240 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 December 1914.
Wordt voor kennisgeving aangenomen. De ver
lenging is reeds geschied bij raadsbesluit van 10 No
vember 1.1. no. 3213/214.
9. schrjjven van Voogden der Stads-armenka-
mer, houdende aanbeveling voor de benoeming van
een voogd, vacature mr. J. A. Lucardie, voortdu
rende door het niet-aannemen der benoeming door
den heer J. H. Haverschmidt.
De aanbeveling luidt als volgt:
1. G. Dijkstra R.Hzn.;
2. J. F. Rueb;
3. A. li. van der Sluis.
Heeft ter visie gelegen, om nog heden te worden
behandeld.
10. alsvoren van de commissie van toezicht op
het middelbaar onderwijs, houdende aanbeveling
van de benoeming van een lid, wegens periodieke
aftreding van den heer B. Klein Wassink.
De aanbeveling luidt als volgt:
1. B. Klein Wassink;
2. J. ten Bruggenkate;
3. Mr. D. van Weideren baron Rengers.
Heeft ter visie gelegen, om nog heden te worden
behandeld.
11. dat de Leeuwarder waterleidingmaatschap
pij tot 1 Januari 1916 gratis beschikbaar heeft ge
steld het water, benoodigd voor de sproeibadinrieh-
ting in de Oude Waag.
12. dat Burgemeester en Wethouders de pro-
visioneele toewijzing van bouwterrein aan de
Noordzijde van het Nieuwe Kanaal aan H. de Vries
c.s. op verzoek der aanvragers hebben ingetrokken.
13. dat bij liet scheidsgerecht zijn benoemd:
I. tot leden:
a. door Burgemeester en Wethouders P. Attema
Dzn., en H. A. Vosman
b. door de gemeente-werklieden: K. P. W. Be-
suijen en B. Klein Wassink;
H. tot plaatsvervangende leden:
a. door Burgemeester en Wethouders W. C. de
Groot en Y. Beintema;
b. door de gemeentewerklieden G. Botke en J.
de Bunje.
14. dat in de eerstvolgende raadsvergadering zal
worden aangebracht en afgedaan een voorstel van
Burgemeester en Wethouders tot woningbouw op
liet terrein aan Oldegalileën, aan de gemeente ge
schonken en tot aanvrage krachtens de Woningwet
van een rijksvoorschot voor dien bouw, over welk
voorstel inmiddels nog het advies der commissie
voor de openbare werken moet worden ingewonnen
en dat daarna zoo spoedig mogelijk eenige dagen
te voren voor de leden ter visie zal worden gelegd.
De mededeelingen 1114 worden voor kennis
geving aangenomen.
III. Wordt ter tafel gebracht:
I. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot hernieuwde vaststelling van het raadsbesluit
van 22 September 1914, no. 333R/179, waarbij een
plek bouwterrein aan de Vredeman de Vriesstraat,
bestemd voor de stichting van een nieuwe Rijks-.
landbouwwinterschool, aan de provincie Friesland
in eigendom is afgestaan.
2. Alsvoren om aan J. de Jong, pachter der buf
fetten in den Prinsentuin, over het pacht jaar 1914
een tegemoetkoming in de betaling der pachtsom te
verleenen.
De stukken 12 hebben ter visie gelegen om nog
heden te worden behandeld.
3. Alsvoren om het perceel Gedempte Keizers
gracht no. 45 ondershands te verhuren aan E. P.
Wielinga alhier, voor 2.75 per week.
4. Alsvoren tot stichting van een nieuwe alge-
meene begraafplaats aan Oldegalileën nabij den
ouden Lekkumerdijk.
5. Alsvoren tot voortzetting van de huur van
het perceel St. Jacobstraat no. 33 aan G. Geerdink.
6. Alsvoren tot opruiming van de plantsoentjes
aan de Tweebaksmarkt.
7. Alsvoren om aan Hubertus de Groot, alhier,
en zijne rechtverkrijgenden vergunning te verlee
nen tot het maken en tot wederopzeggens toe heb
ben van doorzichtig glas, in lichtramen, geplaatst
in den noordelijken muur van zijne drukkerij aan de
St. Jacobstraat, plaatselijk bekend no. 32, en uit
zicht gevende op gemeentelijk terrein.
8. Alsvoren tot wijziging der verordening, rege
lende de inrigting van het personeel der politie
(Gem.bladen 1912 nos. 13, 23 en 36).
9. Prae-advies van Burgemeester en Wethou
ders op het adres van A. K. Wassenaar betreffende
het voortzetten van de huur van de villa „Baensein"
c.a. aan den Harlinger straatweg.
10. Alsvoren op het voorstel van den heer P.
Hiemstra tot wijziging van het Werkliedenregle
ment.
De stukken 310 zullen in eene volgende verga
dering worden behandeld en die sub 4, 8 en 10 ge
drukt als bijlage tot het raadsverslag en bij de le
den rondgezonden.
IV. Rapporten.
De heer Menalda rapporteert dat de commissie,
belast geweest met het onderzoek van den staat van
begrooting van ontvangsten en uitgaven van het
Nieuwe Stads Weeshuis, dienst 1915, geene aanlei
ding heeft gevonden tot het maken van op- of aan
merkingen. Zij stelt derhalve voor dien staat goed
te keuren tot een bedrag in ontvang en uitgaaf bei
de van 28860.60°.
De Voorzitter stelt voor het rapport en de begroo
ting in eene volgende vergadering in behandeling
te nemen, onder dankbetuiging aan de commissie
voor den door haar verrichten arbeid.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
V. Wordt overgegaan tot behandeling der voor
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1. Benoeming van een onderwijzeres in de nuttige en
fraaie handwerken aan de gemeenteschool no. 4 (vaca
ture mej. G. Struiksma).
Uitgebracht zijn 21 stemmen, te weten:
op mej. A. van Asperen 17 stemmen,
T. A. M. Stoett, 4
Mej. A. van Asperen is alzoo benoemd.
2. Benoeming van een voogd der Stads Armenkamer,
ter voorziening in de vacature mr. J. A. Lucardie,
voortdurende door het niet aannemen der benoeming
door den heer J. H. Haverschmidt.
Uitgebracht zijn 21 stemmen, verdeeld als volgt:
op den heer G. Dijkstra R.Hz. 16 stemmen,
B. Molenaar 2
P. v. d. Molen 1 stem,
terwijl 2 briefjes in blanco zijn ingeleverd.
De heer G. Dijkstra R.Hzn. is alzoo benoemd.
3. Benoeming van een voogd en een voogdes van het
Nieuwe Stads Weeshuis, wegens periodieke aftreding
van den heer IIBeucker Andreae en mevrouw M. Bur
gerSuringar.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 December 1914. 241
Voor de vacature van voogd zijn uitgebracht
21 stemmen, verdeeld als volgt:
op den heer H. Beucker Andreae 16 stemmen,
L. Zandstra 1 stem,
terwijl 4 briefjes in blanco zijn ingeleverd.
De heer II. Beucker Andreae is alzoo benoemd.
Voor de vacature van eene voogdes zijn uitge
bracht 21 stemmen, te weten:
op mevr. M. BurgerSuringar 17 stemmen, ter
wijl 4 briefjes in blanco zijn ingeleverd. Mevr. M.
BurgerSuringar is alzoo benoemd.
4. Benoeming van een lid der Commissie van Toe
zicht op het Middelbaar Onderwijs, wegens periodieke
aftreding van den heer B. Klein Wassink.
Uitgebracht zijn 21 stemmen, te weten:
op den heer B. Klein Wassink 19 stemmen, ter
wijl 2 briefjes in blanco zijn ingeleverd. De heer
B. Klein Wassink is alzoo benoemd.
5. Benoeming van twee leden der Commissie van
toezicht op het lager onderwijs, wegens periodieke aftre
ding van dr. J. C. Schreuder en dr. W. A. Poort.
Voor de eerste vacature zijn uitgebracht 21 stem
men, verdeeld als volgt:
op den heer A. G. Th. de Neijn van Hoogwerff
17 stemmen,
J. A. Fritzlin 3
C. R. ten Velthuis 1 stem,
De heer A. G. Th. de Neijn van Hoogwerff is al
zoo benoemd.
Voor de tweede vacature zijn uitgebracht 21
stemmen, verdeeld als volgt:
op mevr. H. C. BuismanBlok Wybrandi
18 stemmen,
den heer J. A. Fritzlin 3
Mevr. H. C. Buisman—Blok Wybrandi is alzoo
benoemd.
De heer H. P. de Haan zegt dat de aanbeveling,
waaruit de Raad een keuze heeft gedaan, hem bij
zonder aangenaam was. In de eerste plaats wegens
de vermeerdering van het aantal damesleden en in
de tweede plaats omdat recht is gedaan aan de
voorstanders van bijzonder onderwijs. De Commis
sie van Toezicht toch oefent dat toezicht ook uit op
de inrichtingen van bijzonder onderwijs en 30
van de Leeuwarder schooljeugd geniet daarvan.
Wanneer echter deze keuze aan het onderwijs ten
goede zal komen, zal de werkwijze der commissie
dienen te worden veranderd. Tot dusver toch zijn
de leden commissarissen van bepaalde scholen en
als deze werkwijze blijft bestaan zal de heer de
Neijn van Hoogwerff vrij zeker worden belast met
het toezicht op een of meer der katholieke jongens
scholen, terwijl de dames Aalbers en Buisman de
school van mej. Schönfeld en de Roomsch Katholie
ke School voor meisjes A'oor hare rekening zullen
krijgen. Spreker acht het, om een goeden kijk te
krijgen op de zaken, wenschelijk, dat er wisseling
van scholen plaats heeft. Hij vindt het niet goed
dat de leden het toezicht steeds over dezelfde school
hebben, omdat de leeken juist door zien en vergelij
ken hun blik kunnen verruimen, waarmee zeer ze
ker èn het bijzonder èn het openbaar onderwijs hun
voordeel zullen kunnen doen. Spreker wil dezen
bescheiden wenk der commissie in overweging ge
ven, nu zij door de aanbeveling reeds heeft getoond
stappen in de goede richting te willen doen.
De heer Schoondermark (wethouder) kan zich
wel bij het door den heer de Haan gesprokene aan
sluiten. Hij moet echter even doen opmerken, dat
dit raadslid de zaak niet geheel juist heeft weerge
geven. Elke school heeft wel zijn eigen schoolcom-
missaris, maar daarnaast ook een plaatsvervanger.
Deze kwestie is in de laatste vergadering der com
missie, welke door spreker geregeld worden bijge
woond, besproken. Toen is besloten, dat de school-
commissaris en diens plaatsvervanger als één ge
heel zullen samenwerken, waardoor wordt tege
moetgekomen aan het idee dat de heer de Haan
zich voorstelt. Spreker heeft gemeend dat ter ge
ruststelling van den heer de Haan te moeten mede-
deelen.
6'. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
aan S. Nauta, alhiervergunning te verleenen tot het
plaatsen van een meteorologische en annonce-zuil op het
Waagsplein.
Dit voorstel luidt als volgt:
Bij raadsbesluit van 27 Januari 1903 (Raadshan-
delingen blz. 16) werd aan G. C. Schoneboom, al
hier, en zijne rechtverkrijgenden voor den tijd van
twaalf jaren, gerekend te zijn ingegaan den len
Januari van dat jaar en alzoo tot den len Januari
.1915, gratis in gebruik afgestaan de oppervlakte
grond, waarop de meteorologische zuil staat, zijnde
de zuid-oostelijke hoek van het Waagsplein tegen
over de Peperstraat.
Sedert is het recht van gebruik overgegaan op
S. Nauta, alhier. Deze heeft ons thans medegedeeld
de zuil gaarne op dezelfde voorwaarden geplaatst
te houden en wel voor een tiental jaren. In het al
gemeen hebben wij tegen de inwilliging van dit ver
langen, evenmin als de Directeur van de gemeente
werken, geen bezwaar. Alleen komt het ons aan
vankelijk beter voor, dat de zuil iets in noordelijke
richting, dus dichter naar de Tontjespijp, verplaatst
wordt. Óm die reden verdient het aanbeveling de
juiste plaats niet in het raadsbesluit, maar door
Burgemeester en Wethouders te laten bepalen.
Mede is het o.i. beter dat de vergunning voor een
niet wederom zoo lang tijdvak wordt verleend, doch
voor 5 jaren.
Wij hebben de eer U alzoo voor te stellen te be
sluiten:
aan S. Nauta, handelaar in motorrijtuigen en rij
wielen, alhier en zijne rechtverkrijgenden vergun
ning te verleenen met ingang van 1 Januari 1915
tot wederopzeggens, uiterlijk tot 1 Januari 1920,
kosteloos in gebruik te houden eene oppervlakte
gemeentegrond op het Waagsplein, ter plaatsing
van een meteorologische zuil, onder de volgende
voorwaarden
1. de juiste plaats wordt door Burgemeester en
Wethouders aangewezen;
2. de in gebruik af te stane grond is gelijk aan
den voet der zuil;
3. de voor plaatsing van de zuil noodige werken
in gemeentegrond mogen gemaakt worden;
4. de in de zuil aangebrachte toestellen moeten
steeds behoorlijk gangbaar zijn en evenals de zuil
en de daarin of daarop te plaatsen of geplaatste
aankondigingen behoorlijk worden onderhouden;
5. de tijdsaanwijzer wordt geregeld naar de
Stadhuisklok
6. de bovenbedoelde werken en werkzaamheden
worden verricht door en ten koste van den vergun
ninghouder en ten genoegen van Burgemeester en
Wethouders;
7. bij gebreke van de richtige naleving van de
gestelde voorwaarden kunnen Burgemeester en
Wethouders, zoo zij de vergunning niet opzeggen,
ten koste van den vergunninghouder in het nalatige
doen voorzien;
8. binnen een maand na den termijn, waarop de
vergunning eindigt, moet de zuil met toebehooren
verwijderd en de grond ontruimd en naar behooren
herstraat aan de gemeente opgeleverd zijn ten ge-