182 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Augustus 1913.
De heer Schoondermark zegt met een zeker ver
wijt tegen de tijdelijke Wethouders dat zij, die 3
jaar geleden voor Amerikaansch grenen vloeren hebben
gestemd, nu hun stem hebben gegeven aan vuren
vloeren. Dit argument nu mag geen indruk maken
op den Raad. Spreker kan zich toch wel indenken,
dat iemand over een dergelijk onderwerp, na het
hooren van nadere inlichtingen, anders oordeelt dan
3 jaar geleden.
Spreker blijft de Amerikaansch grenen vloeren met
het oog op den prijs ontraden.
De heer J. Koopmans kan zich best voorstellen dat
de Voorzitter bezwaar maakt het voorstel terug te
nemen, te meer daar hij hoort dat de zaak spoed-
eischend is. Het was niet alleen om de vloer, dat
spreker dit denkbeeld in overweging gaf, maar ook
om andere dingen, b.v. de breedte der gangen, het
bekleeden der muur met tegels enz.
De Voorzitter: „dat is alles bekend".
De heer J. Koopmans geeft dat toe, maar, zegt hij,
de cijfers zijn niet bekend. Daarom meent hij dat
het overweging verdient dat Burgemeester en Wet
houders prae-advies uitbrengen. Wanneer de Voor
zitter evenwel de verschillende amendementen van
den heer Zandstra afzonderlijk in stemming brengt,
kan spreker er zich bij neerleggen. Hij zou ten
minste gaarne zien dat de urinoirs en privaten van
tegels werden voorzien. Spreker vraagt of de gangen
gestucadoord worden of geverfd.
De Voorzitter antwoordt dat er is afgesproken dat
de privaten en urinoirs van tegels zullen worden
voorzien. Spreker weet niet met zekerheid of een
post daarvan op de begrooting voorkomt, maar in elk
geval zal de betegeling plaats hebben. Of de gangen ge
verfd of gestucadoord worden, kan spreker nu niet
zeggen.
Het amendement Zandstra, betreffende de tegels in
de privaten en urinoirs wordt in verband hiermede
ingetrokken.
De heer Zandstra heeft straks gevraagd of het de
bedoeling is de school te splitsen of om meer hulp
lokalen te stichten.
De heer Schoondermark (wethouder). „Als er één
tegen hulplokalen is, is het de Wethouder van Onder
wijs". Dit antwoord zal den heer Zandstra wel vol
doende zijn.
De heer Zandstra trekt zijn amendement betreffende
den schooltuin in als de Wethouder hem verzekert
dat er een behoorlijke schooltuin komt.
De beraadslaging wordt gesloten.
De amendementen-Zandstra betreffende het aantal
lokalen, het afzonderlijk vertrek van de onderwijzers,
de breedte der gangen en de tegels in de gangen
worden verworpen met 13 tegen 2 stemmen.
Vóór stemmen de heeren: Zandstra en Tiemersma.
Tegen de heerenFransen, Beucker Andreae,
Berghuis, Lautenbach, Tulp, Wilhelmij, J. Koopmans,
Komter, G. W. Koopmans, Hartelust, Schoondermark,
Oosterhoff en Vonck.
Het amendement-Zandstra betreffende de Ameri
kaansch grenen vloeren wordt aangenomen met 8
tegen 7 stemmen.
Vóór stemmen de heerenZandstra, Berghuis, J.
Koopmans, Tiemersma, Hartelust, Schoondermark,
Oosterhoff en Vonck.
Tegen de heerenFransen, Beucker Andreae, Lau
tenbach, Tulp, Wilhelmij, Komter en G. W. Koopmans.
De Voorzitter vraagt of over onderdeel a ook hoof
delijke stemming wordt verlangd.
De heer Schoondermark (wethouder) zal zich er met
tegen verklaren, maar wil graag in de notulen hebben
opgenomen dat hij zijn spijt uitdrukt, dat de bezuini
ging de oorzaak is dat de privaten met waterspoeling
niet zoo zullen worden gemaakt als hij die gaarne
had gezien.
De Voorzitter wil dan gaarne in de notulen hebben
opgenomen dat dit met de bezuiniging niets te maken
heeft. De privaten worden toch duurder gemaakt
dan oorspronkelijk de bedoeling was.
De heer Schoondermark (wethouder) doet opmerken
dat de Voorzitter hem niet begrijpt. De privaten
komen op een plaats die veel te laag is en waar het
nooit frisch is. Burgemeester en Wethouders bemerken
dat niet zoo goed als spreker, die veel in de scholen
komt. Spreker wil zijne opmerking hebben opgenomen
opdat men hem later niet verwijte, dat hij als wet
houder ertoe heeft medegewerkt.
De Voorzitter herhaalt dat dit met de zuinigheid
niets heeft uit te staan. Bij Koninklijk Besluit is de
hoogte der privaten »en urinoirs vastgesteld op 2.50
M. Deze worden 3 M. en 2.55 M. Bovendien zijn
het privaten met waterspoeling.
De heer Schoondermark heeft gezegd dat het brengen
der privaten op de verdieping uit zuinigheid is ge
schied. Dat is niet juist. Het is ook geschied, om
dat anders de trap te donker werd, en de Raad voor
school 6 uitdrukkelijk deze inrichting heeft gewild,
zoodat kan worden aangenomen dat de Raad haar
ook hier zou goedkeuren. Het is echter niet onmogelijk
de urinoirs afzonderlijk te plaatsen. Dat er geen
ventilatie is is ook niet juist, want er zijn luchtkokers.
De heer Schoondermark (wethouder) heeft geen
voorstel gedaan. Do Voorzitter wijst er op dat de
inrichting der privaten niet uit zuinigheid zoo is voor
gesteld. Spreker is dat niet met hem eens. Hij had
privaten gewild als in school no. 7, en blijft erbij
dat het een zuinigheidsmaatregel is dat de privaten
onder en achter de trap komen.
De heer J. Koopmans kan zich niet voorstellen, dat-
de heer Schoondermark daartegen zooveel bezwaar
heeft waar het hier privaten geldt met waterspoeling
terwijl de andere tonnenprivaten zijn. Hier kan toch
in het geheel geen stank worden verspreid.
De heer Schoondermark (wethouder) wijst er op
dat er niet over deze zaak behoeft te worden ge
sproken, daar hij geen voorstel heeft ingediend. De
urinoirs, dit is het minste, de privaten zal nog gaan.
De onderdeelen ab en c van het voorstel van
Burgemeester en Wethouders worden met algemeeno
stemmen aangenomen.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 12 Augustus 1913. 183
12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
hen te machtigen namens de gemeente mede te werken
tot de oprichting van een naamloaze vennootschap voor
den tijd van ten minste 30 jaar, die ten doel heeft het
leggen en exploiteeren van een hoogspanningsvoedingskabel
en bijbehoorende toestellen in enkele buitengemeenten, met
voorstel, dat ook de gemeente daartoe toetrede (bijlage no. 24).
De Voorzitter deelt mede dat, sedert het voorstel
is gedaan, de toestand eenigzins is veranderd Leeu-
warderadeel toch heeft verklaard deel te willen nemen.
Bovendien stellen Burgemeester en Wethouders voor
het bedrag van 30,500.in sub II genoemd te
brengen op f 31,000.omdat het kan zijn dat bij
het opmaken der statuten blijkt dat het practischer
is aandeelen te maken van f i,000.en geen onder
deelen daarvan.
Spreker opent de beraadslagingen.
De heer G. W. Koopmans zegt dat, toen hij het
voorstel had gelezen, de vraag bij hem opkwamwat
is er nu eigenlijk van de zaak. Burgemeester en
Wethouders stellen iets voor, maar dit beteekent niets
anders dan een uitspraak uit te lokken dat de Raad
goedkeurt wat zij tot nu toe ter zake hebben gedaan.
Burgemeester en Wethouders toch zeggende stand
van zaken is nu zoo, doch daaraan kan veel worden
gewijzigd door de eischen der Regeering. Spreker
meent dan ook dat Burgemeester en Wethouders te
vreden kunnen zijn als de Raad zijne goedkeuring
hecht aan wat er tot nu toe is gedaan waartoe spreker
wel een voorstel wil doen. Willen Burgemeester en
Wethouders hun voorstel handhaven, spreker zal er
zich niet tegen verzetten. Het is echter een slag in
de lucht. Spreker zou in elk geval in I willen in-
lasschen na gemeente „te zijner tijd". Het is een
erg zwevend iets waartoe de Raad besluit.
De Voorzitter wil den heer Koopmans wel toegeven
dat het iets zwevends is, maar het is niet voldoende
dat de Raad zich in den geest van dat raadslid uit
spreekt. De zaak toch is dezeBurgemeester en
Wethouders kunnen geen aanvraag bij de Regeering
om een concessie voor een kabelmaatschappij doen,
alvorens er een uitspraak van den Raad daaromtrent is.
Nu is er bovendien iets, dat de heer G. W. Koopmans
niet weet. Alvorens een definitieve concessie te ver-
leenen, kan eene voorloopige worden verkregen en
nu hebben Burgemeester en Wethouders reden om
aan te nemen dat op een verzoek om in Leeuwarde-
radeel, Ferwerderadeel en Het Bildt stroom te mogen
leveren, gunstig zal worden beschikt. Wanneer dit
geschied is, zal kunnen worden begonnen met het
leggen der kabels en dan hopen Burgemeester en
Wethouders daarmede nog voor den winter klaar te
zijn. Hiervoor is geld noodig. Tegelijker tijd nu met
dit voorstel zal dan ook worden behandeld oen voor
stel tot wijziging der begrooting, en op dat voorstel
moet de goedkeuring van Gedeputeerde Staten nog
worden gevraagd. Zoolang Burgemeester en Wet
houders niet de zekerheid hebben dat zij over het
daarvoor noodig zijnde bedrag kunnen beschikken,
kan met het leggen der kabels geen aanvang worden
gemaakt. Het is Burgemeester en Wethouders dan
ook niet alleen te doen om eene platonische goed
keuring te krijgen ten opzichte van hun beleid, maar
om geld ter beschikking te hebben voor het leggen
van kabels. Dat is de reden van het voorstel van
Burgemeester en Wethouders.
De heer G. W. Koopmans wijst er op dat de voor
waarden voor het leggen van kabels tot nu toe niet
zijn vernomen. De Regeering heeft Burgemeester en
Wethouders alleen naar Prof. van Swaaij verwezen.
Spreker vraagt of het Rijk ook nog kan weigeren om
de kabels te mogen leggen.
De Voorzitter„ja".
De heer G. W. Koopmans „dan komt er dus van
de zaak niets".
Spreker kan zich thans wel bij het voorstel van
Burgemeester en Wethouders neerleggen.
De Voorzitter wijst er op dat de vergunning der
Regeering noodig is voor zoover gebruik wordt ge
maakt van Rijks-eigendommen, Rijkstelegrafen of
-telefonen worden gekruist. Burgemeester en Wet
houders hebben echter reeds geïnformeerd en als het
niet waarschijnlijk was dat de concessie zal worden
verleend, zouden zij niet met hun voorstel zijn gekomen.
De heer J. Koopmans zal deze zaak in het algemeen
niet bespreken. Hij kan zich met den opzet volkomen
vereenigen, hetgeen in de vergaderingen van de
commissie voor de lichtfabrieken ook is gebleken.
Daar is echter de Exploitatierekening, die trouwens
zeer moeilijk te beoordeelen valt niet behandeld. Hij
wenscht alleen te spreken over de onderdeelen van
het voorstel sub I e en waar staat
e. „over het aandeelenkapitaal wordt 473 °/0 rente
vergoed hiermede kan hij zich vereenigen en verder
onder
f. „geen verlaging van den verkoopprijs van den
stroom zal intreden voor en alleer de tekorten der
eerste jaren, daaronder begrepen de nog verschuldigde
rente van het aandeelen-kapitaal, zullen zijn aange
zuiverd
Hier wordt niet over afschrijving gesproken, die
toch bij de exploitatie dezer Maatschappij wel gerekend
zal worden en ook niet dat deze bedragen ook onder
de tekorten moeten worden opgenomen. Spreker zou
hierover gaarne iets naders vernemen.
De Voorzitter antwoordt dat op de rentabiliteits-
rekening voor de kabel is gerekend op 3 °/0 afschrijving
en voor de toestellen op 5 °/o>
Er is dus wel op afschrijving gerekend daar dit
als van zelf sprekend tot de lasten der exploitatie
rekening behoort.
Spreker wil nog doen opmerken dat de 4x/2 rente
van het aandeelen kapitaal natuurlijk alleen zullen
worden uitgekeerd als het mogelijk blijkt. De be
doeling van deze zinsnede is te zeggen dat er eerst
sprake van winst zal zijn, wanneer 41/2 dividend
is uitgekeerd, ook over de voorafgegane jaren. Van
het kapitaal zullen ze niet worden genomen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Onderdeel I van het voorstel van Burgemeester en
Wethouders wordt met algemeene stemmen aange
nomen.
Onderdeel II wordt, zooals het is gewijzigd met
algemeene stemmen aangenomen.
Onderdeel III vervalt.
Onderdeel IV wordt met algemeene stemmen aan
genomen.
Het voorstel in zijn geheel wordt met algemeene
stemmen aangenomen.
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging der gemeentebegrooting, dienst 1913 en tot af-
en overschrijving op die voor den dienst 1913.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Niets meer aan de orde zijnde wordt de vergadering
door den Voorzitter gesloten.