92 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 4 Juni 1912. De heer G. W. Koopmans handhaaft zijn amende ment dat thans luidt Zonder hiermede uitspraak te doen omtrent hem eventueel te verleenen pensioen. Het wordt verworpen met 19 tegen 2 stemmen. Vóór stemmen de heeren Boosman en G. W. Koop- mans. Tegen de heerenBeucker Andreae, Fransen, Tulp, Oosterhoff, de Jong, Lautenbach, J. Koopmans, Wil- helmij, Zandstra, Hartelust, Berghuis, Beekhuis, Bur ger, Haverschmidt, Feitz, Komter, van der Kooi, Tijsma en Vonck. Met algemeene stemmen wordt thans besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 4. Rapport der Commissie, belast geweest met het onderzoek van de rekening der Kamer van Koophandel en Fabrieken, dienst 1911. De conclusie van het rapport, strekkende tot goed keuring der rekening, wordt met algemeene stemmen aangenomen. De heer Hartelust heeft tot dit besluit niet mee gewerkt. 5. Rapport der Commissien, belast geweest met het onderzoek van voorstellen van Burgemeester en Wet houders tot wijziging der gemeente-begrootingen, diensten 1911 en 1912, alsmede om eene reehtstreeksche uit gaaf te doen uit den post voor onvoorzien, dienst 1911. De conclusies van de rapporten, strekkende tot goedkeuring der voorgestelde wijzigingen en reeht streeksche uitgaaf, worden met algemeene stemmen aangenomen. G. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan F. Panbakker alhier en zijne rechtverkrijgenden vergun ning te verleenen tol het maken en tot wederopzeggens hebben van een inrit in het trottoir vóór het hem ioebe- hoorend perceel Riemveburen no. 125. Dit voorstel luidt als volgt Door P. Panbakker alhier is tot ons het verzoek gericht in het trottoir vóór het hem toebehoorend perceel Nieuweburen no. 125 een inrit te mogen hebben. Dit verzoek stelden wij om advies in handen van den gemeentelijken Inspecteur voor het Woningtoezicht, die ons bij nevensgaand schrijven berichtte, dat naar zijne meening het verzoek kan worden ingewilligd. Aangezien tegen die inwilliging ook bij ons geen bezwaren bestaan, hebben wij de eer, onder over legging van het verzoekschrift, U voor te stellen te besluiten aan P. Panbakker alhier en zijne rechtverkrijgenden vergunning te verleenen tot het maken en tot weder opzeggens hebben van een inrit in het trottoir vóór hut hem toebehoorend perceel Nieuweburen no. 125, kadastraal bekend in sectie A no. 1145, de juiste plaats nader door of vanwege Burgemeester en Wet houders aan te wijzen, onder bepaling dat worden in acht genomen de voorwaarden, gesteld bij raads besluit van 26 Januari 1909 no. 12R/10, voor zoover naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders toepasselijk, met dien verstande, dat als termijn, waar op de recognitie, ad 1.ten kantore van den gemeenteontvanger moet zijn betaald, worde gesteld 1 Mei, voor het eerst echter 1 Juli 1912. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hen te machtigen van K. A. Niermeijer alhier en zijne recht verkrijgenden eene recognitie te vorderen voor eene door hen te verleenen vergunning tot het leggen en hebben van een kabel voor overbrenging van electrischen stroom in de Poststraat. Dit voorstel luidt als volgt Op grond van het bepaalde bij artikel 64 der Bouwverordening heeft K. A. Niermeijer alhier ons vergunning gevraagd tot het leggen en hebben van een electrischen stroomkabel door do Poststraat, ter verbinding van zijne perceelen Kelders 191 en Post straat 41, ten einde dit laatste perceel van electriciteit te kunnen voorzien. Wij zijn voornemens die vergunning krachtens het aangehaalde artikel te verleenen, doch zouden daaraan onder meer de voorwaarde willen verbinden, dat als erkentenis van den eigendom der gemeente van de straat, waarin de kabel zal worden gelegd, jaarlijks eene recognitie van 0.50 worde betaald. Daarom hebben wij de eer U voor te stollen to besluiten Burgemeester en Wethouders te machtigen bij de door hen aan K. A. Niermeijer alhier te verleenen vergunning tot het leggen en hebben van een elec trischen stroomkabel in de Poststraat, ter verbinding van zijne perceelen Kelders 191 en Poststraat 41, de voorwaarde te stellen dat jaarlijks, als erkentenis van den eigendom der gemeente, ten kantore van den gemeente-ontvanger eene recognitie van ƒ0.50 worde betaald, voor het eerst vóór of op den len Juli 1912 en vervolgens telkens vóór of op den len Maart. Met algomeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan 1. Bangma alhier in koop af te staan een gedeelte van de Kijkvaart, gelegen vóór zijn perceel aan de Spanjaards- laan, kadastraal bekend gemeente Lecuivarden, sectie E no. 2831, ten behoeve van een aldaar te stichten woonhu is. Dit voorstel luidt als volgt Bij het hiernevens weder aangeboden adres, dat om prae-advies in handen onzer vergadering werd gesteld, heeft I. Bangma alhier verzocht hem te willen afstaan het eigendomsrecht der gemeente op een ge deelte van de sloot, gelegen vóór het hem toebehoorend perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie E no. 2831, aan de Spanjaardslaan. Hierop is hij voornemens een woonhuis te stichten en in verband daarmede wenscht hij het bedoelde sloots- gedeelte, dat uitmaakt het meest westelijk gelegen vakje van de zoogenaamde Lijkvaart voor zoover deze nog bestaat, te dempen. De gemeentelijke Inspecteur voor het woningtoezicht en de Directeur der gemeentewerken, wier gevoelen wij hieromtrent inwonnen, geven bij het overgelegd advies als hun meening te kennen, dat tegen de in Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 4 Juni 1912. 93 williging van het verzoek, behoudens te stellen, door hen genoemde voorwaarden, geen bezwaar bestaat. Wij hebben daartegen evenmin bedenking, zoowel omdat reeds vroeger gedeelten van die sloot voor eenzelfde doel door U werden afgestaan (zie o. a. Raadshandelingen 1908, blz. 49 en 1905, blz. 189), als omdat de voorgenomen demping tot verbetering van het aanzien der Spanjaardslaan zal bijdragen. Waar door het verdwijnen van dat slootsgedeelte dus ook een zijdelingsch gemeentebelang zal worden gediend en de waarde van het gevraagde voor de gemeente gering is, meenen wij, dat met een lagen koopprijs genoegen kan worden genomen, welken wij derhalve op een gulden gesteld willen zien. Op grond van het voorafgaande geven wij U in overweging te besluiten: aan I. Bangma alhier voor de som van een gulden 1.ondershands te verkoopen een nader op de bijgevoegde teekening aangeduid gedeelte van de sloot (de Lijkvaart), voor zoover gemeente-eigendom, ge legen voor en ter breedte van het adressant toebe hoorend perceel aan de Spanjaardslaan, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie E no. 2831, onder voorwaarde 1. dat dit slootsgedeelte op de bij artikel 74bis der bouwverordening omschreven wijze met goeden grond, welke niet krimpt, worde gedempt tot een hoogte gelijk aan die van het voorliggende terrein; 2. dat dit slootsgedeelte, vóór tot demping wordt overgegaan, geheel drooggemaakt en van blabber en vuil gereinigd worde, welke naar een door den Directeur der gemeentewerken nader aan te wijzen plaats moeten worden vervoerd; 3. dat het te dempen gedeelte van het overige, oostelijk, gedeelte der sloot door een walbeschoeiïng afgescheiden worde en blijve; 4. dat op die walbeschoeiïng en op de grens van gemeente- en adressants eigendom een ijzeren hek, ter hoogte van ongeveer 90 cM., worde geplaatst en onderhouden 5. dat de hiervoren genoemde werken door en op kosten van adressant en ten genoegen van Burge meester en Wethouders uitgevoerd en voor zooveel noodig onderhouden worden 6. dat de kosten van overdracht en levering en die van een notarieel afschrift der akte ten behoeve van het gemeente-archief door adressant worden ge dragen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hen te machtigen aan The Condensed Milk Company of Holland Ltd. te Rotterdam vergunning te verleenen om gebruik te maken van de Waag voor het bewaren van vaten gecondenseerde melk. Dit voorstel luidt als volgt: Van de bewaarplaats in de waag, bestemd voorde bewaring van vaten boter tegen vijf cent per vat voor een tijdvak van den eenen tot den anderen ver koopdag van boter, wordt in den laatsten tijd weinig of geen gebruik gemaakt. Blijkens het hierbij over gelegd schrijven van den Waagmeester heeft de Condensed Milk Company of Holland Ltd., te Rotter dam, bij monde van den Directeur harer hier geves tigde fabriek, nu den wensch te kennen gegeven een gedeelte van die bewaarplaats te mogen benutten voor het opslaan van ongeveer 300 vaten geconden seerde melk tegen betaling aan de gemeente van eene vergoeding van 15.per maand. De betrekkelijke verordening (Gemeenteblad no. 5 van 1910) houdt hieromtrent geen regeling in. Waar de geboden vergoeding ons billijk schijnt en daardoor de bedoelde bewaarplaats niet renteloos behoeft te blijven, achten wij de verhuring in het belang der gemeente. Daarom hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten: Burgemeester en Wethouders te machtigen aan de Condensed Milk Company of Holland Ltd., gevestigd te Rotterdam, tot wederopzeggens toe voor het be waren van ten hoogste 300 vaten gecondenseerde melk ten gebruike af te staan een nader door hen of van hunnentwege aan te wijzen ruimte in de be waarplaats in de waag, tegen betaling aan de gemeente van eene vergoeding van ƒ15.per maand en verder op de door Burgemeester en Wethouders noodig ge achte voorwaarden. De beraadslaging wordt geopend. De lieer W ihelm ij zal niet tegen stemmen, maar hij wil doen opmerken dat hij het voorstel van Burge meester en Wethouders te vaag vindt. In de eerste plaats heeft spreker geen verzoek van den directeur der Condensed Milk Company om een deel van de Waag voor opslagplaats te mogen gebruiken, bij de stukken gevonden. Alleen heeft spreker in het advies van den Waagmeester gezien dat deze ingevolge opdracht van den wethouder Oosterhoff de zaak nader heeft onderzocht. Het gevolg van dat onderzoek is dat Burgemeester en Wethouders tevreden zijn met met een huur van 15.— per maand voor een ge deelte der bergplaats, die 300 vaten condensed milk kan bevatten. Het geheele voorstel is wat vaag. Spreker leest er niet in voor hoe lang dat gedeelte zal worden afgestaan, ook niet of het de bedoeling is de bergplaats per maand te verhuren of voor zoo lang als alles is weggehaald. Nog vindt spreker niet in het voorstel, hoe het komt met de opening van het Waaggebouw en of de huurder te allen tijde vrijen toegang zal hebben om b.v. een gedeelte weg te halen of deze een sleutel krijgt of dat hij zich telkens tot den waagmeester moet wenden. Op deze punten zou spreker nog gaarne worden ingelicht. De heer Oosterhoff (wethouder) zal de toedracht der zaak even uiteen zetten. De directeur der Condensed Milk Company heeft den waagmeester gevraagd of ook de mogelijkheid bestond tot het opslaan van vaten gecondenseerde melk in de waag. De waagmeester heeft zich tot spreker gewend en hij heeft het verzoek overgebracht aan Burgemeester en Wethouders. Deze hadden in beginsel hiertegen geen bezwaar, te meer daar de ruimte niet gebruikt wordt en dus niet rendabel is. Burgemeester en Wethouders hebben den waagmeester opgedragen overleg te plegen met den verzoeker en het gevolg is geweest dat deze 15.huur per maand heeft geboden. Het voor- loopig plan is dat de vaten er 8 maanden zullen blijven liggen en dan zal de bergplaats 120. hebben opgebracht. Het spreekt van zelf dat met den directeur eene overeenkomst moet worden aan gegaan, waarin de verschillende voorwaarden worden opgenomen. De heer Wilhelmij dankt voor de inlichtingen. Hij stelt het echter op prijs dat al de door hem genoemde bijzaken in een contract worden opgenomen. Spreker wil dit natuurlijk aan Burgemeester en Wethouders overlaten maar waar hij het voorstel te vaag vond, meende hij daar even op te moeten wijzen. De beraadslaging wordt gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1912 | | pagina 4