12. voorstel van den lieer F. Hiemstra om ad- haesie te betuigen met een adres van het gemeente bestuur van Amsterdam aan den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel betreffende eene gewenschte prijsverlaging van eenige levensmid delen en instelling van een Rijksbureau voor de distributie van groenten en aardappelen. Is op de agenda voor heden geplaatst. 13. voorstel van Burgemeester en Wethouders om de aan César Sidoli, houder van het Koninklijk Roemeensche circus, bij raadsbesluit van 23 De cember 1913 verleende vergunning tot het innemen van een standplaats met zijn circus gedurende ten hoogste tien achtereenvolgende dagen in het tijd vak van 30 Juli tot einde October 1915 te stellen ten name van Albert Carré, onder voorbehoud van be taling der pachtsom. Wordt voorgesteld dit voorstel dadelijk te behan delen. Dienovereenkomstig wordt besloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou ders. 14. dat Burgemeester en Wethouders: a. bij openbare aanbesteding hebben gegund de levering van 350 H.L. anthraciet aan J. J. Touwen voor 1.75 per H.L.; 580 D. H. L. lange turf aan A. Jager voor 0.54 per D. H. L. en 1190 D. H. L. baggelaar turf aan D. Steenstra voor 1.20 per D. H. L., allen alhier; b. provisioneel in erfpacht hebben afgestaan ge deelten der bouwterreinen aan het Nieuwe Kanaal, als: aan P. Boersma alhier, aan de noordzijde ongeveer 378 M2. van bouwblok XV111b, waarde 3213. jaarlijksche erfpachtssom 144.58® aan M. Spandaw alhier, aan de zuidzijde onge veer 508 M2. van bouwblok Xlla, waarde 3556, jaarlijksche erfpachtssom 160.02; aan J. Kroes, alhier, aan de zuidzijde ongeveer 134 M2. van bouwblok XVII b2, waarde =t 871. jaarlijksche erfpachtssom 39.19®; c. voor den tijd van een half jaar tot bevol kingsagent hebben benoemd, M. Kaastra, alhier. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 111. Wordt ter tafel gebracht: 1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan W. Speerstra op zijn verzoek eervol ont slag te verleenen als onderwijzer aan gemeente school no. 6 en als leeraar aan de Burgeravond school. 2. Alsvoren om aan J. J. M. Tukker op zijn ver zoek eervol ontslag te verleenen als secretaris-boek houder van de Stads Armenkamer. 3. Alsvoren om ondershands aan te besteden de leveling van een transformatorzuil en van twee transformatoren, van 30 en van 60 K.V.A., ten be hoeve van het gemeentelijk electriciteitbedrijf al hier. 4. Alsvoren om naar aanleiding van een schrij ven van den Minister van Financiën over te gaan tot uitbreiding van de noodregeling van de werk loosheidverzekering voor deze gemeente, ingesteld krachtens raadsbesluit van 22 September 1914 (bij lage no. 18). De stukken 14 hebben ter visie gelegen om he den te worden behandeld. 5. Alsvoren tot vaststelling van onderscheidene verordeningen betreffende de Middelbare Avond handelsschool. Wordt gedrukt als bijlage tot het Raadsverslag en bij de leden rondgezonden om te zijner tijd te worden behandeld. 6. Wijziging van het den 28 Juli 1914 ter tafel gebrachte, doch nog niet behandelde prae-advies, betreffende het verzoek van S. v. d. Burg te Mak- kum, namens het bestuur van het Selskip for Frys- ke tael- en skriftenkennisse e.a., om in het gemeente- plantsoen op den hoek van den Nieuweweg en den Wirdumerdijk een gedenksteen met borstbeeld voor den overleden Friesehen schrijver Waling Dijkstra op te richten. 7. Prae-advies van Burgemeester en Wethou ders op het adres van S. Plantenga alhier, om ver gunning tot het maken van een inrit in het trot toir voor zijn perceel Schoolstraat No. la. De stukken 67 zullen in eene volgende verga dering worden behandeld. IV. Rapporten. De heer Haverschmidt rapporteert dat de com missie, belast geweest met het onderzoek der be grooting der inkomsten en uitgaven van het Stads Ziekenhuis, dienst 1916, geene aanleiding heeft ge vonden tot het maken van op- of aanmerkingen. Zij stelt derhalve voor de begrooting goed te keuren in ontvang en uitgaaf beide tot een bedrag van 13056.05. Dezelfde rapporteert dat de commissie, belast geweest met het onderzoek van de rekening en ver antwoording van ontvangsten en uitgaven der Stads Bank van Leening, dienst 1914, geene aanlei ding heeft gevonden tot het maken van op of aan merkingen. Zij stelt derhalve voor: in ontvang tot een bedrag van 72270.08® in uitgaaf tot een bedrag van 70947.42® met een saldo in kas van 1322.66 en het bedrag van het verlies der Bank op 2181.39; De Voorzitter stelt voor deze rapporten in eene volgende vergadering in behandeling te nemen, on der dankbetuiging aan de commissie voor den door haar verrichten arbeid. Dienovereenkomstig wordt besloten. De heer Vonek rapporteert dat de commissie, be last geweest met het onderzoek van de rekening en verantwoording der Kamer van Koophandel en Fabrieken, geene aanleiding heeft gevonden tot het maken van op- of aanmerkingen, weshalve zij voor stelt de rekening en verantwoording goed te keuren. De Voorzitter stelt voor dit rapport en de reke ning in eene volgende vergadeing in behandeling te nemen, onder dankbetuiging aan de commissie voor den door haar verrichten arbeid. De heer van Weideren baron Rengers rappor teert, dat de commissie, belast geweest met het on derzoek der geloofsbrieven der nieuwbenoemde raadsleden de heeren: L. Zandstra, J. H. Berghuis, A. de Vos, mr. L. R. van Sloterdijck, mr. T. Bin- nerts, mr. A. Menalda, W. van de Val en M. Schaafsma, deze geloofsbrieven in orde heeft be vonden en derhalve tot toelating der genoemde heeren concludeert. Dezelfde rapporteert, dat de commissie, belast geweest met het onderzoek der geloofsbrieven van het nieuw benoemde lid, den heer mr. C. Beekhuis, deze geloofsbrieven in orde heeft bevonden. Zij concludeert derhalve tot toelating van genoemden heer Beekhuis. De Voorzitter stelt voor deze rapporten geduren de de zitting ter visie te leggen en ze na afhande ling der agenda in behandeling te nemen. Dienovereenkomstig wordt besloten. V. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. Met algemeene stemmen wordt benoemd mej. A. E. W. Janssen. De conclusie van het rapport, strekkende tot goedkeuring der rekening, wordt met algemeene stemmen aangenomen. De beraadslaging wordt geopend. De heer Tulp zegt dat de heer Speerstra ontslag heeft gevraagd op 1 September en dat Burgemees ter en Wethouders voorstellen hem dit op 15 Sep tember te verleenen. De verordening schrijft wel voor dat het ontslag moet worden aangevraagd drie maan den te voren, maar de heer Speerstra is daartoe niet in de gelegenheid geweest. Hij is half Juli be noemd en op 1 September zal de cursus beginnen. Dit zal hem in ongelegenheid brengen. De heer Schoondermark (wethouder) zegt dat het waar is wat de heer Tulp heeft gezegd. Hij is echter mis met de bepaling der verordening die twee maan den en niet drie maanden voorschrijft. De bepaling is om begrijpelijke redenen gemaakt en de onderwij zers zitten vast tot twee maanden na de aanvraag om ontslag. Het is dan ook niet egoïstisch om te zeg gen: laat de andere gemeenten voor zich zelf zorgen. Spreker heeft zelf een verzoek gekregen, om te be werken, dat Speerstra eerder kon gaan, maar hij heeft geantwoord dat dit niet gaat. Aan schooi 6 zijn 4 tijdelijke leerkrachten ten gevolge van mobili satie en ziekte. Het is wel onaangenaam voor Speer stra, maar er is niets aan te doen. De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig liet voorstel van Burgemeester en Wet houders. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verlenging van den termijn van ontruiming van wonin genonbeicoonbaar verklaard bij raadsbesluiten van 10 Maart 1914 no. 85R/4G, 27 October 1914 no. 3Ö8R/205 en 8 December 1914 no. 428R/234. Dit voorstel luidt als volgt: Do bewoners van de woningen Noordvliet, Lan- gesteeg nos. 119 en 123, Poppebuurt no. 32 en Wol- vesteeg no. 9, die van de woningen Arendsklooster nos. 28, 32 en 34 en die van de woningen Bagijne- klooster no. 7, Blokhuissteeg no. 31, Wissesstraat nos. 22, 22 boven, 28, 30 links boven, 32 en 40, Zak nos. 46 en 4S en Nauwe Gasthuissteeg nos. 4 en 6 hebben verzocht om verlenging van den termijn, waarbinnen zij hun woning moeten verlaten. De eerstgenoemde vier woningen werden onbe woonbaar verklaard bij raadsbesluit van 10 Maart 1914 no. 85R/46 en moesten ontruimd zijn den 10 October d.a.v., doch bij raadsbesluit van 10 Novem ber 1914 no. 3213/214 werd die termijn verlengd tot .10 April 1915. De onbewoonbaarverklaring van de volgende drie woningen werd uitgesproken bij raadsbesluit van 27 October 1914 no. 358R/205, zoo dat de ontruiming dezer moest hebben plaats ge had op 27 Mei 1915. Eindelijk werden de overige woningen ter bewoning ongeschikt verklaard bij raadsbesluit van 8 December 1914 no. 428R/234 en deze moesten ontruimd zijn den 8 Juli 1915. Hier van zijn uitgezonderd de woningen Bagijneklooster no. 7 en Wissesstraat no. 30 (rechts en links boven), welker eigenaren bij Gedeputeerde Staten van het raadsbesluit in beroep zijn gekomen, met het gevolg dat dit besluit bij hunne beschikking van 25 Febru ari 1915 gehandhaafd werd. Die woningen moeten dus eerst 25 Augustus a.s. verlaten zijn. Intusschen hebben de bewoners van de woningen Arendsklooster nos. 28, 32 en 34 en Nauwe Gast huissteeg no. 6 een andere woning gekregen. Hun verzoek kan dus ter zijde worden gelegd. in het Arendsklooster zijn nu alle onbewoonbaar verklaarde woningen ontruimd. Daarentegen zijn, behalve de bovengenoemde, nog bewoond de woningen Poppebuurt nos. 30, 36, 52 en 56, Kloostersteeg nos. 1, 3 en 7, Noordvliet, Langesteeg, no. 121 en Molensteeg no. 9 vóór (alle onbewoonbaar verklaard bij raadsbesluit van 10 Maart 1914)en Blokhuissteeg no. 29,Wissesstraat no. 30 rechts boven, beide onbewoonbaar verklaard bij raadsbesluit van 8 December 1914. Van de 62 onbe woonbaar verklaarde woningen zijn er nu reeds 36 ontruimd. In verband met de woningschaarschte is het niet geraden thans tot ontruiming met den sterken arm te doen overgaan. Een gevolg zou wezen, dat de inenschen op straat kwamen te staan. In de tegen woordige tijdsomstandigheden is dat zeker niet ge- wenscht. Met den gemeentelijken Inspecteur voor liet wo ningtoezicht en de Gezondheidscommissie, wier ad viezen hierbij worden overgelegd, zijn wij derhalve van oordeel dat tot verlenging van den ontrui mingstermijn moet worden besloten en wel voor het langste tijdvak, dat de wet toelaat, namelijk voor zes maanden. Eenvondigheidshalve wenschen wij dien termijn voor de woningen, welker ontruiming moest zijn geschied op 8 Juli 1.1. en op 25 Augustus a.s. te stellen op den 8 Januari 1916; die van 10 April 1914 wordt 10 October a.s. Een ontwerp-besluit in dien zin voegen wij ter vaststelling hiernevens. De Raad der gemeente Leeuwarden-, Overwegende, dat niet alle woningen, welke on bewoonbaar zijn verklaard bij raadsbesluiten van onderscheidenlijk 10 Maart 1914 no. 85R/46, 27 Oc tober 1914 no. 358R/205 en 8 December 1914 no. 428R/234, voor zoover daartegen niet in verzet is gekomen of het ingestelde beroep ongegrond is ver klaard, tijdig zijn ontruimd; Overwegende, dat in deze gemeente gebrek aan woningen, ook voor mingegoeden heersclit, zoodat er termen bestaan den termijn van ontruiming te verlengen, gelijk ook reeds bij raadsbesluit van 10 November 1914 no. 3213/214 en wel tot 10 April 1915 is moeten gebeuren voor de woningen, welke bij het eerstaangehaald raadsbesluit ter bewoning ongeschikt werden verklaard; 150 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 17 Augustus 1915. a. de rekening en verantwoording goed te keu ren b. de commissie van administratie 's Raads dank te betuigen voor het gevoerde beheer. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 17 Augustus 1915. 151 1. Benoeming van een onderwijzeres aan gemeente school no. 3, vacature mej. E. Posthuma. 2. Rapport der commissie, heiast geweest met het on derzoek van de rekening van het gemeentelijk Werkloo- zenfonds, dienst 1914. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan W. Speerstra op zijn verzoek eervol ontslag te ver leenen als onderwijzer aan gemeenteschool no. 6 en als leeraar aan de Burgeravondschool. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan J. J. M. Tukker op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als secretaris-boekhouder van de Stads Ar menkamer. ONTWERP.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1915 | | pagina 3