112 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Juni 1915. blijkbaar dit artikel overgenomen uit de vorige, zonder daarbij te denken aan de mogelijke benoe ming eener nieuwe directrice De lieer Fransen: „dat is ook een leerares". De heer H. P. de Haan vervolgt en zegt dat de nieuwbenoemde directrice bij het Lager Onder wijs reeds 20 jaar 2% van haar salaris, dus reeds 40% heeft gestort. Nu komt zij bij het Middelbaar Onderwijs en moet 4 jaar lang 121/2% van haar sa laris storten. Haar zuiver salaris wordt daardoor tot 2100.teruggebracht. Spreker noemt dit on billijk. De Voorzitter heeft liooren roepen dat de direc trice ook leerares is. Zij is dat echter volgens de verordening niet. De heer Zandstra vraagt of het noodzakelijk is dat de Raad nu beslist en of het niet beter is dat Burgemeester en Wethouders in een volgende Raadsvergadering met een voorstel komen. De Voorzitter antwoordt dat hem dit ook beter voorkomt, als ten minste de Wethouder van Onder wijs er geen prijs op stelt deze aangelegenheid nog heden af te doen. Het voorstel wordt dan geacht heden aange bracht te zijn. De heer Sclioondermark (wethouder) heeft daar tegen geen bezwaar. De Voorzitter deelt mede dat Burgemeester en Wethouders in de volgende vergadering met een voorstel zullen komen. 5. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van de directie der scheepvaartmaatschappij „HollandFriesland" om vergunning in het trottoir vóór het palchuis Willemskade N.Z. no. een inrit te mogen maken. Dit prae-advies luidt als volgt: Door den directeur der scheepvaartmaatschappij „HollandFriesland" alhier, is tot Uwe Vergade- ringhetinonzehanden om prae-advies gesteld ver zoek gericht in het trottoir vóór het die maatschap pij toebehoorende perceel Willemskade N.Z. No. 6 een inrit te mogen hebben. Dit verzoek stelden wij om advies in handen van den gemeentelijken In specteur voor het Woningtoezicht en van den Di recteur der gemeentewerken, die ons bij nevens gaand schrijven berichtten, dat naar hunne meening het verzoek onder de gewone voorwaarden kan wor den ingewilligd. Tegen die inwilliging bestaan ook by ons geen be zwaren. Evenwel komt het ons beter voor de ver gunning te stellen op naam van de maatschappij zelve. Derhalve hebben wij de eer, onder wederaan- bieding van het verzoekschrift, U voor te stellen te besluiten aan de Scheepvaart-maatschappij „Holland- Friesland" te Leeuwarden en hare rechtverkrijgen den vergunning te verleenen tot het maken en tot wederopzeggens hebben van een inrit in het trottoir vóór haar perceel Willemskade N.Z. No. (J, kada straal bekend sectie B no. 22111, de juiste plaats nader door of vanwege Burgemeester en Wethou ders aan te wijzen, onder bepaling dat worden in acht genomen de voorwaarden, gesteld bij raadsbe sluit van 26 Januari 1909, no. 12R/10, voor zoover naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders toepasselijk, roet dien verstande, dat als termijn, waarop de recognitie ad 1.ten kantore van den gemeente-ontvanger moet zijn betaald, worde ge steld 1 Mei, voor het eerst 1 Augustus 1915. Met algemeene stemmen wordt besloten over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. 6'. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vast stelling van de balans en winst- en verliesrekening der gemeentelijke gasfabriek en die van het gemeentelijk elect riciteitbedrij f, beide dienst 1914. Met algemeene stemmen wordt besloten over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot on- invorderbaarverklaring van aanslagen a. in den hoofdelijken omslag, diensten 19111914; b. in het schoolgeld, voor het openbaar lager onder wijs, diensten 19121914 c. in het schoolgeld voor onderwijs aan de bur geravondschool, dienst 1914; d. in het schoolgeld voor onderwijs aan de gemeente lijke bewaarscholen, diensten 1913 en 1914; e. in de belasting op het houden van honden, dien sten 1912 en 1914. Met algemeene stemmen wordt besloten over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. 8. Prae-advies op het adres van F. Wassenaar e.a., eigenaren van den Tjessinga-weg, om dezen tegen af stand van de opbrengsten der bermen aan de gemeente in onderhoud, te mogen overdragen, zoo noodig tevens onder afstand van hunne eigendomsrechten. Dit prae-advies luidt als volgt: F. Wassenaar alhier en andere eigenaren van den Tjessingaweg hebben bij adres, d.d. 9 Januari 1915, aangeboden dien weg van de Groote Bontekoe af tot de Zwette, welk gedeelte volgens adressanten per jaar aan pacht van grasgewas 90.op brengt, in onderhoud bij de gemeente over te dragen, waartegenover adressanten zich hebben bereid verklaard afstand te doen van de opbrengst der bermen van den weg en om zoo noodig hunne rechten op den eigendom van den weg over te dragen. Daar dit adres in onze handen om prae-advies is gesteld, hebben wij den eigenaren medegedeeld, dat wij bereid waren een voorstel aan te bieden om het boven aangeduid gedeelte van den Tjessinga weg en de helft van de ter weeszyden daarvan aan wezige slooten, voor zoover dit gedeelte strekt, voor de gemeente in eigendom te doen overnemen, mits zij vooraf verklaarden met de volgende voorwaar den genoegen te nemen. (Ten aanzien van den staat van onderhoud, waarin het onderwerpelijk gedeelte van den weg verkeert en waarop betrekking hebben de voorwaarden, hieronder sub 3« en b genoemd, moge worden volstaan met te verwijzen naar het bij de stukken gevoegde rapport van den Directeur der gemeentewerken) 1. De tegenwoordige eigenaren maken bij de in zending van de evenbedoelde verklaring aan Bur gemeester en Wethouders aannemelijk, dat de op brengst van het grasgewas der bermen van het 011- derwerpelijke gedeelte van den Tjessingaweg ge durende de laatste tien jaren gemiddeld ten minste negentig gulden 's jaars is geweest. 2. Is de gemiddelde opbrengst lager dan 90. 's jaars geweest dan betalen de eigenaren van den weg binnen 14 dagen na het verlijden van de akte van eigendomsoverdracht aan de gemeente een be- Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Juni 1915. 113 drag, waarvan de rente, berekend naar 5% 's jaars, voldoende is om met de opbrengst van het grasge was eene jaarlijksclie ontvangst van ten minste 90.te vormen. 3. Alvorens de akte van eigendomsoverdracht wordt verleden, dragen de eigenaren zorg: a. dat het gedeelte van den weg, beginnende op een afstand van ongeveer 100 M. van den Stien- serweg en zich uitstrekkende tot ongeveer 350 M. van den Stienserweg, geheel opnieuw over eene breedte van 2.50 M. wordt bestraat met beste harde klinkertmop in een zandbed van ten minste 0.20 M. dikte; b. dat het gedeelte van den Tjessingaweg van het punt, waar de onder a bedoelde nieuwe bestra ting eindigt, tot de Zwette en dat gedeelte, hetwelk ligt in de gemeente Menaldumadeel, waarop thans losse grind en puin liggen, wordt vast en gelijk ge walst en goed begaan- en berijdbaar gemaakt, een en ander ten genoegen van Burgemeester en Wet houders, aan wie tijdig van de voltooiing dier werk zaamheden door of namens de eigenaren wordt ken nis gegeven; c. dat de eigendomsoverdracht geschiedt bij no- tariëele akte, waarvan de kosten, evenals die van de overschrijving in de openbare registers en de le vering van een afschrift der akte ten behoeve van het gemeente-archief komen ten laste van de eige naren, die het onderwerpelijke wegsgedeelte over dragen. Thans is bericht ontvangen, dat de belangheb benden die voorwaarden niet kunnen aanvaarden. Naar aanleiding daarvan hebben wij de eer U in overweging te geven te besluiten op de aanbieding, vervat in het hierbij weder aangeboden adres, niet in te gaan. Met algemeene stemmen wordt besloten over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. .9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wij ziging der verordeningen tot aanwijzing van stemlokalen voor de kiesdistricten waarin de gemeente voor de ver kiezing van leden van den gemeenteraad is verdeeld en voor de stemdistricten, waarin de gemeente voor de verkiezing van leden der Tweede Kamer der Staten-Ge- neraal en der Provinciale /Staten is verdeeld (gemeen teblad 1909, no. 7) (bijlage no. 15). Met algemeene stemmen wordt besloten over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. 10. Herstemming over de vraag of aan den heer P. Hiemstra voor de derde maal het woord zal worden verleend in zake zijne in de raadsvergadering van 8 Juni l.l, gehouden interpellatie omtrent de wijze van verstrekking der broodkaarten in deze gemeente. Overeenkomstig het voorstel van den Voorzit ter wordt deze herstemming wegens afwezigheid van den heer Hiemstra aangehouden. VIL De Voorzitter verleent thans het woord aan den heer Beekhuis tot het stellen van zyn vraag. De heer Beekhuis zegt dat door den kantonrech ter iemand is veroordeeld, omdat hij als mede-eige- naar van een sloot in de gemeente Leeuwarden, welke sloot door verontreiniging en verwaarloo- zing gevaar voor de openbare gezondheid en hin der voor de omgeving opleverde, die sloot niet voor den 4 November 1914 heeft gedempt, waartoe Bur gemeester en Wethouders hem hadden aangeschre ven. Hij is in hooger beroep gegaan en blijkens het verslag der zitting van den vorigen Woensdag ook veroordeeld. Spreker wil over dat verslag eerst nog een en ander zeggen om daarna aan Burgemeester en Wethouders een vraag te stellen. Er staat: Beklaagde bekent het hem ten laste gelegde, maar beweert, dat de gemeente zelf de oorzaak is, dat de sloot verontreinigd is. Zij maakt niet schoon, hij wel een paar maal per jaar; aan beklaagdes kant ligt weiland, aan dien der gemeente staan hui zen. Beklaagde meent dus, dat hij op onrechtvaar dige wijze wordt behandeld. Dat een beklaagde zich aldus verdedigt is zijn recht, maar verder leest spreker: Uit het verhoor blijkt, dat de rechtbank deze op vatting deelt. Al zal beklaagde van wettelijk stand punt beschouwd, veroordeeld moeten worden, de manier, waarop de gemeente optreedt door zelf haar eigendom te verwaarloozen en dientengevolge anderen op kosten te drijven, die niet gering zijn verdient ten zeerste te worden afgekeurd. Den ge tuige, den gemeente-ambtenaar Buwalda, raadt de president aan, deze meening der rechtbank maar eens aan den directeur der gemeentewerken mede te deelen. De substituut-officier herinnert aan de zaak-Frant- zen. Het betreft hier eenzelfde geval en beklaagde is terecht veroordeeld. Deze zelf beschouwt de zaak, volgens dien ambtenaar, eenzijdig. De sloot wordt vervuild, doordat ze op een punt ligt, waar de stad zich uitbreidt. Zoo wordt ze hinderlijk en is het van groot belang, ook voor beklaagde zelf, dat aan dien toestand een einde komt. Beklaagde moet de kosten daarvan dragen. De gemeente treft geen blaam. Voor haar is geen andere weg; zij heeft voor de openbare gezondheid te waken. De ambtenaar gelooft niet, dat zij in dit geval iets zeer onbillijks heeft gedaan. De ambtenaar van het Openbaar Ministerie is dus reeds als pleitbezorger voor de gemeente opge treden, maar niettemin verdient de opmerking van den president der rechtbank de aandacht. Spreker vraagt daarom of er voor den president der recht bank aanleiding bestond dergelijke woorden aan het adres der gemeente te richten. Den Voorzitter doet het genoegen dat de heer Beekhuis deze vraag heeft gesteld. Hij heeft nu de gelegenheid om deze zaak ter sprake te brengen. Op grond van mededeelingen, die spreker heeft verkregen van den opzichter, die als getuige is op getreden in deze zaak, kan hij zeggen dat liet ver haal in de courant in hoofdzaak juist is. Spreker laat in het midden of het op den weg ligt van den rechter om zich op een dergelijke manier uit te spre ken over het administratief gezag. Ook laat hij in het midden in hoeverre het op zijn plaats is een op zichter een standje mee te geven voor zijn chef. Spreker laat dit in liet midden omdat het niet de hoofdzaak is. De Directeur der Gemeentewerken zegt toch niet op een goeden dag: ik ga die of die sloot dempen, neen hij krijgt daarvoor opdracht van Burgemeester en ethouders. Als dan dus iemand een blaam moet treffen, treft die niet den Directeur, maar Burgemeester en Wethouders. Door dergelijke uitlatingen de verordening is uit den aard der zaak al impopulair zet zich de meening vast, dat de gemeente, misehien wel wet tig, maar toch onbehoorlijk optreedt. Die meening is onjuist en spreker wil haar dan ook liefst zoo spoedig mogelijk den kop indrukken. Dat de toe passing niet onjuist is geweest, erkent de recht bank zelf, wayt anders had zij den man niet kun-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1915 | | pagina 3