gedurende den tijd, welken zij tengevolge van de
mobilisatie als militie- of landweerplichtigen of als
vrijwilligers onder de wapenen zijn.
Thans is ook de landstorm opgeroepen om in wer-
kelijken dienst te treden. De manschappen van
eenige jaarklassen zijn reeds afgeleverd en met die
van andere zal (lit binnen korter of langer tijd het
geval worden.
Ook gemeente-ambtenaren zullen onder hen zijn.
Daarom dient voor dezen evenals voor de bovenge
noemde]) een regeling in gelijken geest te worden
getroffen.
Derhalve hebben wij de eer L voor te stellen te
besluiten als volgt:
waar in het raadsbesluit van 11 Augustus 1914
no. 288R/145 vermeld staat „militie- of landweer-
plichtige", en „vergoeding, welke ingevolge de Mi
litie- of Landweerwet zal worden toegekend",
wordt gelezen onderscheidenlijk: „militie-, land
weer- of landstormpliehtige" en „vergoeding, welke
ingevolge de Militie-, Landweer- of Landstormwet
zal worden toegekend",
en waar in het raadsbesluit van 1 September 1914
no. 309R/161 sprake is van „militie- of Landweer
vergoeding" wordt gelezen: „militie-, landweer- of
1 an d storm vergoeding".
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig hel voorstel van Burgemeester en Wethou
ders.
De Voorzitter stelt eerst aan de orde de begroo
ting van de gasfabriek.
De algemeene beraadslagingen worden geopend.
De heer Hiemstra heeft niet veel te zeggen. Al
leen wil hij mededeelen dat hij het is geweest, die
in de sectie de opmerking heeft gemaakt over het
afsluiten der cokescontracten. Hij heeft gevraagd
of het niet mogelijk zoude zyn deze contracten dooi
den Raad' te doen afsluiten. Burgemeester en Wet
houders maken daartegen uit commerciëel oogpunt
bezwaar. Spreker deelt eenigszins die bezwaren en
hij begrijpt dat het moeilijk is, maar hij wenscht ook
den tegenwoordigen toestand niet te bestendigen.
Hij acht het beter dat Burgemeester en Wethouders
de cokes verknopen dan dat zulks door de gascom-
missie geschiedt. Ook zij achten het beter en zeggen
dat het te zijner tijd goed zal zijn eene wijziging der
verordening op dit punt onder de oogen te zien.
Spreker wil echter nu de wijziging zien aange
bracht. Als toch de commissie belast is met den ver
koop der bijproducten, dan heeft de Raad daarover
iiiets te zeggen. Het is toch voorgekomen dat een
lid van den Raad op een desbetreffende vraag ten
antwoord kreeg: wij kennen het contract niet. Als
Burgemeester en Wethouders met den verkoop zyn
belast kan de Raad hun elk oogenblik interpelleeren,
omdat het Dagelyksch Bestuur aan den Raad ver
antwoordelijk is. Spreker stelt daarom de volgende
motie voor:
„De Raad noodigt Burgemeester en Wethouders
uit te komen met zoodanige voorstellen tot wijzi
ging van de Verordening op het beheer der gemeen
telijke gasfabriek, dat de verkoop der bijproducten
wordt opgedragen aan Burgemeester en Wethou
dors".
De heer Koopmans heeft als lid der Gaseommis
sie het woord gevragd om iets mede te deelen over
den „verkoop van cokes bij contract met de beken
de combinatie". Spreker was niet in de gelegenheid
de sectie-vergadering bij te wonen, doch las over dit
punt eene opmerking in het Verslag van de Com
missie van Rapporteurs en het antwoord van Bur
gemeester en Wethouders, waarin hij ook naar aan
leiding van hetgeen de heer Hiemstra heeft gezegd,
een bedekt verwijt aan de commissie, als zou ze
hierin minder goed hebben gedaan, meent te be
speuren.
Vooraf wenscht hij, op de opmerking dat het In
ter zou zijn het afsluiten van verkoopcontracten
van de cokes, vooral op langen termyn over te bren
gen bij den Raad of het College van Burgemeester
en Wethouders, als zijn persoonlijke meening te
zeggen, dat daartegen geen bezwaar bestaat. Maar
de verordening luidt zoo. Welke overwegingen in
dertijd bij den Raad hebben gegolden de commissie
hiermede te belasten is spreker onbekend en kan
hij niet beoordeelen, doch het feit bestaat en de
commissie heeft daarom tot taak de verordening
naar haar beste weten en vermogen uit te voeren.
Dat het echter in strijd is met de Gemeentewet, die
naast Burgemeester en Wethouders geen beliee-
rend lichaam kent, is spreker wel bekend. Of het
dan beter zal gaan moet worden afgewacht, maar
hij meent hier de commissie tegen het verwijt te
moeten verdedigen en acht zich hiertoe gerechtigd,
omdat hij nog het eenige aanzienlijke lid is van de
commissie, die indertijd het contract heeft afgeslo
ten.
Hij wenscht aan de hand van de geschiedenis uit
leg te geven en hoopt daarmede veel te kunnen ver
klaren. Daarvoor moet hij teruggaan tot het tijd
stip dat hij lid van de commissie werd, naar hy
meent in 1908. Ofschoon officiéél de bijproducten
worden genoemd, zal spreker het toch alleen hebben
over de cokes.
De toestand was toen aldus.
Om den overtolligen voorraad ook in den zomer
geregeld kwijt te worden, werden er contracten op
levering afgesloten, met particulieren zoowel als
met den handel, waarbij werd bepaald dat ook in de
zomermaanden een evenredige hoeveelheid moest
worden afgenomen. Dit overschot was niet gering.
De gewone consumptie voor particulieren be
droeg:
Juist otm dit meerdere geregeld aan den man te
brengen, moesten er contracten worden afgesloten,
waarbij tot afname in den zomer kon worden ver
plicht. Het behoeft geen verwondering te baren,
dat, waar deze contracten in het voorjaar, tegen
den zomertijd moesten ingaan, de prijs wel in het
teeken van den tyd moest staan en het meermalen
voorkwam, dat er door prijsstijging in den winter
een belangrijk verschil met de dan geldende notee
ring bestond, en de directe afnemers veel hoogeren
prjis moesten betalen, terwijl men nog groote hoe-
veelheden tot lageren prijs aan den handel moest
leveren.
Dit was voor de commissie en de burgerij zeer on
aangenaam, voor de Gemeente allicht nadeelig. De
commissie was toenmaals ook volkomen overtuigd,
dat deze wijze van verkoop moest ophouden en hier
in verandering moest worden gebracht.
Na ernstige studie meende men de oplossing te
hebben gevonden in het volgende systeem.
Br werd een ieder gelegenheid gegeven tegen
door den commissie vastgestelden prijs cokes, ook.
bij grootere hoeveelheden af te nemen, met dien
verstande dat bij afname van een zeker kwantum
korting werd verleend, bij grooter kwantum meer
korting en bij zeer groot kwantum over verschillen
de maanden verdeeld een nog grootere korting. De
grondprijs bleef steeds de door de gemeente bepaal
de prijs en kon in den zomer belangrijk lager zijn
dan in den winter. Het doel met dit verschil in kor
ting was,den kleinhandelaren die bij de gasfabriek
zich aan strenge levering- en betalingsconditiën
moesten onderwerpen, gelegenheid te geven tegen
denzelfden prijs ook bij de groothandelaren te be
trekken, waar men allicht eenigszins soepeler voor
waaiden zou kunnen bedingen.
In theorie prachtig, in de practijk een fiasco. Het
gevolg was dat men, behoudens eenige uitzonderin
gen, de koopers niet zag opdagen. Wijl de commis
sie de afnemers niet kon dwingen de cokes in den
zomer af te nemen, hoopte de voorraad zich gewel
dig op. Hn hoe hooger de berg rees, zooveel te lager
zonk de prijs. Er zijn momenten geweest, waarin de
commissie, wilde zij zich van het bepaald overtol
lige ontdoen, met pryzen ver beneden de 30 cents
per H. L. genoegen moest nemen. Deze toestand
bracht te groote prijsschoinmelingen te weeg en
werd derhalve een voorstel van eenige handelaren,
om een vast contract voor de afname van de cokes
die niet door de particulieren kon worden afgeno
men, in overweging genomen. Het resultaat was
dat na ampele besprekingen met de combinatie
hiertoe werd besloten in de overeenkomst. Spreker
vraagt verlof een uittreksel uit de notulen van do
commissie te mogen voorlezen. Dat luidt:
2 Januari 1912 besloten:
„waarbij de commissie zich bereid verklaart ge
durende het jaar 1912 telkens met ingang van 1
„.lanuari, 1 April, 1 .luli en 1 October de prijzen
„vast te stellen, waarvoor de gewone cokes door
„particulieren aan de fabriek kan worden verkre-
„gen, welke prijzen telkens voor drie maanden blij-
„ven vastgesteld. In verband hiermede te offree-
„ren eene hoeveelheid van 29000 tot 30000 H. L.
„cokes per kwartaal tegen een prijs van tien cents
„beneden den door de commissie voor elk kwartaal
„vast te stellen detailprijs, echter onder voorwaar
de, dat de door haar ter beschikking van de han
delaren gestelde hoeveelheid telkens binnen dat
„kwartaal en zooveel mogelijk gelijkelijk over de
„drie maanden moet worden afgenomen, terwijl de
„handelaren zich verplichten ervoor te zorgen, dat
„de door hen van de gasfabriek betrokken cokes
„niet beneden de door de commissie vastgestelde
„detailprijzen wordt verkocht".
Hieraan moet nog worden toegevoegd dat bij
besluit van 29 September 1913 is bepaald, dat de
prijs gedurende het 1ste en het 4de kwartaal, dat is
dus van 1 October tot 1 April d.a.v., maandelijks
zal worden vastgesteld, eene wijziging die in den
winter noodzakelijk was gebleken.
De grondslag van het contract met de Combinatie
is derhalve, dat de gasfabriek de overtollige cokes
geregeld kan afzetten, terwijl de commissie zich nog
het. recht voorbehoudt de hoeveelheid op 20.000 of
30.000 H.L. te bepalen; een verschil van 10.000 H.L.
per kwartaal of 40.000 H.L. per jaar, ongeveer de
zelfde hoeveelheid als door de burgerij direct van
de fabriek wordt afgenomen. Men behield voor zich
op deze wijze eene reserve, waarmede eventueel het
genoemde kwantum aan de burgerij in geval van
noodzaak kon worden verdubbeld.
Ten opzichte van den door de Combinatie te be
talen prijs valt niets anders te vermelden dan dat
de commissie dezen geheel zelfstandig kon bepalen
met eene korting voor de Combinatie van 10 cents
per H.L. waarmede zij wederom in staat gesteld
werd beneden den particulieren prijs aan handela
ren te verkoopen.
De werking van deze overeenkomst was gunstig
zoodat het behalve de kleine wijziging in de prijs
vaststelling reeds genoemd, voor 1913 werd ver
lengd.
Na 1913 kwam de Combinatie met het verzoek
het contract voor den tyd van 5 jaar af te sluiten,
waarbij zij als overwegingen aanvoerde dat het voor
haar zeer bezwaarlijk zou zijn met hunne afnemers
voor telkens zoo korten termijn als een jaar weder
om contracten aan te gaan, waarop de commissie
evenwel niet wensehte in te gaan.
In de notulen van 13 October 1913 staat hierover
vermeld.
„De heer Feitz acht het niet goed, om voor langer
„dan één jaar te contracteeren, waar deze commis
sie jaarlijks moet worden benoemd en eventueele
„opvolgers een andere meening kunnen hebben.
„Ook de heer .1. Koopmans is van meening dat men
een toekomstige commissie niet mag binden door
„een besluit van de tegenwoordige."
Een besluit werd tot een volgende vergadering
aangehouden.
In de daarop volgende vergadering van de com
missie, 10 September 1914, werd besloten het con
tract voor 2 jaar aan te gaan, nadat de heer GAY.
Koopmans als nieuw motief tegen een langer tijd
perk nog had aangevoerd, dat ook de samenstelling
der Combinatie wijziging kon ondergaan.
Men bemerkt hieruit dat geen overwegingen van
het niet kunnen nakomen van de verplichtingen de
zerzijds bij de commissie hebben gegolden; dit be
hoefde trouwens ook niet, waar het contract nog
inhoudt dat force majeure of bedrijfsstoring de
overeenkomst ontbindt en met de wet op de levens
middelen na 1914 de burgemeester ook nog het recht
zou hebben bij gevaar voor sehaarschte van brand
stoffen in de gemeente, op den voorraad beslag te
leggen.
Men wensehte enkel do gemeente niet langer dan
strikt noodzakelijk te binden.
Dat het contract geen ongunstige uitwerking
heeft gehad, bewijzen de volgende cijfers van den
gemiddelden prijs per H.L. cokes over de jaren:
1906 59 cents
1907 57
1908 51
1909 56
1910 43
1911 39
1912 45
1913 54
1914 44-
terwijl de particuliere prijs was:
4 Maart30 Sept. '14 45
1 Oct. T4—28 Febr. '15 55
1 Maart23 Juni 60
na 23 Juni 70
afgehaald aan de fabriek.
Men ziet hieruit dat de pryzen zich tijdens het
loopende contract normaal verhielden en de latere
AA! -
'f
224 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 November 1915.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging van het Raadsbesluit d.d. 26 October l.l., be
treffende toekenning van een voorschot uit de gemeente
kas aan de „Woningvereeniging Leeuwarden", ten
behoeve van den aankoop van het terrein, kadastraal
bekend Sectie D No. 267gelegen achter den Westersin
gel ("bijlage no. 29).
Thans laat de Voorzitter de deuren sluiten. Na
heropening komt aan de orde:
9. De ontwerp-begrootingen van de baten en lasten
der gemeentelijke lichtfabrieken en de ontwerp begrooting
der gemeente, alle dienst 1916 (Bijlagen nos. 1, 2 en
3 van 1916 en nos. 28 en 30 van 1915).
in 1911 54000 H.L. tegen 150.000 bij contract.
1912 ongeveer dezelfde hoeveelheden.
1913 44000 tegen 155.000.
1914 43000 170.000 H.L.
Verslag van de handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 November 1915. 225
3 Febr. tot 3 Maart 1914 50 ets.
ongeklopt.
mi i
■r
.v.-