dijkje van particuliere landerijen aldaar, waartoe bij raadsbesluit van 10 Maart 1896 werd besloten. 8. Alsvoren om het noodige te verrichten om te geraken tot wijziging van de grens tusschen de ge meenten Leeuwarderadeel en Leeuwarden. 9. Alsvoren tot wijziging van de instructie voor den gemeenteontvanger (gemeentebladen 1911 no. 37 en 1912 no. 27). De stukken sub 8 en 9 zullen worden gedrukt als bijlage tot het raadsverslag en bij de leden rondge zonden. 10. Alsvoren om de jaarwedde van den secre taris boekhouder der Stads Armenkamer J. J. M. Tukker te verhoogen van 1150.— tot 1300. 11. Alsvoren tot onderhandsche verhuring van de onlangs aangekochte perceel en hoek Nieuweweg Blokhuisplein. 12. Aanbeveling voor de benoeming van een ambtenaar van den Burgerlijken Stand, vacature J. L. Beerenbroek. De aanbeveling luidt als volgt: 1. J. Bottema, adjunct-commies le klasse, be noemd tot commies ter secretarie. 2. S. Wijbrands, adjunct-commies 2e klasse ter secretarie. De stukken sub 312 zullen in eene volgende vergadering worden behandeld. IV. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. Met algemeene stemmen wordt benoemd mej. H. de Vries. Dit voorstel luidt als volgt: Bij besluit van Uwen Raad d.d. 13 October 1914, no. 363b/183, werd ons College gemachtigd zoo noo- dig het belegde reservefonds der gemeentelijke gas fabriek te beleenen bij de Nederlandsche Bank ter verkrijging van circa 35.000.tot voorziening in de tijdelijke behoefte aan kasgeld. Deze som, die tot nu toe niet behoefde te worden opgenomen, zal binnen korten tijd niet voldoende zijn de uitgaven te dekken, zoodat naar middelen moet worden omgezien de tijdelijke geldleeningen voor buitengewone werken, die thans op de begroo ting voorkomen, tot een bedrag van 488.000. te weten: schoolbouwf 63.000. aankoop van vastigheden (waar onder een belangrijk bedrag voor de stichting volgens voorloo- pige plannen van een abattoir en voor schoolbouw) 92.000. voorziening in electriciteit 253.000. stadhuisbouw32.000. buitengewone werken aan de gas fabriek 32.000. diverse kleine werken16.000. Samen 488.000. en waarvan tot heden geen gebruik behoefde te worden gemaakt, althans voor een deel, in de kas middelen te betrekken. Wordt eene som van 200.000 ontvangen dan vleien wij ons dat, onvoorziene omstandigheden voorbehouden, in den eersten tijd geen nieuwe lee ningen zullen behoeven te worden gesloten. Nu is op ons daartoe tot hem gericht verzoek van den Minister van Financiën bericht ontvangen dat aan deze gemeente achtereenvolgens een bedrag van 200.000.aan voorschotten kan worden verstrekt tegen eene rente van 5 vermeerderd met een klein bedrag voor kosten, berekend naar verhou ding van den duur der voorschotten. Bedoelde voorschotten zouden worden verleend voor den tijd van drie maanden, met dien verstande dat zij telkens voor gelijk tijdperk kunnen worden verlengd totdat meer normale omstandigheden zijn ingetreden, welke aan de gemeente mogelijk maken tot uitgifte van een leening over te gaan op niet te bezwarende voorwaarden. Waar wij overtuigd zijn dat van geen enkele zijde een gunstiger aanbod zal worden gedaan, meenen wij U te moeten voorstellen van genoemd aanbod ge bruik te maken; de beleening van het belegd reser vefonds der gasfabriek kan dan dienen, indien on voorziene omstandigheden dit noodzakelijk moch ten maken. In verband daarmede stellen wij IJ voor vast te stellen het in ontwerp overgelegde besluit. De Raad der gemeente Leeuwarden, Overwegende dat het noodzakelijk is een gedeel te der op de gemeentebegrooting voor 1914 voorko mende tijdelijke geldleeningen voor buitengewone werken tót een bedrag van 200.000.— op te nemen. Gelet op het voorstel van Burgemeester en Wet houders Besluit: Burgemeester en Wethouders te machtigen met het Rijk eene tijdelijke geldleening aan te gaan voor een bedrag van twee honderd duizend gulden 200.000.—) tegen eene rente van 5 vermeer derd met zoodanig bedrag als aandeel in de kosten van de Rijksleening als noodzakelijk zal blijken, en op voorwaarde dat die som geleend wordt voor den tijd van drie maanden, met mogelijkheid van ver lenging, telkens voor gelijk tijdperk, totdat meer normale omstandigheden zijn ingetreden, welke het aan de gemeente mogelijk maken tot uitgifte van een leening op niet te bezwarende voorwaar den over te gaan. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen- I komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou ders. De beraadslaging wordt geopend. De heer Zandstra heeft geen aanmerking op de verordening zelf, maar wil eene opmerking maken naar aanleiding der toelichting. Toen spreker in de vorige vergadering praktische bezwaren te berde bracht ten opzichte van het instempelen van het ge wicht in de brooden, zei de voorzitter, dat ter zake met de belanghebbenden was geconfereerd en dat deze zeiven geen bezwaren hadden. Vanzelf verviel toen sprekers bezwaar. Nu men echter voor het feit van de uitvoering komt te staan, komen de bezwaren wel. De bezwaren van toen zijn er nu ook, maar ze schijnen niet van zoo overwegenden aard dat de verordening niet zal worden uitgevoerd. Spreker heeft ten minste be grepen dat de instempeling der cijfers gehand haafd zal blijven en te gelegener tijd zal worden in gevoerd. Spreker heeft er niets tegen, maar de om standigheden zijn van dien aard dat men wel wat toegevend mag zijn. Hij heeft, als voorstander der broodzetting, geen bezwaar om het cijfer 35 op te nemen, daar de verordening een plaatselijke en geen provinciale is en omdat de koopkracht der ar beiders nu van dien aard is dat ze beter een dubbel tje dan .14 centen kunnen betalen. Wat Burgemeester en Wethouders voorstellen is dan ook zeer aannemelijk. De Voorzitter heeft van den heer Zandstra geen bezwaren tegen de verordening gehoord. Het is volkomen juist wat door dit raadslid is ge zegd dat spreker in de vorige vergadering heeft medegedeeld, dat er bij belanghebbenden geen be zwaren bestonden. Die kwestie was vooraf met bak kers besproken en op grond van de van hen ont vangen inlichtingen heeft spreker zijne mededee- ling gedaan. Toen echter de verordening was aan genomen, kwamen verschillende bezwaren aan het licht. Dat was ook het geval met betrekking tot het gewicht. Toen de verordening in de maak was heeft spreker aan de bakkersorganisatie gevraagd welke gewichten moesten worden opgenomen. Het gewicht van 35 D.G. is toen niet opgegeven. Van de consu menten is het bezwaar gekomen dat er geen kleiner brood te krijgen was dan 50 D.G. Bovendien wordt beweerd dat de bussen niet binnenslands te krijgen zijn en uit Duitscliland moeten komen zoodat die op het oogenblik niet betrokken kunnen worden. De bedoeling is echter de bepaling omtrent het aan geven van het gewicht alleen op te schorten. Wan neer de omstandigheden weer gewoon zullen zijn, zal de bepaling in werking moeten treden. De beraadslaging wordt gesloten. De artikelen 12 worden onveranderd vastge steld. De verordening in haar geheel wordt met alge meene stemmen vastgesteld. De Raad gaat in comité-generaal ter behandeling van Na heropening deelt de Voorzitter mede dat het volgend punt der agenda 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot van de agenda wordt afgevoerd, omdat naar aan leiding van in de besloten vergadering gedane vra gen, Burgemeester en Wethouders een nader on derzoek zullen instellen naar de mogelijkheid van een afdoende verbetering der bestaande begraaf plaats. De heer Tysma vraagt of er nu niet eene beslis sing moet worden genomen over de verhuring van het Blokke- en Hinneland, of dat dit in de volgen de vergadering zal worden behandeld. De Voorzitter antwoordt dat dit punt in een vol gende vergadering aan de orde komt. De Voorzitter stelt aan de orde: (Zie voor het prae-advies pag. 250 van het Raads verslag van 22 December 1914, punt 6). Spreker wil omtrent deze zaak eene beslissing doen nemen omdat het terrein niet geschikt is voor begraafplaats, daar het niet aan het water ligt. De kosten van ophooging zullen daardoor zeer veel hooger worden. Hij gelooft dat dit alleen wel een afdoend bezwaar zal zijn. De heer J. Koopmans vraagt of dit nu werkelijk een onoverkomelijk bezwaar is. Baensein ligt niet zoover van de Harlinger vaart en met draagbaar spoor is het land wel te bereiken. De Voorzitter zegt dat het zeer wel mogelijk is, maar dat de kosten misschien wel dubbel zoo hoog zullen worden. De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou ders. Niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voor zitter de vergadering. 12 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Januari 1915, 1. Benoeming van een onderwijzeres in de nattige handwerken aan gemeenteschool no. 6, vacature me juffrouw W. A. de Vries. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hen te machtigen met het Rijk een tijdelijke geldleening aan te gaan tot een bedrag van f 200.000. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging en opnieuw vaststelling van de verordening op het gewicht van het brood (bijlagen no. 39 van 1914 en no. 4 van 1915). Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Januari 1915. 13 4. Rapport der commissie voor de bezwaarschriften tegen aanslagen in den hoofdelijken omslag, dienst 1.914, zoo in eersten aanleg als in beroep. stichting van een nieuwe algemeene begraafplaats aan Oldegalileën nabij den Ouden Lekkumerdijk (bijlage no. 37 van 1914), O. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van A. K. Wassenaar betreffende het voort zetten van de huur van de villa „Baensein" c.a. aan den Harlingerstraatweg.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1915 | | pagina 2