228 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 November 1915.
men, die men had kunnen treffen. Spreker wil hier
mee zeggen dat de gemeente ten opzichte van de al-
gemeene maatregelen, waarbij het gemeentebestuur
ot' de burgemeester eene uitvoerende rol speelt,
wel wat stiefmoederlijk is bedeeld, liet is spreker
toch opgevallen, dat al die maatregelen hier later
zijn genomen dan ergens anders. Met de broodver
strekking kwam de gemeente achteraan, terwijl
goedkoope visch zou worden verstrekt toen ze duur
werd, waardoor dit op mislukking uitliep. Elders
zijn reeds groenten en groene erwten beschikbaar,
terwijl men daarvan hier nog niets heeft gehoord.
Spreker hoopt echter dat het wel zal komen en dat
de inwoners zoo spoedig mogelijk zullen kunnen
profiteeren van de dooi' de Regeering genomen so
ciale maatregelen. Spreker heeft zijn standpunt be
treffende de cokes al uiteengezet. Al is er geen
voorraad, dan nog moet de gemeente ervoor zor
gen dat goedkoope cokes te krijgen is. Er is nu even
wel straks reeds medegedeeld dat er 1111 wel cokes
is en spreker zal dan ook voorstellen een bedrag be
schikbaar te stellen voor het verstrekken van goed
koope brandstof. Spreker bedoelt daarmee een prin-
eipiëele uitspraak te krijgen en hij hecht daarom
niet te veel aan het bedrag.
Verder wenscht spreker nog te wijzen op de wei
nige samenwerking, die er in de laatste jaren be
staat tusschen de meerderheid van den Raad en
Burgemeester en Wethouders. Vooral dit jaar is het
gebeurd dat bijna alle belangrijke voorstellen van
Burgemeester en Wethouders werden afgevoerd of
aangehouden b.v.: de begraafplaats, het badhuis,
het ziekenhuis. Voor een deel ligt de schuld daarvan
bij de meerderheid van den Raad. Spreker wil niet
beweren dat die meerderheid de verschillende za
ken opzettelijk tegenhoudt. De zeer onvoldoende
voorbereiding van vele belangrijke onderwerpen is
ook een groote oorzaak van oponthoud. Door den
Voorzitter is onlangs, en zeer ten onrechte, aanmer
king gemaakt op het houden van voorvergaderin
gen. De weinige voorbereiding van groote vraag
stukken is een gevolg van het niet bestaan van een
geregelde fractie, die haai' standpunt kiest.
Bij de bestaande fractie bestaat geen vaste lijn en
laat men zich te veel leiden door gevoelsargumen
ten. Nog onlangs werd spreker toegevoegd: had jij
je groote mond maar gehouden dan zouden er meer
leden voor den toeslag hebben gestemd. Door den
heer de Vos heeft spreker dit in eene andere verga
dering hooren bevestigen. Dit is een politiek van de
slechtste soort. Er moet verder naar meer samen
werking worden gezocht voor het afdoen van groote
zaken. Spreker vraagt of die meerdere samenwer
king niet zou kunnen worden verkregen door der
gelijke vraagstukken in de sectiën te onderzoeken.
De heer Menalda heeft indertijd voorgesteld liet
badhuis vraagstuk in de sectiën te doen onderzoeken.
Spreker heeft dat voorstel toen niet gesteund, maar
hij heeft langzamerhand den indruk gekregen, dat
het toch waarschijnlijk beter is en eene spoedige af
handeling van belangrijke zaken zal bevorderen.
Als voorbeeld haalt spreker de ziekenhuiskwestie
aan. Daarbij bleek dat er ten opzichte van deze
zaak bij Burgemeester en Wethouders geen een
stemmigheid bestond. De wethouder Sehoonder-
mark toch kwam bij de behandeling met een denk
beeld voor den dag dat geheel indruischte tegen dat
van de meerderheid van Burgemeester en Wethou
ders. Als nu de deze zaak in de sectiën was behan
deld, was dat denkbeeld van den wethouder zeker
ter sprake gekomen. Spreker meent dan ook dat een
proef moet worden genomen met het houden van
sectie-vergaderingen.
Bij de benoeming van leden van commissiën be
wandelt de Raad nog altijd den ouden weg. Spreker
en zijne partijgenooten zijn altijd genoodzaakt te
wijzen op de groote onrechtvaardigheid die bij de
benoeming van leden van Commissiën plaats heeft.
De voorzitter heeft gezegd dat Burgemeester en
Wethouders daarin niets hebben te zeggen, want
dat de Raad de benoeming der commissiën aan zich
heeft gehouden. Spreker is liet daarmee eens, maar
het is gebleken dat de Raad zich steeds meent te
moeten houden aan de aanbeveling. Als nu de be
noeming en de aanvulling der commissie in zoo
sterke mate aan de commissie blijft, wordt de kliek
vorming in de hand gewerkt en zullen spreker en
zijne partijgenooten genoodzaakt zijn met een voor
stel te komen opdat daaraan een einde komt. Spre
ker hoopt dat zijn denkbeeld om sectieonderzoek in
overweging zal worden genomen.
De heer van Nloterdijck heeft de vergadering ver
laten.
De heer H. P. de Haan zegt, dat de beraadslagin
gen over de begrooting den raadsleden de gebrui
kelijke en eenige gelegenheid aanbieden om den toe
stand in het algemeen na te gaan. Spreker wenscht
daarom eenige oogenblikken de aandacht van den
Raad te vragen voor een der belangrijke kenmer
ken dezer eeuw, die der beweging en verplaatsing,
waardoor de bevolking zal vragen naar betere ver
keerswegen en verbindingen. Die drang naar ver
plaatsing en beweging zal aan Leeuwarden slechts
ten goede kunnen komen, indien de daarvoor ver
antwoordelijke overheid en de ingezetenen niet al
leen denken aan het tijdperk, waarin wij leven,
maar ook aan de toekomst. In de eerste plaats be
hoort, o]) het voetspoor der Regeering, de noodige
zorg gewijd te worden aan de hoofdverkeerswegen,
ten dienste vooral van het zieli steeds uitbreidend
snelverkeer en in dit verband is zeer zeker een be
tere uitmonding van de St. Jaeobstraat op het Goe-
verneursplein van het grootste belang.
Deze aangelegenheid is door spreker in de afdee-
ling behandeld en Burgemeester en Wethouders
hebben daarop geantwoord, dat ook in het Dage-
lijkseh Bestuur deze zaak reeds is besproken. Spre
ker acht het een groot voordeel, dat de gemeente om
de uitmonding te verbreeden geen aankoop behoeft
te doen, daar zij eigenares is van het hoekhuis en
derhalve de zaak geheel in haar macht heeft. De
nauwe uitmonding heeft reeds, dit is bekend, een
ongeval met doodelijken afloop veroorzaakt. Spre
ker hoopt, dat de publieke opinie zich zal uitspre
ken en eenigeu aandrang zal uitoefenen, omdat eene
beslissing zal moeten worden genomen over bet ge
bouw, waarin thans de uitgifte der broodkaarten
geschiedt. Daar zou ook eene belangrijke verbete
ring worden aangebracht door dat gebouw voor
eigen gebruik in te richten en het hoekhuis gedeel
telijk te doen vervallen. Ook voor het verkeer in de
stad meent spreker de aandacht van het Dagelijkse!)
Bestuur te mpgen vragen. Hij begint met te wijzen
op de Oosterstraat. Hij gelooft niet dat de in uit
zicht gestelde verbeterde toestand van de Keizers
gracht in die mate het verkeer in de Oosterstraat
zal beïnvloeden, dat men daar voor langer dan en
kele jaren een behoorlijken toestand krijgt. De
groote fout is deze, dat men niet direct bij het gra
ven van het Nieuwe Kanaal de verbinding met de
stad heeft verbeterd.
Men moet dan ook niet trachten het verkeer
langs andere banen te leiden, maar men moet door
de straten breeder te maken -door onteigening op
ruime schaal het verkeer bevorderen. De gemeen
te kan dan nog voldoende ruimte overhouden, waar
zij zelf huizen kan bouwen, die kunnen dienen tot
gedeeltelijke dekking der kosten.
Ieder uitstel is voor de gemeente nadeelig. De
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 November 1915. 229
waarde der panden in de nauwe straten wordt toch
voortdurend hooger.
Spreker wil er ook nog op wijzen, hoe in
de smalle straten het verkeer dikwijls gestremd
is ten gevolge van het laten staan van vraehtwa-,
gens. Nog dezen morgen stond er een voermanswa-
gen onbeheerd in de Peperstraat. Een fietser en
verscheiden bestuurders van handwagens waren
daardoor niet in de gelegenheid te passeeren. In de
nauwe straten staan dikwijls onbeheerde wagens.
In de Nieuwe Oosterstraat staat er dikwijls een bij
een smid, hoewel hij die best anders kan bergen. In
de St. Jacobs- en Oosterstraten is het dan ook voor
voetgangers bijna onmogelijk zich zonder gevaar te
bewegen. De toestand eiseht dringend verbetering.
Er wordt echter niet veel aan de toekomst gedacht
cn het verkeer wordt voortdurend grooter. Er die
nen afdoende maatregelen te worden genomen.
Voor 50 jaar had men in Breda al verhoogde voet
paden of trottoirs. Daar heeft men voor de voet
gangers een behoorlijken toestand geschapen.
Een ander punt, waarop spreker in de sectie de
aandacht heeft gevestigd, is de wenschelijkheid om
aan de stukken vóór de raadszittingen meerdere pu
bliciteit te geven. De wijze, waarop de raadsleden
de stukken krijgen, en waarop ze in de couranten
worden geplaatst, is slecht. Spreker meent dat in
den regel de zaken slechts één avond voor de ver
gadering in de pers kunnen worden medegedeeld.
Burgemeester en Wethouders zeggen nu wel, dat
eene betere regeling voor de kennisneming van de
stukken, die onder de oogen van den Raad moeten
komen, pas kan worden getroffen, als het z.g'.
„Blanke ruim" als wachtkamer voor hen, die den
Burgemeester wenschen te spreken, en de „Ver-
trekkamer" als leeskamer voor den Raad kunnen
worden ingericht, maar spreker ziet geen enkele
aanwijzing, dat Burgemeester eu Wethouders wil
len ingaan op het door spreker in de sectie geop
perde denkbeeld om de stukken ten minste een
week voor de vergadering ter kennis van den Baad
te brengen. Spreker weet wel, dat de raadsleden al
les moeten weten en zij doen dat ook. Er zijn toch
wel leden, die, als er groote vraagstukken aan de
orde zjjn, gaarne de meening van anderen eerst eens
vernemen. Als de gelegenheid daartoe ten eenen-
niale ontbreekt, krijgt men bijna altijd nabeschou
wingen. De invloed van deskundigen is dan even
wel nihil. Spreker heeft aanleiding gevonden eene
inotie in te dienen van den volgenden inhoud:
„De Raad, het wensclielijk achtende, dat de agen
da's en stukken in den regel een week vóór de
raadszittingen worden rondgezonden, noodigt Bur
gemeester en Wethouders uit, de daartoe noodige
maatregelen te nemen."
Spreker stelt geen prijs op directe behandeling.
Hij zon liever eerst een prae-advios van Burgemees
ter en Wethouders hebben.
De Voorzitter deelt mede dat door den heer 11. P.
de Haan de volgende motie is ingediend:
„De Raad, het wensclielijk achtende, dat de agen
da's en stukken in den regel een week vóór de
raadszittingen worden rondgezonden, noodigt Bur
gemeester en Wethouders uit, de daartoe noodige
maatregelen te nemen."
Spreker stelt voor deze motie in handen te stel
len van Burgemeester en Wethouders ten fine van
prae-advies.
Met al gemeene stemmen wordt dienovereenkom
stig besloten.
De Voorzitter deelt mede dat bij hem is ingeko
men een motie van den heer Hiemstra van den vol
genden inhoud:
„De Raad besluit 500U gulden uit le trekken voor
het verschaffen van goedkoope brandstoffen aan
inwoners met een inkomen van S00 gulden en min
der".
Spreker zal deze motie na de algemeene beschou
wingen iu stemming brengen.
De heer P. A. de Haan wil ook iets zeggen over
de verkeerswegen en hij hoopt dat intrekking van
eene bestaande regeling er het gevolg van zal zijn.
liet wielrijden is verboden van het H eerenwaltje af
tot de St. Jaeobstraat. Herhaaldelijk nu komt het
voor dat wielrijders, vooral buitenmensclien, onbe
wust proces-verbaal oploopen. Men heeft er toch
geen enkele aanleiding toe om te denken dat het
wielrijden op een gedeelte straat van af het midden
verboden is. Spreker meent dan ook dat het wen
sclielijk is het rijwielverbod voor dit gedeelte in te
trekken, temeer daar 't verkeer daar allerminst
zoodanig is, dat wielrijden er verboden moet wor
den.
De heer de Vos wil Burgemeester en W ethouders
een woord van dank brengen. Hij heeft evenwel,
naar aanleiding van het gesprokene over het wiel
rijden, een paar andere wenschen. Het is mogelijk
dat ze Burgemeester en Wethouders reeds onder
de oogen kwamen. Spreker wil de aandacht vesti
gen op het feit dat bij het uitrijden per rijwiel van
de Minnemastraat naar de Voorstreek dikwijls aan
rijdingen plaats hebben. Het komt spreker wen
sclielijk voor dat het uitrijden uit de Minnemastraat
wordt verboden.
De heer Peletier wil een enkel woord spreken
over de kwalijk riekende grachten. In verband met
wat reeds in vorige debatten ter zake is besproken,
is de oorzaak buiten de gemeente te zoeken n.l. in de
aardappelmeelfabrieken te Huizum en Dronrijp.
Een andere oorzaak is, meent spreker, dat nog al
tijd de septietank in de Potmarge bestaat. Nu heli-
ben Burgemeester en Wethouders al gezegd dat de
tank zal worden opgeruimd, maar op de begrooting
heeft spreker geen post daarvoor gevonden. Spre
ker vraagt of het de bedoeling is de opruiming nog
dit jaar te doen plaats hebben. Is dit niet liet geval
dan zal spreker een voorstel doen om dien maatregel
alsnog te nemen.
De heer Koopmans zegt dat het debat bij de be
grooting van dit jaar blijkbaar in het teeken van
liet verkeer staat. Ook hij wenscht hierover eene
opmerking te maken en de aandacht van Burge
meester en Wethouders te vestigen op het gebrek
aan ligplaatsen voor de beurt- en veerschepen. Al
geruimen tijd is hieraan behoefte, die nog steeds
toeneemt. Wel heeft spreker den indruk gekregen,
dat Burgemeester en Wethouders hiervoor de ka
den van het Nieuwe Kanaal nog in aanmerking
mceuen te doen komen, maar spreker acht deze niet
daarvoor aangewezen. De binnen-schepen, vooral
zij die veel vee aanvoeren, moeten zoo dicht moge
lijk bij de Veemarkt ligplaats hebben. Waar nu nog
een mooie kade is te maken van de Vallaatsbrug tot
de Vrouwen poor tsbr ug meent spreker, dat men
hiermede om financiëele redenen niet langer wach
ten moet.
Ook in andere steden beijvert men zich sterk het
beurtverkeer door uitbreiding der kaden en lig
plaatsen tot zich te trekken, en spreker meent goed
te doen de aandacht van Burgemeester en Wethou
ders hierop te vestigen. Het handelsverkeer met de
provincie neemt in Leeuwarden steeds toe en is het
noodzakelijk hiervoor met de los- en laadgelegenhe-
den rekening te houden.
Den heer Tiemersma heeft het genoegen gedaan