28 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Februari 1914, tevredenheid van de hem verstrekte opdracht ge kweten. In een en ander heelt de directeur aanleiding gevon den Braak bij ons aan te bevelen voor dc toekenning van een gratificatie, groot 100.De Commissie voor de gemeentelijke lichtfabrieken ondersteunt het denk beeld van den directeur. Daar ook wij er ons mede kunnen vereenigen, heb ben wij de eer, onder overlegging van de betrekke lijke stukken, U voor te stellen te besluiten: den directeur der gemeentelijke gasfabriek op te dragen, aan den Isten klerk dier fabriek, G. Braak, een gratificatie toe te kennen van 100.voor de waarneming van de betrekking van boekhouder van het bedrijf gedurende het tijdvak van 15 Juni 1912 tot 1 November d.a.v.. ten laste van// onderdeel a, der Lasten van de begrooting der fabriek, dienst 1014. Ite beraadslaging wordt geopend. De heer G. W. Koopmans zal meegaan met het voor stel van Burgemeester eu Wethouders, hoewel het voorstel in strijd is met het besluit van 20 November 1011. Toen ging het om het geven van een gratificatie aan den Commissaris van Politie, den heer Wesser, als waarnemend commissaris. De Voorzitter heeft toen be weerd dat in een zoodanig geval geen gratificatie moest worden gegeven. Spreker heeft bij die gelegenheid ge wezen op de gratificatiën die geregeld worden ver strekt aan onderwijzers of onderwijzeressen, die een tijdlang de functie van een hoofd der school of be waarschool hebben waargenomen. In de vergadering van 26 November 1911 nu hebben Burgemeester en Wethouders gezegd dat het geble ken is dat er een systeem bestaat voor het verleenen van gratificatiën en dat huns inziens daarmee moet worden gebroken. Spreker vraagt nu, of, wan neer er wordt besloten aan Braak een gratificatie toe te kennen, ook anderen weer met hetzelfde doel kun nen aankloppen of dat ieder geval op zich zelf zal wor den beoordeeld. Wil men weer den weg van het verleenen van gra tificatiën op, dat is spreker best, maar hij legt er nog maals den nadruk op dat zulks volgens zijn beschei den meening in strijd is met het besluit van 26 Novem ber 1911. De Voorzitter herinnert zich de woorden van het be sluit van 26 November niet, maar hij kan zich niet voorstellen dat het zulk een principiëele beteekenis had als de heer G. W. Koopmans dat wil doen voorko men. Spreker wijst er op dat ieder geval op zich zelf moet worden beoordeeld. Er kunnen zich gevallen voordoen, zooals het onderhavige, dat de omstandig heden van dien aard zijn van 15 Juni 1 November is van Braak buitengewoon veel gevergd dat een gratificatie moet worden toegekend. Spreker wil daarmee niet zeggen dat aan ieder amb tenaar, die een functie waarneemt voor een ander, daarvoor een gratificatie moet worden toegekend. Hij kan echter mededeelen, dat in de laatste vergadering van Burgemeester en Wethouders een gratificatie is toegekend aan een hulpbrugwachter, die in 13 maan den 137 maal voor een brugwachter is ingevallen. Het geval met den Commissaris van Politie was een geheel ander. Spreker gelooft niet dat in 1911 is besloten niet meer gratificatiën toe te kennen bij bijzondere dienstver richtingen. De heer G. VV. Koopmans gaat na deze verklaring van den Voorzitter met het voorstel mee. Hij wil gaar ne degenen beloonen, die meer werk verrichten dan ze gewoon moeten doen. De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou ders. 6'. Prae-adries van Burgemeester en Wethouders op het adres ran het bestuur der Noorder Ki/nologen- club, gevestigd te Groningen, om voor een hondenten toonstelling de veemarkt van Vrijdag 17 Juli 1914 na het einde der markt tot en met Maandag 20 Juli d.a.v. gratis in gebruik af te staan. Dit voorstel luidt als volgt: Voor het uitbrengen van prae-arivies werd door Uwe Vergadering in onze handen gesteld een adres van de afdeeling Friesland van de Noorder Kyno- logenclub, gevestigd te Groningen. Daarbij wordt medegedeeld dat zij voornemens is op IS en 19 Juli 1914 alhier een hondententoonstelling te organiseeren. Zij zou die gaarne houden op het vee marktterrein en verzoekt daarom haar dat terrein kos teloos ten gebruike af te staan van Vrijdag 17 Juli 1914 af na het einde van de Veemarkt tot en met den 20sten d. a. v. Reeds meerdere malen werd met Uw goedvinden het bedoelde terrein voor soortgelijke doeleinden in ge bruik gegeven, terwijl dan evenmin daarvoor van ge meentewege eenige vergoeding werd gevorderd. Be houdens eenige voorwaarden, welke van dc omstan digheden afhangen, werd echter steeds de verplich ting opgelegd, dat het terrein door en ten koste van de gebruikers wederom geheel schoongemaakt wordt opgeleverd. Onder dit en enkele andere bedingen kan. naar onze meening, ook op het onderwerpelijk ver zoek gunstig worden beschikt. Onder wederaanbieding van het adres en met bij voeging van de door ons ingewonnen adviezen, hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten: aan de afdeeling Friesland van de Noorder Kyno- logenclub, gevestigd te Groningen, van Vrijdag 17 Juli 1914 af, na het einde der veemarkt, tot en met den 20sten dier maand, kosteloos in gebruik af te staan het veemarktterrein voor een alsdan te houden hon dententoonstelling, onder de volgende voorwaarden: 1. Op het terrein worden niet toegelaten honden, lij dende aan of verdacht van eene besmettelijke ziekte. 2. Omtrent de indeeling van het terrein voor de tentoonstelling en de eventueele plaatsing van ge bouwtjes of voorwerpen, de opening en de sluiting, alsmede omtrent de bewaking van de dieren wordt overleg gepleegd met den marktmeester der veemarkt. 3. Het in gebruik genomen terrein wordt door adres- j santé en ten genoegen van Burgemeester en Wethou ders behoorlijk gereinigd en zindelijk opgeleverd vóór den 22slen Juli 1914. 4. De kosten, aan de naleving van deze voorwaarden verbonden, komen ten laste van adressante. en wijders op de bedingen welke Burgemeester en Wethouders nog nader noodig zullen achten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou ders. 7. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van de Naamlooze Vennootschap ,,De Neder- landsche Ijzerhandel"afdeeling Hartelust, om voor haar te stichten pakhuis aan de Emmakade N.Z. rails, en in de trottoirs om het pakhuis inritten te mogen leggen. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Februari 1914. Dit voorstel luidt als volgt: De Naamlooze Vennootschap „de Nederlandsche Ijzerhandel", afdeeling Hartelust, alhier, heeft tot Uwe Vergadering een adres gericht, dat om prae-advies in onze handen is gesteld. Daarbij verzoekt zij vergun- ining tot het maken van rails in de bestrating vóór haar in aanbouw zijnd pakhuis aan de Emmakade N. Z. en Lot het maken van één inrit in het trottoir vóór dat pakhuis aan die kade en van vijf inritten in het daar langs loopende trottoir aan de zijde van de Reinbrandt- -traat. In plaats van den eenen inrit aan de Emmakade N.Z. lover de geheele breedte van het pakhuis zijn wij met den Directeur der gemeentewerken van oordeel, dat het beter is voor iederen uitgang aan die kade een in rit te hebben, zoodat het aantal daar tof vier stijgt. Op de bijgevoegde teekening zijn deze met rooden inkt i aangegeven. Daarop zijn door dien Directeur mede in denzelfden inkt aangeduid de nieuwe kolk aan ge noemde kade en de te verplaatsen kolken, ais gevolg I van het maken der inritten in de Rembrandtstraat, waarvan de kosten door adressante dienen gedragen te worden. Overigens kunnen nagenoeg dezelfde voor waarden gelden, welke in gelijke gevallen worden ge steld. Na van een en ander door ons op de hoogte te zijn gebracht, verklaarde adressante met de op te leg gen voorwaarden genoegen te zullen nemen. Terwijl wij het adres met de teekening weder bij U j ter tafel brengen met bijvoeging van het door ons in gewonnen advies en de evenbedoelde verklaring, heb ben wij de eer U voor te stellen te besluiten: aan de Naamlooze Vennootschap ..de Nederlandsche Ijzerhandel", afdeeling Hartelust, alhier, en hare recht verkrijgenden vergunning le verleenen: i. tot hel maken en tol wederopzeggens toe hebben van vier inritten in het trottoir vóór het pakhuis aan de Emmakade N.Z., kadastraal bekend gemeente Leeu warden. sectie G. no. 9192, en vijf inritten in het daar langs loopende trottoir aan de zijde van de Rembrandt straat. de juiste plaatsen van alles, overeenkomstig de I aangevulde teekening, nader aan te wijzen door den Directeur der gemeentewerken, onder voorwaarde: 1. da* de inritten alle worden bestraat met gebak ken keien; 2. dat de trottoirbanden van de inritten van omge bogen einden voorzien worden, gemaakt van beste Waalstraatklinkers, welke, zoodra de gemeente die handen in de omgeving van hardsteen maakt, door hardsteenen banden vervangen worden; 3. dat voor zooveel noodig de kolken met hare aan sluitingen aan de hoofdriolen worden verplaatst en één nieuwe kolk gemaakt wordt, een en ander volgens aanwijzing door of vanwege Burgemeester en Wet houders; 4. dat de kosten, voortvloeiende uit de bij voormel de voorwaarden bedoelde werken, komen ten laste van adressante of hare. rechtverkrijgenden; 5. dat verder in acht genomen worden de voorwaar den. gesteld bij raadsbesluit van 26 Januari 1909 no. I2h/10. voor zoover naar hel oordeel van Burgemeester en Wethouders toepasselijk, met dien verstande, dat als termijn, waarop de recognitie voor alle inritten, ad 9.ten kantore van den gemeente-ontvanger moet zijn betaald, worde gesteld 1 Mei. voor het eerst I Mei 1914. II. behoudens de rechten van derden, lot het leg gen en tot wederopzeggens toe hebben van twee smal sporen van haar in aanbouw zijnd pakhuis aan de Em makade N.Z., kadastraal bekend gemeente Leeuwar den, sectie G. ito. 9192, af, in de twee middelste inritten en de bestrating dier kade tot den wal, onder voor waarde: 1. dat de rails zoogenaamde grocfrails of rails met contrarails zijn, welke overal met den bovenkant gelijk met de omliggende bestrating moeten liggen en aan het einde bij den wal worden voorzien van een sloot- blokje of wel kwart-cirkelvormig worden omgebogen, in beide gevallen wit te verven en als zoodanig te onderhouden; 2. dat tusschen de rails en ter weerszijden van elk spoor, ter breedte van 75 c.M. uit de as gemeten, eene bestrating van gelijk materiaal als dal van het omliggende terrein wordt aangebracht eu onderhou den, met dien verstande dal de bestrating van het trot toir uit gebakken keien moet bestaan, een en ander le leggen op een vleilaag en gemetseld in portlund- cementspecie 3. dat die bestrating over de geheele lengte en breedte in overeenstemming met de omliggende be strating ten genoegen van Burgemeester en Wethou ders wordt onderhouden: 4. dat de rails worden gelegd ter plaatse en ter breedte als op de bijbehoorende teekening is aange duid; 5. dat nimmer eenig voorwerp onbeheerd op de rails of op de bestrating van de gemeente en geen wa gen op het trottoir of de inritten verblijft; 6. dat de helling, welke noodig is om van het trottoir op de straat tc komen, niet verder dan één meter binnenwaarts uit den trottoirband loopt, terwijl het trottoir overigens op gelijke hoogte als het be staande moet blijven liggen; 7. dat, indien van de smalsporen geen gebruik meer wordt gemaakt of de vergunning wordt inge trokken, de bestrating tusschen en om de rails op eer ste vordering van het gemeentebestuur wordt hersteld in overeenstemming met het omringende gedeelte; 8. dat als erkenning van het eigendomsrecht der gemeente op den grond, waarin de smalsporen zijn ge legd, door adressante of hare rechtverkrijgenden jaar lijks vóór of op den 1 Mei, voor het eerst vóór of op den 1 Mei 1914, ten kantore van den gemeente-ont vanger worde gestort eene recognitie v an 2. 9. dat de kosten, voortvloeiende uit de bij voor melde voorwaarden bedoelde werken, komen ten laste van adressante of hare rechtverkrijgenden. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou ders. 'V. Prae-advies ran Burgemeester en Wethouders op het adres ran J. Koopmans, alhier, om vóór zijn in aanbouw zijnd pakhuis aan het. Noordvliet rails te mogen leggen en hebben in de bestrating aldaar ran den wal tot de heide toegangsdeu en. Dit prae-advies luidt als volgt: Tot Uwe Vergadering neeft J. Koopmans. meelfabri kant, alhier, het verzoek gericht hem vergunning te verleenen in de bestrating van het Noordvliet rails te mogen maken en houden van zijn in aanbouw zijnd pakhuis aldaar af tot den wal. Dit. verzoek werd in onze handen om prae-advies gesteld. Ter voldoening daaraan kunnen wij mededeelen, dat onder de voor waarden, welke in dergelijke gevallen worden ge steld en waarmede adressant verklaard heeft genoe gen te nemen, door het hebben van de verlangde rails ter plaatse het verkeer niet zal worden belemmerd. Ook andere gemeentelijke of openbare belangen ver zetten zich niet tegen de inwilliging van het verzoek. Onder overlegging van de betrekkelijke stukken, hebben wij de eer U mitsdien voor te stellen te be sluiten aan Jan Koopmans, meelfabrikant, alhier, en zijne rechtverkrijgenden, voor zooveel de rechten der ge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1914 | | pagina 3