54 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Maart 1913.
Burgemeester en Wethouders nu zeggen in hun
voorstel
„Wij hebben daartoe een plan laten opmaken dat
„ook de instemming wegdraagt van de commissie
„voor de lichtfabrieken en van die voor de openbare
„werken".
Dat is evenwel niet het geval.
De commissie voor de openbare werken, met den
Voorzitter aan het hoofd, heeft zich unaniem tegen
dat plan verklaard en nu bevreemdt het spreker in de
stukken te lezen, dat de commissie het met het plan
eens is.
De commissie heeft de zaak bovendien in loco
onderzocht, er is een schets en een begrooting ge
maakt en ook deze heeft spreker tot zijn verwondering
niet bij de stukken gevonden. Spreker wenscht daar
omtrent te worden ingelicht.
Den Voorzitter is het ontgaan dat in het voorstel
sprake is van „met instemming der commissie voor
de openbare werken". Dat is niet geheel juist. Er
zijn een drietal plannen geweest. Daarvan zijn twee
bij de commissie aanhangig geweest. Een dezer
plannen, dat wel de instemming der commissie had,
is met een geringe wijziging het voorstel van
Burgemeester en Wethouders geworden. De commissie
toch wilde niet een afzonderlijk cokeskantoor, wel
wilde ze een verbreeding van de entree.
Wat nu de laatste opmerking van den heer Fransen
betreft, Burgemeester en Wethouders hebben gemeend,
om verwarring te voorkomen, niet alle teekeningen
en plannen te moeten overleggen.
De heer Oosterhoff (Wethouder) heeft den heer
Fransen hooren zeggen, dat het hem eigenaardig
voorkomt dat het kantoor, nu de directeurswoning er
bij wordt getrokken, nog te klein is en dat er daarom
nog een aanmerkelijk stuk moet worden bijgebouwd.
Spreker doet opmerken dat niet alleen gebrek aan
ruimte, maar ook de gebrekkige inrichting van het
kantoor de oorzaak is van de voorgenomen verandering.
Het kantoor voldeed niet aan de eischen van den
tegenwoordigen tijd, te meer daar het personeel in
den loop der tijden verdubbeld is. Ook heeft de
Directeur geen behoorlijke kamer om iemand, die hem
wil spreken, te ontvangen. Een der grootste grieven
tegen de tegenwoordige inrichting was dat alles
de cokesverkoop, de uitbetaling der loonen, de klachten
over gas enz. door één loket moeten worden
behandeld. Er is nu een streven geweest om een
splitsing van al deze zaken te krijgen. Daarom is
voorgesteld aan het eind van den corridor een cokes
kantoor te bouwen en daardoor is de uitbouw noodig
geworden.
Verder wil spreker doen opmerken dat alleen het
onderste gedeelte wordt ingericht voor kantoor van
de gasfabriek. De bovenverdieping toch zal worden
benut voor de administratie der electrische centrale.
De ruimte is voor de beide bedrijven wel noodig.
De heer Fransen heeft niet beweerd dat het geheele
huis van den Directeur voor kantoor zal worden
ingericht, maar dat er vier of vijf kamers en de serre
bijkomen.
De Voorzitter heeft gezegd dat de commissie voor
de openbare werken een schets heeft gemaakt met
een begrooting en dat deze schets met een geringe
wijziging het voorstel van Burgemeester en Wethouders
is geworden.
Het verschil in prijs met de begrooting van den
Directeur der Gemeentewerken is wel 100
De schets, die door de Commissie voor de Openbare
Werken is gemaakt, droeg bovendien de goedkeuring
weg van den Directeur der gasfabriek en was geheel
volgens diens aanwijzing gemaakt, terwijl de kosten
daarvoor slechts de helft bedroegen van die van het
onderhavige voorstel.
Spreker had dan ook liever gehad dat deze schets
bij de stukken had gelegen.
De Voorzitter antwoordt dat Burgemeester en Wet
houders meenden dat het niet van belang was al die
schetsmatige teekeningen over te leggen. Wanneer
spreker zich wel herinnert heeft de Directeur der
Gemeentewerken geen begrooting gemaakt van het
plan der Commissie en dan kan men ook geen verge
lijking maken.
De heer Beekhuis wijst er op dat de heer Fransen
zelf deskundige is, die in overleg met den Directeur
der gasfabriek een plan ontworpen heeft, dat hij zelf
op 1500.begrootte.
Hij meende zelfs dat een particulier het voor 1000.
wel klaar zou kunnen krijgen.
Wanneer nu in dit plan slechts een kleine wijziging
is aangebracht, waardoor komt het dan zooveel duur
der Daarom lacht het spreker niet toe. Dit plan
toch kost 5400.en deze hooge kosten maken
dat spreker niet mee kan gaan.
Waar toch de Commissie voor de Openbare Werken
een plan klaar had voor 1500.waarvan de Direc
teur der gasfabriek zei dat het voldoende was voor
alle behoeften, behoeft men geen duur plan te nemen.
De heer Oosterhoff (Wethouder) meent dat er een
misverstand bestaat ten opzichte van de kosten. De
heer Beekhuis sprak van een bedrag van 5400.
Hier moet af f 1765 voor de kosten voor de centrale.
Die zijn in het plan-Fransen niet opgenomen. Blijft
over f 3635.Hier af 1000.voor de brandvrije
kluis, zoodat er 2625 over blijft. Tengevolge van
ombouw moeten aan het bestaande gebouw nog eenige
extra-kosten worden gemaakt en die moeten er ook
nog worden afgetrokken. Wanneer men dit alles
in aanmerking neemt is het verschil tusschen de beide
plannen niet zoo heel groot. De Commissie voor de
Openbare Werken had alleen den aanbouw geraamd.
Èn de heer Fransen èn de heer Beekhuis hebben
beweerd dat het plan-Fransen voldeed aan de wenschen
van den Directeur. Dit mag waar zijn, maar de
Commissie voor de lichtfabrieken vond het niet vol
doende. Het plan, waarbij het personeel over vier
lokalen verdeeld zou worden, lachtte deze Commissie
niet toe. Zij meende dat een algemeen kantoor voor
het richtig beheer van het bedrijf wenschelijk was.
Dat de boekhouder een afzonderlijk kantoor krijgt is
wel wenschelijk, daar hij ook de boekhouding van
het electriciteitbedrijf moet voeren. Het plan der
Commissie voor de Openbare Werken voldeed niet
aan de eischen, die de Commissie voor de lichtfabrie
ken voor het bedrijf meende te moeten stellen. Dat
was de oorzaak van de afwijking.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met 16 tegen 4 stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Vóór stemmen de heerenG. W. Koopmans,
Zandstra, Tiemersma, Feitz, Lautenbach, Tijsma,
Hiemstra, Wilhelmij, Burger, Hartelust, Oosterhoff,
Bertling, Menalda, Schoondermark, Komter en Vonck.
Tegen de heeren Boosman, Fransen, Beekhuis en
Haverschmidt.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Maart 1913. 55
11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om over
te gaan tot uitbreiding van de installatie der electrische
centrale alhier door het plaatsen van een turbogenerator
van 7ö0 K. W.
Dit voorstel luidt als volgt
Zooals uit het hierbij overgelegde voorstel van den
Directeur van het gemeentelijk electriciteitbedrijf
van 6 dezer blijkt, doet zich het gelukkige verschijnsel
voor dat thans reeds, en wel met spoed, tot uitbreiding
van de machinerie der fabriek moet worden over
gegaan. Thans toch beschikken wij over twee zuiger
machines ieder van 240 tot 250 K.W., hetgeen
beteekent dat het beschikbaar vermogen niet hooger
is dan 240 tot 250 K.W., en de Directeur neemt op
grond van de sedert de opening van het bedrijf tot
stand gekomen aansluitingen aan, dat reeds in den
volgenden winter op meer zal moeten worden gerekend.
Aanschaffing van een derde machine van 240 K.W.
verdient geen aanbeveling, nu wij over twee dergelijke
machine's beschikken, die kunnen dienst doen voor
de dagbelasting en als aanvulling. Reeds bij een
belasting van 230 K.W. levert de turbogenerator van
750 K.W. een besparing aan stoomverbruik op. Bij
het te verwachten verbruik is deze besparing belang
rijker dan die op rente en afschrijving wegens de
lagere aanschaffingskos ten (ƒ12000 tot 15000) van de
machine van 240 K.W. De keus staat dus tusschen
een meer of minder groote turbogenerator.
De Commissie voor de lichtfabrieken stelde bij
schrijven van 12 Februari 1913 no. 5 E voor een
turbogenerator van 1000 K.W. aan te schaffen „omdat
met een machine van deze capaciteit veel zuiniger
kan worden gewerkt". Deze bewering is juist bij
aanzienlijke belasting. Zoo is bij een belasting van
1000 K.W. het stoomverbruik bij een turbogenerator
van 750 K.W. te zamen met een zuigermachine van
250 K.W. 7150 K.G. in het uur tegen 6500 K.G. bij
de turbogenerator van 1000 K.W. Maar nog bij een
belasting van 750 K.W. verbruikt de 1000 K.W.
turbine 5100 K.G. togen die van 750 K.W. 4950 K.G.
en bij een belasting van 500 K.W. is de verhouding
3700 en 3500 K.G.
Stond het vast dat binnen enkele jaren aansluitingen
ten bedrage van 1000 K.W. of meer werden bereikt,
dan zou het dus aanbeveling verdienen, zooals ook
de Directeur opmerkt, een generator van 1000 K.W.
aan te schaffenhet verschil in aanschaffingskosten
toch bedraagt slechts ongeveer f 8000.Maar
daarvan is nog niets te zeggen. Wel zijn voort
durend onderhandelingen met andere gemeenten gaande
en is de mogelijkheid van levering aan een veel
grooter gebied, zooals de Directeur in zijn schrijven
vermeldt, niet uitgesloten, maar of hiervan zal komen,
hoe groot dat gebied zou worden, is tot dusver nog
geheel onbekend. Gesteld dat de hiervoor vereischte
samenwerking niet werd bereikt, dan zouden wij in 1918
nog pas over een vermogen van ruim 600 K.W. behoeven
te beschikken en dus bij aanschaffing van een 1000 K.W.
turbogenerator vele jaren met een machine werken,
die onvoordeeliger was in exploitatie en duurder in
aanschaffing dan een van 750 K.W.
Op grond van een en ander achten wij met den
Directeur geraden onze keuze op laatstgenoemde te
vestigen en hebben derhalve de eer U voor te stellen
te besluiten
in afwachting, zoo noodig, van een nader voorstel
tot wijziging van de begrooting voor het gemeentelijk
electriciteitbedrijf, dienst 1913, Burgemeester en Wet
houders een crediet van 72000.te verleenen voor
de aanschaffing van een turbogenerator van 750 K.W.
Den heer Tiemersma doet het genoegen te ver
nemen, dat het electrisch bedrijf zich uitbreidt en dat
daarin thans een nieuwe machine wordt gevraagd.
Bij de behandeling van de kwestie van electrisch
licht in Leeuwarderadeel trof het hem dat daar werd
gezegd dat de onderhandelingen met Leeuwarden ver
traagd werden.
In verband daarmede zou hij willen vragen of die
vertraging ook van nadeeligen invloed zal zijn op
de centrale.
Waar toch de gemeente met verschillende gemeenten
over de levering van stroom onderhandelt, zou het,
indien ook Leeuwarderadeel erbij kwam, dan niet
beter te zijn een machine van 1000 K. W. inplaats
van 750 K. W. te nemen Spreker zou gaarne hier
omtrent worden ingelicht.
De Voorzitter deelt mede dat men druk bezig is
met de voorbereiding van de plannen voor electrici-
teitslevering in andere gemeenten.
Het zijn buitengewoon ingewikkelde aangelegen
heden, die veel berekeningen en veel arbeid vereischen
en waarvan de Raad te zijner tijd de resultaten zal
zien. Wat de vertraging der onderhandelingen met
Leeuwarderadeel aangaat, die zijn afgestuit op de
voortdurende weigering dier gemeente om voort te
gaan. Deze zaak is evenwel thans in eene nieuwe
phase gekomen. Thans is het niet mogelijk om alleen
aan Leeuwarderadeel en Ferwerderadeel stroom te
leveren, daar de gemeente blijkens dienaangaande
ontvangen inlichtingen dan een grooter gebied voor
hare rekening moet nemen. Het is niet mogelijk om
met den kabel verder de provincie in te gaan, omdat
daarvoor de vergunning van de Regeering noodig is,
zoodra men in de nabijheid van spoorwegovergangen
of telefoonkabels komt.
Wat nu het tweede plan aangaat, een ontwerp
regeling is de vorige week Woensdag uitgegaan en
daarover zal eerstdaags worden geconfereerd.
Aan hetgeen in het voorstel van Burgemeester en
Wethouders voorkomt over het aanschaffen van een
grootere machine heeft spreker weinig toe te voegen.
Wanneer men er zeker van was dat men binnen korten
tijd zooveel debiet kreeg, dat men 1000 K. W. noodig
had, zou het praktischer zijn zoo'n machine te nemen.
Burgemeester en Wethouders hebben 1000 K. W.
is een verbazend groote hoeveelheid gemeend dat
een machine van 750 K. W. voldoende is. Tot 750
K. W. werkt zoo'n machine zuiniger en dit, niet
zoozeer de aanschaffingskosten, is de factor waarmee
rekening moet worden gehouden.
De heer Tiemersma dankt den voorzitter voor de
verstrekte inlichtingen. Hij meende de conclusie te
mogen trekken dat het aanschaffen van een machine
van 1000 K. W. voordeeliger zou zijn. Nu hij den
voorzitter heeft gehoord gaat hij met het voorstel
van Burgemeester en Wethouders mee.
De heer Hiemstra hoort den Voorzitter zeggen dat
er geen toestemming wordt verleend voor het leggen
van kabels bij spoorwegen of telefoonkabels. Hoe is
het dan in Menaldumadeel?
De Voorzitter„die toestemming daarvoor is ver
leend. Er wordt evenwel thans geen toestemming-
meer gegeven."
De beraadslaging wordt gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen-
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.