280 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 December 1915.
nu aan den afstand van den grond eene dergelijke
bepaling wordt vastgeknoopt, dan is het niet onmo
gelijk dat de heer Halbertsma eraf ziet. Bovendien
bindt een dergelijke bepaling alleen den eersten
verkrijger en zijne eventueele opvolgers behoeven
zich er niet aan te storen. Wil men ook dezen bin
den, dan moet er een servituut op den grond worden
gelegd.
Het heeft veel moeite gekost om deze terreinen
voor nijverheidsondernemingen van de hand te
doen. Nu het eindelijk begint te gaan is het niet
goed door het opnemen van dergelijke bepalingen
een spaak in het wiel te steken. Eventueele gega
digden zullen zeggen: wij beginnen er maar niet
mee, want de gemeente is zeer lastig. Spreker kan
niet inzien dat er eenig gevaar is en vreest de be
lemmerende werking der voorgestelde bepaling. Hij
ontraadt aanneming ten stelligste.
De heer Attema zegt dat één van beiden waar is.
l)e heer Halbertsma heeft den grond noodig voor
fabrieksuitbreiding of hij heeft hem er niet voor
noodig. Nu moet, dit is spreker met den heer Hiem-
stra eens; de gemeente geen gelegenheid geven om
te speculeeren. A's hij nu den grond voor de fabriek
noodig heeft, is het voor den heer Halbertsma toch
geen bezwaar de voorwaarde te accepteeren dat hij
het terrein alleen mag gebruiken voor fabrieksuit
breiding en het niet als bouwterrein aan anderen
mag verkoopen.
De heer Zandstra had bijna hetzelfde willen zeg
gen. Het is niet sprekers bedoeling den heer Hal
bertsma met zijne fabriek moeilijkheden in den weg
te leggen, maar hij wil alleen voorkomen dat de
grond aan derden wordt verkocht, zonder 's Raads
toestemming.
De heer Schoondermark (wethouder) begrijpt de
bedoeling niet.
Stel dat de heer Ha'bertsma deze voorwaar
de accepteert en dat hij een stuk kan verkoo
pen voor het bouwen van een huis. Dan moet de
Raad uitmaken of hij dat zal toestaan of niet.
Spreker weet niet welk belang de Raad erbij heeft
dat de heer Halbertsma 2000.verdient óf niet.
Als de Raad bevreesd is grond te verkoopen aan
anderen die ermee speculeeren, dan moet hij den
grond houden. Is hij daarvoor niet bevreesd dan
moet hij verkoopen. Als de grond dan goed wordt
betaald, gaat het den Raad niet aan wat de kooper
na 10 jaar ermee doet.
De heer Beekhuis zou na het door den heer
Schoondermark gesprokene van het woord kunnen
afzien. Hij wil er echter op wijzen dat de eenige
vraag, die de gemeente zich heeft te stellen deze is:
„is de prijs hoog genoeg of niet." Spreker acht het
een groot geluk dat er aanvragen inkomen om grond
voor nijverheidsondernemingen, en de Raad moet
blij zijn dat de gemeente voor zoo'n goeden prijs
3.50 per M-. van dit meest afgelegen hoekje
af raakt. Blijkt het nu binnen 10 jaar aan den heer
Halbertsma, dat hij het terrein niet noodig heeft
voor uitbreiding van de fabriek, waarvoor zal de
Raad er hem dan ten eeuwigen dage aan binden?
De termijn van 10 jaar geeft voldoenden waar
borg tegen speculatie.
De heer Hieinstra heeft met verwondering van
den heer Schoondermark de vraag gehoord: wat is
er tegen dat de heer Halbertsma een paar duizend
gulden verdient? Spreker vraagt: waarom koopt de
gemeente dan den grond om de stad die te krijgen
is.' Om dien te houden uit handen van speculanten
en zeil' de voordeelen te genieten. Spreker begrijpt
den heer Schoondermark dan ook niet.
Er is nu in de voorwaarden reeds een termijn van
10 jaar gesteld. Waarom is dit gebeurd? Omdat men
speculatie wil voorkomen en een waarborg wil heb
ben dat de grond voor het bedrijf zal worden ge
bruikt. Spreker en zijne partijgenooten willen nu
eenvoudig deze bepaling verscherpen, ten einde
alle specu'atie te voorkomen. Daarom willen zij den
grond niet doen verkoopen zonder machtiging van
den Raad. Er is, spreker geeft dit toe, 90% kans dat
de grond voor fabrieksuitbreiding zal worden ge
bruikt. Als nu echter de eigenaar na 6 of 8 jaar
zegt dat hij genoodzaakt is wegens achteruitgang
den grond te verkoopen, zal de Raad dat niet tegen
houden. Men kan niet vooruit zien wat de Raad
over 6 of 8 jaar zal doen, maar hij zal geen stomme
dingen doen. Hij moet het in zijn hand houden dat
er niet mee wordt gespeculeerd. Vroeger hebben
wij zoo iets ook wel gehad en als de grond dan niet
kan worden bebouwd, komen de eigenaars om ont
heffing en is de Raad wel zoo goed die te geven.
Spreker meent dat het amendement-Zandstra
moet worden aangenomen.
De heer Vonck is intusschen ter vergadering ver
schenen.
De heer Koopmans meent dat het voor iemand
die er zoo aan toe is als de heer Hiemstra zegt, toch
een bezwaar zal zijn den stand van zaken aan den
Raad bloot te leggen. Dat moet niet uit het oog wor
den verloren. Spreker vraagt waarom de gemeente
den grond niet zal verkoopen nu zij er een goeden
prijs voor kan maken. Een prijs van 3.50 per M-'.,
zonder iets te maken te hebben met rioleering en
bestrating, is toch goed.
Er is door den heer Hiemstra gevraagd waarom
de gemeente grond koopt en deze spreker heeft zelf
geantwoord: om den grond uit handen van specu
lanten te houden. Goed, maar de gemeente koopt
dan geen grond voor 3.50 per M2., maar voor 0.50
of 0.60 en heeft daardoor ook kans op winst.
Als nu de heer Halbertsma den grond 10 jaar
laat liggen is de prijs door rente op rente reeds bijna
verdubbeld. Hij koopt den grond dan ook zeker om
dien te exploiteeren. Nu is het wel mogelijk, dat de
zaak in den loop der tijden niet kan bestaan, maar
dan zal de eigenaar niet bij den Raad komen om te
zeggen: zoo en zoo staan mijne zaken.
Spreker is dan ook van oordeel dat de gemeente
den grond gerust kan verkoopen en hij acht het on
billijk dat, a's de kooper den grond .10 jaar heeft
laten liggen, de gemeente een dergelijke medezeg
gingschap over dien dan zeer duren grond zal heb
ben. Spreker geeft dan ook in overweging het voor
stel van Burgemeester en Wethouders onveran
derd aan te nemen.
De Voorzitter heeft den heer Hiemstra de vraag
hooren stellen, waarom voorw. 4 door Burgemeester
en Wethouders wordt voorgesteld. De bedoeling die
daarbij heeft voorgezeten is deze: om het terrein
niet te brengen in handen van speculanten. Burge
meester en Wethouders hebben nu aangenomen
dat, als iemand zich verbindt een terrein in 10 jaar
niet te verkoopen, de speculatie vanzelf wordt ge
weerd. Om de verzekering te hebben dat er in der
eeuwigheid niet met liet terrein zal worden gespe-
cu'eerd, dat is niet de bedoeling van Burgemeester
en Wethouders, en dat bereikt ook de heer Hiem
stra niet. Zooals reeds gezegd bindt de bepaling al
leen den eersten verkrijger en kunnen diens erven
met het terrein doen wat zij willen.
Om dat te voorkomen zou er op den grond een se r
vituut moeten worden gelegd en dat acht spreker
verkeerd. De Woningwet geeft bovendien middelen
aan de hand om de speculatie tegen te gaan. Spre
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 Decembei 191.). 281
ker wil nog eene opmerking maken aan het adres
van den heer Attema die gezegd heeft, dat de heer
Halbertsma het terrein koopt voor fabrieksuitbrei
ding of niet. Het is echter iets anders of men iets
koopt voor uitbreiding of dat men zoolang men
leeft een gebouw of een stuk grond eene bepaalde
bestemming* geeft. Op het oogenblik weet de aan
vrager wel wat hij er mee wil doen, maar hij wil niet
tot in lengte van dagen gebonden zijn.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het amendement-Zandstra wordt met 16 tegen 8
stemmen verworpen.
Vóór stemmen de heeren: Hiemstra, Tiemersma,
Zandstra, Berghuis, de Vos, van de all. Schaaf-
sma en Attema.
Tegen de heeren: Lau ten bach, Oosterhoff, van
Weideren baron Rengers, Cohen, Tulp, P. A. de
Haan, Fransen, van Sloterdijek, Schoondermark,
Menalda, Haverschmidt, H. P. de Haan, Binnerts,
Koopmans, Beekhuis en onck.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt thans met algemeene stemmen aangenomen.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om de
exploitatie van eenige woningen aan de Woningver-
eening Leeuwarden" op te dragen.
Dit voorstel luidt als vo'gt:
Nu de gemeente voor en na tot aankoop overgaat
van kleinere panden met de bedoeling voornamelijk
om onderdak te verschaffen van uit onbewoonbaar
verklaarde woningen vertrokken personen die el
ders geen huis kunnen vinden, wordt dit huizenbe-
zit, gevoegd bij hetgeen vroeger om andere reden
is aangekocht, zooa's voor straatverbetering, tram-
aanleg, e.d. van dien omvang dat dagelijks blijkt dat
de gemeente wel allerminst het lichaam is om naar
oisch als verhuurster op te treden. De Woningver-
eeniging lijkt hiervoor als aangewezen en zij heeft
zich tot onze voldoening op ons verzoek beschik
baar gesteld die taak van de gemeente over te ne
men. Geschiedt dit aldus dan kan de regeling zoo
worden getroffen, dat de vereeniging de huren int
en de kosten voorschiet en jaarlijks liet batig slot
van de door Uwe Vergadering goed te keuren reke
ning aan de gemeente afdraagt of het nadeelig s'ot
van haar terugontvangt, terwijl mede in acht moet
worden genomen Uw besluit van 23 November j.l.
no. 44UR/221, waarbij ons college werd gemachtigd
om de huisjes aan de Weerklank te verhuren voor
niet lager dan 1.25 of 1.35 per week. Die mach
tiging kan dan op de Woningvereeniging overgaan.
Wij stellen U alzoo voor te besluiten:
met ingang van den datum, in overleg met het
bestuur, doch vóór 1 Juni 1916, vast te stellen de
huurexploitatie der na te noemen en nader nog aan
te koopen kleinere woningen tot wederopzeggens
toe te doen geschieden door de „Woningvereeni
ging Leeuwarden", ten einde daarin zoovee' moge
lijk onder dak te brengen, personen die uit onbe
woonbaar verklaarde woningen komen, als:
Oostersingel 114 en 116;
Noordvliet 191 boven, 193, 271 273, 275, 279, 281,
283, 453 en 455;
Zuidvliet 246, 262a en 262b;
Weerklank 1, 13, 15, 17, 19, 21, 4, 6, 8, 10 en 12;
Oldehoofsterkerkhof 30a, 30b, 30c, 30d, 30e, 30f
en 30g;
toet bepaling dat de Woningvereeniging reeds te
voren bevoegd is huurovereenkomsten af te sluiten,
dat de huur door haar wordt ontvangen en alle
kosten van assurantie, grondbelasting, onderhoud,
administratie, enz. door haar worden betaald en dat
jaarlijks aan den Raad rekening der exploitatie
wordt gedaan, waarna het batig slot der rekening-
in de gemeentekas wordt gestort, of het nadee'ig
saldo door de gemeente wordt bijgepast,
een en ander echter onder voorwaarde, dat inge
volge het raadsbesluit van 23 November 1915 no.
440R/221 de woningen Weerklank nos. 12 en '21 niet
onder f 1.25 per week, en die aan de Weerklank nos.
4, 6, 8,10,13, 15,17 en 19 niet onder 1.35 per week
mogen worden verhuurd.
De heer Hiemstra zegt dat het bekend is dat de
meerderheid van den Raad voor dit voorstel is en
dat de sociaal-democratische fractie er tegen is. Hij
zal over het voorstel niet uitweiden maar ver
zocht aanteékening dat hij en zijne partijgenooten er
tegen zijn.
Met de stemmen der sociaal-democraten tegen
wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
Burgemeester en Wethouders.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om J.
u-e Jong te ontheffen van de nog loopende pacht van de
uffetten in den Prinsentuin, enz.
Dit voorstel luidt als vo'gt:
Tengevolge van het overlijden zijns vaders zal
Jarig de Jong, aan wien de exploitatie der buffet
ten en het gebruik van het koftiehuis in den Prin
sentuin tot en met ultimo Februari 1918 is verpacht,
diens zaak, het hotel en café „Spoorzicht" alhier,
voorzetten. Daardoor is het hem niet meer mogelijk
zich tegelijk met de evenbedoelde exploitatie te blij
ven belasten. Hij vraagt nu aan ons college hem
voor het overige gedeelte van den pachttijd te ont
heffen, onder bereidverklaring de verplichting op
zich te nemen voor die twee jaren een zoodanig be
drag aan de gemeente te vergoeden ais de door den
nieuwen pachter te betalen som eventueel lager is
dan de met hem overeengekomene, zijnde 2222.
's jaars.
Verzoeker geeft aan ontheffing de voorkeur bo
ven overdracht van de overeenkomst voor de nog
niet verstreken twee jaren, wat volgens art. 3 2e
lid van de verpachtingsvoorwaarden met onze toe
stemming kan geschieden, omdat voor zoo'n korten
tijd niemand te vinden zal zijn, die de risico van de
exploitatie op zich zou willen nemen.
Ook ons lijkt dit bezwaar alleszins gegrond.
De door verzoeker aangevoerde reden voor de
ontheffing is aannemelijk, zoodat het verzoek o.i.
kan worden ondersteund. De bereidverklaring van
verzoeker dient evenwel in een voorwaarde te wor
den omgezet. De gemeente mag van hare medewer
king geen schade ondervinden. Daarom is het mede
noodig de met De Jong aangegane overeenkomst
niet eerder te ontbinden dan nadat er een nieuwe
pachter is.
Om dien te verkrijgen, behoort er een openbare
of onderhandsche verpachting te worden gehouden.
Ons voorste] strekt alzoo U te doen besluiten:
A. de met Jarig de Jong te Leeuwarden den 17
Maart 1913 aangegane overeenkomst, waarbij hem
in pacht is gegeven de exploitatie der buffetten en
liet gebruik van het koffiehuis in den Stads- of
Prinsentuin voor het tijdvak van 1 Maart 1913 tot
en met ultimo Februari 1918, te ontbinden met in
gang van 1 Maart 1916, doch in geen geval eerder
dan het tijdstip, waarop een nieuwe pachter de ex
ploitatie overneemt en onder voorwaarde, dat De
Jong gedurende het nog niet verschenen gedeelte
van den pachttijd aan de gemeente zal vergoeden
een zoodanig bedrag als de door den nieuwen pach
ter te betalen som eventueel lager zal zijn dan de