li
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om van
de Commissie van toezicht op het Godsdienstonderwijs
enz. alhier haar lokaal aan de Oosterkade te huren voor
het geven van onderwijs aan schipperskinderen gedurende
den winter 19111912.
286 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 November 1911.
i
i'i I
Voor de eerste vacature zijn uitgebracht
op den hoer Jac. Marcus 11 stemmen,
elk der heeren A. Zijlstra en
H. Tiemersma 4
r L. de Jong en
mr. W. T. van der Leij 1 stom.
Jac. Marcus is alzoo benoemd,
tweede vacature zijn uitgebracht
heer O. Plantenga T.Bz. 16 stemmen.
H. Tiemersma 3
der heeren Swildens en
Berghuis 1 stem.
O. Plantenga T.Bz. is alzoo benoemd.
De heer
Voor de
op den
n 1'
elk
De heer
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
den op verzoete eervol ontslagen politiedienaar 2e klasse
A. K. Terpstra een pensioen uit de gemeentekas te
verleenen.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij besluit van den Burgemeester d.d. 16 November
1911, no. 1452, in afschrift hierbij overgelegd, werd
aan Albert Klaas Terpstra op zijn verzoek, wegens
lichaamsgebreken, met ingang van 1 December a.s.
eervol ontslag verleend als politie-dienaar 2e klasse
dezer gemeente.
Hij is bijna 63 jaar oud, heeft 32 dienstjaren en
komt dus volgens artikel 1 der betrekkelijke veror
dening (gemeenteblad no. 2 van 1910) in aanmorking
voor pensioen vanwege de gemeente.
Onder bijvoeging van een staat, waarin het pensioen
is berekend, dat hem krachtens de artikelen 35 der
aangehaalde verordening kan worden toegekend, hebben
wij dan ook de eer U voor te stellen te besluiten
aan Albert Klaas Terpstra, met ingang van 1 De
cember 1911, een pensioen uit de gemeentekas te
verleenen ten bedrage van 385.'s jaars.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
J. G. Broersma op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen
als onderwijzer aan gemeenteschool no. 10 alhier.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hun
een erediet te verleenen ad f 80.teneinde een drietal
deskundigen eene belooning toe te kennen voor bijstand
bij het geven in dit voorjaar van een proefles door solli
citanten naar de betrekking van hoofdonderwijzeres aan
gemeentebewaarschool no. 3 en aan de onderwijzeres van
deze bewaarschool voor de waarneming der vaceerende
betrekking.
Dit voorstel luidt als volgt
De Raadscommissie voor de gemeente-bewaar
scholen doet aan ons het voorstel om aan hen, die
zich dit voorjaar beschikbaar hebben gesteld om een
onderzoek in te stellen naar de bekwaamheden van
enkele sollicitanten naar de betrekking van hoofd
onderwijzeres van bewaarschool no. 3, alsmede om
aan mej. ten Bouwhuis, die gedurende die vacature
van 1 Mei tot 1 November van dit jaar als hoofd
onderwijzeres heeft gefungeerd, daarvoor een beloo
ning toe te kennen.
Dit voorstel bij U overbrengende geven wij U in
overweging te besluiten
aan Burgemeester en Wethouders voor het boven
omschreven doel een erediet te verleenen van ƒ80.
ten laste van volgno. 234 der loopende begrooting
van uitgaven „kosten van bewaarscholen".
De beraadslaging wordt geopend.
De heer G. W. Koopmans wijst er op dat de Raad
in beginsel heeft besloten aan de plaatsvervangende
hoofden voor de waarneming een gratificatie te ver
leenen van f 100.Thans wordt voorgesteld om
de juffrouw die het hoofd heeft vervangen 50.
gratificatie te geven en elk der drie beoordeelaars
10.Dit verschil met de aan de plaatsvervangende
hoofden der lagere scholen te verleenen gratificatie
is nog al groot. De heer Schoondermark heeft spreker
welwillend medegedeeld, dat de gratificatie verband
hield met het salaris. Spreker zal niet ontkennen dat
het salaris der hoofden van bewaarscholen de helft
j kleiner is als dat der hoofden van scholen, maar het
komt hem voor dat iemand, die gedurende een half
jaar tot volle genoegen van autoriteiten de betrekking
van hoofd waarneemt wel eene gratificatie mag hebben
van 75.— Spreker stelt voor daartoe te besluiten
en het gevraagdo erediet te verhoogen tot f 105.
Dit voorstel wordt ondersteund en maakt tegelijk
met het voorstel van Burgemeester en Wethouders
een onderwerp van beraadslaging uit.
De heer Schoondermark (wethouder) antwoordt dat
de heer G. W. Koopmans al duidelijk heeft medege-
gedeeld waarom Burgemeester en Wethouders voor
stellen f 50.gratificatie te geven n. 1. dat zij dit
hebben gedaan in overeenstemming met het tractement.
De hoofden der scholen toch vei'dienen ongeveer
tweemaal zooveel. Wanneer de Raad echter 75.
mocht willen geven moet hij het gevraagde erediet
met f 25.— verhoogen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het amendement van den heer G. W. Koopmans
wordt verworpen met 18 tegen 3 stemmen.
Vóór stemmen de heerenG. W. Koopmans, de
Jong en Zandstra.
Tegen de heerenFransen, Berghuis, Wilhelmij,
J. Koopmans, Boosman, Tijsma, Feddema, Beekhuis,
van Messel, Schoondermark, Haverschmidt, Menalda,
Hartelust, Oosterhoff, Burger, Kom tor en Vonck.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Dit voorstel luidt als volgt
Het is gebleken dat thans niet wederom zooals
verleden jaar kan worden beschikt over lokaliteit
in het hulpziekenhuis ten behoeve van het tijdelijk
onderbrengen van hulpklassen der schippersschool.
Er is dus naar andere ruimte omgezien moeten worden
en de met de voorbereiding der onderwijszaken belaste
wethouder is er in geslaagd van de commissie van
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 November 1911. 287
toezicht op het Godsdienstonderwijs, de Kinderkerk
en Bijbellezing de toezegging te krijgen, dat voor een
huursom van f 100.voor dezen winter voor het
beoogde doel het gebouw aan de Oosterkade no. 14
beschikbaar kan worden gesteld. Verwarming en
verlichting is in die som begrepen. De wethouder
geeft ons in overweging op deze aanbieding in te
gaan en het voorstel alzoo tot het onze makende
raden wij U aan te besluiten
I. voor den winter 1911 12 ten behoeve van hulp
klassen der schippersschool van de commissie voor
noemd in gebruik aan te nemen het gebouw plaat
selijk bekend Oosterkade no. 14 voor een som van
100.verwarming en verlichting inbegrepen.
II. de uitgaaf ten laste te brengen van de be
grootingen voor 1911 en 1912, elk voor de helft.
De beraadslaging wordt geopend.
Do heer Zandstra wijst er op dat hij, toen onlangs
werd voorgesteld aan het Rijk af te staan één lokaal
van het gymnastieklokaal aan de Put, gevraagd heeft
of de gemeente dit lokaal wel kon missen. Burge
meester en Wethouders hebben toen een bevestigend
antwoord gegeven, maar zij komen nu met een voorstel
om een lokaal in te huren voor het geven van onderwijs.
Spreker zou gaarne willen weten wat aanleiding
heeft gegeven om eerst een lokaal af te staan, terwijl
men nu zelf een moet huren. Dat komt spreker niet
huishoudelijk voor.
De heer Schoondermark (wethouder) geeft toe dat
de heer Zandstra indertijd de gememoreerde vraag
heeft gedaan. Intusschen echter is er bij de begrooting
door den heer Vonck op gewezen dat het hulpzieken
huis, dat als hulplokaal dienst deed, niet meer als
zoodanig diende te worden gebruikt. Dat konden
Burgemeester en Wethouders moeilijk voorzien en
dit is dan ook de oorzaak dat het lokaal op de Put
aan het Rijk is afgestaan en de gemeente nu zelf oen
moet huren.
De heer Zandstra dankt voor de mededeeling van
den hoer Schoondermark. Het kwam hem echter
raadselachtig voor dat de gemeente een lokaal afstaat
terwijl zij dit zelf noodig heeft. Waar Burgemeester
en Wethouders dit niet hebben kunnen voorzien zal
spreker zich er bij neerleggen.
De heer G. W. Koopmans heeft het voorstel ook
gelezen en hem is iets opgevallen dat niet in de
stukken voorkomt. Spreker heeft wel gelezen dat
het lokaal f 100.moet kosten met inbegrip van
verlichting en verwarming. Echter heeft hij niet
gezien hoe het komt met de kosten die moeten worden
gemaakt voor het openen en sluiten van, en toezicht
houden op het lokaal. Spreker zou daaromtrent gaarne
worden ingelicht. Voor de vergoeding die de gemeente
daarvoor geeft zal men in dezen wel geon hulp
kunnen erlangen.
Do heer Schoondermark (wethouder) antwoordt dat
bij elk lokaal een schoonmaakster of een schoonmaker
is aangesteld, die tevens belast is met het openen en
sluiton. Deze menschen worden betaald uit een op
de begrooting voorkomende post. Ook hier komt zoo
iemand en wel de koster, die ook uit den begrootings
post wordt betaald. Daarvoor behoeft dan ook geen
erediet te worden aangevraagd.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met algemoene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om het
bedrag, waarvoor J. Postma tot 12 Mei 1913 de bediening
der Oosterbrug heeft aangenomen, met ingang van l
j Januari 1912 te verhoogen.
Dit voorstel luidt
J. Postma, aannemer van de bediening der Ooster
brug, heeft aan ons college verzocht om de som van
300.behalve vrije woning, waarvoor hij zich
tot 12 Mei 1915 daarmede heeft belast, met 50.
te verhoogen, zulks in verband met de duurte der
tijden.
Evenals aan den Directeur dei Gemeentewerken,
wiens gevoelen wij ter zake vernamen en wiens rap
port wij bij de stukken voegen, komt ook ons voor
dat de billijkheid de inwilliging van zijn verlangen
moet medebrengen. De Oosterbrug, de eenige waar
voor geon bruggeld verschuldigd is, is, evenals de
bruggen waarvan het bruggeld bij gadering wordt
geïnd, dag en nacht, behoudens de gebruikelijke tijd
stippen van sluiting, geopend. Van Postma wordt
dus nagenoeg hetzelfde als van die gaarders gevor
derd, terwijl zijne belooning nochtans beneden de
bezoldiging van dezen blijft.
Nu zijn verzoek, wordt het toegestaan, tengevolge
zal hebben dat in die salarieering eenige meerdere
gelijkheid zal worden gebracht, kan daarop o. i. ge-
reedelijk worden ingegaan, te eer waar ook vroeger
een bijna evenhooge som als nu wordt gevraagd door
de gemeente werd betaald.
Wij hebben dan ook de eer U voor te stellen te
besluiten, in afwachting van de nadere voorstellen
van Burgemeester en Wethouders ten aanzien van de
regeling der op de begrooting aan te wijzen uitgaaf,
het bedrag van 300.behalve vrije woning,
waarvoor J. Postma tot 12 Mei 1915 de bediening
der Oosterbrug heeft aangenomen, met ingang van
1 Januari 1912 te verhoogen tot 350.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Hartelust heeft het adres gelezen waarin
gevraagd wordt om het bedrag van f 300.waar
voor de bediening der brug is aangenomen, te ver
hoogen met 50.met het oog op de duurte. Spre
ker acht het op zichzelf zonderling dat iemand met
het oog op den duren tijd van dit oogenblik, ver
hooging vraagt tot 1915. De duurte is tegenwoordig
een panacee voor alle kwalen. Er is geen sollicitatie,
geen verzoek of de duurte komt er bij te pas.
Spreker heeft tot zijn genoegen gezien dat Burge
meester en Wethouders de duurte hebben geëlimineerd
en dat ook de Directeur der Gemeentewerken deze
zaak over een anderen boeg heeft geworpen. Spreker
heeft er niets tegen dat do brugwachter iets meer
voor zijn werk krijgt, integendeel hij gunt het hem
van harte, maar spreker heeft willen doen uitkomen
dat de dure tijd misbruikt wordt. Het doet spreker
genoegen dat Burgemeester en Wethouders hun voor
stel niet baseeren op den duren tijd en spreker zal
meegaan met de conclusie.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.