106 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Mei 1913.
De Voorzitter gelooft niet dat het er iets toe doet
over welk voorstel het eerst wordt gestemd. Hij
heeft geen bezwaar eerst over het voorstelBurger
te laten stemmen. Spreker sluit de beraadslagingen.
De hoer van Messel verlaat de zaal, onder opmer
king, dat hij het beneden zijn waardigheid als raads
lid acht na zoo'n debat te stemmen.
b. het leveren en uitvoeren
heiwerken, kleine basaltkade
alhier voor 4240.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
van onderscheidene
enz. aan S. Verhoeve
Het voorstel van den heer Burger wordt verworpen
met 12 tegen 10 stemmen.
Vóór stemmen de heeren Lautenbach, Tiemersma,
Boosman, Gr. W. Koopmans, Bertling, Beucker Andreae,
Beekhuis, Zandstra, Hiemstra en Burger.
Tegen de heerenWilhelmij, Tulp, Hartelust,
Fransen, Tijsma, Menalda, Oosterhoff, J. Koopmans,
Berghuis, Schoondermark, Komter en Vonck.
Het voorstelZandstra wordt verworpen met 18
tegen 4 stemmen.
Vóór stemmen de heerenTiemersma, Boosman,
Zandstra en Hiemstra.
Tegen de heerenLautenbach, Wilhelmij, Tulp,
Hartelust, Fransen, G. W. Koopmans, Bertling,
Beucker Andreae, Tijsma, Beekhuis, Menalda, Ooster
hoff, J. Koopmans, Berghuis, Burger, Schoondermark,
Komter en Vonck.
Het verzoek der Commissie wordt ingewilligd met
19 tegen 3 stemmen.
Vóór stemmen de heeren Lautenbach, Wilhelmij,
Tulp, Hartelust, Boosman, Fransen, G. W. Koopmans,
Beucker Andreae, Tijsma, Beekhuis, Menalda, Zandstra,
Oosterhoff, J. Koopmans, Berghuis, Burger, Schoon
dermark, Komter en Vonck.
Togen de heerenTiemersma, Bertling en Hiemstra.
5. de rekoning en verantwoording van het Nieuwe
Stads Weeshuis, dienst 1912.
Wordt in handen gesteld van de heerenBeekhuis,
van Messel en Boosman om onderzoek en rapport.
6. adres van de coöperatieve vereeniging tot aan
koop en bewerking van landbouwbenoodigdheden voor
Friesland e.a., eigenaren van nijverheidsondernemingen,
gevestigd of te vestigen aan den Sneekertrekweg, die
in eigendom behoort aan de gemeente Sneek, houdende
verzoek dien weg in goeden toestand te brengen en
het politietoezicht en de straatverlichting aldaar te
verbeteren.
7. adres van Th. Overmeer e. a. alhier, houdende
verzoek om vergunning tot demping van het gedeelte
sloot, gelegen tusschen hun perceel grond aan den
Oostersingol, deel van het kadastraal perceel sectie
G no. 8308 en dien weg en daarnaar voor de op het
perceel te stichten gebouwen uitgang te verleenen, enz.
8. adres met memorie van toelichting van het
bestuur van het congres voor kinderbescherming, in
October a.s. te Amsterdam te houden, om daarvoor
een subsidie te verleenen.
9. adres van H. en L. Corée, alhier, houdende
verzoek de rooilijn van een perceel bouwterrein aan
het Noordvliet, hoek Poppeweg, te wijzigen in dien
zin, dat zij in plaats van zooals nu op 11.75 M., be
paald wordt op 9.75 M. uit het hart van laatstge
noemden weg.
De stukken 69 worden in handen gesteld van
Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies.
10. dat Burgemeester en Wethouders bij open
bare aanbesteding hebben gegund
a. de verbouwing van de boerenplaats „de Magere
Weide" c.a. aan T. Nicolai te Bergum voor/3560.
De heer van Messel is intusschen weder ter verga
dering verschenen.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
op het verzoek van de Naamlooze Yennootschap
„Leeuwarder Brandstoffenhandel" om vergunning tot
demping van een gedeelte sloot, gelegen tusschen het
kadastrale perceel sectie G no. 8308 en den Ooster
singel en tot het maken en hebben van een inrit in
het aldaar te maken gemeentelijk trottoir.
2. Alsvoren om aan de provincie Friesland in
eigendom af te staan, voor zooveel de rechten dezer
gemeente betreft, een gedeelte van het oude trekpad,
loopende ten zuiden van de Harlingervaart, kadastraal
bekend gemeente Ried, sectie C no. 1910.
De stukken 12 hebben ter visie gelegen om nog
heden te worden behandeld.
3. Alsvoren op het adres van A. J. Tiemersma
alhier om vergunning tot het maken en hebben van
een inrit in het trottoir vóór zijn perceel Zuiderplein
no. 3.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
aan de Naamlooze Yennootschap Swarts'Zuivelfabrie
ken, gevestigd te Leeuwarden, vergunning te verlee
nen tot het maken en hebben van twee inritten in
het trottoir vóór haar perceel Elisabethstraat no. 58.
De stukken 34 zullen in eene volgende vergade
ring worden behandeld.
5. Alsvoren tot algeheele herziening van de verorde
ningen op de heffing en invordering van een hoofde-
lijken omslag naar het inkomen.
Wordt gedrukt als bijlage tot het raadsverslag en
bij de leden rondgezonden.
Wordt voorgesteld dit voorstel in de sectiën te
onderzoeken, met bepaling, dat het onderzoek den
16 Juni zij afgeloopen.
De heer Burger„waarom mag de Raad de veror
dening niet eerst zien alvorens te beslissen over de
al of niet behandeling in de sectiën
De heer Komter (wethouder) wijst erop dat het voor
stel door Burgemeester en Wethouders is gedaan om
14 dagen tijd uit te sparen. Wanneer de Raad nu tot
sectiebehandeling besluit met de bepaling dat het sectie-
onderzoek moet zijn afgeloopen binnen 3 weken, dan
kan de Raad de verordening, die dezer dagen in
handen der leden komt, bestudeeren en, mocht men
daarna van oordeel zijn dat sectiebehandeling niet
noodig is, welnu des te beter, dan kan dadelijk tot
behandeling in openbare vergadering worden over
gegaan. Spreker wil zich niet beroepen op vorige
gelegenheden, maar doet opmerken dat een vijftal
ingrijpende wijzigingen worden voorgesteld, n.l.aan
stelling van een controleur en verplichte gesplitste
aangifte, verhoogden aftrek voor levensonderhoud vooral
met het oog op groote gezinnen, indeeling in kleinere
klassen, wijziging van de tabel der verhoudingscijfers
en verhooging van het te heffen bedrag. Spreker
meent dat de Raad zich bij aanneming van liet voor
stel voor de sectiebehandeling kan voorbereiden. De
sectievergaderingen kunnen worden gehouden na de
volgende raadsvergadering en vervallen wanneer men
deze dan niet noodig mocht achten. Hij vraagt wat
daartegen is.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Mei 1913. 107
De heer Burger„Wat daartegen is De Raad
kan toch eerst het voorstel zien om te beoordeelen
of sectieonderzoek nuttig is. Wat voor geheimzinnigs
zit daarachter." Spreker heeft geen enkel argument
gehoord dat er op wees dat er groote haast bij de
zaak is.
De heer Komter (wethouder) is van oordeel dat die
haast een bijna vanzelf sprekend iets is. De veror
dening op den Hoofdelijken Omslag kan toch maar
eens per jaar worden ingevoerd en als nu de goed
keuring der Kroon niet in den loop van dit jaar af
komt, moet met de invoering nog een vol jaar worden
gewacht. Met de voorbereiding, het maken van bere
keningen enz. is veel tijd een jaar heengegaan.
Spreker meent, dat de Raad zich binnen den ge
stelden tijd volkomen op de hoogte kan stellen en
hij wijst er nogmaals op dat elke 14 dagen vertra
ging de oorzaak kan zijn van een jaar vertraging
met de invoering. Overigens, spreker blijft er bij,
is er niets bedorven wanneer de Raad over 14 dagen
tot de conclusie mocht komen, dat sectieonderzoek
niet noodig is. Spreker gelooft echter niet dat dit
het geval zal zijn.
De Voorzitter voelt het bezwaar van den heer Burger.
De door Burgemeester en Wethouders voorgestelde
regeling heeft echter dit practische voordeel, dat de
leden, als ze weten dat er spoed achter het sectie
onderzoek zit, de herordening zoodra deze in hun
bezit is, gaan bestudeeren. Wanneer nu tot sectie
onderzoek is besloten, kan de Raad, als hij dit niet
noodig acht, op zijn besluit terugkomen. Neemt de
Raad dit besluit nu niet, maar moet dat over 14
dagen nog gebeuren, dan moet ook een latere datum
voor het sectieonderzoek worden vastgesteld.
De heer Bertling heeft met groot genoegen ge
hoord dat er eindelijk een wijziging in de wijze van
aanslag komt. Het komt spreker noodzakelijk voor
dat het voorstel met spoed wordt behandeld. Spreker
steunt dan ook ten zeerste het voorstel om te besluiten
tot een sectieonderzoek.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met 21 tegen 2 stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Vóór stemmen de heeren: Lautenbach, Wilhelmij,
Tiemersma, Tulp, Hartelust, Boosman, Fransen, G. W.
Koopmans, Bertling, Beucker Andreae, Tijsma, Beek
huis, Menalda, Zandstra, Oosterhoff, Hiemstra, J. Koop
mans, Berghuis, Schoondermark, Komter en Vonck.
Tegen de heeren van Messel en Burger.
6. Alsvoren om aan W. Schippers op zijn verzoek
eervol ontslag te verleenen als onderwijzer aan
gemeenteschool no. 1.
7. Voorstellen van Burgemeester en Wethouders tot
oninvorderbaarverklaring van aanslagen
a. in den Hoofdelijken Omslag, diensten 19091912;
b. in het schoolgeld voor het Openbaar Lager
Onderwijs, diensten 19101912
c. in het schoolgeld voor onderwijs aan de Gemeen
telijke Bewaarscholen, diensten 19101912
d. in het schoolgeld voor onderwijs aan de Burger
avondschool, diensten 1911 en 1912;
e. in de belasting op het houden van honden,
diensten 1911 en 1912;
in de belasting onder den naam van kadegeld,
dienst 1911.
De stukken 67 zullen in eene volgende vergade
ring worden behandeld.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1. Benoeming van een onderwijzer aan gemeenteschool
no. 1, vacature P. Koopmans.
Uitgebracht zijn
op den heer H. K. Schippers 22 stemmen.
H. Valkema, 1 stem.
De heer H. K. Schippers is alzoo benoemd.
2. Rapport der Commissie, belast geweest met het
onderzoek van af- en overschrijvingen op de begrooting
der Stads-Armenlcamer, dienst 1912.
De conclusie van het rapport, strekkende tot goed
keuring der gevraagde af- en overschrijvingen, wordt
met algemeene stemmen aangenomen.
3. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
op het adres van V. Vetter te Hilversum, om vergunning
tot het plaatsen van een tweetal weerzuïlen op nader aan
te geven punten in de gemeente.
Dit prae-advies luidt als volgt
Bij nevensgaand adres verzoekt V. Vetter te Hil
versum vergunning tot het plaatsen van twee zoo
genaamde weertelegrafen aan den openbaren weg.
Deze zijn afkomstig van het Weerkundig Instituut
C. A. Ulbrich Co. te Zurich, bevatten weerkundige
instrumenten, welke een zekeren tijd (30 uren) te
voren de plaatselijke weersgesteldheid aangeven, en
bieden ruimte voor een elftal aankondigingen. Zij zijn
1 meter hoog, 1 meter breed en omstreeks 12 cM.
diep en staan op een ijzeren onderstel. De opstelling
en het onderhoud zijn ten laste van den ondernemer.
Hoewel dit geval niet in de overeenkomst betreffende
de verpachting van de gemeentelijke aanplakzuilen
en borden is voorzien, meenden wij toch den pachter
met het verzoek in kennis te moeten stellen, in ver
band met de mogelijkheid dat hij wellicht eenigeschade
zou hebben van de concurrentie, die hem daardoor kon
worden veroorzaakt. Deze verklaarde tegen de inwilli
ging geen bezwaar te hebben voor zoover het de annon
ces betreft, mits hem eenige vergoeding werd toegekend.
Dit is billijk en wij waren dus van oordeel, dat die
op een jaarlijksch bedrag van 10.per toestel
behoorde te worden gesteld. De ondernemer, wien
dit werd medegedeeld, kon, zooals uit zijn adres blijkt,
zich daarmede vereenigen.
Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer
U voor te stellen te besluiten
aan V. Vetter te Hilversum en zijne rechtverkrij
genden vergunning te verleenen tot het opstellen en
tot wederopzeggens hebben van twee zoogenaamde
weertelegrafen, bevattende bovendien ruimte voor
ongeveer een elftal aankondigingen, aan den openbaren
weg binnen deze gemeente op nader door Burgemeester
en Wethouders aan te wijzen plaatsen en tegen be
taling eener jaarlijksche vergoeding aan den pachter
der gemeentelijke aanplakzuilen en borden van/10.
per toestel en voorts onder gehoudenheid de inrich
tingen te zijnen koste en te hunnen genoegen te
onderhouden en, binnen eene maand na opzegging,
weg te nemen.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Tijsma wijst erop dat zuilen in het alge
meen niet tot verfraaiing strekken. Wij hebben nu