostelijk gedeelte van het Kanaal wonen. Alle anderen zullen den Grachtswal en verder de wegen, die naar de Hoeksterpoort leiden, blijven gebruiken. Bovendien wil spreker er nog op wijzen dat vier jaar geleden een uitbreidingsplan voor de gemeente is vastgesteld. Dit plan is wel is waar door Gedepu teerde Staten niet goedgekeurd, maar het heeft, zooals indertijd is opgemerkt, toch het voordeel dat het kan dienen als handleiding voor eene oventueele uitbreiding. Nu kunnen veranderde omstandigheden de oorzaak zijn dat men ten opzichte van kleine wegen eenigs zins van de aangenomen richting afwijkt, maar vreemd komt het spreker voor dat men zulks doet wat de hoofdwegen betreft. Die zullen toch wel niet dan na zeer nauwgezette overweging zijn vastgesteld. In den toestand aldaar is sedert bovendien niets veranderd en toch heeft men het geheele uitbreidings plan op zij gezet, waaraan de toenmalige wethouder

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1911 | | pagina 6