286 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 November 1913. b. 730 H.L. zwarte voerhaver aan G. R. H. Pel alhier voor 7.76.per 100 K.G. c. 500 privaattonnen aan G. Haagsma te Woudsend voor 1215. II. bij openbare verpachting hebben gegund aan H. van Wijk alhier de pacht van het markt-en staan geld in deze gemeente gedurende de jaren 1914,1915 en 1916 voor de som van 1700.per jaar. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 9. Eindelijk vragen Burgemeester en Wethouders, ten einde de keuze minder beperkt te maken, mach tiging den controleur der belastingen definitief en niet tijdelijk voor een jaar te benoemen, gelijk aan vankelijk besloten is. De Voorzitter heeft in de vorige vergadering ver klaard dat het, in verband met de opmerkingen van den heer Burger, in de bedoeling lag een controleur te benoemen voor één jaar. Bij de sollicitatie nu is gebleken dat vele sollicitanten, ook in verband met de pensionneering, daartegen bezwaar hebben. De keuze zal daardoor zeer beperkt worden en daarom zouden Burgemeester en Wethouders gaarne gemach tigd worden tot het doen eener definitieve benoeming. De heer G- W- Koopmans zou deze kwestie gaarne na afloop der behandeling van de agenda even willen bespreken. De Voorzitter heeft daartegen geen bezwaar. De Raad besluit deze aangelegenheid na afloop der agenda te behandelen. V. Wordt ter tafel gebracht 1. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van een tijdelijk leeraar in de werktuigkunde aan de Burgeravondschool in verband met de beëindiging van de aan A. Deinema verleende opdracht. De aanbeveling luidt als volgt R. Palsma, leeraar aan de Rijks hoogere burgerschool, alhier. 2. Het tweede suppletoir kohier van den Hoof- delijken Omslag, dienst 1913. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aanvulling van het raadsbesluit d.d. 29 October 1913 no. 391r/206, waarbij aan J. Peitsma vergunning is verleend om groefrails te leggen van zijn pakhuis aan de Willemskade zuidzijde no. 51 tot den wal van de stadsgracht aldaar. 4. Alsvoren, om, naar aanleiding van een door hen aan R. van der Tempel verleende vergunning tot het spannen van draden voor electrische gelei ding over gemeente-eigendom, hun een algemeene machtiging te verstrekken tot heffing van een recog nitie voor dergelijke vergunningen. 5. Alsvoren, om van P. Godhelp, alhier, in eigen dom over te nemen het perceel land aan den weg Achter de Hoven, kadastraal bekend sectie G. no. 9131 en een gedeelte van het daaraan grenzend per ceel no. 8989. De stukken 15 hebben ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 6. Alsvoren om aan César Sidoli voor het Ko ninklijk Roemeensch circus gedurende ten hoogste tien achtereenvolgende dagen in het tijdvak van 30 Juli 1915 tot einde October d.a.v. een plaats op het Wilhelminaplein af te staan. 7. Alsvoren om aan mej. D. H. Boersma op haar verzoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres aan gemeenteschool no. 11. 8. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van een lid der Commissie tot wering van schoolverzuim uit de meerderjarige on derwijzers, die aan een bijzondere lagere school in de gemeente werkzaam zijn, wegens periodieke af treding van den heer H. Vijver. 1. H. Vijver, onderwijzer aan de school voor Christelijk onderwijs in de Kruis straat, alhier. 2. D. van der Meulen, onderwijzer aan dezelfde school. De stukken 68 zullen in eene volgende verga dering worden behandeld. VI. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van tivee leden der commissie voor het gemeentelijk werkloozenfonds, wegens periodieke aftreding van H. F. de Haan en P. Attema Dz. Voor de eerste te ontstane vacature wordt met algemeene stemmen benoemd de heer H. P. de Haan. Voor de tweede vacature wordt met algemeene stem men benoemd de heer P. Attema Dz. 2. Benoeming van eene voogdes en een voogd van het Nieuwe Stads Weeshuis, wegens periodieke aftreding van jonkvr. Q. J. van Eijsinga en mr. J. A. Hingst. Voor de eerste vacature zijn uitgebracht 19 stemmen, verdeeld als volgt op jonkvr. Q. J. van Eijsinga 13 stemmen, mevr. StellingwerfJentink 4 terwijl 2 briefjes in blanco zijn ingeleverd. Jonkvr. Q. J. van Eijsinga is alzoo benoemd. Voor de tweede vacature zijn uitgebracht 19 stemmen, verdeeld als volgt op den heer mr. J. A. Hingst 14 stemmen, J. A. Fritzlin 3 terwijl 2 briefjes in blanco zijn ingeleverd. De heer mr. J. A. Hingst is alzoo benoemd. 3. Benoeming van een lid der commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs, wegens periodieke aftreding van mr. S. Boltjes. Uitgebracht zijn 19 stemmen, verdeeld als volgt op den heer mr. S. Boltjes 14 stemmen, K. P. W. Besuijen 3 terwijl 2 briefjes in blanco zijn ingeleverd. De heer mr. S. Boltjes is alzoo benoemd. 4. Benoeming van twee voogden der Stads Armen- kamer, wegens periodieke aftreding van J. F. Bueb en A. R. van der Sluis. De beraadslaging wordt geopend. De heer Tulp wenscht naar aanleiding van de voor dracht een vraag te stellen. Die voordracht is spreker, en vele leden met hem, absoluut onsympathiek. Spreker heeft niets tegen de heeren die er op voor komen, maar hij protesteert tegen het stelsel, n.l. dat personen voor het vervullen van bestuursfuncties worden aangezocht, die nauwelijks in de gemeente wonen. Speciaal ten opzichte van de aanbeveling van voogden voor het stads armhuis vraagt spreker, Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 November 1913. 287 of het niet beter is iemand voor deze functie aan te bevelen, die hier ter stede geboren en getogen is of die door zijn langdurig verblijf alhier op de hoogte is van den toestand. Het plan bestond bij spreker en eenige zijner medeleden om door blanco te stemmen of door het stemmen van iemand buiten de aanbe veling tegen deze wijze van handelen te protesteeren. Zij hebben dat echter nagelaten, omdat het hier niet de personen, maar het stelsel betreft. Spreker en zijne medeleden verzoeken Burgemeester en Wethou ders evenwel van deze opmerking nota te willen nemen en de colleges, die aanbevelingen indienen, op de hoogte te brengen van 's Raads wensch. De heer Hiemstra onderschrijft voor een groot deel hetgeen door den heer Tulp is gezegd. Het ver wondert hem echter dat de heeren deze zaak op het tapijt brengen. Bij de algemeene beschouwingen der begrooting heeft spreker het stelsel der voor drachten en aanbevelingen aangevallen en toen is door den Voorzitter gezegd dat Burgemeester en Wethouders daarbij rekening zullen houden met het belang der gemeente. Van niemand ontving spreker toen eenigen steun. Met verwondering heeft spreker dan ook kennis genomen van den geestestoestand, die bij een deel van den Raad heerscht. Hij wenscht echter dat er bij het doen van aanbevelingen of voor drachten niet alleen rekening zal worden gehouden met den duur van iemands ingezetenschap, hij zou ook willen dat er rekening werd gehouden met de zoogenaamde lagere klasse, met de arbeiders. Het is voor de heeren niet aangenaam met een kleine meerderheid te worden benoemd. Zoolang echter niet met het bestaande stelsel wordt gebroken, kunnen spreker en zijne partijgenooten niet anders doen dan als protest personen te stemmen, die niet op de aanbeveling voorkomen. De Voorzitter doet opmerken, dat deze zaak een punt van bespreking heeft uitgemaakt in het college van Burgemeester en Wethouders. Spreker wijst er echter op dat het hier niet een voordracht, maar een aanbeveling betreft en dat deze aanbeveling niet van Burgemeester en Wethouders, maar van de Voogden der Stads-Armenkamer afkomstig is. Wat nu het bezwaar van den heer Tulp betreft, het is voor spreker persoonlijk moeilijk te beamen dat iemand, die pas in de gemeente komt, niet ge schikt is voor het vervullen van eene bestuursfunctie. Intusschen, ook spreker is met het college van Burgemeester en Wethouders van meening dat het over het algemeen aanbeveling verdient om in com- missiën menschen te hebben, die op de hoogte zijn met de plaatselijke toestanden, en zeker geldt dit voor een lichaam als de Armenkamer Met veel genoegen heeft spreker van den heer Tulp gehoord dat het diens bedoeling niet is om personen, maar om het stelsel te treffen. De heer Tulp heeft gevraagd of Burgemeester en Wethouders een schrijven zullen willen richten aan de verschillende colleges, die voordrachten of aan bevelingen hebben in te dienen. Daarvoor voelen Burgemeester en Wethouders niets. De verschillende colleges zullen echter wel kennis nemen van het in deze vergadering besprokene en dat acht spreker voldoende. Burgemeester en Wethouders zullen zich dan ook ter zake niet tot de verschillende colleges wenden, tenzij de Raad daaromtrent een uitspraak doet. De heer Tulp doet opmerken dat door steeds men schen op de aanbevelingen te plaatsen, die nog maar kort hier zijn, den ingezetenen een brevet van onge schiktheid wordt gegeven. Hij voegt er het verlan gen aan toe aan de colleges to kennen te geven dat in den Raad de wensch is uitgesproken, daarmee te breken. De Voorzitter antwoordt dat het hier verhandelde van zelf ter kennis der verschillende colleges komt en dat er een besluit van den Raad moet komen als hij wil, dat Burgemeester en Wethouders eon bepaalde aanschrijving tot die lichamen richten. Burgemeester en Wethouders achten zulks niet noodig. De heer Tulp is overtuigd dat de verschillende colleges, als zij inzage nemen van het verhandelde, op de hoogte zullen zijn van den wensch van den Raad. Hij acht een schrijven dan ook overbodig. Mocht later blijken, dat zij er zich niet aan storen, dan kan dat nog altijd gebeuren. De beraadslaging wordt gesloten. Wordt overgegaan tot de benoeming. Voor de eerste vacature zijn uitgebracht: op den heer mr. F. G. van Binsbergen 11 stemmen, B. Molenaar 3 I. G. Cath, 2 terwijl 3 briefjes in blanco zijn ingeleverd. De heer mr. F. G. van Binsbergen is alzoo benoemd. Voor de tweede vacature zijn uitgebracht: op den heer W. Wachter, 12 stemmen, B. Molenaar, 3 terwijl 4 briefjes in blanco zijn ingeleverd. De heer W. Wachter is alzoo benoemd. 5. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de werktuig kunde aan de Burgeravondschool, in verband met de beëindiging van de aan A. Deinema verleende opdracht. Met 18 stemmen wordt benoemd de heer R. Palsma een stem is uitgebracht op den heer Kaufmann. De Raad gaat in comité-generaal ter behandeling van 6. hei tweede suppletoir kohier van den hoofdelijken omslag, dienst 1913 7. het rapport der commissie voor de reclames om trent bezwaarschriften in eersten aanleg tegen aanslagen in den Hoofdelijken Omslag, dienst 1913. Na heropening wordt het tweede suppletoir kohier vastgesteld met een totaal van cijfers van aanslag van 104846 en een totaal der aanslagen van 1647.49. 8. Rapport der Commissie, belast geweest met het onderzoek van de begrooting van het Nieuwe Stads Wees- huis, dienst 1914. De conclusie van het rapport, strekkende tot goed keuring der begrooting, wordt met algemeene stem men aangenomen. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aanvulling van het raadsbesluit d.d. 29 October 1913, no. 391*1206, waarbij aan J. Feitsma vergunning is ver leend om groefrails te leggen van zijn pakhuis aan de Willemskade zuidzijde no. 51 tot den wal van de stads gracht aldaar.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1913 | | pagina 2