90 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 April 1911.
Spreker meent hiermede te kunnen volstaan en acht
het niet noodig de verdere détails te bespreken.
De heer Komter (wethouder) wil den heer Beekhuis
doen opmerken dat deze spreker verkeerd heeft ver
staan, of hem niet heeft begrepen. Spreker heeft
gezegd, dat de terreinen aan den weg zich hot best
eigenen voor huizen met een hooge huurwaarde, dat
het vooral geschikt is voor winkels of bedrijven en
dat, wanneer die er komen, het verkeer van de
Hoeksterpoort en de verdere binnenstad zal worden
afgeleid. Daarin steekt niets inconsequents.
Spreker heeft alleen nog het woord gevraagd om
er op to wijzen dat Burgemeester en Wethouders
bij elke groote buitengewone uitgaaf hebben te over
wegen of het bedrag, benoodigd voor rente en aflos
sing, zonder al te groot bezwaar uit de gewone be
lastingen kan worden verkregen.
In dit verband moet spreker den heer Beekhuis
doen opmerken dat de gemeente, als zij het terrein
koopt en als huur 3 °/o maakt, zij daarvoor ook nog
3 °/0 uit de gewone middelen moet bijpassen, daar
de rento in den regel 4 en de aflossing 2
bedraagt. Wanneer de Raad het kleine plan aan
neemt, moet er jaarlijks pl.m. 8000.meer worden
opgebracht dan tot nu toe. De druk der bouwter
reinen op de gewone middelen dreigt buitendien
reeds zeer bezwarend te worden.
Wat de Kanaalterreinen aangaat, de gemeente
teert nu nog op de oude overschotten, maar het is
er aan toe, gelijk spreker met cijfers heeft aangetoond,
dat ook de 19,000.— rente en aflossing hiervoor
grootendeels uit de gewone middelen moet worden
voldaan.
Burgemeester en Wethouders zijn onder deze om
standigheden er van overtuigd, dat wij ons bij elke
buitengewone uitgaaf tot het volstrekt noodige moe
ten beperken.
Bij de bespreking van de uitbreiding van het
Stadhuis heeft spreker daar ook op gewezen en toen
heeft hij een opsomming gegeven van belangrijke
buitengewone werken, die nog op afdoening wachtten.
Hij zal deze niet herhalen maar meent er op te
moeten wijzen, dat deze opsomming niet meer vol
ledig is. Er zijn alwêer een paar werken in het
vooruitzicht gekomen, die minstens 100,000 zullen
kosten en waar de Raad niet af kan n.l. een school voor
Lager Onderwijs en de uitbreiding der begraafplaats.
Ook daarmee zal dus jaarlijks wêer 600Ö.uit de
gewone middelen moeten komen. Spreker heeft over
het groote plan niet gesproken, omdat hij gedacht
heeft, dat de Raad zich in elk geval zal bepalen tot
het overwegen van het kleine plan.
Intusschen geldt, wat spreker daarover heeft ge
zegd, in nog sterkere mate voor het groote plan.
De heer Fransen wijst er op dat door den heer
Burger is beweerd, dat er op bouwblok V, het sport
terrein, een straat is geprojecteerd. Spreker heeft
den toestand der kanaalpauden op 1 Januari 1910
nagegaan en heeft geen straat kunnen vinden. Na
Januari is er geen voorstel gedaan om er een straat
door te maken, zoodat het niet waar kan zijn dat er
een op is geprojecteerd.
De heer Beekhuis heeft gezegd dat het hem ver
wondert, dat spreker oppositie voert tegen het plan E.
Dit is nog al duidelijk. Het commissie-voorstel kost
ruim 40,000.58,000.renteloos voorschot.
De commissie vreesde nu spreker heeft dit straks
al gezegd voor haar eigen cijfers en daarom zet
zij de bouwterrein-speculatie op hot touw, om de
raadsleden platweg gezegd „lekker" te maken. De
gemeente mag zich niet wagen aan dergelijke specu
latieve ondernemingen. Wel zegt de commissie dat
het voor de gemeente voordeel is, maar waarom
koopt zij dan nog'niet wat meer grond? Er liggen
nog wel meer terreinen en als dan de redeneering
der commissie opgaat, is het voordeel nog grooter.
De heer Feddema zal na de door mr. Beekhuis
gevoerde verdediging niet veel meer van deze zaak
zeggen, daar bij principieele verschillen het moeilijk
is, elkander te overtuigen. Hij acht zich echter
verplicht zijne meening te plaatsen tegenover die van
den heer Fransen en den heer Burger te antwoorden
op diens vraag. De heer Fransen is in zijne berekening
van de strook van het sportterrein wat ruim en
daardoor ten opzichte van het commissievoorstel zeer
pessimistisch. Hij schat toch het terrein vóór de
Ambachtsschool, hetwelk voor 4 a 5.per M2. te
krijgen is, op 9 a 10,000.Spreker begrijpt niet
hoe de heor Fransen voor 900 M2., die van dit terrein
noodig is, aan dat bedrag komt. De heer Fransen is
een voorstander van een halte „de Bleek". De
commissie nu is opgedragen te trachten die halte te
krijgen, dus om te trachten aan het verlangen óók
van den heer Fransen te voldoen. Zij heeft van de
Nederlandsche Tramweg-Maatschappij gedaan gekregen
dat de halte bij „de Bleek" er komen kan. Die meer
dere kosten voor het verkrijgen daarvan bedragen voor
de Nederlandsche Tramweg-Maatschappij 36000.
Toen zij eenmaal zoover was, nl. dat de mogelijk
heid bestond om op de gewenschte plaats eene halte te
krijgen, heeft zij zich afgevraagdwat moet nu de
gemeente doen. Er is over gedacht of de commissie
een strook zou trachten te koopen van Postmus en
mevr. Wester, niet meer dan strikt voor den tramaanleg
noodig was. Zij kon die krijgen voor 1.per MA
Zoodanige strook verkoopen wilde Dr. van Setten
nietbij de gunstige ligging van zijn terrein trouwens
ook van zelf sprekend. Wel wilde hij eene veel
breedere strook grond om niet geven, als daarop een
straat werd aangelegd. Als van zelf kwam de com
missie toen op de gedachte, de herberg „de Bleek"
en het Vliet door een straat te verbinden en besloot
de geheele terreinen te koopen van Postmus en mevr.
Wester, maar kwam daardoor tot een nadeelig saldo
van ƒ40000.hoofdzakelijk tengevolge van de aan
te leggen straat. Toen heeft de commissie gedacht
dat deze kosten beter zouden kunnen worden gedekt
door het aankoopen van een grooter terrein, omdat
die onkosten dan over eene veel grootere hoeveelheid
bouwterrein kunnen worden omgeslagen. En volgens
hare berekeningen veranderde het nadeelig saldo in
een voordeelig. Spreker maakt zich sterk dat de prijs
der terreinen niet zoover van de waarheid af is en
spreker hoopt, dat de heer Oosterhoff er nota van zal
willen nemen, dat, waar de heer Fransen zegt dat hij
de geschatte waarde van de terreinen te hoog vindt,
spreker daarentegen verklaart dat hij zich daarmede
kan vereenigen.
Spreker en de heer Fransen staan als deskundigen
even hoog of, als men wil, even laag, beiden weten
er vooruit met zekerheid niets van.
Spreker gaat nog wat verder dan de heer Beekhuis
daar straks, die sprak van een door de commissie
gegeven schemahij hoopt dat het aan te koopen
terrein spoedig in exploitatie komt en ook dat de Raad
zoo spoedig mogelijk zal besluiten tot den aanleg van
straten. Verder vertrouwt spreker dat dan ook het
lievelingsdenkbeeld van den Directeur der Gemeente
werken zoo spoedig mogelijk zal worden verwezen
lijkt, een lievelingsdenkbeeld dat alléén verbetering
van de Weerklank ten doel heeftde kosten daarvan
zullen kunnen worden bestreden uit de opbrengst der
bouwterreinen.
Spreker hoopt van harte dat de Raad het groote
plan zal aannemen. En overhaast kan men dit besluit
toch niet noemen; het plan is reeds geruimentijd in
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 April 1911. 91
hot bezit der raadsleden. Toen besloten is tot het
koopen van Baensein op een voorstel, dat van de
groene tafel zelf werd gedaan, moest de Raad in
5 minuten met zijn besluit gereed zijn. Wat het
denkbeeld van den heer Burger aangaat om eene ruiling
van grond met mevr. de Bordes aan te gaan, spreker
meent dit te moeten ontraden. Wat de gemeente
behoort en door den heer Burger wordt voorgesteld
om te ruilen, is ongeveer 5 maal zoo groot als het
stukje, dat zij van mevr. de Bordes noodig heeft.
Bovendien heeft dit gemeente-eigendom voor de ge
meente groote waarde, omdat het over eene groote
breedte aan den Groninger straatweg ligt.
De commissie had van mevr. de Bordes nog wel
meer land willen koopen. Het is haar echter niet
wenschelijk voorgekomen daarvan een voorstel te
maken, omdat mevr. de Bordes wel begreep dat haar
eigendom in de onmiddellijke nabijheid van de stad
en van de tram meer zal opbrengen dan ƒ1500.
per pondemaat, een bedrag waarvoor spreker de geheele
plaats van 60 pondenmaat getracht heeft te koopen.
De veronderstelling is dan ook niet gewaagd dat de
plaats meer zal opbrengen, zoodra de halte „de Bleek"
een feit is geworden.
Spreker zou het dom noemen van den Raad om
op het kleine plan in te gaan en het groote over te
laten gaan, om het betrekkelijk geringe bedrag van
ƒ22000.—.
Do beraadslagingen worden gesloten.
Aan de orde is onderdeel D sub a.
Met 18 tegen 4 stemmen wordt dit onderdeel aan
genomen.
Vóór stemmen de heeren Zandstra, J. Koopmans,
Lautenbach, Berghuis, Beucker Andreae, de Jong,
Fransen, G. W. Koopmans, Wilhelmij, Beekhuis,
Menalda, Hartelust, Tijsma, Burger, Feddema, Feitz,
Haverschmidt en Baart de la Faille.
Tegen de heeren Schoondermark, Oosterhoff, van
Messel en Komter.
Aan de orde is onderdeel D I (art. 1 der concessie
voorwaarden volgens ontwerp I van bijlage no. 28
van 1909, richting van de tramlijn naar Suameer).
De heer Beekhuis deelt mede dat dit artikel moet
worden gewijzigd als volgt:
in voorstel D sub I de woorden „In art. 1 na de
„woorden „Achter de Hoven" waar dit voor de tweede
„maal voorkomt, inplaats van de woorden, „langs dien
„weg" tot aan het slot te lezen langs dien weg tot aan
„hetEmmaplein" te vervangen door de woorden In art.
1 na de woorden „langs de bermsloot van den spoorweg"
(in den 14den regel) in plaats van de woorden „naar
den weg Achter de Hoven, langs dien weg tot aan het
slot van het artikel, te lezen „tot aan het Emmaplein".
Met 18 tegen 4 stemmen wordt het aldus gewijzigd
onderdeel aangenomen.
Vóór stemmen de heeren Zandstra, J. Koopmans,
Lautenbach, Berghuis, Beucker Andreae, de Jong,
Fransen, G. W. Koopmans, Wilhelmij, Beekhuis,
Menalda, Hartelust, Tijsma, Burger, Feddema, Feitz,
Haverschmidt en Baart de la Faille.
Tegen de heerenSchoondermark, Oosterhoff,
van Messel en Komter.
Aan de orde is onderdeel A van het voorstel der
commissie (aankoop van vastigheden).
De nos. 1°3° worden met algemeene stemmen
aangenomen.
Aan de orde is onderdeel A sub 4.
De heer Burger maakt er Burgemeester en Wet
houders op attent dat in het aanbod staat
„onder voorwaarde dat er een straat met tram
baan" enz.
Zoo zou die trambaan ook in het contract komen
en de gemeente zich verbinden tot iets, dat zij niet
in hare macht heeft. Hij geeft in overweging, bij
het sluiten van het contract hierop te letten.
Onderdeel 4 wordt hierna met algemeene stemmen
aangenomen.
Aan de orde is onderdeel A sub 5.
De heer Beekhuis geeft te kennen dat in dit onder
deel moet worden ingelascht vóór no. 4760„drie
vierde gedeelte van".
Aldus gewijzigd wordt dit onderdeel met alge
meene stemmen aangenomen.
Aan de orde is onderdeel A sub 6.
De heer Beekhuis wijst er op dat in de plaats van
„Q 223" moet worden gelezen „Q 283" en dat vóór
no. 4760 moet worden ingelascht „een-vierde ge
deelte van".
Met algemeene stemmen wordt no. 6 aangenomen.
De onderdeelen A sub 79 worden met algemeene
stemmen aangenomen.
De heer Beekhuis wijst er op dat:
in voorstel A achter het voorstel sub 9° nog moet
worden ingevoegd10° van den heer Sije Visser,
slager te Leeuwarden, de steeg aan het Noordvliet,
voor zooverre die aan hem toebehoort, ten kadaster
bekend Gemeente Leeuwarden, Sectie G no. 2670,
voor eene koopsom van 200.op voorwaarden
dat deze oppervlakte worde getrokken bij de door
de Gemeente aan te leggen openbare straaten dat
langs zijn woonhuis aldaar een trottoir door de Ge
meente worde gemaakt.
Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig
besloten.
Nog deelt do heer Beekhuis mede dat:
in voorstel ,4 in de slotalinea in plaats van sub 1°
tot en met 9° moet worden gelezen „sub 1° tot en
met 10°".
Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig
besloten.
Onderdeel .1 van het voorstel der commissie wordt
met algemeene stemmen aangenomen.
De Voorzitter stelt voor de onderdeelen B en C
van het voorstel der commissie aan te houden tot
na de vaststelling der concessievoorwaarden.
Dienovereenkomstig wordt besloten.