174 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 5 September 1911. a. te laten vervallen de derde alinea van artikel 10; b. artikel 13 te vervangen door een nieuw artikel 13, luidende De wethouders nemen naar rangorde van leeftijd ter rechterzijde van den voorzitter plaats. De secretaris plaatst zich ter linkerzijde van den voorzitter. Spreker vraagt of de Raad dit voorstel in over weging wenscht te nemen. Met algemeene stemmen wordt hiertoe besloten. De Voorzitter stelt voor het voorstel te stellen in handen van Burgemeester en Wethoudors ten fine van prae-advies. De heer G. W. Koopmans wijst er op, dat de laatste wijziging van het Reglement van Orde op een andere manier is behandeld. Spreker meent zich te herinne ren dat de Voorzitter destijds gevraagd heeft of de Raad het voorstel in overweging wilde nemen en toen daartoe besloten was, direct heeft gezegd, dat er voor de verdere behandeling geen formaliteiten meer noodig waren, zoodat tot dadelijke behandeling, zoo de Raad dit wenschte, kon worden overgegaan. Spreker ge looft dan ook dat thans een prae-advies niet noodig is. De Voorzitter doet opmerken dat, als dit voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde, dat van verdere strekking is dan het voorstel betreffende het rookverbod, aan Burgemeester en Wethouders ge zonden wordt ten fine van prae-advies, het bij dit college een punt van ovorweging zal kunnen uit maken of er gelijktijdig nog niet andere kleine wijzigingen zijn aan te brengen. Spreker is daarom van oordeel dat er niets tegen is dat Burgemeester en Wethouders prae-advies uitbrengen. De heer G. W. Koopmans wil deze zaak direct afhandelen. Spreker weet niet of er in het Reglement van Orde andere wijzigingen noodig zijn. Indien dit het geval is moeten vijf leden van den Raad maar n et voorstellen daaromtrent komen. De kwestie is toch zoo eenvoudig, dat een prae-advies overbodig is, terwijl de raadsleden geen voertion dagen noodig hebben om te bedenken, hoe zij moeten stemmen. De heer Burger schaart zich aan de zijde van den heer Koopmans waar het eene bepaling geldt, die de raadsvergadering raakt. De kwestie is voor Bur gemeester en Wethouders niet van apart belang, zoodat spreker van oordeel is, dat er geen enkele reden is om dat college lastig te vallen om een prae-advies. Voor de leden van het Dagelijkseh Bestuur als leden van den Raad is er bij de behandeling van het voor stel gelegenheid te over om hunne bezwaren mede te deelen. Oppervlakkig zou spreker wel iets voelen voor de door den Voorzitter gemaakte opmerking, dat er, wanneer Burgemeester en Wethouders prae- advies over de voorgestelde wijziging uitbrengen, gelegenheid bestaat te overwegen of er tegelijkertijd og andere kleine wijzigingen in het Reglement van Orde kunnen worden aangebracht. Spreker merkt echter op, dat het Reglement van Orde alleen kan worden gewijzigd op voorstel van vijf raadsleden. Haar wanneer Burgemeester en Wethouders met grond verwachten dat nog andere voorstellen zullen inkomen tot wijziging van het reglement, heeft spreker er niets tegen om de behandeling van dit voorstel zoo lang a.an te houden. Hij voldoet daarmede dan geheel aan de bedoeling van den Voorzitter, maar herhaalt dat hij het overbodig acht Burgemeester en Wethouders lastig te vallen om een prae-advies. De heer Beekhuis vraagt of het er om te doen is over deze kwestie nog heden te laten beslissen. De heer Burger interrumpeert den heer Beekhuis zeggende „dat is mijn doel niet". De heer Beekhuis wijst er op dat de vorige wijziging alleen op het rooken betrekking had. Het is mogelijk dat de behandeling toen anders is geweest. De thans voorgestelde wijziging was toen echter niet aan de orde, zoodat het niet aangaat zich te beroepen op een antecedent. De heer G. W. Koopmans is van oordeel dat heter niet op aan komt of er één of meer voorstellen tot wijziging zijn. Het is een beginselhvestie die moet worden uitgemaakt en spreker acht het niet noodig liet voorstel aan Burgemeester en Wethouders te renvoyeeren ten fine van prae-advies. De Voorzitter, die ook meende dat het de bedoeling van den heer G. W. Koopmans was het voorstol thans te behandelen, verneemt nu dat zulks niet het geval is. De vraag rees bij spreker of de Raad zoo op het eerste gezicht de doelmatigheid van vorm en inhoud van het voorstel goed zou kunnen overzien. Nu de bedoeling is het voorstel in eene volgende vergadering te behandelen, acht spreker geen prae- advies noodig, maar stolt voor het voorstel in eene volgende vergadering in behandeling te nemen. De heer G. W. Koopmans zegt dat het wel degelijk zijne bedoeling is het voorstel heden te behandelen. Straks toch komt aan de orde de loting voor de zit plaatsen. Wanneer het voorstel in de volgende ver gadering wordt behandeld, zal men kunnen zeggen de vorige vergadering is om de zitplaatsen geloot en moet dat nu weer worden gewijzigd. Spreker wil den Raad laten beslissen. De Voorzitter heeft reeds voorgesteld het voorstel in eene volgende vergadering in behandeling te nemen. Spreker meende dat de geheele Raad daarmede in stemde. Wanneer de heer G. W. Koopmans stem ming verlangt, zal spreker zijn voorstel in rondvraag brengen. Met 21 tegen 4 stemmen wordt het voorstel van den Voorzitter aangenomen. Vóór stemmen de heerenZandstra, Beucker Andreae, Wilhelmij, de Jong, Haverschmidt, Oosterhoff, Feitz, J. Koopmans, Menalda, Hartelust, Komter, Beekhuis, Schoondermark, van Messel, Feddema, Boosman, Burger, Tulp, Vonck, van der Kooi en Lautenbach. Tegen de heerenFransen, G. W. Koopmans, Tijsma en Berghuis. VII. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van twee wethouders, wegens periodieke aftreding van de heeren J. A. A. Schoondermark en J. Oosterhoff W.Jz. Voor de eerste vacature zijn uitgebracht: op den heer J. A. A. Schoondermark 10 stemmen. W. Fransen 8 elk der heeren Z. S. Feddema en mr. A. Burger 2 terwijl drie briefjes in blanco zijn ingeleverd. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 5 September 1911. 175 Daar niemand de volstrekte meerderheid verkregen heeft, wordt overgegaan tot eene tweede vrije stem ming, waarvan de uitslag is dat zijn uitgebracht op den heer J. A. A. Schoondermark 12 stemmen, W. Fransen 7 Z. S. Feddema 3 n mr. A. Burger 1 stem, terwijl 2 briefjes in blanco zijn ingeleverd. De heer J. A. A. Schoondermark is alzoo benoemd. De Voorzitter vraagt den heer Schoondermark of deze de benoeming aanneemt. De heer Schoondermark antwoordt dat hij niet kan zeggen de benoeming te aanvaarden met liet oog op de groote meerderheid. Waar spreker echter in de 5 jaar, dat hij wet houder is geweest, steeds veel steun van de meerder heid van den Raad heeft ondervonden vooral wat zijne afdeeling aangaat gelooft spreker verstandig te doen de benoeming aan te nemen. Voor de tweede vacature zijn uitgebracht op den heer J. Oosterhoff W.Jzu 14 stemmen G. W. Koopmans 3 W. Fransen 2 elk der heeren mr. A. Burger J. Koopmans Z. S. Feddema 1 stem, terwijl 3 briefjes in blanco zijn ingeleverd. De heer J. Oosterhoff is alzoo benoemd. De Voorzitter vraagt den heer Oosterhoff of deze de benoeming aanneemt. De heer OosterhofT verklaart, onder dankbetuiging aan die leden, die hunne stem op hem hebben uit gebracht, voor het in hem gestelde vertrouwen, de benoeming te aanvaarden. De Voorzitter wenscht de herbenoemde wethouders geluk en hoopt, dat zij nog veel nuttig werk mogen helpen voorbereiden en tot stand brengen. 2. Benoeming van vier leden van de Commissie voor de Openbare Werken. Voor de eerste vacature zijn uitgebracht op den heer mr. C. Beekhuis 15 stemmen, W. Fransen 8 L. de Jong 2 De heer mr. C. Beekhuis is alzoo benoemd. Voor de tweede vacature zijn uitgebracht op den heer Z. S. Feddema 22 stemmen, L. de Jong 2 W. Fransen 1 stem, De heer Z. S. Feddema is alzoo benoemd. Voor de derde vacature zijn uitgebracht op den heer N. T. Haverschmidt 16 stemmen, W. Fransen 7 L. de Jong 2 De heer N. T. Haverschmidt is alzoo benoemd. Voor de vierde vacature zijn uitgebracht op den heer S. J. van Messel 14 stemmen, W. Fransen 9 L. de Jong 2 De heer S. J. van Messel is alzoo benoemd. 3. Benoeming van vier leden der Commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen. Voor de eerste vacature zijn uitgebracht op den heer mr. C. Beekhuis 16 stemmen, J. H. Berghuis 5 L. de Jong 2 elk der heeren B. Hartelust en G. W. Koopmans 1 stem. De heer mr. C. Beekhuis is alzoo benoemd. Voor de tweede vacature zijn uitgebracht op den heer mr. A. Burger 22 stemmen, L. de Jong 2 J. H. Berghuis 1 stem. De heer mr. A. Burger is alzoo benoemd. Voor de derde vacature zijn uitgebracht op den heer mr. A. Menalda 12 stemmen, J. H. Berghuis 8 op elk der heeren B. Hartelust en L. de Jong 2 den heer L. Zandstra 1 stem. Daar niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt overgegaan tot eene tweede vrije stemming, waarvan de uitslag is, dat zijn uitgebracht op den heer mr. A. Menalda 11 stemmen, J. H. Berghuis 9 elk der heeren L. de Jong en L. Zandstra 2 den heer mr. J. W. Tijsma 1 stem. Eene herstemming moet dus plaats hebben tusschon de heeren mr. A. Menalda en J. H. Berghuis, die zich van medestemmen onthouden. De uitslag is dat zijn uitgebracht op den heer mr. A. Menalda 14 stemmen, J. H. Berghuis 8 terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd. De heer mr. A. Menalda is alzoo benoemd. Voor de vierde vacature zijn uitgebracht 24 stem men, te weten op den heer mr. J. W. Tijsma 20 stemmen, L. de Jong 2 elk der heeren L. Zandstra en R. D. v. d. Kooi 1 stem. De heer mr. J. W. Tijsma is alzoo benoemd. 4. Benoeming van 4 leden der Commissie voor de gemeentelijke gasfabriek. Voor de eerste vacature zijn uitgebracht 24 stem men, te weten op den heer C. L. B. J. Feitz 18 stemmen, elk der heeren L. Zandstra, Z. S. Feddema en W. Fransen 2 De heer C. L. B. J. Feitz is alzoo benoemd. Voor de tweede vacature zijn uitgebracht op den heer J. Koopmans, 15 stemmen, D. Lautenbach, 6 L. Zandstra, 2 op elk der heeren Z. S. Feddema en B. Hartelust, 1 stem. De heer J. Koopmans is alzoo benoemd. Voor de derde vacature zijn uitgebracht op den heer mr. A. Menalda, 13 stemmen, D. Lautenbach, 6 op elk der heeren Z. S. Feddema en L. Zandstra, 2 J. H. Berghuis en S. J. vair Messel 1 stem. De heer mr. A. Menalda is alzoo benoemd. Voor de vierde vacature zijn uitgebracht: op den heer P. A. Wilhelmij, 15 stemmen, D. Lautenbach, 4 L. Zandstra, 2 op elk der heeren J. H. Berghuis en S. J. van Messel, 1 stem. terwijl 2 briefjes in blanco zijn ingeleverd. De heer P. A. Wilhelmij is alzoo benoemd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1911 | | pagina 2