148 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Juli 1911.
2. Is het Burgemeester en Wethouders hekendof 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hen
de Burgemeester eene uitnoodiging heeft gericht tot te machtigen een vijftal in het beurslokaal aan te brengen
den procureur-generaal om de marechaussee en rijks- nissen in het openbaar te verpachten.
veld wacht speciale diensten te laten verrichten?
Spreker meent dat nu de vormkwestie wel van de
baan zal zijn.
De Voorzitter antwoordt dat de vormkwestie geens
zins uit is. De heer Besuijen heeft zich over sprekers
antwoord verbaasd spreker verbaast zich nog meer
over de wijze, waarop de heer Besuijen deze zaak
behandelt. Dit raadslid heeft spreker een brief ge
schreven en nu mag spreker toch zeker aannemen
dat deze brief, die allicht in de rust van de woon
kamer is gesteld, pertinent datgene bevat, hetwelk
aan 's Raads oordeel wordt onderworpen. De Raad
weet dus wel waarom het is te doen en verdere toe
lichting is voorloopig overbodig. Het eenige wat de
heer Besuijen nog kan doen is de vragen intrekken
om dan in eene volgende vergadering andere te stellen.
Overigons weet de heer Besuijen dat hij in sprekers
werkkamer zooveel vragen kan stellen als hij wil.
Spreker stelt voor de debatten te sluiten.
De heer Besuijsn zal deze vragen introkken maar
zal nog in deze vergadering met andere vragen
komen, waarin do vormkwestie wordt vermeden.
De Voorzitter deelt mede dat do heer Besuijen diens
vragen heeft ingetrokken. Zij maken derhalve geen
onderwerp van beraadslaging meer uit.
De heer Baart de la Faille is intusschen ter ver
gadering verschenen.
VI. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
R. Witteveen op zijn verzoek eervol ontslag te vcrleenen
/I M Wl n .1T.A. ,4.4 /A', A/AA A/A 4 S.
als onderwijzer aan gemeenteschool no.
r.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
A. Juckers, eervol ontslagen werkman bij de stadsreiniging,
een pensioen uit de gemeentekas te verleenen.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij ons besluit van heden, no. 1693/535, in afschrift
hierbij overgelegd, word aan Andries Juckers op zijn
verzoek met ingang van 1 Juli a.s. eervol ontslag
verleend als werkman bij de Stadsreiniging.
Blijkens het van onzentwege ingesteld geneeskundig
onderzoek is genoemde werkman wegens lichaams
gebreken niet meer geschikt zijne betrekking verder
naar behooren waar te nemen.
V olgens art. 1 der verordening (gemeenteblad no. 2
van 1910) komt Juckers, die 59 jaar is en 29 dienst
jaren heeft, in aanmerking voor pensioen van wege
de gemeente.
Onder bijvoeging van een staat, waarin het pensioen
is berekend, dat hem krachtens de artikelen 3-5
der aangehaalde verordening kan worden toegekend,
hebben wij de eer dan ook voor te stellen te
besluiten
aan Andries Juckers met ingang van 1 Juli 1911
oen pensioen uit de gemeentekas te verleenen ten
bedrage van 215.— 's jaars.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Dit voorstel luidt als volgt
Naar aanleiding van een ten vorigen jare door de
Beurscommissie gedaan verzoek, werden op de ge-
meentebegrooting voor 1911 gelden uitgetrokken voor
het aanbrengen aan den westkant van het beurslokaal
van een vijftal nissen op de graanbeurs, met de be
doeling deze aan beursbezoekers, die voor de behan
deling van hunne zaken mochten prijs stellen op
eenige min of meer afgeschoten ruimte, waar zij op
de beursuren steeds kunnen worden aangetroffen, tegen
een vergoeding ten gebruike af te staan.
Die nissen zullen weldra gereed zijn.
Thans heeft ons van genoemde commissie een schrijven
bereikt, strekkende om tot de verpachting van deze
vertrekjes over te gaan, waarvoor de tijd ook naar
onze meening is aangebroken. Vooraf dient echter
daartoe door Uwe Vergadering een besluit te worden
genomen.
Wij hebben de eer U daarom voor te stellen te
besluiten
Burgemeester en Wethouders te machtigen de in den
loop van 1911 ten behoeve der beursbezoekers aan
den westwand van het beurslokaal aan te brengen
nissen nu en voor het vervolg in het openbaar te
verpachten onder de door Burgemeester en Wethouders
te stellen voorwaarden.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om de
geldelijke gevolgen te regelen van een eventueel aan H.
Annema, onderwijzer aan gemeenteschool no. 12, te ver
leenen verlof tot afwezigheid voor den tijd van circa
één jaar.
Dit voorstel luidt als volgt
Ingevolge het bepaalde bij art. 23 j° art 12 der
Verordening, houdende bepalingen van orde en tucht
op de scholen van openbaar lager onderwijs (gemeente
blad no. 1 i van 1904), zooals die nader is gewijzigd,
heeft de onderwijzer aan gemeenteschool no. 12, H.
Annema, zich bij nevensgaand schrijven tot ons ge
wend met het verzoek hem van 1 September 1911
1 Juli 1912, met behoud van zijn salaris, verlof tot
afwezigheid te verleenen, ten einde zijne studiën aan
de hoogeschool te Groningen te kunnen voltooien.
In overeenstemming met het hierbij overgelegd
advies van de Commissie van toezicht op het lager
onderwijs zijn wij bereid hem het gevraagde verlof
toe te staan, onder gehoudenheid nochtans, dat te zijnen
koste een plaatsvervanger worde gesteld, die en dit
in afwijking van het advies overeenkomstig art. 33
der wet tot regeling van het lager onderwijs, alzoo
door ons, in overleg met den arrondissements-school-
opziener, wordt benoemd.
Wanneer op deze wijze zal worden gehandeld, zal
evenwel voor het onderhavige geval eene regeling
in hot leven worden geroepen, welke in de jaarwedde-
verordening voor het onderwijzend personeel aan de
lagere scholen niet is opgenomen. Daarin worden
slechts de geldelijke gevolgen voorzien van een verlof
tot afwezigheid wegens ziekte.
In afwijking van hetgeen te dier zake bepaald is,
komt het ons rechtmatig voor, dat de uit het thans
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Juli 1911. 149
o-evraagde verlof voortvloeiende bosten geheel door
adressant worden gedragen.
Daartoe zal het echter noodig zijn, dat door Uwe
vergadering vooraf en voor dit geval als aanvulling
der jaarwedde-regeling een besluit worde genomen,
dat de geldelijke gevolgen aangeeft van het eventueel
aan adressant te verleenen verlof en dat overeen
komstig de wet door Gedeputeerde Staten zal moeten
worden goedgekeurd.
Wij hebben daarom de eer U voor te stellen te
besluiten
te bepalen dat H. Annema, onderwijzer aan ge
meenteschool no. 12, voor het geval hem door Burge
meester en Wethouders van 1 September1 Juli 1912
verlof tot afwezigheid wordt verleend ter voltooiing
van zijne studiën, gedurende dat verlof in het genot
van zijne jaarwedde zal blijven, onder gehoudenheid
evenwel aan de gemeente terug te betalen de kosten,
berekend volgens de bepalingen der verordening tot
regeling der jaarwedden en verdere inkomsten van
het onderwijzend personeel aan de scholen voor open
baar lager onderwijs, van zijn, overeenkomstig art. 33
der wet tot regeling van het lager onderwijs te be
noemen, plaatsvervanger.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hun
een crediet te verleenen ad f 720.ten behoeve van in
het Beursgebouiv uit te voeren roerken, waarop bij de
loopende begrooting niet is gerekend.
Dit voorstel luidt als volgt
Nadat het bestek voor de uitvoering van verschil
lende werkzaamheden aan de Beurs, waartoe op de
gemeentebegrooting voor 1911 de noodige gelden zijn
uitgetrokken, verschenen was, kwam bij ons van de
beurscommissie nevensgaand verzoek in, om sommige
dier werkzaamheden anders te laten uitvoeren en om
alsnog de reeds vroeger door haar gevraagde rond
draaiende tochtdeur te doen aanbrengen.
Als gevolg van met die commissie nader gehouden
besprekingen door het lid van ons college, meer in
het bijzonder belast met de zaken, de beurs betref
fende, kwam inwilliging van haar verzoek ons ge-
wenscht voor.
Blijkens de hierbij overgelegde begrooting met
begeleidend schrijven van den Directeur der Gemeente
werken zullen de wijzigingen van de werken, waar
voor reeds bij de gemeentebegrooting de gelden zijn
toegestaan, een mindere uitgave van 300.mede
brengen dan waarop gerekend was. Daartegenover
staat echter een hoogere uitgaaf van 1020.voor
het plaatsen van de revolvingdeuren. Alzoo zal er
een bedrag van f 1020.300.f 720.—
meer noodig zijn dan bij de gemeentebegrooting is
geraamd, weshalve wij de eer hebben Uwe Vergade
ring voor te stellen te besluiten
Burgemeester en Wethouders een crediet van
720.te verleenen ten laste van volgno. 267 der
loopende begrooting van uitgaven „Onderhoud en
schoonhouden van het beurs- en waaggebouw", voor
het verrichten van eenige vernieuwingen en verande
ringen in het beurslokaal, waarop bij de primitieve
begrooting niet gerekend was, zulks in afwachting
zoo noodig van nadere voorstellen tot eventueele
versterking van dien post.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Hartelust wijst er op dat het zijne aandacht
heeft getrokken, dat de beurscommissie haar licht heeft
trachten te ontsteken bij beursautoriteiten te Amster
dam. Spreker meent zich te herinneren dat deze
hebben geantwoord, dat de revolving-deuren weder
zijn afgeschaft, omdat zij minder praktisch zijn ge
bleken. Spreker zou daarom gaarne van den wet
houder vernemen of deze ter zake ook nadere infor
mation heeft ingewonnen. Het wil hem toch voorkomen
dat een uitgaaf van f 1020.wel wat hoog is voor
iets, dat in de praktijk is gebleken niet te voldoen.
De heer Oosterhoff (wethouder) antwoordt dat op
herhaald verzoek van de beurscommissie is besloten
deze inrichting aan te brengen. Uit het oorspronkelijk
plan zijn de revolving-deuren gelicht wegens de groote
kosten. Toen is de beurscommissie teruggekomen met
het verzoek ze toch te plaatsen, omdat dit het eenig
afdoende middel is ter voorkoming van tocht. De
deuren worden hier bovendien eenigszins anders dan
in Amsterdam. Daar had men deuren die dicht
konden slaan. De deuren die hier zullen worden
aangebracht, staan altijd in denzelfden stand. De
beide deuren in het tochtportaal zullen blijven om
dienst te kunnen doen bij paniek. Dit had men in
Amsterdam niet en daarom zijn ze daar weer afgeschaft.
De heer Hartelust is niet geheel voldaan. Spreker
heeft uit het door den heer Oosterhoff gesprokene
niet recht kunnen distilleeren dat de wethouder zelf
overtuigd is, dat dergelijke deuren in de praktijk
kunnen worden toegepast. Wanneer spreker echter
den heer Oosterhoff niet goed heeft begrepen, trekt
hij zijne opmerking in. Heeft hij het wel begrepen
dan vraagt hij of het niet wenschelijk is om nog eens
nader te informeeren. Er zijn deuren van verschillend
systeem b.v. er zijn er die, wanneer men trapt op een
vooruitstekend stuk hout, opengaan en zich sluiten als
men is gepasseerd. Die zouden misschien praktischer
zijn. Spreker zou gaarne willen weten of een onderzoek
te dezer zake heeft plaats gehad.
De heer Oosterhoff (wethouder) herhaalt dat de
deuren in Amsterdam niet voldeden met het oog op
gevaar bij paniek. Dat gevaar bestaat hier niet,
daar, zooals reeds is gezegd, de beide zijdeuren in
het tochtportaal blijven bestaan. Bovendien is de
Directeur der Gemeentewerken over deze deuren
gehoord en heeft hij zich met het aanbrengen daarvan
zeer goed kunnen vereenigen.
De heer Hartelust dankt den heer Oosterhoff voor
de ontvangen inlichtingen. Hij zal zich bij het
voorstel neerleggen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aan
koop van een vier-tal woningen beoosten de gemeente-
bewaarschool no. 4, aan den Wissesdwinger.
Dit voorstel luidt als volgt
In verband met U reeds gedane mededeelingen
bieden wij U hiernevens een schetsplan aan van de
wijze, waarop het terrein, gelegen onmiddellijk beoosten
de gemeentebewaarschool no. 4 en verder begrensd