fc 244 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 November 1915. Zal het salaris eenigszins aan hun maatschappe lijke positie beantwoorden, dan dient het te zijn ge regeld als volgt: de klasse proefjaar (ióü gulden, bij vaste aanstel ling 700900 gulden. 2e klasse 925950 gulden, le klasse 9751000 gulden. Ben enkel woord nog over de toelage voor uni- formkleeding. Deze toelage is naar sprekers mee ning te laag. De agenten zitten zoowat doorloopend in schuld, zijn zij er zoo wat door, dat ze hopen iets van die toelage in handen te zullen krijgen, dan is er weer zooveel versleten, dat door nieuw moet worden vervangen, dat zij opnieuw weer dik in de beeren komen te zitten. Spreker doet dan ook een beroep op Burgemeester en Wethouders om spoe dig hij den Baad te komen met voorstellen tot wij ziging der thans geldende verordening. Hij stelt voor: met het oog op de tijdsomstandigheden aan liet politiecorps vervroegde periodieke verhooging van jaarwedde toe te kennen. De heer Schaafsma is liet, wat de salarisregeling betreft, met den heer de Vos eens. Het beginsalaris is te laag, de mensehen kunnen er niet mee rondko men volgens het nu reeds lang verouderd rapport van dr. Moquette. Spreker hoopt dat Burgemeester en Wethouders spoedig een andere salarisregeling zullen voorstellen. Spreker wil iets zeggen over den diensttijd. Die is veel te lang. De Voorzitter: „de diensttijd is een zaak van den burgemeester. Daarover kan ik geen discussie toe laten". De lieer Schaafsma meent te vragen of men bij de uitbreiding ook rekening zal willen houden met een drieploegenstelsel of dat des Zondags en de nachturen voor 1j., uur tellen. De Voorzitter zal daarop niet antwoorden. Die zaak behoort tot de competentie van den burge meester. De heer Schaafsma: „het gaat over een hcgroo- lingspost en het is zonderling dat de leden daar over niet het woord mogen voeren." De Voorzitter doet lecture van art. 191, 5e lid, dor Gemeentewet. De heer Schaafsma zal zich dan op een andere wij ze over deze zaak in het openbaar uitspreken. De heer Hiemstra zegt dat de Voorzitter kan wei geren inlichtingen Ie geven, maar niet beletten dat de raadsleden, die den post moeten voteeren, den toestand bespreken. De Baad is daarin souverein. De Voorzitter heeft niet gezegd dat de Baad dit niet mag doen. Hij heeft alleen gezegd geen ant woord te zullen geven op vragen. De heer Hiemstra zegt dat de heer Schaafsma heeft gezegd de zaak te zullen bespreken. De Voor zitter heeft geantwoord dat niet toe te laten. Hij heeft daartoe geen enkel wettelijk recht. De Voorzitter heeft geen bezwaar dat de toestand der politie ter sprake wordt gebracht. Als de heer Schaafsma deze bedoeling had, dan heeft hij zich onjuist uitgedrukt. De heer Schaafsma zal den diensttijd der politie bespreken. De Voorzitter vraagt of de Baad er wel veel nut inziet dat er zaken worden besproken, waarover spreker toch geen inlichtingen geeft. Spreker zal den Baad laten uitmaken of de heer Schaafsma het woord mag voeren over de ambtsinstructie van de pol it ie. Met 24 tegen 1 stem, die van den lieer Beekhuis, wordt den lieer Schaafsma het woord verleend. De heer Schaafsma dankt den Baad voor het hem gegeven woord. Hij wil slechts een paar opmerkin gen maken. Het komt hem voor dat de dienst veel te lang is. De agenten hebben 5600 diensturen per jaar, n.l. 1880 daags, 1280 's nachts en 506 's-Zoudngs. Die dienstijd is veel te lang en ook dient er reke ninggehouden te worden met het feit dat er nacht en Zondagsdienst wordt verricht. Men zou die uren voor V/., uur moeten rekenen. Ook hij de Rijksambte naren wordt dit gedaan en het is eeno erkenning van regeeringswege dat de nachtdienst zooveel zwaarder is. Het doet spreker genoegen dat binnen kort voorstellen tot uitbreiding te wachten zijn. We der zou het spreker zeer aangenaam zijn indien men ertoe kon besluiten de vakvereeniging te er kennen door het oordeel te vragen over nieuwe diensten enz. Dit gebeurt ook al bij het Staatsbedrijf en liet is een vruchtbare methode. Er zullen daar door gemakkelijk praktische verbeteringen worden aangebracht. De heer Cohen heeft opgemerkt dat een Inspec teur 5e klasse lager wordt gesalarieerd dan een po litiedienaar le klasse, terwijl de Inspecteur toch hooger in rang is. Hij stelt voor de salarissen der Inspecteurs van politie elk met 100.te verhoo gd! en de periodieke verhoogingen in toepassing te brengen op de thans daarvoor in aanmerking ko mende tijdstippen. De Voorzitter zal de motie-de Vos iu stemming brengen. Zij wordt aangenomen met 14 tegen 11 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Hiemstra. van de Yall. Schaafsma, Zandstra, Lautenbaeh, de Vos, Tic inersmu, H. I'. de Haan, Van Weideren baron Ben gors, Tulp. i\ A. de Haan. Kransen, Cohen en Berg huis. Tegen de heeren: Attenia, Peletier, Binnerts, Ha vcrselmiidt. Oosterhof f, Beekhuis, Menalda. Nehoondermark, van Sloterdijok, Koopmans en Yonek. De Voorzitter: „nu zijn er voor één rubriek van gemeenlepersoneel speciale periodieke verhoogin gen ingesteld. Spreker zal liet voorstel-Colien, dat hij nog ernstiger ontraadt, in stemming brengen. De heer Koopmans heeft den heer Cohen hooren zeggen „een inspecteur staat hooger dan een politie dienaar le klasse en krijgt minder salaris". Spre ker beaamt zulks niet. Een politiedienaar le klasse is iemand van ervaring, heeft toch een staat van dienst en is meest een man met een heel andere le venspositie dan een inspecteur 5e klasse, die veel al jong is en nog iets worden moet. Hij vindt derhal ve dat een hooger salaris van den laatste niet te ver dedigen is en zal daarom tegen het voorstel-Colien stemmen. Het voorstel-Colien wordt met 18 tegen 7 stem men verworpen. Vóór stemmen de heeren: Hiemstra, de Vos, H. I'. de Haan, Tulp, I\ A. de Haan, Cohen en Berg huis. Tegen de heeren: van de Yall, Schaafsma, Zand stra, Lautenbaeh, Tiemersma, Attenia, Peletier, van Weideren baron Bengers, Binnerts, Haverschmidt. Kransen, Oosterhoff, Beekhuis, Menalda, Schoon dermark, van Sloterdijck, Koopmans en Yonek. Verslag van (le handelingen van den •emeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 November 1915. 24i> Volgno. 187 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno.'s 188190 worden onveranderd vastge steld. Volgno. 191. Onderhoud ran gebouwen. f 2270. De heer Fransen heeft gevraagd of het onder houd in eigen beheer in het belang der gemeente is. Burgemeester en Wethouders antwoorden: „Met de tot 1914 gevolgde wijze van het onder houd der gemeente-gebouwen, bestaande in het aan besteden van de onderhoudswerken volgens den staat waarin de gebouwen en de meubelen hij de aanvaarding van het onderhoud verkeerden, is sinds gebroken, omdat de aannemers slechts wilden werken volgens een bestek, waarbij de omvang van het werk en de te verwerken materialen vooraf wa ren berekend en in dat bestek opgenomen." Spreker gelooft niet dat deze opmerking juist is. De patroons hebben Burgemeester en Wethouders indertijd gevraagd de bestekken in te richten zoo- als dat bij onderhoudswerk van verschillende De partementen door het Bi.jk geschiedt. Daar wordt het gewone onderhoud genoemd en voor de vernieuwingen hoeveelheden uitgetrokken, welke gedurende het werk worden verrekend. Van een weigering door de aannemers kan niet worden gesproken doch op het voorgelegde be stek was geen berekening te maken. De Directeur der Gemeentewerken zelf heeft ver klaard van een dergelijk bestek evenmin als een aannemer een begrooting te kunnen maken. De cij fers bij de laatste besteding waren dan ook mis schien boven de raming, omdat een dergelijke in schrijving niets anders is dan „een slag in de lucht De Voorzitter herinnert er den heer Fransen aan dat tweemaal een bestek is ontworpen om te trach ten aan de bezwaren der aannemers tegemoet te komen, dat toen de Directeur gevraagd heeft eigen beheer te mogen beproeven en dat volgens hem die proef aanvankelijk uitnemend slaagt. Burgemees ter en Wethouders, van oordeel dat in een zaak als deze den Directeur de vrije hand moet worden gela ten, wenscheu de proef althans een jaar voort te zetten. De heer Fransen herhaalt het, dat geen enkele aannemer op bestekken als die van Gemeentewer ken eene behoorlijke begrooting kan maken. Het was altijd een slag in de lucht. Do beraadslaging wordt gesloten. Volgno. 191 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno.'s 192—200 worden onveranderd vastge steld. De heer H. 1'. de Haan stelt voor om de vergade ring te schorsen. De begrooting komt toch niet af. De Voorzitter doet een dringend beroep op den Baad om door te werken. Dienovereenkomstig wordt besloten. Volgno.'s 201205 worden onveranderd vastge steld. Volgno. 204. Voorschot aan de Woning ver een iging Leeuwarden in het belang der verbetering der volkshuis- resting. f 8000.— De beraadslaging wordt geopend. De heer Hiemstra is verheugd dat er plannen be staan voor den bouw van arbeiderswoningen. Hij wil echter in verband met het adres van de Kamer van Arbeid, die op vermoedelijke werkloosheid in de bouwvakken wijst bij demobilisatie, bij Burge meester en Wethouders op spoed aandringen. De beraadslaging wordt gesloten. Volgno.'s 204 —215 worden onveranderd vastge steld.' Volgno. 216, Kosten van het gemeentelijk woning toezicht. 43: >0. De beraadslaging wordt geopend. De lieer Hiemstra zal wel geen antwoord krij gen. Het doet hem genoegen dat Burgemeester en Wethouders het bij dit volgno. in de sectie te berde gebrachte willen overwegen. Eene systematische verbetering der volkshuisvesting is toch alleen mo gelijk als er een behoorlijke statistiek omtrent wo ningtoestanden in de gemeente bestaat. De Voorzitter is zich niet bewust dat er een vraag door den heer Hiemstra is gedaan, waarop hij niet heeft geantwoord. De heer Hiemstra heeft straks gewezen op het verzoek van de Kamer van Arbeid. De Voorzitter meent dat de hoor Hiemstra alleen het verzoek van de Kamer van Arbeid had onder steund en dat dit geen antwoord vroeg. Volgno.'s 216219 worden onveranderd vastge steld. Volgno. 220. Jaarwedden der onderwijzers, vergoe ding voor en tegemoetkoming in de huishuur. f 188.975.— De beraadslaging wordt geopend. De heer Zandstra vindt den post voor tijdelijke onderwijzers bijzonder hoog. 10000.is een groot bedrag. Spreker zou gaarne nader worden inge licht. De heer Sehoondennark wethouder zegt dat het moeilijk is te antwoorden. Burgemeester en Wethouders brengen uit ervaring de verschillende posten op de begrooting aan. Iemand, die het niet weet, kan zich niet voorstellen, dat het zooveel kost. De ervaring echter leert het. Er zijn altijd zooveel onderwijzers ziek en Burgemeester en Wethouders trachten altijd zoo spoedig mogelijk daarin te voor zien. De post staat elk jaar op de begrooting en wordt ook elk jaar uitgegeven. De heer Zandstra kan overigens gerust zijn, dat liet geld niet ge bruikt wordt als het niet noodig is. Spreker vraagt of de vraag van den heer Zandstra moet worden opgevat, dat er te veel personeel gebruikt wordt. De heer Zandstra meent dat het, als er zooveel tij delijk personeel noodig is, beter is vast personeel aan te stellen. Dat is in het belang van het onder wijs. De heer Sehoondennark 1 wethouder) begrijpt nu den heer Zandstra beter. Sinds jaren hebben wij hier gebrek aan schoolruimte. Zoolang dat bestaat is er tijdelijk personeel noodig voor de hulplokalen. Wanneer echter het plan van Burgemeester en Wethouders doorgaat, om het volgend jaar een school Achter de Hoven te bouwen, wordt dat be ter. Dan zijn er geen hulplokalen en ook geen hulp personeel meer. Het spreekt vanzelf dat er altijd tijdelijk personeel voor ziekte in dienst blijft. De heer Zandstra, met verlof der vergadering voor de derde maal het woord erlangend, hoopt dat er, als de nieuwe school klaar is, genoeg schoolruim te zal zijn en wenscht dat men eenigen spoed make. 1:1 m Hlte c 7 iHP 5$£{§?] I i |ipl p-i v, 'IM If Jp^K 1 31;I w TOi-raF' V 'lib H y

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1915 | | pagina 14