186 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Augustus 1913. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan B. Span, alhier, voor den tijd van één jaar te verhuren met stilzwijgende verlenging van de huur van jaar tot jaar. den grond, kadastraal heleend sectie F no. 2049, vóór zijn perceel Öldegalileën no. 199. Dit voorstel luidt als volgt Het bleekveldje vóór de woning Öldegalileën no. 199 is laatstelijk bij raadsbesluit van 27 April 1909 no. 131r/50 (Raadshandelingen bladzijde 86) voor drie aaneenvolgende jaren, ingegaan 12 Mei van dat jaar en geëindigd den 12 Mei 1912, tegen f 2.50 's jaars in huur afgestaan aan Ruurd Span, alhier. Toen bleek, dat deze dien grond ook na laatstge- melden datum in gebruik hield, is hij aangezegd ver lenging van de huur te vragen. Het verschuldigde over 1912 heeft hij bereids betaald. Aan die aan zegging heeft hij eveneens voldaan en wel bij tot ons gericht adres van 26 Juli 1.1. Hij verzoekt daarbij het bleekveld voor denzelfden prijs, doch voortaan van jaar tot jaar, te mogen huren. Bij ons bestaat geen bezwaar, dat het verzoek wordt ingewilligd. Het verdient echter aanbeveling te rekenen, dat de huur is ingegaan 12 Mei 1912, terwijl dezelfde voorwaarden als de bestaande gesteld kunnen worden. Onder overlegging van de betrekkelijke stukken, hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten aan Ruurd Span, alhier, gerekend van 12 Mei 1912 af, voor den tijd van één jaar te verhuren, met stil zwijgende verlenging van de huur van jaar tot jaar, tegen de som van twee gulden vijftig 2.50) 's jaars, den grond, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie F, no. 2049, erf, groot 46 c.A., gelegen vóór zijn perceel, plaatselijk gemerkt Öldegalileën no. 199, onder voorwaarden, welke Burgemeester en Wet houders geraden zullen voorkomen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan den Minister van Justitie ten behoeve van het Rijk ver gunning te verleenen tot het aanbrengen en tot weder- opzeggens hebben van een bovengrondsche electrische schelgeleiding tusschen het huis van bewaring en de aan de Keizersgracht gelegen dienstwoning van den bewaar der len rang (brigadier) bij genoemd gesticht. Dit voorstel luidt als volgt Yan den Minister van Justitie bereikte ons het hiernevensgaand verzoek om vergunning tot het doen aanleggen van eene bovengrondsche electrische schei- geleiding tusschen het Huis van Bewaring alhier en de aan de Keizersgracht gelegen dienstwoning van den bewaarder len rang (brigadier) bij genoemd gesticht. Daartoe zal het noodig zijn de geleiding boven gemeente-eigendom te spannen, waartegen geen be zwaar is, mits zij op eene voldoende hoogte komt. Met den Directeur der gemeentewerken, wiens advies mede hierbij is gevoegd, zijn wij van oordeel dat die hoogte op 5.50 M. gesteld moet worden. Wij achten het echter niet noodig eene bepaalde woning aan de Keizersgracht aan te wijzen, ten einde te voorkomen, dat bij eventueele verhuizing of aan wijzing van eene andere dienstwoning aan die gracht telkens opnieuw vergunning zou moeten worden ge vraagd. Alleen behoort aan Burgemeester en Wet houders vooraf van de voorgenomen verplaatsing kennis te worden gegeven, terwijl de mogelijk door hen te stellen voorwaarden moeten worden opgevolgd. Verder is het gewenscht als erkentenis van den eigendom der gemeente, waarboven de schelgeleiding komt, eene recognitie van 1.'s jaars te vorderen. Wij hebben de eer U derhalve voor te stellen te besluiten aan den Minister van Justitie ten behoeve van het Rijk vergunning te verleenen tot het aanbrengen en tot wederopzeggens hebben van een bovengrondsche electrische schelgeleiding tusschen het Huis van Be waring te Leeuwarden en de aan de Keizersgracht aldaar gelegen dienstwoning van den bewaarder len rang (brigadier) bij genoemd gesticht, onder de na volgende voorwaarden 1. de schelgeleiding wordt op eene hoogte van ten minste 5.50 M. boven de bestrating ten koste van adressant en ten genoegen van Burgemeester en Wet houders aangelegd en onderhouden 2. de schelgeleiding kan na voorafgaande kennis geving aan Burgemeester en Wethouders naar een andere woning aan de Keizersgracht worden overge bracht, waarbij de door hen te stellen voorwaarden moeten worden in acht genomen 3. binnen een maand nadat de vergunning is op gezegd moet alles wat op of boven den gemeente eigendom is aangebracht ten koste van adressant en ten genoegen van Burgemeester en Wethouders ver wijderd zijn 4. bij de uitvoering van de onder 1, 2 en 3 be doelde werkzaamheden mogen geen gemeente-eigen dommen beschadigd worden, terwijl eventueele schade van gemeentewege op kosten van adressant wordt hersteld en het bedrag binnen een maand na opgaaf daarvan moet zijn betaald ten kantore van den ge meente-ontvanger 5. als erkentenis van den eigendom der gemeente, waarboven de electrische schelgeleiding komt, moet jaarlijks vóór of op den 12 Mei, voor het eerst echter vóór of op den 12 September 1913, eene recognitie van ƒ1.ten kantore van den gemeente-ontvanger worden voldaan. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan A. Schuurmans, lid van de firma J. N. Schuurmans alhier, te verhuren een gedeelte van het kadastrale perceel ge meente Leeuwarden, sectie F no. 2143, aan den opweg van het Kalverdijkje naar de Schietbaan, om daarop een bewaarplaats van onontplofbare vuurwerken te bouwen. Dit voorstel luidt als volgt Door den brand, welke in het begin van dit jaar heeft gewoed in haar perceel aan de Voorstreek, dat diende voor werk- en bewaarplaats van vuurwerken, was de firma J. N. Schuurmans alhier, toen haar bleek dat voor hetzelfde perceel geen nieuwe vergun ning ingevolge de Hinderwet zou verleend worden, genoodzaakt naar een ander terrein om te zien. Een harer leden, A. A. Schuurmans, alhier, heeft zich daarom tot ons gewend, met het verzoek hem in huur af te staan een stukje grond, groot ongeveer 176 M2, van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie F no. 2143, aan den opweg van het Kalverdijkje naar de schietbaan, met rooden inkt op nevensgaand kaartje aangeduid. Hij wil daarop een bewaarplaats voor onontplofbare vuurwer ken stichten, waarvoor hem bereids de bij de Hinder wet voorgeschreven vergunning is verleend. Tegen de gevraagde verhuring verzet het gemeente verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Augustus 1913. 187 belang zich niet, al schijnt het beter dat de huur, na afloop van den eersten vijfjarigen termijn, niet telkens stilzwijgend met vijf jaren, doch slechts met één jaar wordt verlengd. Zooals uit de teekening is te zien, zal het gebouwtje omstreeks 96 M. van de gemeentelijke boerenplaats aan het Kalverdijkje ver rijzen. Gevaarlijk voor die plaats is die nabijheid dus niet. Echter dienen voorwaarden gesteld en een behoorlijke huursom betaald te worden. Deze laatste hebben wij, met den Directeur der Gemeentewerken, gemeend op 25.te moeten bepalen. Ook met de door dezen aangegeven voorwaarden kunnen wij ons vereenigen, met dien verstande, dat de door hem onder 5 en 6 genoemde niet behoeven te worden overgenomen, omdat deze reeds aan de bovenbedoelde vergunning ingevolge de Hinderwet zijn verbonden. Den verzoeker hebben wij van een en ander mede- deeling gedaan, die bij nevensgaand schrijven ver klaarde daarmede genoegen te nemen. Wij hebben de eer U alzoo voor te stellen te be sluiten aan A. A. Schuurmans, lid van de firma J. N. Schuurmans, alhier, voor de som van vijfentwintig gulden 's jaars te verhuren een gedeelte, groot onge veer 176 M2., met rooden inkt op het hierbij behoo- rende kaartje aangeduid, gelegen aan de oostzijde van het perceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie F no. 2143, aan den opweg van het Kalver dijkje naar de schietbaan, om daarop een bewaarplaats voor onontplofbare vuurwerken te bouwen, onder de navolgende voorwaarden 1. de huur loopt voor vijf achtereenvolgende jaren, gerekend te zijn ingegaan 1 Augustus 1913 en eindi gende 1 Augustus 1918, en wordt geacht telkens stilzwijgend met een jaar verlengd te zijn, tenzij ten minste drie maanden voor den afloop van den huur- tijd schriftelijke opzegging plaats heeft gehad 2. de huur moet jaarlijks vóór of op den 1 Novem ber, voor het eerst vóór of op den 1 November 1913, ten kantore van den gemeente-ontvanger worden betaald 3. de voor het te verhuren stukje grond gelegen sloot mag niet gedempt, maar moet door den huurder schoon gehouden en jaarlijks vóór 1 Juli schoon gemaakt worden, ten genoegen van den Directeur der Gemeentewerken 4. ingeval de in de nabijheid liggende schietbaan als zoodanig mocht worden opgeheven, eindigt de huur binnen drie maanden na het tijdstip van op heffing 5. bij het eindigen van de huur moeten de op het verhuurde staande gebouwen, afkeeringen enz. binnen een maand daarna verwijderd en alles in den vorigen staat teruggebracht zijn; 6. bij niet voldoening aan een van deze voor waarden zal de huur binnen drie maanden na kennis geving van Burgemeester en Wethouders eindigen en zullen de eventueel schuldig gebleven gelden dadelijk vorderbaar zijn 7. als schadeloosstelling aan den huurder van de zathe en landen aan het Kalverdijkje, IJ. W. Tijsma, waartoe het verhuurde behoort, zal de huurder in eens hebben te betalen een bedrag van 3.79 en wijders op de bepalingen, welke Burgemeester en Wethouders geraden zullen achten. De beraadslaging wordt geopend. De heer Fransen meent dat in de voorwaarden een kleine vergissing is ingeslopen. Onder 3 staat „dat de voor het te verhuren stukje grond gelegen sloot niet mag worden gedempt, maar door den huurder moet worden schoongemaakt ten genoegen van den Directeur der Gemeentewerken." Spreker vraagt of dit niet moet zijnten genoegen van Burgemeester en Wethouders. In den regel worden dergelijke zaken aan de goedkeuring van Bur gemeester en Wethouders onderworpen, die dan een ambtenaar belasten met het toezicht en die daarover rapport aan Burgemeester en Wethouders doet. Spreker zou gaarne zien dat deze regel werd gehandhaafd. De Voorzitter ziet in het aanbrengen van deze wijzi ging geen bezwaar, hoewel het practisch op hetzelfde neerkomt. Den heer G. W. Koopmans heeft het gefrappeerd, dat een lid der firma Schuurmans het stukje grond te huur vraagt. Het is niet duidelijk wie de huurder is, de heer A. Schuurmans of de firma. Het zal beide wel goed zijn, maar spreker acht het èn voor de gemeente èn voor den huurder beter dat de firma als huurster optreedt. De Voorzitter antwoordt dat het niet twijfelachtig is wie de huurder is. Er staat toch duidelijk dat Bur gemeester en Wethouders voorstellen het stukje grond te verhuren aan A. A. Schuurmans, lid van de firma J. N. Schuurmans. Spreker gelooft niet dat daartegen eenig bezwaar bestaat. De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 8. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van W. van der Veer te Ritsumazijl, om gebruik van gemeentegrond aan den Harlingertrekweg aldaar. Dit prae-advies luidt als volgt Door Willem van der Veer, koffiehuishouder te Ritsumazijl onder Marssum, is tot U een adres ge richt, waarbij hij mededeelt op den Harlinger trekweg vóór zijne woning een hekje te hebben geplaatst en daardoor gemeentegrond in gebruik te hebben ge nomen, welken hij nu in erfpacht vraagt. Verzoeker heeft hierin eigenmachtig gehandeld en daardoor eene belemmering voor het verkeer op den trekweg geschapen. Deze is ter plaatse ongeveer 5 M. breed en daarvan heeft hij over eene lengte van 510 M. eene strook ter breedte van 1.50 M., of bijna 1/3 gedeelte, bij zijn perceel getrokken. Bij afstand van dien grond zou te vreezen zijn, dat het openbaar verkeer op dat gedeelte van den weg niet ongestoord kan plaats hebben, zoodat niet kan worden toegelaten, dat zonder noodzaak een gedeelte van den weg daaraan wordt onttrokken. Uit een verkeersoogpunt bezien, is het daarom niet aan te raden op het verzoek in te gaan, te minder waar bovendien de kans bestaat, dat meerdere aan vragen van dezelfde strekking zullen volgen. Terwijl wij U het om prae-advies in onze handen gestelde adres hierbij weder aanbieden, met bijvoeging van het van den Directeur der gemeentewerken ont vangen advies en bijlagen, hebben wij de eer U in overweging te geven op het gedaan verzoek afwijzend te beschikken. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 9. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders inzake bezwaarschriften legen aanslagen in de belasting op het houden van honden, dienst 1913.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1913 | | pagina 2