b. het onderhoud der gemeentelijke pontjes ge
durende de jaren 1913—1915, aan de firma gebr.
Drijver alhier voor 254.
d. de perceelen 219 van het bestek voor de
levering van laanboomen enz. aan de firma W. Krijns
en Co. te Joure voor 587.50
264 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 December 1912.
De Voorzitter wijst er op dat deze zaak ingevolge
de verordening bij Burgemeester en Wethouders
thuis behoort.
De heer Lautenbach wil eraan herinneren dat spre
ker, toen hij bij de begrooting de opmerking maakte
dat de verandering van standplaatsen voor de be
trokken karrijders bezwaarlijk zou worden, van den
burgemeester ten antwoord kreeg dat er bij de be
trokkenen tegen de verplaatsing geen bezwaar bestond.
In het nu ingekomen adres lezen wij het tegenover
gestelde, ja wij lezen er zelfs in dat de betrokkenen
er niets van wisten. Spreker wil niet uitmaken waar
in deze de fout schuilt, maar hij zou het adres niet
in handen willen stellen van Burgemeester en Wet
houders ter afdoening.
Adressanten wijzen er op dat het voor hen lastig
is dat zij geen of slechts één plaats hebben, „de stad
Dokkum", de herberg „de Bleek", het is waar,
die is er óók, maar buiten de stad, en feitelijk te
ver af waar zij hunne pakjes kunnen laten bezorgen.
Nu gebeurt het dikwijls, dat er twee karrijders zijn
op één plaats en daardoor kan dan alle dagen ge
kibbel en gezeur ontstaan over de vraag wie de
pakjes mee moet hebben. Er is toch slechts één
gelegenheid, bij de Boer, om ze op te bergen en
men kan wel zeggen op het Tolhuis is die gelegen
heid ook, maar dat gaat niet op. Ook gaat het niet
op de Hoeksterpoort te vergelijken met de Vrouwen
poort. Daar toch is het aantal gelegenheden om
pakjes te bergen legio. Spreker zou op dit adres
graag prae-advies zien uitgebracht, omdat één argu
ment van den burgemeester, den toenmaligen Voor
zitter n.l., dat er bij de betrokken karrijders geen
bezwaren bestonden, door dit adres is weersproken.
Er schijnt een vergissing in het spel te zijn. Nu
wil spreker niet uitmaken aan wie in deze de schuld
is, maar hij zou gaarne prae-advies zien uitgebracht.
De Voorzitter wijst er op dat art. 4, 3e lid, sub b
der algemeene politie-verordening aldus luidt
„Zij (de vergunning voor het in gebruik nemen
der openbare straat) wordt voorts geacht verkregen
te zijn voor het innemen van de straat op daartoe
door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen
plaatsen
a. enz.
b. met vracht- of hondenkarren of voertuigen, die
geregeld goederen vervoeren van andere bepaalde
plaatsen naar deze gemeente of terug.
c. enz."
Het is dus zeer duidelijk, dat deze zaak behoort
bij Burgemeester en Wethouders en dat het adres
in hunne handen behoort te worden gesteld ten
fine van afdoening. Wanneer Burgemeester en Wet
houders een ander voorstel deden, zou dat in strijd
zijn met de verordening.
Dg heer Lautenbach zal zich er bij neerleggen. Hij
hoopt evenwel dat Burgemeester en Wethouders zullen
onderzoeken op welke wijze de inlichting hier is ge
komen en hoe ze weersproken wordt. Het betreft
wel geen groot gemeentebelang, maar recht is recht
en waarheid bovenal. Een der argumenten was, dat
de betrokkenen geen bezwaar hadden tegen de ver
plaatsing en in hun adres staat dat zij er niets
van weten.
De heer Tulp vraagt of de karrijders, als de stand
plaats voor de karren wordt verplaatst naar het ter
rein bij de gasfabriek, er op kunnen rekenen, dat er
politietoezicht komt. Daar is toch geen of slechts
weinig toezicht en ze hebben zich tegenover spreker
in dier voege uitgelaten, dat ze wel bereid zullen
zijn dat toezicht te betalen.
De Voorzitter antwoordt dat er bij de afdoening
van deze zaak op het adres natuurlijk wordt gelet.
Burgemeester en Wethouders evenwel hebben niet
alleen te letten op de belangen van adressanten, zij
hebben ook rekening te houden met de belangen
van het verkeer.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
10. adres van het bestuur der afdeeling Friesland
van de Nederlandsche Yereeniging van Sigaren
winkeliers om de ontwerp-verordening op de winkel
sluiting niet aan te nemen, tenzij met eene in het
adres genoemde wijziging.
Wordt gevoegd bij de betrekkelijke stukken
11. aanbeveling van curatoren van het Gymnasium
voor de benoeming van een conrector aan die instel
ling, vacature Dr. H. D. Verdam.
De aanbeveling luidt als volgt1. Dr. W. H. Ch.
van Esveld te Sneek2. Dr. K. Hofstee te Win
schoten en 3. Dr. L. Rank te Middelburg.
Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden
behandeld
12. dat Burgemeester en Wethouders
I. bij openbare aanbesteding hebben gegund
a. de levering van 345 stère fijne gewasschen
grind, 30 stère grove idem, 140 stère grindzand en
60 stère grof rivierzand aan R. Vermeulen en Zn.,
alhier, de grint voor 3.45, het grintzand voor 2.82,
en het grof rivierzand voor 1.88 per stère
c. het onderhoud van gordijnen in gemeentege
bouwen gedurende 1913 perceelen 1, 6, 7, 9, 11 en
17 aan H. en B. Wielinga alhier, resp. voor f 65.
55.30.34.—, 35.— en 40.
perceelen 3, 4, 5, 10, 12, 13, 15 en 16 aan J.
Wielinga alhier resp. voor 11.f 59.13.70,
39.-, 27—, 29—, 21— en 15.90
perceelen 2, 8 en 14 aan A. Ritsma alhier, resp.
voor 27.65.50 en 8.50
e. het vernieuwen van ruiten in gemeentegebouwen
gedurende de jaren 19131915 aan Th. Zandleven
alhier, volgens de door hem ingeschreven eenheids
prijzen;
het onderhoud van de gemeentelijke pompen gedu
rende 1913 aan G. D. van der Vlerk, alhier, voor ƒ99.
g. het maken en leveren van bindwerken ten be
hoeve der gemeente aan de wed. H. G. de Groot
alhier, voor 10 °/0 beneden het tarief
h. de levering van bureaubehoeften aan J. Hilarius
alhier voor 10 beneden het tarief
II. met ingang van 1 Januari 1913 tot 31 Decem
ber 1915 hebben benoemd tot leden der beurscommissie
de heeren J. E Kuipers en H. H. Key, alhier.
De mededeelingen sub 12 worden voor kennisgeving
aangenomen.
IV. Wordt ter tafel gebracht
1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
aan P. J. Koopmans op zijn verzoek eervol ontslag
te verleenen als onderwijzer aan gemeenteschool no. 1.
2. Alsvoren om aan J. Soutendam
a. op zijn verzoek met ingang van 1 Mei 1913
eervol ontslag te verleenen als directeur der stads
reiniging, onder toekenning van een jaarlijksch pensioen
ad f 1209—
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 December 1912. 265
b. hem met ingang van bovengenoemden datum
gedurende twee achtereenvolgende jaren op eene
belooning van 1391.'s jaars te belasten met het,
desgevraagd, Burgemeester en Wethouders en de
raadscommissie voor de verplaatsing van het aschland
dienen van advies.
3. Alsvoren om aan Johs. de Jong, eervol ontslagen
werkman bij de stadsreiniging, een pensioen uit de
gemeentekas te verleenen ten bedrage van 260.
per jaar.
4. Alsvoren om aan P. Kruit, eervol ontslagen
politiedienaar 2e klas, een pensioen uit de gemeente
kas te verleenen ten bedrage van 426.per jaar.
5. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
op het adres van D. de Boer te Dronrijp, om hem
opnieuw voor den tijd van drie jaren te verhuren het
perceeltje land, gelegen bij de Bolswarderbrug aldaar,
kadastraal bekend gemeente Dronrijp, sectie B no.
256, voor een huursom van 30.per jaar.
6. Alsvoren inzake het adres van J. F. Schuite
maker alhier, betreffende verlenging van den bij
raadsbesluit van 8 October 1.1. gestelden termijn van
ontruiming der onbewoonbaar verklaarde woning
Amelandstraat no. 15.
De stukken sub 16 zullen in eene volgende ver
gadering worden behandeld;
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om de
overeenkomst, aangegaan met mevr. de wed. van Loon
inzake de huur der woning Prins Hendrikstraat no.
13, te ontbinden en deze woning tot 12 Mei 1919 te
verhuren aan M Grondsma, alhier, voor de som van
325.per jaar.
Wordt voorgesteld tot behandeling na afloop dei-
agenda over te gaan.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
8. alsvoren om aan het bestuur der Friesche
Tuinbouwvereeniging voor een in den winter te houden
tuinbouwcursus een subsidie van ƒ80.te verleenen.
9. voordracht voor de benoeming van een onder
wijzer aan gemeenteschool no. 6, vacature L. Pasma
1. J. Metzlar te Oostzaan,
2. Tj. Hiddema Hitzum,
3. H. Jongbloed Follega.
De stukken sub 8 en 9 zullen in eene volgende
vergadering worden behandeld.
V. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1. Benoeming van een conrector aan het gymnasium,
vacature dr. H. D. Verdam.
Uitgebracht zijn 24 stemmen te weten
op den heer dr. W. H. Chr. van Esveld 20 stemmen.
dr. K. Hofstee 3
dr. L. Rank 1 stem.
De heer dr. W. H. Chr. van Esveld is alzoo benoemd.
2. Benoeming van een onderwijzer aan gemeente
school no. 7, vacature K. Postma.
Uitgebracht zijn 24 stemmen te weten
op den heer J. Okkinga 23 stemmen.
J. Nieboer 1 stem.
De heer J. Okkinga is alzoo benoemd.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
aan B. de Boer, ived. G. P. Klopma alhier, voor het
tijdvak van 5 Maart/12 Mei 1913 tot gelijke data in
het jaar 1915 ondershands in huur af te staan de
herberg „de Bleek" met hieminge, wagenhuis en wei
land enz.
Dit voorstel luidt als volgt
De herberg „de Bleek" en de daarbij behoorende
weilanden zijn in het begin van dit jaar afzonderlijk
verhuurd en wel de herberg met hieminge en wagenhuis
tot 5 Maart/12 Mei 1914 en de weilanden van maand
tot maand, uiterlijk tot 5 Maart 1913. Nu de om
standigheden voorloopig niet meer gelijk zijn aan
die, waardoor een gesplitste verhuring door ons
wenschelijk werd geacht en het ons daarom beter
voorkomt herberg met landerijen, welke uit den aard
bij elkander behooren, weder tegelijk voor eenzelfde
tijdvak te verhuren, hebben wij de tegenwoordige
huurster, de weduwe G. P. Klopma, medegedeeld,
dat wij wilden bevorderen, dat haar een en ander op
nieuw op korten termijn, namelijk tot 5 Maart/12 Mei
1915, zou worden verhuurd. Hiervoor zou dan noodig
wezen het huurcontract, d.d. 29 Februari 1912, be
treffende de herberg c.a. te ontbinden. Na advies te
hebben ingewonnen bij den deskundige Jb. A. Palsma
te Wirdum (Fr.), meenden wij den huurprijs voor de
landerijen op 56.per 363/4 A. (pondemaat) of in
totaal op 208.te moeten stellende huursom
voor de herberg c.a. kan o. i. op het tegenwooi'dige
bedrag van ƒ594.bepaald blijven, zoodat de geheele
huurprijs 802.'s jaars zal zijn, een bedrag dat
ons, gelet- op den korten huurtermijn, voldoende voor
komt.
Mejuffrouw Klopma verklaarde met een en ander
genoegen te nemen, weshalve wij dan ook de eer
hebben U voor te stellen te besluiten
met ontbinding van de huurovereenkomst, d.d. 29
Februari 1912, aan Bonkje de Boer, weduwe Geert
Pieters Klopma, herbergierster te Leeuwarden, onders
hands voor het tijdvak, ingaande 5 Maart/12 Mei
1913 en eindigende op gelijke data in 1915 tegen
802.'s jaars te verhuren de herberg „de Bleek",
plaatselijk bekend Oostersingel no. 112, met hieminge
en wagenhuis, ter grootte van ongeveer 24 A., deel
uitmakende van het perceel, kadastraal bekend ge
meente Leeuwarden sectie F, no. 2589, benevens het
weiland en den doorreed, deel uitmakende van het
zelfde perceel, alles te zamen groot 53 A. 70cA.,en
de weilanden, kadastraal bekend in dezelfde sectie
nos. 1291, groot 64 A. 40 cA., en 2590, groot 42 A.
50 cA.een en ander op de bestaande voorwaarden,
behoudens de door Burgemeester en Wethouders
noodig geachte wijzigingen.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Wilhelmij zegt dat de stukken land, die
in deze verhuring zijn begrepen als hij goed is
ingelicht bestemd zijn om daarover de tram te laten
loopen, n.l. als die bij „de Bleek" komt. Burge
meester en Wethouders schijnen evenwel blijkens hun
voorstel, de meening toegedaan, dat van de tram
met „halte Bleek" in de eerste jaren wel niets zal
komen, omdat zij de voor de tram bestemde stukken
bij de herberg willen verhuren. In art. 5 van het
contract staat nu wel, dat Burgemeester en Wethou
ders altijd de bevoegdheid hebben om een deel aan
de huur te onttrekken, maar land dat voor twee of
drie jaar wordt verhuurd, zal in het eerste jaar door
bemesting worden verbeterd, en dan is het voor den
huurder niet aangenaam, dat hem de huur binnen
drie maanden kan worden opgezegd. Spreker wil
gaarne inlichtingen ontvangen of Burgemeester en
Wethouders er zeker van zijn dat de tram niet vóór
12 Mei 1915 door het bewuste land zal loopen.
De Voorzitter antwoordt dat de stukken land die
bij „de Bleek" worden verhuurd, wel bestemd zijn