Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Januari 1914. Onderdeel CC van het besluit van 25 Juni 1912 spreekt nadrukkelijk alleen van belastingheffing over „terrei nen. grenzende aan of liggende nabij de sub AA be doelde". Hiermede moge, zooals Burgemeester en Wet houders thans zeggen, de verordening, die ook de sub AA bedoelde terreinen zelve in de belasting betrekt, formeel niet in strijd komen, zeker is het doel, waar voor de belasting in uitzicht was gesteld, bij de uit werking vrij wel op den achtergrond geraakt; de con cessionarissen meenden te zullen ontvangen; in plaats daarvan zullen zij moeten beginnen met te betalen en als het aan ontvangen toe is, houdt de gemeente een vierde terug. Men zie de berekening van Burgemeester en Wet houders. Bos c.s. betaalden 2260. Zij zullen moeten bijbetalen 1750. Daarvan krijgen zij spoedig drie vierde terug; het laatste een vierde kan geleidelijk inkomen als in de omgeving verder wordt gebouwd, en na vele jaren zul len zij het misschien zoo ver brengen, dat zij boven dien nog ten hoogste 425.ontvangen. De belasting had, dat blijkt duidelijk uit de toelich ting tot het concessievoorstel van 1912, uitsluitend ten doel „de onbillijkheid te ontgaan, die er in gelegen is, „dat van de concessionarissen uitgaven worden gevor derd, waarvan later anderen zullen profiteeren." Om dat doel te bereiken, was aan Bos c.s. „toegezegd" dat met behulp van eene belastingverordening „van „de exploitanten der omliggende gronden later, zoo de „omstandigheden daartoe leiden, een billijke bijdrage „in de kosten van het rioleeringswerk zal worden ge vorderd, die dan aan de adressanten van „thans zal worden geres tit neer d." Men ziet: van belastingheffing ook over de eigen ter reinen der concessionarissen was geen sprake en daar van kon geen sprake zijn, want het e e n i g e doel der belasting was, hun vergoeding voor gemaakte kosten te bezorgen. Men heft geen geld van wien ook met het uitsluitend doel om het hem terug te geven. Vraagt men nu, hoe men er dan later toe gekomen is, de eigen gronden der concessionarissen in de belas ting te betrekken, dan is het antwoord dit: Toen er wat te heffen viel, bleek het dat, buiten het doel om, waarvoor de belasting was in uitzicht gesteld, ook wat voor de gemeente te halen was. De belasting is ook aan Bos c.s. opgelegd om hen mee te doen betalen in het 1/4 dat de gemeente thans van de belastingopbrengst inhoudt. Dit staat duidelijk te lezen in de nota van Burgemeester en Wethouders. Zoo worden Bos c.s. dus b e last, terwijl hun ont las ting was toegezegd. Merkwaardig is. dat, bij de concessieverlening, van eenig aan de gemeente toekomend deel van de op brengst der belasting geen sprake was; bovenstaande aanhaling uit de toelichting doet duidelijk zien, dat de geheele opbrengst aan Bos c.s. was toegedacht. Daar tegenover werd het geheele werk door hen verricht en dus vanzelf ook door hen betaald. Nu is bij de toelichting tot het ontwerp der belas- (ingverordening betoogd, dat de gemeente een aandeel in de opbrengst toekomt niet alleen voor administratie kosten en kosten van latere opmetingen wat billijk is, want Bos c.s. hadden natuurlijk slechts aanspraak op uitkeering van de zuivere opbrengst der belas ting maar ook op 500 voor het gekapitaliseerde be drag der onderhoudskosten. De aanspraak der gemeente nu op deze laatste ver goeding is onzes inziens volkomen ongegrond. Ware niet zoogenaamd ten voordeele van Bos c.s. eene belasting ingesteld, dan hadden zij te dezer zake aan de gemeente niets meer behoeven te betalen; het werk is overeenkomstig de concessievoorwaarden door hen uitgevoerd en bekostigd; daarmede waren zij er af. De belasting is nu aangegrepen als een middel om deze 500.binnen te krijgen; daartoe moesten ook de gronden van Bos c.s. onder de belasting gebracht worden en zoo is de heffing, die hun als eene vergoe ding was toegedacht, voor hen geworden tot een groo- ten lastpost, wellicht mede tot een schadepost. Dat de raad, de belastingverordening aldus vaststel lende, de aan Bos c.s. gedane toezegging gestand heeft gedaan, zouden ondergeteekenden niet durven bewe ren. Eene conclusie meenen ondergeteekenden aan deze beschouwing niet te moeten verbinden. Mocht de raad aanleiding vinden om in deze eenig besluit te nemen, dan ware wijziging der verordening zoo, dat de in de concessie begrepen gronden er buiten vallen, zeker het ineest afdoend, doch praktisch wellicht intrekking der verordening en restitutie van het eventueel reeds ge- hevene het eenvoudigst. Wel ware met dit laatste de toezegging jegens Bos c.s. niet vervuld, doch hun be lang daarbij is gering, en groot is hun belang om be vrijd te worden van den hun onbillijk opgelegden last. 10. dal Burgemeester en Wethouders hebben be noemd tot verificateur der gemeentebedrijven S. Zon dervan, commies ter secretarie alhier. De mededeelingen 810 worden voor kennisgeving aangenomen. UI. Wordt ter tafel gebracht: 1. Aanbeveling voor de benoeming van een secre taris-boekhouder der Stads Armenkamer, in verband met de beëindiging van het vijfjarig tijdvak, waarvoor de tegenwoordige titularis werd aangesteld. De aanbeveling luidt als volgt: J. J. M. Tukker, tot dusver secretaris-boekhouder; 2. N. H. van der Meulen, handelaar. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot openbare verhuring van de in 1913 aangekochte per- ceelen weiland aan den Sneekertrekweg, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie G nos. 4775 en 3676 en gemeente Huizum, sectie A no. 825, samen groot 5.62.97 H.A. De stukken 12 hebben ter visie gelegen om nog he den te worden behandeld. 3. Alsvoren om ten behoeve van de uitbreiding der Gem. Electrische Centrale aan de firma Gebrs. Stork te Hengelo en aan de firma J. A. Töpf en Söhne te Erfurt ondershands op te dragen onderscheidenlijk de levering van een stoomketel van 100 M2. verwarmd oppervlak en de noodige ketelbemetseling. Zal in eene volgende vergadering worden behandeld. 4. Alsvoren tol wijziging der verordening regelende den rang enz. van de ambtenaren der gemeentelijke gasfabriek (gem. bladen 1911 no. 11 en 1912 no. 15) enz. Wordt gedrukt als bijlage tot het raadsverslag en bij de leden rondgezonden. 5. Alsvoren om de jaarwedde van den Directeur der gemeentelijke gasfabriek nader te bepalen op 2875.— en tot voorloopige regeling van zijn pensioens grondslag. 6. Alsvoren tot wijziging, voor zoover de voor de bebouwing vastgestelde rooilijn betreft, van het raads besluit van den 16 September 1.1. no. 318R/177, waarbij aan de woningvereeniging Leeuwarden de medewer king der gemeente werd toegezegd voor den bouw van woningen aan den Hollandersdijk enz. 7. Alsvoren tot vaststelling van een rooilijn voor de bebouwing aan den Wissesdwinger en de Wissestraat. 8. Alsvoren om met intrekking van het raadsbesluit van den 21 October 1.1. no. 346R/193: I. aan A. Visser weduwe E. van Zuijlen alhier en hare rechtverkrijgenden, vergunning te verleenen tot wederopzeggens met een handkar gebruik te maken van de noordoostelijke smalle strook grond van het Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Januari 1914. 3 weiland nabij den Verschwatervijver aan den Wester- singel, kadastraal bekend, sectie I) no. 505 en tot het leggen van een bruggetje over een aangrenzende sloot; U. aan H. A. Vosman, alhier, gerekend met ingang van 12 November 1913 tot 12 November 1918, te verhu ren het perceel weiland bij bovengenoemden vijver, sectie D no. 505. 9. Alsvoren om van J. H. Bos c.s., concessionarissen van den straataanleg op de terreinen onmiddellijk ten zuiden van de spoorlijn naar Groningen nabij den weg Achter de Hoven, voor de gemeente over te nemen de vergunning tot demping van een gedeelte der sloot bij den 2en spoorwegovergang aldaar enz. 10. Alsvoren om aan Mej. G. Hosbach weduwe P. Posthuma alhier, van 12 Mei 1914 tot 12 Mei 1915 en vervolgens van jaar tot jaar ondershands te verhuren de bovenwoning Zuiderplein no. 99, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie G no. 5364. 11. Alsvoren om aan Th. Boersma op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als hoofd der herhalings school, vervolgcursus op de school der 4e klasse. 12. Alsvoren om naar aanleiding van een bij hen ingekomen schrijven, Burgemeester en Wethouders te machtigen aan Gedeputeerde Staten dezer provincie te berichten, dat geen termen zijn gevonden in de veror deningen voor de heffing van bruggelden eene vrijstel ling voor baggervaartuigen op te nemen. De stukken 312 zullen in eene volgende vergade ring worden behandeld. 13. Voorstel der Commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen tot wijziging: I. der Algemeene Politieverordening voor de ge meente Leeuwarden, gemeenteblad 1910 no. 11, zooals die laatstelijk is gewijzigd bij gemeenteblad 1912 no. 24; II. der verordening regelende de politie op de open bare vermakelijkheden, plaatsen van vereeniging van personen en verlotingen in de gemeente Leeuwarden (gemeenteblad 1906 no. 48 en van enkele andere politie verordeningen. Wordt gedrukt als bijlage tot het raadsverslag, bij de leden rondgezonden en te zijner tijd behandeld. 14. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van E. J. J. you Weijhrother om koop van een gedeelte der Soldatengracht aan den Grachtswal. 15. Alsvoren op het adres van het bestuur der Coö peratieve Vereeniging tot bereiding van melkproducten om koop van een terrein gelegen aan den Kanaalweg z. z. 16. Alsvoren op het adres van de Naamlooze Ven nootschap „de Nederlandsche Ijzerhandel", afdeeling Hartelust, om vóór haar te stichten pakhuis aan de Emmakade Nz. rails en in de troittoirs om het pakhuis inritten te mogen leggen. 17. Alsvoren op het adres van G. Blaauw, namens de N. V. Electrisch confectie-atelier alhier, om in het trot toir vóór haar perceel Emmakade z.z. no. 74. een inrit te mogen maken. 18. Alsvoren op het adres van A. van der Meulen, alhier, om hem terug te betalen een bedrag van 28.93, gedeelte van een som, aan de gemeente verschuldigd wegens het in gebruik nemen van een bouwterrein aan de Willem Lodewijkstraat, kadastraal bekend, sectie G no. 9351, vóór de betrekkelijk notarieele acte was ver leden. De stukken 1418 zullen in eene volgende vergade ring worden behandeld. IV. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van een secretaris-boekhouder der Stads- Armenkamer, in verband met de beëindiging van het vijfjarig tijdvak, waarvoor de tegenwoordige titularis werd aangesteld. Uitgebracht zijn 21 stemmen, te weten: op den heer J. J. M. Tukker, 20 stemmen. op den heer N. II. v. d. Meulen 1 stem. De heer J. J. M. Tukker is alzoo benoemd. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan den onderwijzer ,J. Pot op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzer aan gemeenteschool No. 11. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan de firma George Wilson te 's-Gravenhage ondershands op te dragen de levering en het leggen van gasbuizen en een zinker ten behoeve der verbetering van den gas toevoer naar de wijken ten zuiden van de spoorlijn naar Groningen en nabij den weg Achter de Hoven. Dit voorstel luidt als volgt: Van den Directeur der Gasfabriek ontvangen wij de mededeeling dat door den voortschrijdenden aan bouw ten zuiden van de spoorlijn naar Groningen en nabij den weg Achter de Hoven de gastoevoer aldaar te wenschen begint over te laten en de buizen voor den aanvoer van het gas aldaar noodzakelijk dienen te worden verwijd. Tevens zal voor hetzelfde doeleinde een tweede zinker in de stadsgracht nabij het Zieken huis moeten worden gelegd. Voor het leveren en leggen van een en ander, waar van de Directeur de kosten raamt op 6,500.heeft deze op ons verzoek en met inachtneming van het ad vies der Commissie voor de gemeentelijke lichtfa brieken, bij verschillende fabrikanten prijsopgaaf ge vraagd. Als gevolg daarvan heeft hij ons nader in overweging gegeven te bevorderen, dat de levering der materialen en de uitvoering van de noodige werk zaamheden worden opgedragen aan de firma G. Wilson te 's Gravenhage, voor een totaal bedrag van 6,283. Deze was voor het leggen de laagste inschrijfster en voor de levering, met een verschil van 44.36, op één na de laagste. Zij kan echter 5 weken eerder leveren dan de firma die het minst inschreef, ter wijl de Directeur het bovendien beter vindt dat alles in één hand is, temeer nu het verschil zoo gering is. Waar alle daarvoor in aanmerking komenden om prijsopgaaf zijn verzocht, meenen wij dat met de on- derhandsche aanbiedingen genoegen kan worden ge nomen, zoodat niet tot een openbare aanbesteding behoeft te worden overgegaan, waarbij geen lagere prijzen verwacht kunnen worden. Onder overlegging van de gewisselde stukken hebben wij de eer U voor te stellen het hiernevens gevoegde ontwerp tot een besluit Uwer Vergadering te ver heffen. ONTWERP. De Raad der gemeente Leeuwarden; overwegende, dat, als gevolg van den voortschrij denden aanbouw ten zuiden van de spoorlijn naar Groningen en nabij den weg Achter de Hoven en de daarmee gepaard gaande toeneming van gasverbrui- kers in die omgeving, de gastoevoer naar dat stads gedeelte te wenschen begint over te laten; dat het derhalve noodig is de bestaande gasbuizen, die geen voldoende capaciteit bezitten, door wijdere te vervangen en in verband hiermede een tweeden zinker in de stadsgracht nabij het Stadsziekenhuis te leggen overwegende dat bij de op verzoek ingeleverde onderhandsche prijsaanbiedingen de firma George Wil son te 's Gravenhage voor het leggen van buizen en

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1914 | | pagina 2