268 Verslag van de handelingen van den gi V. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van een onderwijzeres aan gemeente school no. 11 (vacature mej. M. de Vries). Uitgebracht zijn 21 stemmen, verdeeld als volgt op mej. T. M. A. Deinema 13 stemmen, D. H. Boersma 8 Mej. T. M. A. Deinema is alzoo benoemd. 2. Aanvulling der commissie voor de verplaatsing van het aschland (vacatures dr. J. Baart de la Faille en K. P. W. Besuijen). De Voorzitter vraagt of de Raad de commissie wenscht aan te vullen. Daar niemand het woord verlangt, vraagt de Voor zitter of hij daaruit mag opmaken, dat het 's Raads wensch is om de commissie aan te vullen. Met algemeene stemmen wordt hiertoe besloten. Uitgebracht zijn voor de eerste vacature op den heer J. Oosterhoff W.Jz. 15 stemmen, elk der heeren W. Fransen en Z. S. Feddema 3 De heer J. Oosterhoff W.Jz. is alzoo benoemd. Voor de tweede vacature zijn uitgebracht: op den heer W. Fransen 14 stemmen, Z. S. Feddema 5 elk der heeren D. Lautenbach en A. Vonck 1 stem. De heer W. Fransen is alzoo benoemd. 3. Benoeming van twee ledm der Commissie van toezicht op het Lager Onderwijs, wegens periodieke aftre ding van de heeren dr. H. F. Th. Bingnalda en A. Engelsman. Voor de eerste vacature zijn uitgebracht: op den heer dr. H. F. Th. Ringnalda 16 stemmen, elk der heeren D. Lautenbach en G. Pijselman 1 stem, terwijl 3 briefjes in blanco zijn ingeleverd. De heer dr. H. F. Th. Ringnalda is alzoo benoemd. Voor de tweede vacature zijn uitgebracht op den heer A. Engelsman 16 stemmen, elk der heeren D. Lautenbach, J. H. Ooolhaas en mr. J. D. v. d. Plaats 1 stem, terwijl 2 briefjes in blanco zijn ingeleverd. De heer A. Engelsman is alzoo benoemd. 4. Benoeming van een voogd en eene voogdes van het Nieuwe Stads Weeshuis, wegens periodieke aftreding van den heer mr. C. J. Prakken en mevr. de wed. A. C. E. TE baronesse van Harinxma thoe SlootenCollot d'Escury. Voor de vacature van een voogd zijn uitgebracht: op den heer mr. C. J. Prakken 12 stemmen, elk der heeren L. de Jong, D. Lautenbach en mr. J. D. v. d. Plaats 1 stem, terwijl 6 briefjes in blanco zijn ingeleverd. De heer mr. C. J. Prakken is alzoo benoemd. van Leeuwarden van Dinsdag 14 November 1911. Voor de vacature van eene voogdes zijn uitgebracht op mevr. de wed. A. C. E. W. baronesse van Harinxma thoe SlootenCollot d'Escury 13 stemmen, op mevr. de wed. StellingwerfJen tink 1 stem, terwijl 7 briefjes in blanco zijn ingeleverd. Mevr. de wed. A. C. E. W. baronesse van Harinxma thoe SlootenCollot d'Escury is alzoo benoemd. 5. Rapport der Commissie, heiast geweest met het onderzoek der begrooting van het Nieuwe Stads Weeshuis, dienst 1912. De conclusie van het rapport, strekkende tot goed keuring der begrooting in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van 25715.32, wordt met algemeene stemmen aangenomen. 6. Rapport der Commissie, belast geweest met het onderzoek omtrent eene wijziging der gemeente-begrooting, dienst 1911. De Voorzitter stelt voor eerst punt 14, betreffende de Landbuurt, te behandelen, daar de betrekkelijke uitgaaf reeds in de wijziging der begrooting is op genomen. Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig besloten. Aan de orde is nu 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, betref fende de overneming en verbetering, zulks met bijdragen van de betrokken eigenaren, van tot dusver nog niet aan de gemeente overgegane gedeelten straat enz. in de Achter Stienser Landbuurt. Dit voorstel luidt als volgt Bij raadsbesluit van 11 April 1911, no. 154r/61, werd in het besluit van 11 Januari 1910 no. 6r/5, betreffende overneming van straatvakken in de Achter Stienser Landbuurt, eene wijziging gebracht in dien zin, dat, tegen bijbetaling van 40.voor elk perceel, de gemeente de verbetering tor plaatse ter hand zou nemen op dezelfde wijze als dit ook reeds ten op zichte van de Oude Landbuurt was geschied. Van die verandering waren echter uitgezonderd gebleven de eigendommen van P. F. de Boer en M. Meijer, voorzoover langs de meest zuidelijke sloot gelegen, omdat, gelijk Uwe Vergadering bekend is, op dat oogenblik door hen aan de gemeente ter zake nog geen regeling was voorgelegd, die dezerzijds kon worden aanvaard. De Raad toch had gemeend dat, behalve de ovengenoemde 40.per perceel, de door hen aangeboden 250.voor herstel en onder houd der langs genoemde sloot loopende schooling onvoldoende moest worden genoemd en voor hoogere bijdragen waren de betrokkenen vooralsnog niet te vinden. Inmiddels kwam deze aangelegenheid in een ander stadium tengevolge van de aan ons college afgelegde bereidverklaring van den heer G. Dijkstra, den an deren mede-eigenaar in de bewuste sloot. Deze kon, mits onder zekere voorwaarden, er zich mede ver eenigen dat de sloot zou worden gedempt en toen de heer Dijkstra op nader aandringen heeft goedge vonden, dat op de eigendomsgrens een hekwerk, in plaats van een dichte schutting, gelijk eerst was geëischt, zou worden geplaatst, was de weg voor het bij elkaar komen der verschillende belanghebbenden geëffend. De Directeur der Gemeentewerken bere kende, dat die demping 165.het hek, waarvan Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 November 1911. 269 de heer Dijkstra de helft zal betalen, als wanneer het vervolgens in onderhoud en eigendom bij hem overgaat, 680.zal moeten kosten. Voor Meijer en de Boer bijft er dus ƒ165.505. te betalen over, terwijl Burgemeester en Wethouders zich voorstellen voor rekening der gemeente te ne men het aanbrengen van eenige plantsoen- of gras beplanting tegen het hekwerk aan de straatzijde, waarop de heer Dijkstra had medegedeeld alsnog prijs te stellen. De som van 505.wordt nagenoeg naar evenredigheid door ieder der beide betrokkenen ge dragen, n.l. door Meijer f 152.75 en de Boer 347.75. Eindelijk is ook de heer H. A. Rienks bereid bevonden, behalve een strook grond, groot 26 M2., tot overdracht waarvan hij zich zonder bijbetaling zijnerzijds reeds vroeger verbonden had, een voor de uitvoering van het werk nog onmisbaar vakje sloot, lang 2 Meter, aan de gemeente af te staan en zijn aandeel in de kosten, op 6.50 berekend, bij te betalen. Intusschen zijn zij, die de belangen van de Boer waarnemen, voor de boven geschetste medewerking alleen te vinden geweest, indien het verschuldigde niet in eens behoeft te worden betaald, doch een regeling voor die betaling wordt gevonden in den geest van die, welke goedgekeurd is bij raadsbesluit van 24 Januari 1.1. voor de onderhoudsgelden van door de Boer destijds aangelegde straten aan de Spanjaardslaan. De Boer is 1080.verschuldigd voor zijne 27 perceelen a ƒ40.benevens de boven genoemde 347.75 1427.75 427.75 zal daar van dadelijk worden voldaan. De resteerende ƒ1000. zal in tien annuiteiten a 4 °/0 worden afgelost. Het wil ons in het belang der zaak voorkomen, dat op deze transactie moet worden ingegaan. Op grond van het voorafgaande geven wij U in overweging te besluiten I. het raadsbesluit van 11 Januari 1910 no. 6 r/5, onderdeel I, thans ook ten opzichte van de kadastrale nos. 1203,1204,1205,1206,1207,1208,1266,1267,1268, 1274, 1275, 1284, 1285,1216,1217,1218,1219,1220 en 1221, alle in sectie D, te wijzigen in voege als voor de andere perceelen in dat onderdeel begrepen, reeds is geschied bij raadsbesluit van 11 April 1911, no. 154R/61, en verder met dien verstande, dat de bij die kadastrale nos. behoorende halve sloot mede aan de gemeente overgaat II. voor de demping door de gemeente van de sloot, voor zoover langs de bovenvermelde perceelen strekkende, met inbegrip van het aansluitend slootvak ter lengte van circa 2 Meter langs het kadastrale no. 1088 in sectie D, en vervolgens voor de plaatsing van een hekwerk op de eigendomsgrens te aanvaarden van a. G. Dijkstra Hz. een som van 340. b. M. Meijer 152.75, c. P. F. de Boer 347.75, d. H. A. Rienks 6.50, onder bepaling dat, wat sub a aangaat, het hek in eigendom en onderhoud aan den heer Dijkstra over gaat III. voor de uitvoering der sub II bedoelde wer ken aan Burgemeester en Wethouders, in afwachting van hunne nadere voorstellen ten aanzien van de regeling der op de begrooting aan te wijzen uitgaaf, een crediet te verleenen van 847. IV. van H. A. Rienks alhier voor den prijs van 0.25 in eigendom over te nemen een gedeelte sloot, lang circa 2 Meter, deel uitmakende van het kadastrale perceel no. 1088 in sectie D, en wel het vak, gevormd door de zuidelijke en westelijke perceelsgrens, den slootkant en het verlengde van de oostelijke grenslijn der ten westen van het perceel loopende straat, alsmede een ten noorden van genoemd slootvak gelegen en daaraan onmiddellijk grenzend gedeelte straat, ter grootte van 26 M2., van hetzelfde kadastrale perceel deel uitmakende en daarvan over de geheele breedte de meest westelijke strook vormende V. aan te nemen de door Th. A. Overmeer, direc teur der Naamlooze Vennootschap Leeuwarder Hout handel, voorheen T. W. Overmeer en Zoon alhier, administreerende de onroerende goederen van P. F. de Boer alhier, in laatstgenoemde hoedanigheid voor geslagen regeling, volgens welke de door voornoemden de Boer aan de gemeente verschuldigde gelden ter zake door de gemeente over te nemen straten en uit te voeren straatverbetering aan de Achter Stienser Landbuurt, in totaal bedragende 1427.75, in ter mijnen zullen worden betaald en wel een som van 427.75 dadelijk, terwijl het resteerende bedrag van 1000.in 10 annuïteiten naar 4 °/0 zal worden afgelost en zulks, behoudens de noodige veranderingen in de bedragen, onder de bepalingen sub 2°4° van het raadsbesluit van 24 Januari 1911 no. 27"/12. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders om in aansluiting met het reeds aan de orde zijnde aan S. Verhoeve onderhands op te dragen de werken ter verbetering van de Achter Stienser Landbuurt voor een som van 2900.luidt als volgt In aansluiting aan het mede in behandeling zijnde voorstel van 18 October 1.1., no. 3112/178, betreffende het in orde maken van het tot dusver nog buiten de overneming door de gemeente gebleven gedeelte Achter Stienser Landbuurt, leggen wij hierbij aan U over, met advies om dienovereenkomstig te be sluiten, een rapport van den Directeur der gemeente werken, behelzende het voorstel om de uitvoering der benoodigde straat- en grondwerken, voor een bedrag van 2900.ondershands op te dragen aan S. Verhoeve, die bij openbare aanbesteding op 8 Juni 1.1. tevens aannemer geworden is van de bestratings- en rioleeringswerken van het reeds aan de gemeente overgegane gedeelte dier buurt. Wij geven U alzoo in overweging te besluiten overeenkomstig het overgelegde ontwerp. ONTWERP. De Raad der gemeente Leeuwarden overwegende dat het wenschelijk is enkele grond werken aan de Achter Stienser Landbuurt, die, in verband met het raadsbesluit van 11 April 1.1. no. 154r/61, niet begrepen geweest zijn in de openbare aanbesteding d.d. 8 Juni 1.1. van de in die buurt te verrichten werken, doch thans kunnen worden uitgevoerd, ondershands aan denzelfden aannemer op te dragen dat, bij een vanwege het bureau van gemeente werken opgemaakte begrooting voor die uitvoering ad 3050.een som van 2900.waarvoor die aannemer zich bereid heeft verklaard bovenbedoeld werk uit te voeren, niet te hoog is te achten, zoodat, mede met het oog op vorenstaande overweging, het gemeentebelang medebrengt tot die opdracht over te gaan Gelet op art. 142, 2e lid der gemeentewet, alsmede op het voorstel van Burgemeester en Wethouders

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1911 | | pagina 3