186 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 19 September 1911.
stellen ten fine van prae-advies, geeft het daarmee
te kennen, dat de Raad, als het prae-advies hem
niet aanstaat, een ander besluit kan nemen. Waar
deze zaak echter tot de competentie van Burgemeester
en Wethouders behoort, kan een dergelijk voorstel
niet worden verwacht.
Den heer Lautenbach is het bekend wat door den
wethouder is gezegd. Waar echter de Raad de toe
passing, die Burgemeester en Wethouders aan het
Werkliedenreglement hebben gegeven, als niet juist heeft
veroordeeld, had spreker een ander voorstel verwacht.
De Raad heeft uitgemaakt dat de loonregeling niet
in orde is en die zal nu worden bestendigd tot 1
Januari. Spreker is van oordeel dat dit toch niet
opgaat.
De Voorzitter wil niet treden in de appreciatie van
de gevolgen. Wanneer Burgemeester en Wethouders
de bedoelde mededeelingen aan den Raad doen, is
het moment aangebroken om daar een oordeel over
uit te spreken. Thans is dat oogenblik nog niet daar
en is alleen aan de orde het voorstel van Burge
meester en Wethouders.
De heer Lautenbach heeft nu begrepen dat de
bedoeling van Burgemeester en Wethouders is om
den Raad mede te deelen welke de motieven zijn,
die Burgemeester en Wethouders ertoe hebben geleid
het reglement toe te passen zooals zij dat hebben
gedaan en dat de Raad daarin kan meegaan of niet.
De Voorzitter wil nog doen opmerken dat de kwestie,
zooals reeds terecht door den heer Schoondermark is
gezegd, geheel behoort tot de competentie van Burge
meester en Wethouders.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
7. dankbetuiging van IJ. Brouwers te den Hulst,
voor zijne benoeming tot onderwijzer aan gemeente
school no. 7, alhier.
Wordt voor kennisgeving aangenomen
8. adres van het bestuur der zangvereeniging
„Concordia" alhier, om bij de vaststelling eener ver
ordening op de heffing van eene belasting op tooneel-
vertooningen en andere openbare vermakelijkheden
maatregelen te willen nemen, dat vereenigingen, die
niet het maken van winst beoogen, het bestaan niet
onmogelijk wordt gemaakt door van de contributie
der leden of van de hun verstrekte toegangsbewijzen
voor de uitvoeringen belasting te heffen.
Zal bij punt 6 der agenda voor heden worden
behandeld
9. dat door Burgemeester en Wethouders is be
noemd tot brandmeester dezer gemeente, de heer
S. Attema, ter voorziening in de vacature S. Tulp Szn.
10. dat J. de Vries door genoemd college met
ingang van 1 Januari 1912 tot wederopzegging is
belast met het opmaken en samenstellen van het
verslag van 's Raads handelingen
11. dat aan Th. de Jong en J. Boersma provisi
oneel in erfpacht is afgestaan circa 254 M2. van
blok V der terreinen aan de oostzijde van Oldega-
lileën, waarde plus minus 1524.canon 60.96
12. dat bij openbare verhuring van vijf nissen in
het Beursgebouw zijn gegund
no. 1 aan U. Twijnstra te Leeuwarden voor 56.
no. 2 aan W. Propstra (bij loting) te Leeuwarden
voor 26.
no. 3 aan W. Mylius te Leeuwarden voor 35.
no. 4 aan J. Hoogslag (bij loting) te Leeuwarden
voor 26,
no. 5 aan mr. J. A. Lucardie te Leeuwaarden
voor 52.
De volgorde der nummers begint van de zuidzijde af.
De mededeelingen 912 worden voor kennisgeving
aangenomen.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. Voorstel van de Commissie voor het ontwerpen
van strafverordeningen tot wijziging van de verorde
ning van politie op het leggen der schepen en op
de scheepvaart (gemeentebladen 1884, no. 17, 1887,
no. 13 en 1893, no. 8) en van de verordening tot
voorziening tegen en bij brand (gemeentebladen 1905,
no. 42 en 1910, no. 13).
Is gedrukt als bijlage no. 25 tot het raadsverslag,
bij de leden rondgezonden en heeft ter visie gelegen
om nog heden te worden behandeld.
2. Voordracht voor de benoeming van een onder
wijzer aan gemeenteschool no. 12, vacature J. H. Voort
1. G. Steegstra te Sappemeer,
2. C. Sijperda te Zwolle,
3. H. J. Westerhuis te Leeuwarden.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
aan J. Gorter op zijn verzoek eervol ontslag te ver-
leenen als onderwijzer aan gemeenteschool no. 1.
4. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
inzake het adres van de firma van Creveld en Fabre
te Rotterdam om vergunning tot het leggen en hebben
van een dam in de sloot tusschen hun perceel kada
straal bekend gemeente Leeuwarden, sectie D no. 857
en den Harlinger trekweg voor het verkrijgen van
uitweg naar dien weg enz.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
1. in afwachting van de benoeming van een
directeur der gemeentelijke arbeidsbeurs, ter voorzie
ning in de vacaturo-P. Dekema, de bovenwoning Bij
de Put no. 17 voorloopig niet te verhuren
2. de huur van deze woning met P. Dekema, den
tegenwoordigen directeur der arbeidsbeurs, aangegaan,
te ontbinden en ten aanzien van den door dezen
verschuldigden huurprijs te bepalen, dat de laatste
niet verder worde betaald dan tot het tijdstip van
ontslag van den huurder als Directeur der gemeente
lijke arbeidsbeurs.
De stukken 25 zullen in eene volgende ver
gadering worden behandeld.
6. Alsvoren tot het doen van eene af- en over
schrijving op de gemeentebegrooting, dienst 1911.
Wordt spoedshalve nog heden na punt 5 der agenda
aan de orde gesteld.
IV. Rapporten.
De heer van der Kooi rapporteert dat de commissie,
belast geweest met het onderzoek der begrooting
van inkomsten en uitgaven voor het Stads-Ziekenhuis,
dienst 1912, geene aanleiding heeft gevonden tot
het maken van op- of aanmerkingen, weshalve zij
voorstelt de begrooting goed te keuren in ontvang
en uitgaaf beide tot een bedrag van 13380.13.
De Voorzitter stelt voor het rapport en de begroo
ting in eene volgende vergadering in behandeling te
nemen, onder dankbetuiging aan de commissie voor
den door haar verrichten arbeid.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 19 September 1911. 187
De heer G. W. Koopmans rapporteert, dat de com
missie, belast geweest met het onderzoek der gemeente
rekening, dienst 1910, geene aanleiding heeft gevonden
tot het maken van op- of aanmerkingen, weshalve
zij voorstelt
a. de gemeenterekening voorloopig vast te stellen
in ontvang met 1,760,454.13
uitgaaf 1,640,105.165
met een voordeelig saldo van f 120,348.96°
b. Burgemeester en Wethouders 's Raads dank te
betuigen voor hun nauwkeurig beheer.
De Voorzitter stelt voor het rapport en de rekening
in eene volgende vergadering in behandeling te nemen,
onder dankbetuiging aan de commissie voor den door
haar verrichten arbeid.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
V. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1. Benoeming van een tijdelijken wethouder voor het
tijdvak, eindigende met den dag, waarop de nieuwbe
noemde burgemeester .zijn ambt zal hebben aanvaard.
De Voorzitter deelt mede, dat het Burgemeester en
Wethouders heden morgen bekend is geworden dat
de installatie van den nieuwbenoemden Burgemeester
vrij zeker zal kunnen plaats hebben op Dinsdag 3
October a.s.
Het tijdvak, waarvoor een tijdelijk wethouder moet
worden benoemd, is niet lang en dus niet erg be
zwaarlijk. Verder kan spreker meedeelen dat de
volgende raadsvergaderingen op den daarvoor aange
wezen tweeden en den vierden Dinsdag in de maand
October kunnen worden gehouden, en eindelijk dat
sprekers ongesteldheid de oorzaak, is dat er een tijde
lijk wethouder noodig is. Hij moet tot herstel van
gezondheid een poosje de stad verlaten en daardoor
wordt het college van Burgemeester en Wethouders
onvoltallig voor het nemen van wettige besluiten.
Wordt overgegaan tot de benoeming.
Uitgebracht zijn 20 stemmen, verdeeld als volgt
op den heer mr. C. Beekhuis 13 stemmen.
elk der heeren H. Beucker Andreae
L. Zandstra en
C. L. B. J. Feitz 2
den heer D. Lautenbach 1 stem.
De heer mr. C. Beekhuis is alzoo benoemd.
De Voorzitter vraagt of de benoeming door den heer
Beekhuis wordt aangenomen.
De heer Beekhuis verklaart de benoeming aan te
nemen.
2. Rapport der commissie, belast geiveest met het
onderzoek van de begrooting der inkomsten en uitgaven
van de Stads Armenkamer, dienst 1912
De conclusie van het rapport, strekkende tot goed
keuring der begrooting in ontvang en uitgaaf tot een
bedrag van 44,142.59, wordt met algemeene stem
men aangenomen.
3. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders in
zake bezivaarschriften tegen aanslagen in de belasting
op het houden van honden, dienst 1911.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
4. Voorstel van de Commissie voor het ontwerpen van
strafverordeningen tot wijziging van de verordening van
politie op het leggen van schepen en op de scheepvaart
gem.bladen 1884, no. 17, 1887, no. 18 en 1893, no. 8)
en van de verordening tot voorziening tegen en bij brand
(gem.bladen 1905, no. 42 en 1910, no. 13). (Bijlage no. 25).
De onderdeelen van het voorstel der Commissie
voor het ontwerpen van strafverordeningen worden
achtereenvolgens met algemeene stemmen aangenomen,
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het
doen van af- en overschrijving op de gemeente-begrooting,
dienst 1911.
Lecture heeft plaats van een schrijven van den
Directeur der Gemeentewerken, d.d. 16 September 1911.
Den heer J. Koopmans vraagt of de Harlingertrekweg
geheel in onderhoud is bij de gemeente Leeuwarden.
De Voorzitter antwoordt dat de Harlingertrekweg
aan Harlingen en Leeuwarden behoort en voor de helft
door Leeuwarden, voor de andere helft door Har
lingen, voorzoover aan die gemeente grenzende,
wordt onderhouden.
Met algemeene stemmen wordt besloten: Burge
meester en Wethouders toestemming te geven tot af
schrijving van een bedrag van 2300.van den
post voor onvoorziene uitgaven (Hoofdstuk XY,
artikel 1, volgn. 304) der begrooting voor 1911, op
welken post nog beschikbaar is ƒ5268.86 en overschrij
ving op den post „Onderhoud van wegen en voet
paden, straten, pleinen, kolken, riolen enz. (Hoofd
stuk III, Afdeeling II, artikel 2, volgno. 146 dier
begrooting), waartoe bij de begrooting zelve machti
ging is verleend.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vast
stelling van verordeningen op de heffing en invordering
van eene belasting op tooneelver tooning en en andere
openbare vermakelijkheden (Bijlage no. 22).
De algemeene beraadslaging wordt geopend.
Het is den heer Haverschmidt opgevallen, dat bij
de samenstelling van deze verordening rekening is
gehouden met de discussie in het jaar 1903. Het
toenmalige voorstel had vele gebreken. De abonne
mentskaarten van den Prinsentuin zouden belast wor
den en het zou zelfs kunnen voorkomen dat een
ambtenaar als ongenoode gast een bruiloft kwam
storen, die gehouden werd in een overigens voor
het publiek toegankelijk gebouw.
Thans wordt een heel ander systeem gevolgd,
maar op een paar uitzonderingen na zal toch alles
onder de belasting vallen, zelfs de Zondagavond
bijeenkomsten en de populair-wetenschappelijke
lezingen.
Alleen de Harmonie blijft er grootendeels buiten
de leden hebben er toegang en de vreemdelingen
worden eenvoudig geïntroduceerd en daarmee is de
zaak volgens de toelichting in het reine. De belas
ting drukt dus alleen op de stadgenooten die zich
de weelde van het lidmaatschap van „de Harmonie"
niet kunnen veroorloven, terwijl haast alle en stellig
de best bezochte voorstellingen in „de Harmonie"