52 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Maart 1913.
1. Benoeming van een bestuurslid der woningvereeni-
ging Leeuwardenwegens ■periodieke aftreding van den
heer G. Pijselmun.
Uitgebracht zijn 19 stemmen, te weten
op den heer G. Pijselman 17 stemmen,
B. Molenaar 1 stem,
terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd.
De heer G. Pijselman is alzoo benoemd.
2. Benoeming van vier leden der commissie tot wering
van schoolverzuim, wegens periodieke aftreding.
Voor de eerste vacature zijn uitgebracht 19 stemmen,
te weten
op den heer J. M. D. Brink 15 stemmen,
B. Molenaar 3
G. Ooiman 1 stem.
De heer J. M. D. Brink is alzoo benoemd.
Voor de tweede vacature zijn uitgebracht 19 stemmen,
te weten
op den heer J. N. Bresson 17 stemmen,
J. H. Spoelstra 1 stem,
B. Molenaar 1
De heer J. N. Bresson is alzoo benoemd.
Voor de derde vacature zijn uitgebracht 19 stemmen,
te weten
op mevr. G. C. StellingwerfJentink 18 stemmen,
FritzlinStraalman 1 stem.
Mevr. G. C. StellingwerfJentink is alzoo benoemd.
Voor de vierde vacature zijn uitgebracht 19 stemmen,
te weten
op den heer D. Roorda 17 stemmen,
B. Molenaar 2
De heer D. Roorda is alzoo benoemd.
3. Benoeming van een lid der commissie van toezicht
op de scholen van Middelbaar Onderwijs, vacature 11.
Le Boole.
Uitgebracht zijn 19 stemmen, te weten
op den heer G. Redeker 11 stemmen,
mr. J. W. Tijsma 2
mr. T. Binnerts 1 stem,
terwijl 5 briefjes in blanco zijn ingeleverd.
De heer G. Redeker is alzoo benoemd.
4. Benoeming van een lid der commissie voor de
bezwaarschriften tegen aanslagen in den Hoofdelijkm
Omslag, wegens aftreding van den heer Beucker Andreae
met September e.k. als lid van den Raad.
De heer Hartelust vraagt of er, behalve de heer
Beucker Andreae, ook andere leden zijn, die met
September aftreden.
De Voorzitter kan den heer Hartelust daaromtrent
niet inlichten.
Wordt overgegaan tot de benoeming.
Uitgebracht zijn 19 stemmen, te weten
Op den heer J. Boosman 10 stemmen,
P. A. Wilhelmij 5
mr. J. W. Tijsma 2
mr. C. Beekhuis 2
De heer J. Boosman is alzoo benoemd.
5. Benoeming van twee herschatters voor de vaststel
ling der huunvaarde ter bepaling in hooger beroep van
het recht wegens vergunning tot verkoop van sterken
drank in het klein.
Voor de eerste vacature wordt met algemeene
stemmen benoemd de heer D. Swart.
Voor de tweede vacature zijn uitgebracht:
Op den heer P. Godhelp 17 stemmen,
P. Vonck 2
De heer P. Godhelp is alzoo benoemd.
De heer Vonck is inmiddels ter vergadering ver
schenen.
6. Rapport der Commissie, belast geweest met het
onderzoek van de rekening der Kamer van Koophandel
en Fabrieken, dienst 1912.
De conclusie van het rapport, strekkende tot goed
keuring der rekening, wordt metjalgemeene stemmen
aangenomen.
De heer Hartelust heeft tot het nemen van dit
besluit niet medegewerkt.
De Raad gaat in comité-generaal ter behandeling van
7. Het rapport der commissie voor de reclames inzake
bezwaarschriften tegen aanslagen in den Hoofdelijken
Omslag, zoo in eersten aanleg als in beroep, dienst 1912.
Na heropening komt aan de orde
8. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
inzake het adres van mr. D. Z. van Duijl alhier, waarbij
hij verzoekt hem vergunning te verlecncn tot het maken
en hebben van een inrit in het trottoir vóór het perceel
Zuiderstraat no. 3.
Dit prae-advies luidt als volgt
Door Mr. D. Z. van Duijl alhier is tot Uwe Ver
gadering het in onze handen om prae-advies gesteld
verzoek gericht in het trottoir vóór het hem toebe-
hoorend perceel Zuiderstraat no. 3 twee inritten te
mogen hebben. Dit verzoek kon met het oog op de
bepalingen van art. 86 der Algemeene Politiever
ordening voor de gemeente Leeuwarden niet inge
willigd worden. Adressant, hiermede in kennis gesteld,
verzocht daarom bij een nieuw adres ter plaatse een
inrit te mogen hebben.
Aangezien tegen de inwilliging van dat verzoek bij
den gemeentelijken Inspecteur voor het Woning
toezicht, blijkens diens nevensgaand advies, noch bij
ons bezwaren bestaan, hebben wij de eer, onder
overlegging van het verzoekschrift, U voor te stellen
te besluiten
aan mr. D. Z. van Duijl, alhier, en zijne rechtver
krijgenden vergunning te verleenen tot het maken en
tot wederopzeggens hebben van een inrit in het
trottoir vóór het hem toebehoorend perceel Zuider
straat no. 3 aan de zijde dier straat, kadastraal bekend
sectie B, no. 2247, de juiste plaats nader door of
vanwege Burgemeester en Wethouders aan te wijzen,
onder bepaling dat worden in acht gemomen de
voorwaarden, gesteld bij raadsbesluit van 26 Januari
1909, no. 12"/10, voor zoover naar het oordeel van
Burgemeester en Wethouders toepasselijk, met dien
verstande, dat als termijn, waarop de recognitie,
ad 1.ten kantore van den gemeenteontvanger
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Maart 1913. 53
moet zijn betaald, worde gesteld 1 Mei, voor het
eerst in 1913.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders betref
fende vermindering van de jaarlijksche pachtsom voor het
beursbuffet, zulks wegens het gemis vaii inkomsten van
den pachter door het niet meer afleveren van militie-
plichtigen in het Beurslokaal.
Dit voorstel luidt als volgt
Van Jelle Klamstra, pachter van het buffet in het
Beurslokaal, is bij ons een verzoek ingekomen het
daarheen te willen leiden, dat hem eene tegemoet
koming wordt verleend in de schade, ten bedrage
van 200.'s jaars, welke hij heeft door het sinds
1 Januari 1913 niet meer afleveren van militieplich-
tigen in dat lokaal.
Adressant is voor de jaren 1912 tot en met 1916
pachter van genoemd buffet geworden voor eene som
van ƒ1301.'s jaars. Bij zijne inschrijving heeft hij,
zooals te verwachten was, rekening gehouden met de
omstandigheid, dat in de laatste jaren geregeld drie
maal 's jaars alle bij de militie in te deelen lotelingen
uit de geheele provincie te Leeuwarden aan de mili
taire autoriteit werden afgeleverd en dat daartoe van
het Beurslokaal gebruik werd gemaakt. Daardoor
moesten zich een aantal personen soms een groot
gedeelte van den dag ophouden in dat lokaal en
maakten daar hunne verteringen, wat den pachter van
het buffet ten goede kwam.
Sinds 1 Januari 1913 is hierin verandering gekomen
en wordt voor dat doel het Beurslokaal niet meer
gebezigd. Dientengevolge lijdt de pachter schade,
zoodat wij het billijk vinden hem daarin voor het
loopende en de volgende pachtjaren tegemoet te
komen, doch alleen zoolang voor de aflevering van
militieplichtigen van het beurslokaal geen gebruik
wordt gemaakt. Die tegemoetkoming is naar billijk
heid berekend als zij gesteld wordt op 100.'s jaars.
Wij hebben de eer U alzoo voor te stellen te be
sluiten
de som waarvoor aan Jelle Klamstra het buffet in
het beurslokaal, alhier, is verpacht, te beginnen met
1913, voor het loopende en de volgende pachtjaren,
eindigende 31 December 1916, wegens gemis van in
komsten door het niet meer afleveren van militie
plichtigen in het Beurslokaal, waarop hij bij de in
schrijving gerekend heeft, met 100.'s jaars te
verminderen, zoolang in dat lokaal niet plaats heeft
de aflevering van militieplichtigen.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om het
bij de gemeentelijke gasfabriek behoorend woonhuis van
den directeur in te richten tot kantoor voor die fabriek
en het gemeentelijk electriciteitbedrijf.
Dit voorstel luidt als volgt
Met de Commissie voor de lichtfabrieken komt het
ons college gewenscht voor de administratie van het
gemeentelijk electriciteitbedrijf, thans nog tijdelijk
op een bovenhuis in de stad gevestigd, in één
gebouw onder te brengen met de bureaux der gas
fabriek. Wij hebben daartoe een plan laten opmaken
dat ook de instemming der Commissie en van die
voor de openbare werken, alsmede van de betrokken
Directeuren wegdraagt en waarbij het tegenwoordige
woonhuis van den Directeur der gasfabriek voor dat
doel wordt bestemd. Het woonhuis is naast de
fabriek gelegen en de nu voor het bedrijf dienende kan
toorlokalen, die langzamerhand voor het doel te klein
zijn geworden, maken er één geheel mede uit. Voor den
Directeur der gasfabriek kan dan bestemd worden het
aan de gemeente toebehoorende aan den Arends-
tuin gelegen, thans onverhuurd zijnde, pand no. 41,
dat laatstelijk door dr. Meerdink is bewoond geweest,
in verband waarmede de instructie van den directeur,
die hem tot het bewonen van het huis aan de fabriek
verplicht, eenigszins moet worden gewijzigd.
Gelijk uit de teekening blijkt, wordt de indeeling
van het nieuw in te richten huis niet ingrijpend ge
wijzigd de bestaande kamers en lokalen krijgen elk
hunne bestemming voor ieder der beide bedrijven.
In den tuin wordt, in aansluiting aan de bestaande
serre, een kantoorlokaal, een hall met entree en privaten-
gebouwtje aangebouwd en een deel van de aldus ver
kregen ruimte afgescheiden voor kantoortje voor den ver
koop der cokes. In het kantoor van den boekhouder wordt
een brandvrije kluis aangebracht. De Directeur dei-
gemeentewerken heeft voor deze laatste op de bij de
stukken gevoegde begrootingen een memoriepost uit
getrokken. Nader is gebleken dat een som van
f 1000.daarvoor voldoende zal zijn. Voor berg
ruimte moet, mede in den tuin aan de oostzijde en
aansluitende aan het privatengebouwtje, een loods
gebouwd worden.
De kosten komen aldus op rond f 5400.waar
van f 3635.voor de gasfabriek en f 1765.voor
het electriciteitbedrijf. Het is echter gewenscht de
uitgaaf ten laste van eerstgenoemde te brengen, die
dan als verhuurster aan het electriciteitbedrijf optreedt.
Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten
1°. artikel 23, le lid, der Instructie voor den
Directeur der gemeentelijke gasfabriek te Leeuwarden
(gemeenteblad no. 9 van 1911) te lezen als volgt
„Hij is verplicht het hem aangewezen huis met zijn
gezin te bewonen"
en te bepalen dat deze wijziging in werking treedt
met ingang van een nader door Burgemeester en
Wethouders vast te stellen datum
2°. met ingang van den sub 1° bedoelden datum
als ambtswoning voor den Directeur aan te wijzen
het huis Arendstuin no. 41, kadastraal bekend
sectie A no. 1579, tegen een jaarlijksche huur, door
de gasfabriek aan de gemeente te betalen, van ƒ500.
3°. in afwachting van hunne nadere voorstellen,
zoo noodig, tot regeling van de op de betrokken
bedrijfsbegrootingen aan te brengen uitgaaf, Burge
meester en Wethouders voor het verbouwen van het
woonhuis, bij de gemeentelijke gasfabriek behoorende,
tot kantoorgebouw voor die fabriek en het gemeente
lijk electriciteitbedrijf, overeenkomstig de teekening
en begrootingen, behoorende bij den brief van den
Directeur der gemeentewerken van 8 Maart 1913 no.
216/29, ten laste van de begrooting der gasfabriek
een crediet te verleenen van f 5400.
4°. de vereischte kantoorruimte in het sub 2°
genoemde gebouw door het bedrijf der gasfabriek
aan het electriciteitbedrijf te doen verhuren naar een
jaarlijksche huursom van 300.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Fransen geeft toe dat het tegenwoordige
kantoor erg bekrompen is. De Directeur der gasfa
briek evenwel verlaat het huis en nu komen er 4 a
5 kamers bij het kantoor en nog een serre en nu
moet er nog een stuk worden bijgebouwd. Die uit
breiding acht spreker overdreven.