4 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Januari 1914.
zinker de laagste en voor de levering der materialen op
één na de laagste inschrijfster is;
dal het aanbeveling verdient, nu in bet laatste geval
het verschil slechts 44.36 bedraagt en genoemde
l'irma bovendien direct of althans 3 weken eerder dan
de andere leveren kan, zoowel de levering als het
leggen in één hand te hebben;
dat van een openbare aanbesteding geen betere re
sultaten zijn te wachten, zoodat het gemeentebelang
medebrengt op de onderhandsche aanbiedingen in te
gaan;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wet
houders;
gelet op de bepalingen der Gemeentewet;
besluit:
het leveren en leggen van 120 M. 12" gegoten
ijzeren buis van de 20" buis in de Keizersgracht af tot
den na te noemen zinker en in den Grachtswal Z.Z.
van dien zinker af tot het begin van den weg Ach
ter de Hoven; een 12" gegoten ijzeren zinker door
de stadsgracht nabij het Stadsziekenhuis; 480 M. 8"
gegoten ijzeren buis in den weg Achter de Hoven met
een spoorwegkruising van 8" stalen naadlooze Man-
nesinannbuizen bij den eersten spoorwegovergang, zoo
als op de hierbij gevoegde teekening is aangegeven,
een en ander voor de som van zes duizend twee
honderd drie en tachtig gulden 6283.onders
hands op te dragen aan de firma George Wilson te
's Gravenhage.
De heer Tijsma vraagt in besloten vergadering te
dezer zake een vraag te mogen stellen aan Burgemees
ter] en Wethouders.
De Voorzitter zal de deuren laten sluiten. De heer
Tijsma kan dan zijn vraag stellen en de Raad kan er
over oordeelen of hij bespreking in besloten vergade
ring nooaig acht. Spreker laat de deuren sluiten.
Na heropening verklaart de heer Tijsma volkomen
tevreden te zijn gesteld en vóór te zullen stemmen.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkom
stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
aan K. Ruward alhier vergunning te verleenen tot het
leggen en hebben van een bruggetje achter zijn perceel
Groningerstraatweg Xo. 9 over een sloot aan den Lek-
Tcumerweg enz.
Dit voorstel luidt als volgt:
Werd bij raadsbesluit van 29 October 1913 no.
389r/202 aan den eigenaar van perceel Groninger-
straatweg no. 11 vergunning verleend tot het leggen
en hebben van een bruggetje over de sloot tusschen
den grond achter dat perceel en den Lekkumerweg,
thans is de eigenaar van het naastgelegen perceel
no. 9 aan dien straatweg met een gelijk verzoek tot
ons gekomen. Hij beoogt hierdoor verbinding te ver
krijgen ter plaatse, op de overgelegde teekening met
een rood streepje aangeduid, van het onlangs door hem
aangekochte gedeelte van het perceel, kadastraal be
kend sectie F no. 2807, dat ligt achter en in het ver
lengde van perceel no. 9, met den Lekkumerweg.
Bestonden er toen geen bezwaren, ten aanzien van
deze aanvrage is het evenmin bet geval. Ook hier zal
echter de vergunning aangevuld moeten worden met
die om over den berm van den Lekkumerweg een voet
pad te hebben, terwijl dezelfde voorwaarden gesteld
moeten worden.
Onder overlegging van de betrekkelijke stukken heb
ben wij de eer U voor te stellen te besluiten:
aan Klaas Ruward alhier en zijne rechtverkrijgenden
vergunning te verleenen, voor zooveel de rechten der
gemeente betreft en behoudens die van derden, tot
het ter plaatse, nader in overleg met Burgemeester en
Wethouders te bepalen, leggen en tot wederopzeggens
toe hebben van een bruggetje over de sloot tussschen
den Lekkumerweg en den grond, deel uitmakende van
het perceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden,
sectie F no. 2807, gelegen achter en in het verlengde
van perceel Groninger straatweg no. 9. kadastraal be
kend gemeente Leeuwarden, sectie F, no. 2421, en tot
het aldaar maken en tot wederopzeggens toe hebben
van een over den berm te leggen pad, dat toegang geeft
van en naar genoemd bruggetje naar en van den Lek
kumerweg. onder voorwaarde:
1. dat het bruggedek op gelijke hoogte ligt als de
verharding van den Lekkumerweg;
2. dal de voorkant van het walhoofd aan de zijde
van dien weg op ten minste 3 M. uit het hart daarvan
komt;
3. dat het toegangspad op gelijke hoogte als het
bruggedek ligt en wordt verhard met soortgelijke
materialen als die van den Lekkumerweg;
4. dat bovenvermelde werken worden uitgevoerd
en onderhouden ten genoegen van Burgemeester en
Wethouders door en ten koste van den vergunning
houder;
5. dat binnen eene maand na de dagteekening van
de opzegging dezer vergunning, hetgeen bij eenvou-
digen brief kan geschieden, al hetgeen krachtens deze
vergunning is aangelegd en gemaakt ten genoegen van
Burgemeester en Wethouders door en op kosten van
den vergunninghouder verwijderd en alles in den vori-
gen staat teruggebracht moet zijn:
6. dat als erkenning van den eigendom der ge
meente op den grond, waarin het walhoofd gemaakt
en waarover het toegangspad gelegd zal worden, jaar-
lijk- vóór den len .Maart, voor het eerst vóór den len
Maart 1914. door den vergunninghouder ten kantore
van den gemeente-ontvanger een bedrag van 0.50
wordt betaald.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkom-
stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
HJurres voor drie achtereenvolgende jaren te verhuren
het huis Groote Hoogstraat Xo. 24.
Dit voorstel luidt als volgt:
De huur van het huis Groote Hoogstraat no. 24
eindigt 12 Mei 1914. Daarom heelt de tegenwoordige
huurder H. Jurres zich tot ons gewend met het ver
zoek dat huis na genoemden datum opnieuw voor drie
achtereenvolgende jaren te mogen huren op de be
staande voorwaarden.
Van den Directeur der Gemeentewerken vernamen
wij op ons verzoek, dat zijnerzijds daartegen geen
bezwaar bestond,, doch met het oog op de stijging
van de woninghuren sedert het tijdstip (12 Augustus
1884), waarop verzoeker de woning betrok, achten wij
den sedert dien betaalden prijs van 260.(de van
1904 af plaats gehad hebbende verhooging van 5.
als vergoeding voor den toen uitgevoerden aanleg
van de waterleiding in dat perceel wordt hier buiten
rekening gelaten), niet meer in verhouding tot het
geen tegenwoordig voor dergelijke woningen kan
worden bedongen. Daarom hebben wij een deskun
dige aangewezen om de huurwaarde te schatten; deze
heeft gemeend die op 300.— te kunnen stellen.
Verder kwam, met het oog op de wenschelijkheid die
zich zou kunnen voordoen, om tijdig over lokaalruimte
de beschikking te hebben, het ons gewenscht voor de
bevoegdheid te bezitten om de buur met één jaar op te
zeggen.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Januari 1914. 5
Adressant, met een en ander door ons in kennis
aesteld, heeft met de aldus gewijzigde voorwaarden
venoegen genomen. Diens verklaring en de overige
stukken worden hierbij te Uwer kennisneming over-
gelegd.
Wij hebben de eer U voor ie stellen ie besluiten:
aaii Hendrikus Jurres, alhier, met ingang van 12
Mei 1914, voor drie achtereenvolgende jaren, met een
opzeggingstermijn van één jaar, voor de som van
drie'honderd gulden 300.—) 'sjaars te verhuren het
huis Groote Hoogstraat no. 24, kadastraal bekend ge
meente Leeuwarden, sectie A, no. 1441, als huis en tuin,
trroot 2 A. 93 cA., en overigens onder de thans geldende
voorwaarden.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders.
6'. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
openbare verhuring van de in 1913 aangekochte per-
ceelen weiland aan den Sneekert rekte eg, kadastraal be
kend gemeente Leeuwarden sectie G Xos. 4113 en 36<6
en gemeente Huizum, sectie A Xo. 325, samen groot
5.62.97. H.A.
Dit voorstel luidt als volgt:
Bij raadsbesluiten van 13 Mei 1913 en 24 Juni d.a.v.
werden onderscheidenlijk van mejonkvrouwe C. A. A.
A. baronnesse de Vos van Steenwijk en Mr. A. Nap,
aangekocht de perceelen weiland aan den Sneeker-
trekweg, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden,
sectie G, no. 4775, groot 2.72.39 H.A., en sectie G, no.
3676 en gemeente Huizum, sectie A, no. 825, samen
groot 2.90.58 H.A. Met dezen aankoop werd beoogd ter
reinen te verkrijgen geschikt voor verschillende in-
dustriëele doeleinden eventueel, ofschoon hieromtrent
nog niets ts bepaald, voor stichting van een abattoir,
doch niet in de eerste plaats om de gemeente als geld
belegging te dienen. In afwachting van de nadere be
stemming, welke aan die perceelen zal worden ge
geven. komt het ons nochtans gewenscht voor deze
niet renteloos te laten liggen, maar ze als weiland te
verhuren. Het eerstgenoemde perceel is den 12en No
vember 1.1. aan de gemeente overgegaan, terwijl dit
met de beide andere op 5 Maart 1914 het geval zal
zijn.
Met ingang van dien datum zouden wij die landen
van jaar tot jaar, uiterlijk voor drie achtereenvolgende
jaren, met een opzeggingstermijn van drie maanden in
het openbaar willen verhuren onder nader door ons
vast te stellen voorwaarden. Door den huurtijd in
den aangegeven zin te bepalen, kan de gemeente over
haar eigendom, wanneer dit door andere belangen ge
vorderd wordt, op korten termijn de vrije beschikking
erlangen.
Wij hebben de eer U mitsdien voor te stellen te be
sluiten:
Burgemeester en Wethouders te machtigen de per
ceelen weiland aan den Sneekertrekweg, kadastraal
bekend gemeente Leeuwarden, sectie G, no. 4775,
groot 2.72.39 H.A., en sectie G, no. 3676 en gemeente
Huizum, sectie A, no. 825, samen groot 2.90.58 H.A., van
5 Maart 1914 af van jaar tot jaar, uiterlijk voor
drie achtereenvolgende jaren, alzoo tot 5 Maart 1917,
en met een opzeggingstermijn van drie maanden in
het openbaar te verhuren onder door hen vast te stel
len voorwaarden.
De beraadslaging wordt geopend.
Be heer van Messel vraagt, indien de verhuring plaats
zal vinden voor uiterlijk 3 achtereenvolgende jaren,
met een opzeggingstermijn van 3 maanden, of daarme
de bedoeld wordt, dat de huurtijd dan ook binnen de
drie jaar expireert, wat niet duidelijk in het voorstel
uitkomt.
De Voorzitter antwoordt dat de verhuring geschiedt
van jaar tot jaar; telken jare kan dus de huur met
inachtneming van den termijn van drie maanden wor
den opgezegd.
De heer van Messet is hierdoor tevreden gesteld.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hen
te machtigen van J. Koopmans alhier eene recognitie
in te vorderen voor het hebben van transportkokers over
de Weerklanksteeg.
Dit voorstel luidt als volgt:
Van J. Koopmans, alhier, is ons een verzoek gewor
den, hem vergunning te verleenen tot het aanbrengen
en hebben van vier transportkokers boven de Weer
klanksteeg tusschen zijne ter weerszijden daarvan
staande pakhuizen, plaatselijk gemerkt Noordvliet
no. 27 en no. 29.
Die vergunning zijn wij, op grond van het bepaalde
bij art. 64, 2e lid, der Bouwverordening, voornemens
te verleenen. In navolging van hetgeen bij hiermede
overeenkomende gevallen reeds meerdere malen is ge
schied. achten wij het echter wenschelijk, als erken
tenis van den eigendom der gemeente van den grond,
waarboven die kokers zullen komen, eene jaarlijksche
recognitie te heffen, welke wij gesteld willen zien op
0.50 voor iederen koker, alzoo 2.in totaal. Daar
dit niet buiten Uwe Vergadering om kan geschieden,
hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten:
Burgemeester en Wethouders te machtigen voor het
aanbrengen en hebben van vier transportkokers boven
de Weerklanksteeg tusschen de ter weerszijden daar
van staande pakhuizen van J. Koopmans, alhier, plaat
selijk gemerkt Noordvliet no. 27 en no. 29, van dezen
als erkentenis van den eigendom der gemeente van den
grond, waarboven die kokers komen, eene jaarlijksche
recognitie te heffen van 0.50 voor iederen koker.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou
der--.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging der verordeningregelende het getal, de bezol
diging en de borgtochten der ambtenaren en bedienden
van de Stads Bank van Leening (gemeenteblad 1911 Xo.
18) Bijlage No. 55 van 1913).
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders.
9. Voorstel van den Burgemeester om
1. bepalingen vast te stellen ten aanzien van de pension-
neering van de wethouders en van de weduwen en
weezen van overleden wethouders;
2. voor het ontwerpen van zoodanige bepalingen een
commissie van drie leden te benoemen, als bedoeld
bij art. 57 der Gemeentewet Bijlage no. 54 van
1913).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Burger zegt, dat de idéé om de wethouders
te pensionneeren hem zeer sympathiek is. Het is een
moeilijk onderwerp ten gevolge van den onzekeren
ambtsduur, dien de wethouders hebbben, en ook tenge-