Vergadering van Dinsdag 22 Augustus 1911.
156 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Juli 1911.
Ik bid U toe dat onder hoogeren zegen het U ge
geven zij die stad tot steeds grooter voorspoed te
brengen, een voorspoed die het best verkregen wordt
Pace et Justitia, gelijk het voorgeslacht ons dat ver
manend in dagelijksche herinnering heeft willen
brengen een voorspoed, waarin ik, al sta ik ook van
verre en al zie ik voortaan slechts in nevelig beeld
de blauw en gele kleuren dezer stad, mij toch blijvend
zal verheugen.
Mijne beste wenschen vergezellen U en hare burgerij.
De heer Beucker Andreae neemt nu het woord en
zegt
Mijnheer de Burgemeester
Na de hartelijke woorden, door U zoo even tot ons
gericht, zij het mij vergund namens ons allen ook
een enkel woord te zeggen tot afscheid.
Nadat U ons eenige weken geleden de mededeeling
deed van Uw aanstaand vertrek, is het ons al spoedig
duidelijk geworden, dat de redenen, die U hebben
genoopt onze gemeente te verlaten en Uwe betrekking
alhier te verwisselen met die van burgemeester van
de gemeente Zutphen, uitsluitend zijn redenen van
bijzonderen aard.
En zooals de heer Baart de la Faille in een der
laatste vergaderingen opmerkte, wij hebben die redenen
te billijken, hoewel wij ze betreuren en ik ben er
zeker van namens al mijne medeleden te spreken,
wanneer ik zeg, dat Uw heengaan uit ons midden ons
leed doet.
Wij hebben U leeren kennen als iemand, die zich
volkomen op de hoogte stelde van al de zaken, die
behandeld werden, die met groote welwillendheid en
onpartijdigheid onze vergaderingen heeft geleid en
daardoor ieder in de gelegenheid gesteld tot zijn
recht te laten komen, wat men in het belang der
gemeente meende te moeten opmerken. En wanneer
men nagaat, wat in de afgeloopen 7 jaren onder Uw
bestuur is geschied, welke belangrijke besluiten ge
nomen zijn, die door Uwe krachtige medewerking en
onder Uwe uitstekende leiding zijn tot stand gebracht,
dan voorzeker heeft men een gevoel van tevredenheid
en is men dankbaar gestemd.
Wij hebben U daarom leeren waardeeren en hoog
achten, en waar het onze roeping is de belangen der
gemeente te behartigen, daar hopen wij ten zeerste,
dat Uw opvolger met dienzelfden goeden wil, die
zelfde nauwgezetheid en met diezelfde kennis van
zaken zal zijn toegerust, die wij in U hebben opgemerkt.
Mijnheer de burgemeester, wij wenschen U toe, dat
het U en de Uwen in Uwe nieuwe gemeente wèl moge
gaan, en geven U gaarne de verzekering, dat wij
steeds met erkentelijkheid zullen gedenken de jaren,
die U als onze Voorzitter in ons midden hebt door
gebracht.
De heer Schoondermark (wethouder) spreekt hierna
het volgende
Mijnheer de Burgemeester
Waar door U in Uwe afscheidsrede dank werd ge
bracht aan Uwe medeleden in het dagelijksch bestuur
en den secretaris voor hunne waardeering van Uw
werk, zelfs bij groot verschil van inzicht, daar doet
het mij als oudst aanwezig wethouder goed, te kunnen
verklaren, dat die waardeering uit plichtsgevoel onzer
zijds voortsproot.
Gij toch bespraakt en bekeekt alle gemeentezaken
met ernst, bepleittet Uw inzicht met kracht, doch werd
dit inzicht door Uwe medeleden niet gedeeld, dan
werktet gij met evenveel lust tot welslagen mede, alsof
gij voorstander waart geweest. Daardoor dwongt gij
ons tot waardeering, wat niet anders dan onze ge
meente ten goede moest komen. Daarvoor onzen
welgemeenden dank.
Valt het U zwaar U los te maken van de taak,
bijna 7 jaren door U vervuld, geloof mij, als ik U zeg,
dat Uwe wethouders en Uw secretaris U noode zien
heengaan. En ditzelfde kan ik verklaren van alle
amtenaren ter gemeente-secretarie en van den bur
gerlijken stand, die mij schriftelijk hebben verzocht
U hunnen dank over te brengen voor hetgeen gij
voor hen zijt geweest.
Mijnheer Zimmerman, het ga U op Uwe verdere
loopbaan naar wensch, geniet bij voortduring eene
goede gezondheid in het bezit van hen, die U dier
baar zijn.
Wij bevelen ons in Uwe vriendschap aan.
De heer de Jong zegt het volgende
Mijnheer de Burgemeester
Naar aanleiding van Uw aanstaand vertrek zij het
mij vergund namens de sociaal-democratische Raads
leden een enkel woord te spreken. Mijnheer de voor
zitter, U is een groot tegenstander van het beginsel
dat ons lief is. Er is een groot verschil van opvat
ting tusschen U en ons ten opzichte van de vraag,
hoe de gemeente moet worden bestuurd. Dit groote
verschil bleek meermalen duidelijk.
Wanneer U straks van hier gaat, zal de herinnering
aan U dan ook niet zijn eene herinnering, waarbij
een gevoel van geestverwantschap op den voorgrond
treedt. Integendeel.
Toch is het ons eene behoefte om uit te spreken,
dat U in onze herinnering zult blijven als een bij
zonder bekwaam, eerlijk, onpartijdig leider der
Raadsvergaderingen, als een voorzitter, die zich
steeds stelde boven de partijen en zonder aanzien
des persoons de discussiën leidde. In dit opzicht
zal de herinnering aan U dan ook eene aangename
zijn. En hiermede hopen wij dat het U en de Uwen
steeds wel moge gaan.
De Voorzitter wil met een enkel woord bedanken
voor de vriendelijke woorden tot hem gesproken.
Spreker zal zeker niet behoeven te zeggen dat hij
de woorden van den heer de Jong het meest waar
deert. Hoe verder men van elkander af staat, des
te aangenamer is het te ontdekken, dat, wat ons
heeft gescheiden in de opvatting van het bestuur, er
veel is geweest, dat door de andere partij wordt
gewaardeerd. Spreker weet dat de Raad ervan over
tuigd is, dat hij steeds heeft getracht op de meest
onpartijdige wijze de beraadslagingen te leiden en
het mogelijk te maken dat ieder lid zijne meening kan
uiten. Meermalen heeft spreker toch getracht inge
diende amendementen te veranderen zóó, dat zij in het
onderwerp van beraadslaging pasten en hij voelde zich
gelukkig als hij die zoo geredigeerd kon krijgen, dat
ze in stemming konden worden gebracht, al hadden
ze niet zijne sympathie. Spreker zegt den heer
de Jong en den beiden anderen heeren, die het woord
hebben gevoerd, hartelijk dank en hij dankt ook de
ambtenaren der gemeente voor hunne tegenwoordig
heid hier. Van hen hoopt hij straks nog persoonlijk
afscheid te nemen.
Niets meer te behandelen zijnde sluit de Voor
zitter de vergadering.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Augustus 1911. 157
Tegenwoordig 21 leden, te weten de heeren Zand-
stra, Berghuis, Fransen, Beucker Andreae, Wilhelmij,
de Jong, G. W. Koopmans, Besuijen, Feddema,
Lautenbach, Hartelust, Tijsma, J. Koopmans, Feitz,
Haverschmidt, Burger, Oosterhoff, Komter, Schoon
dermark, Menalda en Baart de la Faille.
Afwezig 2 leden, waarvan met kennisgeving de heer
van Messel.
Zonder kennisgeving de heer Beekhuis.
Voorzitter de heer T. Komter, loco-Burgemeester.
I. De notulen der op Dinsdag 25 Juli 1.1. gehouden
vergadering worden gelezen en vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld
1. dat door Burgemeester en Wethouders, mede
namens den Raad en de burgerij, aan H. M. de
Koningin-Moeder gelukwenschen zijn aangeboden ter
gelegenheid van Hoogstderzelver geboortedag op 2
Augustus 1.1. en dat daarop namens H. M. een telegram
van dankbetuiging is ontvangen.
2. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd
de raadsbesluiten
a. d.d. 11 Juli 1.1. betreffende de regeling van de
geldelijke gevolgen van een eventueel aan H. Annema,
onderwijzer aan gemeenteschool no. 12, te verleenen
verlof tot afwezigheid voor den tijd van circa een jaar
b. d.d. 25 Juli tot wijziging van het raadsbesluit
d.d. 23 Mei j.l. betreffende verlenging der huur van
perceel I der daarbij aan G. J. Nieuwland verhuurde
eigendommen.
De mededeelingen 12 worden voor kennisgeving
aangenomen.
3. adres van de firma van Creveld en Fabre te
Rotterdam, om vergunning tot het maken van een
tweeden uitgang naar den Harlingertrekweg voor haar
daaraan gelegen perceel, kadastraal bekend sectie D
no. 857, alsmede om ten behoeve daarvan de sloot
tusschen den trekweg en haar perceel voor een ge
deelte te mogen dempen.
4. alsvoren van W. B. van der Meer te Huizum,
houdende verzoek om vergunning tot het hebben van
een schiphuis met voetpad naar het Vliet.
De stukken 3—4 worden in handen gesteld van
Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies,
5. schrijven van Curatoren van het Gymnasium
houdende aanbeveling voor de benoeming van een
tijdelijk leeraar in de oude talen en letterkunde aan
het Gymnasium (vacature Dr. C. Albers).
Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden
behandeld.
6. kennisgeving van den heer H. Hoogerbeets, dat
hij zijn verzoek, om verlenging van den termijn van
onbewoonbaarverklaring der woning Boterhoek no.
15 met zes maanden, intrekt.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Het bereids uitgebrachte prae-advies van Burge
meester en Wethouders is hiermede vervallen.
7. adres van den heer J. van der Werff e.a., be
woners van panden, gelegen aan en in de nabijheid
van de sloot tusschen de perceelen Grachtswal nos.
121 en 123 oostzijde (Soldatengracht), om verbetering
te brengen in den toestand van vervuiling, waarin
deze sloot verkeert.
Onder mededeeling dat pogingen door Burgemeester
en Wethouders in vroegere jaren in het werk gesteld
om verbetering ter plaatse op gebrek aan medewerking
van de mede-eigenaren der sloot zijn afgestuit, wordt
voorgesteld het adres aan Burgemeester en Wethouders
ter afdoening te renvoyeeren met het oog op het
laatstelijk vastgestelde artikel 69bis der Algemeene
Politieverordening voor de gemeente Leeuwarden.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
8. adres van H. Bender, om hem op de gebruikelijke
voorwaarden in koop af te staan een strookje gemeente
grond, gelegen tusschen den achtergevel van zijn te
verbouwen perceel Torenstraat no. 29 en de Wester
plantage.
Burgemeester en Wethouders brengen reeds heden
prae-advies uit.
9. mededeeling dat de werkzaamheden aan den
toren „de Oldehove" geëindigd zijn en dat de commissie
voor de herstellingswerken zich voorstelt in eene
bijeenkomst in den toren op 31 Augustus e.k. voor
middags te 11 uur daarvan officieel te doen blijken,
bij welke bijeenkomst de leden van den Raad worden
uitgenoodigd tegenwoordig te zijn.
De mededeeling wordt voor kennisgeving aangenomen.
De uitnoodiging wordt hiermede geacht te zijn
overgebracht.
10. schrijven van den gemeente-ontvanger, houdende
verzoek om verlof tot afwezigheid van 4 tot 29
September a s.
Het gevraagde verlof wordt verleend.
11. dat door Burgemeester en Wethouders aan
M. Spandaw, alhier, provisioneel in koop is afgestaan
pl.m. 385 M2. van bouwblok XVI« der terreinen aan
de zuidzijde van het Nieuwe Kanaal voor ongeveer
1925.—.
12. dat door Burgemeester en Wethouders aan
den heer S. Tulp Sz. op zijn verzoek eervol ontslag
is verleend als brandmeester dezer gemeente.
13. dat door Burgemeester en Wethouders bij
openbare aanbesteding is gegund
a. het leveren, opstellen en beproeven van twee
stoommachines enz. aan de Commanditaire Vennoot
schap Gebr. Stork en Co. te Hengelo voor 65860.
b. het uitvoeren van verschillende veranderingen
en leveringen in het Beurs- en Waaggebouw aan C.
IJsbrandij alhier, voor 1269.
c. het uitvoeren van verschillende verfwerken aan
gebouwen, omheiningen enz. behoorende tot de vee
markt, in vier perceelen, en wel
perceel 1 aan O. Bajema, alhier voor 295.
perceelen 2 en 4 aan J. S. de Jong, alhier, respec
tievelijk voor 139.en 112.
perceel 3 aan J. van der Goot, alhier, voor 259.
d. het uitvoeren van meubelmakerswerk in het
Stads-Armhuis, aan J. S. Rolf en Zn., alhier, voor
232.-
e. de levering van 1300 paar vrouwen-en jongens
klompen, aan Th. T. van der Meij, alhier, voor ƒ345.
De mededeelingen 1113 worden voor kennisgeving
aangenomen.
III. Wordt ter tafel gebracht:
1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
aan den heer J. H. Voort op zijn verzoek eervol
ontslag te verleenen als onderwijzer aan gemeente
school no. 12.
2. Voordrachten voor de benoeming van twee
onderwijzers aan gemeenteschool no. 7
a. vacature-R. Witteveen1. IJ. Brouwers te
den Hulst, 2. W. Hoekstra te Tjalleberd, 3. D.
Douma te Harlingen.
b. vacature-A. Venema: 1. W. Hoekstra, te Tjalle
berd, 2. IJ. Brouwers te den Hulst, 3. D. Douma
te Harlingen.
De stukken 12 zullen in eene volgende verga-
gadering worden behandeld.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
vaststelling van verordeningen op de heffing en in-