Vergadering yan Dinsdag 8 April 1913.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 April 1913. 63
Tegenwoordig alle leden, te weten de heeren Wil-
helmij, Tulp, Lautenbach, Feitz, Beucker Andreae,
Tiemersma, Boosman, G. W. Koopmans, Zandstra,
J. Koopmans, Haverschmidt, Bertling, Oosterhoff,
Hartelust, Fransen, Hiemstra, van Messel, Vonck,
Burger, Schoondermark, Komter, Berghuis, Tijsma,
Menalda en Beekhuis.
Voorzitter: de heer mr. J. A. N. Patijn, Burgemeester.
I. De notulen der op Dinsdag 25 Maart 1.1. ge
houden vergadering worden vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld
1. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd
de raadsbesluiten dd. 11 Maart 1.1.
a. tot koop van een gedeelte der opvaart sectie
F. no. '723, uitkomende in het Ouddeel en verhuring
van een perceel hooiland aldaar aan H. Alves te
Snakkerburen
b. tot ruiling van grond aan de Nieuweburen met
P. de Jongh te Leeuwarden;
c. tot wijziging der verordening op het beheer van
het gemeentelijk electriciteitbedrijf te Leeuwarden
(gemeenteblad no. 14 van 1912);
2. berichten van de heeren G. Pijselman en G.
Redeker, dat zij de benoeming onderscheidenlijk tot
bestuurslid der woningvereeniging „Leeuwarden" en
van lid der commissie van toezicht op de scholen
van Middelbaar Onderwijs aannemen
3. dankbetuiging van J. Klamstra voor de hem
toegekende vermindering van pachtsom voor het
beursbuffet
4. procesverbaal van de opneming van de boeken
en kas van den gemeente-ontvanger
5. verklaring van Mozes Dwinger Mz., dat hij de
vergunning tot het maken en hebben van twee licht
ramen in den zuidelijken gevel van zijn perceel
Amelandstraat no. 14 onder de daarbij gestelde voor
waarden aanvaardt.
De stukken sub 15 worden voor kennisgeving
aangenomen
6. adres met memorie van toelichting van den
Bond van Gediplomeerde Hulpkeurmeesters van vee
en vleesch in Nederland waarbij nogmaals wordt
verzocht het daarheen te leiden, dat in deze gemeente
de vee- en vleeschkeuringsdienst op zoodanige wijze
worde geregeld, dat hij aan billijke eischen voldoet.
Wordt voorgesteld, met verwijzing naar het raads
besluit van 22 October 1912 no. 410r/221, het verzoek
opnieuw af te wijzen.
De heer Zandstra zegt dat hij zich bij het voorstel
van Burgemeester en Wethouders zal neerleggen, als
de Voorzitter hem de overtuiging kan geven dat de
totstandkoming van het abattoir niet meer zoo lang
duurt als het geduurd heeft. Er wordt wel beweerd
dat er niet veel feiten zijn aan te wijzen die voor een
scherpere vleeschkeuring pleiten, maar spreker meent
dat er meer feiten zijn dan openbaar worden gemaakt.
Hij is overtuigd dat de vleeschkeuring zeer slap is en
niet voldoet aan de eischen die gesteld mogen worden.
Wanneer men in het verslag leest van een kleine
plaats zonder abattoir, ziet men, dat daar in één maand
tijds zijn gekeurd, met de volgende uitkomst 19
runderen, 74 kalveren en 74 varkens 7 stuks leden
aan tuberculose, 1 aan leverbot, 1 aan hulsworm in
long en lever, 1 varken aan tuberculose der longen, 3 j
varkens aan longontsteking, 2 varkens aan hulsworm in
de lever en vleeschdeelen. De keuring op het vleesch
i heeft hier, zooals die thans wordt uitgevoerd, niet veel
waarde. Dit artikel moet strenger worden gekeurd,
want er wordt nog wel vleesch en vet verkocht, dat
niet altijd voor de consumptie geschikt is. Wanneer
het nu niet al te lang duurt eer er een abattoir komt,
zal spreker zich bij het voorstel van Burgemeester en
Wethouders neerleggen.
De Voorzitter kan moeilijk een termijn bepalen. Hij
durft niet zeggen binnen zooveel maanden of jaren
is het abattoir gereed. Spreker kan wel mededeelen
dat Burgemeester en Wethouders allereerst getracht
hebben zich met Leeuwarderadeel te verstaan om
samen te doen. Reeds is een antwoord binnengekomen
en kunnen Burgemeester en Wethouders zich met de
deskundigen in verbinding stellen. De zaak heeft
dus wel voortgang en Burgemeester en Wethouders
zullen haar zooveel mogelijk bespoedigen. Den vorigen
keer evenwel heeft de Raad overwogen dat er
met een regeling eenige tijd gemoeid is en was de
algemeene opinie, dat een werkelijk goede vleesch
keuring niet te verkrijgen is zonder abattoir.
Men zal slechts een regeling krijgen voor een paar
jaar, die niet bevredigt. Dat zijn den vorigen keer de
overwegingen van den Raad geweest om afwijzend
te beschikken en Burgemeester en Wethouders meen
den dan ook niet dat de Raad nu een ander standpunt
zou innemen.
De heer Zandstra zal nu geen voorstel doen, maar
een afwachtende houding aannemen.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
7. adres van het comité „Plan 1913" om ten
behoeve van een in het Harmoniegebouw te houden
tentoonstelling, van 1 Augustus tot 1 September e.k.
in gebruik af te staan het gemeentelijk terrein tusschen
dat gebouw en het Paleis van Justitie.
Het adres is door Burgemeester en Wethouders om
prae-advies tot zich genomen, dat op de agenda voor
heden is geplaatst
8. lijst van de dagen en uren waarop
a. aan gemeentescholen 1, 512 de openbare
uitreiking van getuigschriften zal plaats hebben
b. openbare lessen aan de gemeentelijke bewaar
scholen zullen worden gehouden.
Tot bijwoning worden onderscheidenlijk uitgenoo-
digd de heeren Burger, Fransen en Vonck Zandstra,
Bertling en Boosman
9. adres van P. A. de Haan, directeur van de Naam-
looze Vennootschap de Leeuwarder Brandstoffenhandel,
gevestigd te Leeuwarden, houdende verzoek ten
behoeve van den bouw van een pakhuis aan den
Oostersingel op een gedeelte van het kadastrale
perceel sectie G no. 8308 de vóór het bouwterrein
gelegen sloot te mogen dempen, recht van uitgang
te verkrijgen naar de openbare straat en de door
demping te verkrijgen oppervlakte voor rekening der
gemeente te doen verharden.
Wordt om prae-advies in handen van Burgemeester
en Wethouders gesteld
10. Verslag van het eindexamen der Burger
avondschool.
Wordt eenigen tijd voor de leden ter visie ge
legd
11. de rekening en verantwoording van de Stads
Bank van Leening.
Wordt om onderzoek en rapport in handen gesteld