128 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Juli 1912. De Voorzitter weet niet of hierdoor meer eenheid zal komen. Hij deelt echter mede, dat Burgemeester en Wethouders het voorstel van den heer Fransen overnemen. De heer G. W. Koopmans zegt dat het, met het leggen van een plank over een sloot, de bedoeling is om een uitgang te krijgen. Wanneer men nu eerst een plank heeft die voor voetpad dient, ziet men in vele gevallen die plank breeder worden, zoodat het voetpad een kruipad wordt, later wordt het nog breeder en wordt het gebruikt voor karren. Spreker vraagt of het niet uit het besluit moet blijken dat de plank alleen mag dienen voor voetpad. De Voorzitter antwoordt dat er slechts een plank wordt gelegd, waarover wel met een kruiwagen, doch zeker niet met paard en wagen kan worden gereden, De heer G. W- Koopmans een kruipad begint ge woonlijk al direct. De Voorzitter is van oordeel dat er niets tegen is een voetpad met een kruiwagen te berijden, maar dat er overigens voldoende waarborgen zijn om mis bruik te voorkomen. De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om overeenkomstig het overgelegd ontwerp-adres aan H. M. de Koningin opnieuw vrijstelling te vragen van het op richten eener Burgerdagschool. Dit voorstel luidt als volgt De termijn, waarvoor bij Koninklijk besluit van 18 Juni 1907 no. 40 aan deze gemeente vrijstelling is verleend van de verplichting tot het oprichten van eene burgerdagschool, zal den len September 1912 eindigen. Waar de omstandigheden, welke tot nog toe vol doende reden hebben gegeven om die vrijstelling te verkrijgen, nog dezelfde zijn, hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten aan H. M. de Koningin opnieuw vrijstelling te vragen van het oprichten van eene burgerdagschool in deze gemeente, overeenkomstig het hiernevens ge voegd ontwerp-adres. Aan Hare Majesteit de Koningin. Geeft met den grootsten eerbied te kennen de Raad der gemeente Leeuwarden, dat bij Uwer Majesteits besluit van 18 Juli 1907, no. 40, aan deze gemeente tot 1 September 1912 vrijstelling is verleend van de verplichting tot het oprichten van eene burgerdagschool, onder bepaling, dat aan de burgeravondschool alhier onderwijs zal worden gegeven in de wiskunde, de eerste beginselen der natuurkunde en mechanica, de beginselen der Nederlandsche taal en het hand- en rechtlijnig tee kenen mede in toepassing op het ambacht dat die vakken en het boekhouden aan de burger avondschool in een vierjarigen cursus onderwezen worden dat dientengevolge voldoende in de behoefte dezer gemeente aan onderwijs, dat anders op een burger dagschool zou worden gegeven, wordt voorzien. Redenen waarom de Raad eerbiedig tot Uwe Majesteit het verzoek richt de gemeente Leeuwarden van het voorschrift, vervat in het derde lid van artikel 14 der wet houdende regeling van het Middelbaar Onderwijs, tot aan den datum, als Uwe Majesteit ge raden mocht voorkomen, van die verplichting tot oprichting ontheffing te verleenen, onder bepaling alsdan dat het onderwijs aan de burgeravondschool, over een vierjarigen cursus verdeeld, zal omvatten de vakkende wiskunde, de eerste beginselen der natuur- en werktuigkunde, de Nederlandsche taal, het hand- en rechtlijnigteekeuen, mede in toepassing op het ambacht, en het boekhouden. 't Welk doende enz. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om het perceel St. Jacohstraat no. 35 te bestemmen tot dienst woning voor den Commissaris van politie. Dit voorstel luidt als volgt Bij raadsbesluit van 12 December 1905 (zie raads- handeliugen blz. 295) werd het huis Sint Jacobstraat no. 35 met ingang van 1 Januari 1906 aan den heer A. P. Heg, commissaris van politie te Leeuwarden, kosteloos tot wederopzeggens toe ter bewoning afgestaan. De heer Heg is dit jaar overleden en het huis dus weder ter beschikking van de gemeente gekomen. Waar dezelfde overwegingen, welke geleid hebben tot Uw bovenaangehaald besluit en destijds waren weer gegeven in ons voorstel van 18 November 1905, nog bestaan, zoodat een dienstwoning voor den commissaris van politie in de onmiddellijke nabijheid van het politiebureau nog even gewenscht is, hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten het raadsbesluit van 12 December 1905 no. 325R/182 aldus te lezen aan den commissaris van politie te Leeuwarden tot wederopzegging toe het huis St. Jacobstraat no. 35 kosteloos ter bewoning af te staan op de door Burgemeester en Wethouders noodig geoordeelde voorwaarden. Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkom stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der verordening op de gemeentelijke bewaar scholen (gemeenteblad no. 2 van 1912) (bijlage no. 15). Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkom stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 11. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake het adres van E. P. van der Kleij e. a. om de Bisschopstraat door de gemeente in eigendom en beheer te doen overnemen. Dit prae-advies luidt als volgt In onze handen werd door U om prae-advies ge Verslag van de handelingen van den g steld het hierbij teruggaand adres met bijlage van E. P. van der Kleij en dertien andere onderteekenaren, allen eigenaren van perceelen in de Bisschopstraat, j Bij dat adres geven zij te kennen, dat zij zich met J de afwijzende beschikking, genomen in Uwe verga dering van 8 Juni 1909 (Raadshandelingen blz. 121), op hun toenmalig verzoek, om genoemde straat dooi de gemeente in eigendom en beheer te doen over nemen, tegen betaling hunnerzijds van een bedrag, berekend naar f 1.per strekkenden meter, veron gelijkt achten. Daarom hebben zij zich andermaal tot U gewend met dezelfde vraag, doch doen thans een tweeledig aanbod, namelijk ƒ1.per strekkenden nieter of, zoo Uwe Vergadering die som te gering oordeelt, ƒ1.per vierkanten meter. Ofschoon adressanten in het uiterste geval voor de overneming eene hoogere som dan in 1909 is beschik baar gesteld, willen betalen, heeft dit toch geone wijziging kunnen brengen in ons vroeger ingenomen standpunt, omdat naar onze meening nu nog dezelfde motieven, als die vervat in ons eertijds uitgebracht prae-advies (zie ter aangehaalde plaatse, blz. 120), tegen de inwilliging van het verzoek pleiten. Wij hebben dan ook de eer U voor te stellen te besluiten adressanten te berichten, dat ook aan hun thans gedaan verzoek niet kan worden voldaan, doch dat de Bisschopstraat alleen op den voet, als bij artikel 6 der Bouwverordening is bepaald, voor overneming door de gemeente in aanmerking kan komen. De beraadslaging wordt geopend. De heer G. W. Koopmans verwondert zich erover, dat niet oen der andere leden over deze zaak begint. Spreker kan zich niet met het voorstel van Burge meester en Wethouders vereenigen. Indertijd is de Paul Krugerstraat wel op afwijkende voorwaarden overgenomen. Het motief was toen dat men een doorloopende straat zou krijgen. Dat is hier echter ook het geval. Vanuit de Wijbrand de Geeststraat is reeds de richting aangegeven voor het doortrekken der Bisschopstraat, wanneer het daar liggende land eenmaal als bouwterrein aan de snee komt. De Directeur van de gasfabriek is een voorstander van de overname, daar er dan meer gasverbruikers zullen komen. Het verschil is nog slechts 0.50 per MJ en sprekor zou daarover heen willen stappen èn met het oog op de Paul Krugerstraat en Landbuurt, èn in het belang der gemeente èn de bewoners. Er is hier niet één belanghebbende, maar er zijn er ver scheidene. De heer Hartelust doet opmerken dat de Voorzitter vermoedelijk, evenals spreker, per post een nader schrijven van adressanten zal hebben ontvangen, waarin zij mededeelen dat zij, als zij hadden geweten voor 1.50 per M2. klaar te kunnen komen, zij dit bedrag wel hadden geboden. Spreker vraagt of adressanten, wanneer dit hun verzoek wordt afgewezen, niet alsnog met een dergelijk bod bij Burgemeester en Wethouders kunnen komen. De Voorzitter antwoordt bevestigend. De heer G. W- Koopmans kan zich, wanneer dat in het nader schrijven van adressanten is aangegeven, wel met het voorstel van Burgemeester en Wethouders vereenigen. Hij was van morgen uit stad en heeft dat nader adres niet ingezien. De beraadslaging wordt gesloten. van Leeuwarden van Dinsdag 9 Juli 1912. 129 Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkom stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 12. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake de adressen van het bestuur der Friesche Land bouwtentoonstelling 1912 om 1. een bijdrage in de kosten van deze tentoonstelling te mogen ontvangen 2. den voor kracht en verlichting benoodigden elec- trischen stroom op de terreinen dier tentoonstelling gratis vanwege de gemeente te doen leveren 3. medewerking te verleenen tot het bekomen van eene vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein in de restaurants der tentoonstelling volgens artikel 5, le lid, der Drankwet. Dit voorstel luidt als volgt Een drietal verzoeken, alle van het bestuur der Friesche Landbouwtentoonstelling 1912, heeft Uwe Vergadering bereikt. Het eerste strekt tot verkrijging eener bijdrage, meer bepaaldelijk om daaruit de kosten van huur van het terrein te vinden, van 1000. het tweede om gratis te voorzien in den voor kracht en licht op het tentoonstellingsterrein benoodigden electrischen stroomhet derde om 's Raads mede werking te verkrijgen voor eene bijzondere vergunning krachtens artikel 5, le lid, der Drankwet in de voor restaurant te gebruiken localiteiten der tentoonstelling. Gelijk in do adressen wordt medegedeeld, zal de tentoonstelling van 26 Augustus tot en met 1 Sep tember van dit jaar op de Wilhelminabaan alhier worden gehouden. De bedoeling is om daarbij een beeld te scheppen van de plaats, die onze provincie tegenwoordig op landbouwgebied op de wereldmarkt inneemt, waartoe een overzicht van de productie en van de ontwikkeling van het bedrijf van den landbouw in Friesland zal worden gegeven. Bij welslagen der expositie zijn dus direct zichtbare en tastbare voor- deelen voor de neringdoenden in onze stad te ver wachten, te eer nu de zaak van een invloedrijk lichaam als de Friesche Maatschappij van Landbouw uitgaat. Daarenboven springt het nut van mogelijke uitbreiding der handelsbetrekkingen en van grootere bekendheid van ons gewest naar buiten, zoowel met betrekking tot een van zijn voornaamste bronnen van volkswel vaart als in 't algemeen, in 't oog. En ook van dit laatste ondervindt de hoofdstad op den duur zeker den gunstigen terugslag. O.i. moet de gevraagde steun naar de krachten der gemeente dus worden gegeven. De vraag is voor hetgeen boven sub 1 en 2 is ge noemd alleen in welken vorm. Over hetgeen onder 3 is gevraagd, kan de mede werking van Uwe Vergadering, zooals zij gevraagd is, worden verleend, evenals dit in 1906 geschied is met de in dat jaar in den Arendstuin gehouden Nijverheids tentoonstelling. Al moge men verschillend denken over het voor en tegen eener dergelijke medewerking zie in dit verband het bij de stukken gevoegde adres van het bestuur van het Centraal Comité voor Drankbestrijding alhier het feit ligt er nu eenmaal toe, dat zoogenaamde inrichtingen voor maatschappelijk verkeer, zoowel buitengewone gelijk een tentoon stellingsrestauratie, als gewone, zooals b.v. een in hot centrum der stad gelegen en druk bezocht café, het voor hun bedrijf zonder drankverkoop thans nog niet kunnen stellen. Hiertegen in te gaan heeft hierom geen zin, omdat de voortschrijding van het matigheids- of onthoudingsbeginsel, gesteld al de overheid heeft zich daarmee in te laten, er geen stap door wordt verhaast. De geldelijke bijdrage is in 1906 aan de bovenge noemde tentoonstelling der vereeniging Nijverheid

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1912 | | pagina 4