158 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Juli 1914. W ijbrand de Geeststraat no. 13, kadastraal bekend sectie G. no. 8503, de juiste plaats nader door of vanwege Burgemeester en Wethouders aan te wjj- zen, onder bepaling dat worden in acht genomen de voorwaarden, gesteld bij raadsbesluit van 26 Januari 1909 ,no. 12R/10, voor zoover naar het oor deel van Burgemeester en Wethouders toepasselijk, met dien verstande, dat de inrit geen grootere breedte verkrijge dan 6.50 M. en als termijn, waarop de recognitie ad 1.ten kantore van den ge meenteontvanger moet zijn betaald, worde gesteld 1 Mei, voor het eerst 1 September 1914. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. 7. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van A. Broersma om vergunning tot het maken van een inrit in het trottoir vóór zijn perceel Spanjaards- laan no. 3. Dit prae-advies luidt als volgt: Door A. Broersma alhier is tot Uwe Vergadering het in onze handen om prae-advies gesteld ver zoek gericht in het trottoir vóór het hem toebehoo- rende perceel Spanjaardslaan no. 3 een inrit te mogen hebben. Dit verzoek stelden wij om advies in handen van den gemeentelijken Inspecteur voor het Woningtoezicht en van den Directeur der ge meentewerken, die ons bij nevensgaand schrijven berichtten, dat naar hunne meening het verzoek kan worden ingewilligd, zij het ook onder voorwaar den, eenigszins van de gebruikelijke afwijkende, hetgeen met de over het trottoir te vervoeren zwa re vrachten verband houdt. Aangezien tegen die inwilliging ook bij ons geen bezwaren bestaan, hebben wij de eer, onder weder- aanbieding van het verzoekschrift, U voor te stellen te besluiten: aan Arend Broersma, steenhouwer, alhier, en zij ne rechtverkrijgenden vergunning te verleenen tot het maken en tot wederopzeggens hebben van een inrit in het trottoir vóór zijn perceel Spanjaards laan no. 3, kadastraal bekend, sectie E no. 580, de juiste plaats nader door of vanwege Burgemeester en Wethouders aan te wijzen, onder bepaling dat worden in acht genomen de voorwaarden, gesteld bij raadsbesluit van 26 Januari 1909, no. 12R/10, voor zoover naar het oordeel van Burgemeester en Wet houders toepasselijk, met dien verstande, dat als termijn, waarop de recognitie ad 1.ten kantore van den gemeenteontvanger moet zijn betaald, wor de gesteld 1 Mei, voor het eerst 1 September 1914 en dat voor de voorwaarde sub c van genoemd be sluit worde gelezen: „c. dat de inrit over het trottoir worde bestraat met gebakken keien." Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. 8. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders om aan het Kerkbestuur der Parochie van den H. Domini- cus tijdens de verbouwing van haar kerkgebou w vergunning te verleenen tot het plaatsen van een hulpkerk op een gemeentelijk terrein aan den Wissesdwinger. Dit prae-advies luidt als volgt: Het kerkbestuur van de parochie van den H. Do- minicus alhier, is voornemens het kerkgebouw en de pastorie in de Speelmanstraat af te breken en al daar een nieuwe kerk met pastorie te stichten. Ge durende de daarvoor noodige werkzaamheden moe ten de godsdienstoefeningen elders in een hulp- of noodkerk gehouden worden. Als plaats voor de stichting daarvan komt het Kerkbestuur geschikt voor een aan de gemeente behoorend terrein aau den 1\ issesdwinger naast de daar staande Sehip- persschool, waarover het bestuur de beschikking voor het tijdvak van 1 September 1914 tot en met einde December 1915 verlangt. Daarom heeft het Kerkbestuur zich tot ons gewend, met verzoek dat terrein voor het beoogde doel in gebuik te mogen nemen. Gelijk uit de overgelegde teekening blijkt, zal het gebouw een hoogte van 8 M. hebben en eene opper vlakte van ongeveer 401) M2. beslaan, terwijl het van hout zal worden opgetrokken. De licht- en lucht- toetreding tot de achtergelegen huizen aan de Wis- sesstraat blijft voldoende; alleen aan een der zijge vels van de Schippersscliool wordt een weinig licht benomen. Het Kerkbestuur zal evenwel de noodige maatregelen hebben te nemen, waardoor aan dit be zwaar zooveel mogelijk wordt tegemoet gekomen. Naar onze meening is het verzoek van het Kerk bestuur voor inwilliging vatbaar, mits een behoor lijke vergoeding voor het gebruik van den grond wordt betaald en eenige te stellen voorwaarden wor den in acht genomen. De vergoeding hadden wij gemeend op 2000.— te moeten bepalen. Dit was een alleszins billijk be drag, vooral wanneer in aanmerking wordt geno men de in beslag te nemen oppervlakte, den tijd van gebruik en de plaats waar de noodkerk zal komen, n.l. niet in een uithoek der stad, maar bijna in het hart daarvan en in de onmiddellijke nabij heid van belangrijke verkeerswegen en toch buiten het groote verkeer. Die vergoeding, welke op hel voetspoor van de verordening voor tijdelijk straat- gebruik berekend was naar één cent per dag en per M2. kwam ons bovendien ook hierom aanne melijk voor, omdat de Raad in zijne vergadering van 11 Juni 1912 zich had vereenigd met ons voorstel, om af te wijzen een verzoek van de plaatselijke com missie van voorbereiding voor den arbeid der Ne- derlandsche Tentzending, toen deze bezwaar had de gevraagde som van 501).te betalen voor het ge bruik van een gedeelte, groot ongeveer 40 X 50 M., van het Wilhelminaplein gedurende drie weken. W ij meenden dus niet een te hoog bedrag te hebben gevraagd. Het Kerkbestuur heeft niet temin nog al bezwaar tegen die som van een kos- telooze ingebruikgeving, zooals dit veronderstelt, kan bezwaarlijk sprake zijn en wijst er op, dat door den bouw van een nieuwe kerk en pastorie het aanzien van een drietal straten, de Speelman- straat, de Bontepapesteeg en de Groote Kerkstraat verhoogd en een sieraad voor Leeuwarden verkre gen zal worden. Omdat het hier geldt de voor ziening in de godsdienstige behoeften van een be langrijk gedeelte der inwoners, meenen wy, bij na dere overweging, dat met eene vergoeding van 1000.kan worden volstaan. Wij hebben de eer U alzoo in overweging te ge ven te besluiten: aan het Kerkbestuur van de parochie van den H. Dominicus te Leeuwarden een terrein, groot ongeveer 400 M2., aan den Wissesdwinger, ten wes ten van de daar bestaande Schippersscliool tot het oostelijk daarvan gelegen huis, de juiste plaats na der door Burgemeester en Wethouders aan te ge ven, gedurende het tijdvak van 1 September 1914 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Juli 1914. 159 tot en met einde December 1915, tegen een ver goeding van 1000 (duizend gulden) ten gebruike af te staan, ten einde op dat terrein een noodkerk te plaatsen, onder de volgende voorwaarden: 1. De vergoeding wordt in vier gelijke termijnen van 250.ten kantore van den gemeenteont vanger betaald en wel vóór of op den lsten Decem ber 1914, den lsten April, den lsten Juli en den lsten October 1915. 2. Het tijdelijk gebouw- wordt geplaatst, zooals op de situatieteekening is aangeduid. 3. Indien in het gebouw wordt gestookt, moet dit geschieden uitsluitend met goed gesloten vul kachels, welke geplaatst zijn op op klossen gestelde metalen platen, die 1 Meter rondom de kachel uitste ken en afvoeren naar steenen rookgeleidingen, waarvan de mond op ten minste 9 Meter boven de aanliggende straat is verheven. 4. In de licht- en luchttoetreding door den weste lijken gevel van de Schippersscliool moet door het Kerkbestuur ten genoegen van Burgemeester en Wethouders worden voorzien. 5. Het tijdelijke kerkgebouw moet uiterlijk 1 Fe bruari 1916 van het terrein zijn verwijderd en dit laatste met plantsoenaanleg geheel in den oorspron- kelijken toestand worden opgeleverd uiterlijk op 1 Mei 1916. Voor iederen dag, dien de grond na 1 Februari 1916 niet geheel is ontruimd, is eene vergoeding verschuldigd, te bepalen naar evenredigheid van de totale vergoeding ad 1000. 6. Voor een behoorlijken afvoer van het op het kerkdak vallende regenwater wordt zorg gedragen ten genoegen van Burgemeester en Wethouders. 7. Het gebouw wordt voorzien van de naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders noodige nooddeuren en van een kooibliksemafleider. Met algemeene stemmen wrordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders be treffende de inrichting van het perceel Gouverneursplein no. 40 voor den dienst van de gemeentewerken, het woningtoezicht en den gemeente-ontvanger. Dit voorstel luidt als volgt: Van den Directeur der Gemeentewerken ontvan gen wij een uitgewerkt voorstel omtrent de inrich ting voor gemeentelijke doeleinden van het huis op den hoek der St. Jacobstraat en het Gouver neursplein, dat in dit voorjaar voor de gemeente werd aangekocht. Zooals bij het voorstel om o.m. lokaalruimte in het gebouw St. Jobsleen 255 tijde lijk te bestemmen als kantoor van den gemeente ontvanger (Raadshandelingen 28 April 1.1. biz. 9D reeds is te kennen gegeven, zou in dit huis Gouver neursplein no. 40 op den duur het kantoor van den ontvanger kunnen worden ondergebracht, al werd hierop, blijkens het voorstel tot aankoop van gemeld pand (Raadshandelingen 10 Maart 1.1. blz. 61), aanvankelijk niet gerekend. Formeel moet, zulks ook in afwijking van het besluit van 29 April 1913 tot verbouwing van het stadhuis, waarbij o.a. het gebouw Bagijnestraat voor gemeentewerken en woningtoezicht werd aangewezen, thans deze be stemming van het huis de Groot in alle geval nog worden geregeld. De Directeur rekent blijkens zijn even genoemd advies voor het in orde maken van het huis voor deze bestemming, waarbij het woningtoezicht en de gemeenteontvanger gelijkvloers en gemeentewer ken op de verdieping worden ondergebracht, 5765 noodig te hebben. Met de Commissie voor de Openbare Werken, wier gevoelen wij ter zake mondeling mochten ver nemen, ons met dit voorstel vereenigende, hebben wij de eer U in overweging te geven te besluiten: 1. met wijziging in zooverre van het raadsbe sluit van 29 April 1913 no. 431/1227/79 het huis Gouverneursplein 40 te bestemmen en in te richten voor den dienst van de Gemeentewerken, het Wo ningtoezicht en den Gemeenteontvanger; 2. voor die inrichting overeenkomstig begroo ting en teekeningen, overgelegd bij het schrijven van den Directeur der Gemeentewerken van 11 dezer no. 698/28, aan Burgemeester en Wethouders een crediet te verleenen van 5765.daartoe op de loopende begrooting van uitgaven onder volgno. 169h een nieuwen post aan te brengen ten bedrage van 5765.en daartegenover volgno. 85b der begrooting van inkomsten „Tijdelijke geldop neming voor buitengewone werken" met gelijk be drag te verhoogen. De beraadslaging- wordt geopend. De heer Peletier meent dat op 28 April 800.is gevoteerd om het bureau van den gemeente-ontvan ger te installeeren. Hij meent ook te weten, dat die 800.weer van de begrooting is afgevoerd. Dit is echter niet officieel bekend. Moet de Raad daar omtrent geen besluit nemen! De Voorzitter meent, dat alles wat in verband stond met de vorige plannen, van de begrooting is afgevoerd. Evenwel, al zou dit bedrag tweemaal op de begrooting voorkomen, het zou toch maar één maal worden verwerkt. De heer Peletier zegt dat de Raad toch zeker een besluit moet nemen om een eens gevoteerd bedrag van de begrooting af te voeren. De Voorzitter zegt dat dit dan wel gebeurd zal zijn. De heer Peletier herinnert zich dat niet. De Voorzitter zegt dat hij bij de vorige behande ling afwezig was. Mocht blijken, dat het vorige be drag niet is afgevoerd, dan zal dit alsnog kunnen gebeuren. De heer G. W. Koopmanns meent dat de bedoe ling van den heer Peletier deze is. Op 28 April j.l. is 800.uitgetrokken voor de installatie van het kantoor van den gemeente-ontvanger. Dit bedrag is nog niet op de begrooting gebracht en nu bedoelt de heer Peletier te vragen of het niet noodig is om alvorens dit besluit te nemen, het besluit van 28 April in te trekken. De Voorzitter meent dat men deze beide zaken wel van elkander moet onderscheiden. Het is zoo. De gemeente-ontvanger moest verhuizen naar het lokaal van de stads-geneesheeren. Voor de verbou wing van dit lokaal tot ontvangerskantoor is geld gebruikt. Wat nu wordt gevraagd geldt de kosten van meubileering van het nieuwe kantoor van den ontvanger.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1914 | | pagina 3