eene vergelijking maakt tusschen den weg Achter de Hoven en den Stienserweg. Hier echter heeft men te doen met een nieuw stadskwartier, waar blijkens de aanvragen een ze kere drang is om te bouwen, de weg Achter de Ho ven sluit zich gewoon aan bij de bebouwde kom. Wanneer de gemeente een nieuwe wijk bewoon baar wil maken is het de juiste weg om eene riolee- ring te maken en eene belastingverordening in het leven te roepen. De heer Tiemersma heeft gezegd: waar het riool ophoudt, houdt de bebouwing ook op. Spreker is van oordeel dat de zaak juist andersom moet wor den voorgesteld. Het riool is niet verder gelegd om dat het bouwen ophield. Langs verschillende wegen, langs den Harlinger straatweg b.v. komen aanvra gen tot bebouwing in. Zijn er nu belangrijke aan vragen binnengekomen, dan gaat de gemeente over tot het leggen van een riool. Voor bebouwing van den weg Achter de Hoven zijn geen meerdere aan vragen ingekomen en nu is het riool gelegd tot zoo ver er gebouwd zou worden. Wanneer het evenwel blijkt dat er meerdere aanvragen komen, dan zal er ook wel een riool worden gelegd. Het lijkt spreker dan evenwel niet noodig daar een rioolbelasting op te leggen, maar dat is een zaak die te zijner tijd onderzocht kan worden. Burge meester en Wethouders zullen hunne aandacht op deze zaak gevestigd houden. Wat de kosten zijn, die aan de verandering van het Wilhelminaplein zijn verbonden, kan spreker niet zeggen. Wel weet hij dat het tamelijk kostbaar is maar het valt onder de gewone straatverbete ring. Het plein leed veel onder de vele plassen en het afstervend plantsoen, üe algemeene toestand is verre van mooi en er zal wat aan ten koste moeten worden gelegd om het mooie plein te verfraaien. De rioleering en ophooging is geschied om de plassen op te ruimen. Deze nieuwe toestand is niet hinderlijk voor de kermis. De heer Tijsma dankt voor de inlichtingen. Dat de nieuwre toestand niet hinderlijk is voor de ker mis doet hem genoegen. Hij bedoelde echter niet de kermis, maar b.v. de vuurwerken die er worden afgestoken. Het lijkt hem wel wat gevaarlijk toe. De heer Zandstra heeft uit hetgeen hij van den Voorzitter heeft gehoord een klein straaltje hoop geput voor de verandering van het Wilhelmina plein in plantsoen. Hij dankt voor die toezegging. Den Voorzitter spijt het den heer Zandstra dat kleine straaltje hooi) te moeten ontnemen. De heer Zandstra verzoekt even terug te mogen gaan tot volgno. 158. De Voorzitter zal dit bij liooge uitzondering toe staan, als de Raad het goed vindt. Wordt besloten het verzoek toe te staan. De heer Zandstra heeft bij volgno. 158 iets verge ten. Hij heeft Burgemeester en Wethouders een woord van dank willen brengen voor den aanleg van een kinderspeelplaats. Hij hoopt dat meerdere zullen volgen. De Voorzitter dankt den heer Zandstra voor diens waardeerende woorden, maar wijst erop dat het eene uitzondering moet blijven de begrooting in omgekeerde volgorde te behandelen. Volgno. 175 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno.'s 176179 worden onveranderd vastge steld. De beraadslaging wordt geopend. De heer Tulp zegt dat het zijne aandacht had ge trokken dat verschillende posten bij verschillende takken van dienst steeds omhoog gaan. De Voor zitter der sectie zei dat hij er niet over kon oordee- len. Over vele posten kan spreker dat ook niet. Hij kan dit echter wel doen over den post onderhoud en aankoop tuigen. Het aschland heeft een stal van 15 paarden. Deze post nu kost gemiddeld 400.Spreker heeft 8 paarden en zware voertuigen. Zijn gemiddeld be drag der laatste 3 jaren was voor onderhoud en aankoop tuigen 74. Naar die mate zou het aschland hoogstens 150.moeten kosten. Spreker vindt het daarom vreemd dat het jaarlijks 400.kost en hij meent dat niet altijd de noodige zuinigheid wordt betracht. Hij vermoedt dat men te spoedig nieuw aanschaft en niet grondig repareert. Ook de som van 300. voor onderhoud dekkleeden vindt spreker buiten sporig. De Voorzitter zal de opmerking van den heer Tulp bij Burgemeester en Wethouders overbrengen als de wethouder, meer speciaal met de bedrijven belast, terug zal zijn. Volgno. 180 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno.'s 181183 worden onveranderd vastge steld. De beraadslaging wordt geopend. Den heer Cohen spijt het geen voorstel te hebben gezien tot verhooging van de salarissen der politie agenten. Spreker wil dit toeschrijven aan de bui tengewone tijdsomstandigheden, maar zou gaarne vernemen wanneer Burgemeester en Wethouders denken het voorstel bij den Raad ter tafel te zullen brengen. De Voorzitter antwoordt dat het voorstel reeds gereed is en de drukproef juist bij spreker op tafel is gelegd. De beraadslaging wordt gesloten. A'olgno. 184 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 185 wordt onveranderd vastgesteld. De beraadslaging wordt geopend. De heer Zandstra wijst erop dat Burgemeester en Wethouders gezegd hebben dat de gemeente niet verplicht is licht te leveren in particuliere straten. Hoever dat loopt weet spreker niet. De gemeente moet zorgen voor de veiligheid en daaronder be hoort de verlichting toch thuis. Spreker beveelt de verlichting der particuliere straten warm aan. De Voorzitter antwoordt dat deze kwestie in on derzoek is. Volgno. 186 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno.'s 187200 worden onveranderd vastge steld. De beraadslaging wordt geopend. De heer Tiemersma was bij de algemeene beraad slagingen niet aanwezig, anders had hij toen al na dere opheldering gevraagd. In het Brandjeskloos ter en de Korstebijterssteeg staan onbewoonbaar verklaarde woningen. Die zijn door den wind of andere handen omtrent afgebroken, zoodat het be paald bouwvallen zijn. Spreker weet niet in wiens handen deze woningen zijn maar het geeft daar een alles behalve fraaie aanblik. Spreker wil er de aandacht van Burgemeester en Wethouders op vestigen. De heer Rengers gelooft namens liet bestuur der Woningvereeniging te spreken als hij zegt dat dit het in hoofdzaak volkomen met den heer Tiemersma eens is. Het bestuur betreurt het dat het plan, om den Boterhoek op te knappen, zoo weinig opschiet. Alles wordt echter in het werk gesteld om den toestand zoo spoedig mogelijk te verbeteren. De Woningvereeniging on dervindt van alle kanten echter tegenwerking. Spreker verzekert den heer Tiemersma dat er naar wordt gestreefd zoo spoedig mogelijk verbetering aan te brengen. De heer Tiemersma dankt den heer Rengers voor diens inlichtingen. Hij hoopt dat er met bekwamen spoed wordt gewerkt. De beraadslaging wordt gesloten. Volgno. 201 en daarna volgno.'s 202—203 worden onveranderd vastgesteld. De beraadslaging wordt geopend. De heer Tulp is een dergenen, die in de sectie over de vele bijbetrekkingen van den keurmeester heeft gesproken. Het laatste gedeelte van het ant woord van Burgemeester en Wethouders heeft hem bevreemd. Spreker twijfelt niet aan den ijver van den keurmeester en daarover is ook niet gesproken. Z.i. heeft de keurmeester te veel bijbetrekkingen. V aar nu bovendien het plan bestaat voormark- ten te houden, wordt ook daardoor weer beslag ge legd op een deel van den tijd van den keurmeester. Spreker is het wel met Burgemeester en Wethou ders eens dat het salaris niet zoo is dat een goed keurmeester er zijn hoofdbestaan van kan maken. Hij wil er dan ook op aandringen den keur meester niet te veel bijbetrekkingen op te leggen. De heer Tijsma doet opmerken, dat de keurmees ter zich van de opmerking in de sectie niet al te veel schijnt te hebben aangetrokken, want dat hij er nog al welvarend uitziet. Hij had dan ook toen hij tot keurmeester werd benoemd al evenveel be trekkingen als nu. Alleen was hij toen waagmees- ter en nu veemarktmeester. De Raad wist dus bij de benoeming van den keurmeester dat deze ver schillende betrekkingen had en nu is het de vraag wat is eigenlijk de hoofd- en wat de bijbetrekking. Spreker is van oordeel, dat men, als men een keur meester wenscht, die den geheelen dag voor den dienst disponibel is, de geheele zaak moet reorga- niseeren. Dan zou er een hooger salaris moeten worden gegeven, er zouden meer monsters moeten worden geproduceerd, meer scheikundigen moeten worden benoemd enz. De geheele opzet van den dienst zou dan belangrijk moeten worden gewijzigd. De Voorzitter wijst er op dat de heer Tulp de eenige is, die nu al eenige jaren achtereen uiting leeft gegeven aan zijn angst dat er niet scherp ge noeg gekeurd wordt. Die indruk hebben Burge meester en Wethouders echter in het geheel niet. Wanneer men de verslagen van den dienst leest en de deskundigen spreekt, krijgt men niet den indruk dat de dienst te wenschen overlaat. Wanneer de keurmeester niet over voldoenden tijd heeft te be schikken ligt het op den weg der deskundigen om aanmerkingen te maken. Wat de voormarkten be treft, die zijn er nog niet en als blijkt dat dit be zwaar oplevert, zal deze kwestie nader kunnen worden overwogen. De beraadslaging wordt gesloten. Volgno. 2(14 wordt onveranderd vastgesteld, even als volgno.'s 205214. Volgno.'s 215216 worden onveranderd vastge steld. De beraadslaging wordt geopend. De heer Zandstra heeft het vorig jaar ook gespro ken over de 60.voor de liederbundel. Spreker en zijne partijgenooten hebben er toen reeds hunne afkeuring over uitgesproken en gezegd dat het nu maar eens uit moest zijn met het aankweeken van een minder goede stemming tegenover onzen Zui delijken nabuur. Niemand had toen gedacht dat ons volk binnen zoo korten tijd in de gelegenheid zou worden gesteld uiting te geven van liefde voor de Belgen. Niemand had kunnen denken dat deze menschen nu reeds, door het vuur en verderfspu- wend geweld verdreven, verjaagd uit hun woningen, uit hun broodwinning, uit hun schuilplaats tegen de ellende, als zwervelingen een toevlucht in ons land moesten zoeken. Zij, die deze optochten hebben gezien van deze willooze, radelooze, totaal gebro ken menschen hebben een diep medegevoel in hun hart voelen opkomen. Wij kunnen ons voorstellen dat zoolang de oor log ver van onze grenzen plaats had, woorden als van „het bloedige, woelige zwaard, het klonck en en het blonck en, en menig Spanjaard in zijn hut in zjjn bloed versmoorde", boven de hoofden ja zelfs buiten het hart van vele menschen omging. Maar nu de oorlog zoo dicht in onze nabijheid met al zijn onmensehelijkheid, wreedheid en beest achtigheid woedt, wordt dat anders en verlangen wij niets liever, (ofschoon het zwaard van Damo cles boven ons hoofd hangt) dan dat Nederland gespaard moge blijven voor de verwoestende en ver ruwende kracht van den oorlog. Zóó heeft niemand zich den oorlog kunnen voorstellen. Wij wenschen dan ook aan gewijder taak onze krachten te besteden, door vluchtelingen te herber gen, hongerigen te spijzigen en dorstigen te laven en te midden van den haat die elders woedt, dat werk der liefde onverzwakt te mogen en te kunnen voortzetten. Daar onze daden den spiegel moeten zijn van ons denken, gaat het niet aan onze kinderen gedachten op te dringen, zooals in som mige van die liederen voorkomen, woorden die in strijd zijn met de geschiedenis van dezen tijd, die ons leert geen haat te kweeken tegen andere vol ken. Onze taak wijst op de noodzakelijkheid van 228 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 17 November 1914. Volgno. 180. Uitgaven ter zake van de vuilnisverza meling. f 110.965, Volgno. 184. Jaarwedden van inspecteurs en agenten van politie f 42.175, Volgno. 186. Straatverlichting f 28.200, Volgno. 201. Voorschot aan de Woningvereeniging Leeuwarden" in het belang van de verbetering der volks huisvesting f 6000, Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 17 November 1914. 229 Volgno. 204. Kosten van den gemeentelijken keurings dienst van voedingsmiddelen en gebruiksartikelen. f 2900.— Volgno. 214a, bij de nota van wijzigingen voorgedra gen, subsidie aan de vereeniging tot bestrijding der tuberculose te Leeuwarden f 600,wordt vastgesteld. Volgno. 227. Schoolbibliotheken, belooningen, eere blijken. f 735.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1914 | | pagina 9