VERBETERING.
Vergadering van Dinsdag 28 November 1911.
VERSLAG VAN DE HANDELINGEN VAN 30 OCTOBER 1911.
In het door den heer J. Koopmans gesprokene moeten
de onderstaande cijfers vervangen worden door de daar
achter vermelde
bladzijde 237, 2e kolom
15,000.— door
149,587.61
17,000.-
132,912.60
17,000.-
19,000—
121,599.16
115,755.29
bladzijde 238, le kolom
113,704.door
130,000—
bladzijde 253, 2e kolom
f 12,000.door
1,300.000—
19,000—
Verder moet op bladzijde 255, le kolom, volgno. 202
\oor 1,606.90 gelezen worden f 160,690.en moeten
op bladzijde 263 in punt 2 tusschen „eigendommen" en
„aan het „Nieuwe Kanaal" gevoegd worden de woorden
„behalve van die".
5,000—
49,587.61
7,000—
29,912.60
4,000—
9,000—
21,599.16
15,755.29
13,700—
30,000—
2,000—
300,000—
9,000—
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 November 1911. 281
Tegenwoordig 21 leden, te weten de heerenFransen,
Berghuis, Wilhelmij, J. Koopmans, Boosman, G. W.
Koopmans, Tijsma, de Jong, Feddema, Beekhuis,
van Messel, Schoondermark, Haverschmidt, Menalda,
Hartelust, Zandstra, Lautenbach, Oosterhoff, Burger,
Komter en Vonck.
Afwezig met kennisgeving 3 leden, n.l. de heeren
van der Kooi, Beucker Andreae en Tulp.
Zonder kennisgeving de heer Feitz.
Voorzitter: de heer mr. J. A. N. Patijn, Burge
meester.
I. De Voorzitter opent de vergadering en zegt,
dat hij enkele weken geleden zeer tot zijn leedwezen,
zijn rechter buurman, den heer Komter, miste. Spreker
heeft toen gemeend daarop de aandacht te moeten
vestigen en zijn leedwezen te moeten uitspreken over
het feit dat de heer Komter niet tegenwoordig kon
zijn. Spreker vertrouwt uit aller naam te spreken
als hij thans den Wethouder in deze vergadering een
hartelijk welkom toeroept en zijne beste wenschen
uitspreekt voor diens voortdurende beterschap.
II. De notulen der op Dinsdag 14 November 1.1.
gehouden vergadoring worden vastgesteld.
III. Wordt medegedeeld
1. dat door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd:
tt. het suppletoir kohier van den Hoofdelijken
Omslag, dienst 1911
b. het raadsbesluit van 14 November 1.1., tot
wijziging der begrooting, dienst 1911
2. dat door hen de beslissing is verdaagd inzake
het raadsbesluit d.d. 24 October j.l., omtrent aanwijzing
van een terrein aan den Wissesdwinger voor de
stichting van een school
3. dankbetuiging van den heer G. Abma, voor de
hem verleende doorloopende aanstelling als vast
armbezoeker
4. alsvoren van den heer H. de Jong, kapelmeester
van het stedelijk muziekkorps, voor het hem toe
gekende pensioen
5. berichten van mejuffrouw T. M. A. Deinoma te
Franeker, dat zij onder dankbetuiging de benoeming
tot onderwijzeres aan gemeenteschool no. 11, van den
heer dr. H. F. Th. Ringnalda, dat hij de benoeming
tot lid der commissie van toezicht op het Lager
Onderwijs en van den heer Mr. C. J. Prakken, dat
hij de benoeming tot voogd van het Nieuwe Stads
Weeshuis aanneemt
De mededeelingen 15 worden voor kennisgeving
aangenomen.
6. missive van de Commissie van Administratie
der Stads Bank van Leening, houdende aanbeveling
voor de benoeming van een lid, wegens periodieke
aftreding van den heer K. E. Brunger
K. E. Brunger,
P. A. Silvergieter Hoogstad
Zal in eene volgende vergadering worden behandeld.
7. adres van J. Wijngaard om vergunning tot het
maken en hebben van een inrit in het trottoir voor
zijn perceel Nieuweburen 124
8. adres van E. P. van der Kleij en anderen,
eigenaars van perceelen aan de Bisschopstraat, hou
dende verzoek om die straat van den mede-ondertee
kenaar H. Arends voor de gemeente in eigendom en
beheer over te nemen, tegen bijbetaling hunnerzijds
van 1.per strekkenden of, indien daartegen bezwaar
bestaat, tegen dezelfde som per vierkanten meter
De stukken 78 worden in handen gesteld van
Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies.
9. adressen van J. D. Ponsen en anderen, alhier,
en van J. W. van der Feen en anderen, te Huizum,
houdende verzoek bij de Commissie voor de verplaat
sing van het aschland op een spoedige indiening van
haar rapport aan te dringen en daarna te willen be
sluiten tot verwijdering van het aschland ter plaatse
Wordt in handen gesteld der Commissie voor het
aschland.
10. adres met memorie van toelichting van den
Algemeenen Nederlandschen Opzichters- en Teekenaars-
bond, om aan de gemeente-opzichters en teekenaars,
die in het bezit zijn van een der in de memorie
vermelde diploma's, een extra bezoldiging toe te kennen
van 50.per jaar
Wordt in handen gesteld van Burgemeester en
Wethouders ten fine van prae-advies.
11. adres met memorie van toelichting en verdere
stukken van de afdeeling Leeuwarden van den Bond
van Nederlandsche Gemeentewerklieden, houdende
verzoek het raadsbesluit van 22 Augustus 1.1. betref
fende de loonregeling der gemeentewerklieden uit te
voeren volkomen in overeenstemming met de motie-
Besuijen
12. adres met memorie van toelichting van de
afdeelingen Leeuwarden van den Nederlandschen
Federatieven Bond van Gemeentewerklieden en van
den Nederlandschen Bond van Christelijke Gemeente
werklieden, waarbij wordt verzocht Burgemeester en
Wethouders op te dragen het raadsbesluit van 22
Augustus 1.1., betreffende de loonregeling der gemeente
werklieden, in dien zin uit te voeren, dat de periodieke
verhoogingen plaats hebben naar de klasse, waarin
de werklieden zijn geplaatst
Wordt voorgesteld de stukken 1112 in handen
te stellen van Burgemeester en Wethouders ten fine
van afdoening.
De heer Zandstra vreest dat, wanneer dit adres in
handen wordt gesteld van Burgemeester en Wethou
ders ter afdoening, de toestand blijft zooals die is.
Spreker zou daarom dan ook gaarne zien dat Burge
meester en Wethouders prae-advies uitbrachten. Dan
kan de Raad weten wat Burgemeester en Wethouders
er toe geleid heeft om te doen zooals zij dat hebben
gedaan. Spreker zou althans de meening van Burge
meester en Wethouders gaarne vernemen.
De Voorzitter antwocrdt dat de meening van Burge
meester en Wethouders deze is, dat als iemand bevorderd
wordt en hem moet een bepaalde verhooging worden toe
gekend, deze ingaat van af de laatste bevordering.
Dat is het algemeen standpunt door Burgemeester en
Wethouders ingenomen. Alleen, wanneer het voorkomt
dat het minimum der hoogere loonklasse lager is dan
het maximum der lagere zou het kunnen gebeuren
dat iemand in een hoogere loonklasse minder loon
zou hebben dan hem zou zijn toegekend indien hij
in de lagere klasse ware gebleven. Vroeger was iets
dergelijks het geval met onderwijzers en hoofden van
scholen. Dit is onbillijk. Daarom hebben Burgemeester
en Wethouders aangenomen dat iemand, die naar een
hoogere loonklasse wordt bevorderd, in ieder geval
een gelijk loon ki ijgt als wat hij in die lagere klasse
bij gelijk aantal dienstjaren zou hebben verdiend. Het
voordeel der bevordering zit dan in het vooruitzicht
op een hooger maximum.
Wat nu betreft het voorstel van den heer Zandstra
om het adres in handen te stellen van Burgemeester
en Wethouders ter fine van prae-advies, moet spreker
er op wijzen, dat deze zaak tot de bevoegdheid van
Burgemeester en Wethouders behoort. Bij hetWerk-
liedenrcglement toch is bepaald dat de indeeling in
J5
5?
JJ
Jï