ikMffoiM
4 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Januari 1916.
Wethouders de vergunninghoudster daartoe hebben
aangeschreven, zijn verwijderd en weg en berm
naar belmoren zijn hersteld.
15. Hetgeen ter naleving van deze vergunning
moet worden gedaan geschiedt door en op kosten
van de vergunninghoudster en ten genoegen van
Burgemeester en Wethouders, bij gebreke waarvan
dit van hunnentwege zonder voorafgaande waar
schuwing voor rekening van de nalatige zal ge
schieden.
16. Als erkenning van het eigendomsrecht der
gemeente op den grond waartegen en waarin de ten
deze bedoelde werken worden gemaakt en waarover
zal worden gereden, wordt door de vergunning
houdster jaarlijks vóór den len Maart, voor het
eerst vóór den len Maart 1916 over het kalenderjaar
1916 ten kantore van den ontvanger dezer gemeente
voldaan eene recognitie:
a. van 15.voor het berijden van den Harlin-
gertrekweg van en naar de Verlaatsbrug naar en
van het benzinedepót;
b. van 3.voor den steiger;
c. van 2.voor het smalspoor.
Die recognities moeten bij opzegging door de ver
gunninghoudster of, wanneer zij van de vergunning
geen gebruik meer maakt, voor het loopende kalen
derjaar niettemin worden betaald vóór den ver
schijndag.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
6'. Voorate! van Burgemeester en Wethouders tot be
krachtiging van het den 28 December in geheime ver
gadering genomen besluit tot aankoop van de winkel-
huizinge Zuidvliet no. 260, kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden sectic G. no. 3046, groot 46 c.A.
Dit voorstel luidt als volgt:
In de raadsvergadering met gesloten deuren op
28 December 1915 werden Burgemeester en Wet
houders gemachtigd op het pand Zuidvliet no. 260,
dat den avond van dien dag in openbare veiling
kwam, te doen bieden.
Van die machtiging is gebruik gemaakt met het
gevolg, dat het panel gekocht is voor de som van
1001.behalve de kosten.
In verband daarmede hebben wij de eer U hier
onder in ontwerp een besluit tot den aankoop voor
genoemd bedrag ter vaststelling aan te bieden.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
overwegende, dat op 28 December 1915 in open
bare veiling is gekomen een winkelhuisje, plaatse
lijk gemerkt Zuidvliet no. 260, met erf kadastraal
bekend gemeente Leeuwarden sectie G no. 3046,
groot 46 c.A., waarvoor bij de provisioneele toewij
ding 782.is geboden;
dat het, in verband met den hier heerschenden
woningnood en de moeilijkheid voor bewoners van
onbewoonbaar verklaarde woningen een ander on
derdak te vinden, gewenscht is dat de gemeente
haar bezit aan kleine woningen vergroot;
dat ten opzichte van het onderwerpelijke pand
nog een andere reden voor aankoop pleit, namelijk
deze, dat bij den eventueelen aanleg van een tram-
verbinding door de stad met een halte„de Bleek"
en de daardoor noodige verplaatsing van de brug
gen over het Vliet ongeveer ter hoogte van dat
pand, ter plaatse een brugwachterswoning kan
worden gebouwd;
dat het gemeentebelang derhalve medebrengt tot
aankoop voor een billijken prijs over te gaan, waar
om Burgemeester en Wethouders in de raadsver
gadering met gesloten deuren op 28 December 1915
tot dien aankoop zijn gemachtigd;
dat bedoeld pand dien dag voor de gemeente is
gekocht voor 1001.hehalve de kosten;
gelet op de bepalingen der Gemeentewet;
besluit:
goed te keuren, dat voor de som van een duizend
en een gulden 1001.behalve de kosten, in
openbare veiling is aangekocht het winkelhuisje,
plaatselijk gemerkt Zuidvliet no. 260, met erf ka
dastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie G no.
3046, groot 46 c.A.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig liet voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
de huur van de zathe en landen ,,de Magere Weide" te
onttrekken en vervolgens te verkoopen een tweetal afge
legen perceelen en om in beginsel te besluiten daaraan
op 5 Maart 1917 toe te voegen de twee onlangs in open
bare veiling aangekochte perceelen weiland.
Dit voorstel luidt als volgt:
In de raadsvergadering van 23 November 1915
(raadshandelingen blz. 267) werd (in beginsel) be
sloten tot verkoop van de perceelen weiland, kada
straal bekend gemeente Deinum, sectie E nos. 249
en 250, behoorende tot de zathe en landen „de Ma
gere Weide".
Daar de huur van die perceelen weiland nog loopt
tot 5 Maart 1918, moest eerst met den huurder
overeenstemming
worden verkregen omtrent een
tussehentijdsche huuronttrekking. Deze heeft daar
tegen geen bezwaar en neemt genoegen met een
huurvermindering, berekend naar 34.per pon-
demaat (363/4 A.) 'sjaars, waarop deze door den
deskundige der gemeente was geschat.
Inmiddels was een aanbieding ingekomen van T.
Yelstra alhier, om de onderwerpelijke perceelen
voor .1100.per pondemaat (363/4 A.) te koopen.
De aanvaarding zou zoo mogelijk op 5 Maart 1916
geschieden, evenals de betaling. De grondbelasting
en andere eigendomslasten komen van 1 Januari
a.s. af voor den kooper, die mede de kosten der akte
en van de overdracht zal betalen.
Daar de prijs hooger dan de schatting van den
deskundige is en de voorwaarden aannemelijk
zijn, is het geraden op de aanbieding in te gaan.
Een hoogere som is bij openbaren verkoop niet te
verwachten, omdat het weiland, dat onmiddellijk
grenst aan de eigendommen van den heer Yelstra,
voor dezen van meerdere waarde is dan voor een
ander.
Een gevolg van den verkoop zal zijn, dat de zathe
8.08.20 H.A. kleiner wordt, doch dat zal slechts het
geval wezen gedurende het huurjaar 5 Maart
1916/M7. Op 5 Maart 1917 toch kunnen daarbij weer
gevoegd worden de perceelen weiland, welke krach
tens het raadsbesluit van 9 November 1915 no. 1
(geheime zitting) uit den boedel van Jhr. Mr. A.
E. van Boelens van Eijsinga werden aangekocht.
Ons voorstel strekt thans U te doen besluiten:
A. met ingang van 5 Maart 1916 de perceelen
weiland, kadastraal bekend gemeente Deinum, sec
tie E no. 249, groot 3.25.50
4.82.70 H.A.:
1. aan de huur van de zathe en landen „de Mage
re Weide" te onttrekken en den huurder Johan
Nieuwland te Leeuwarden eene huurvermindering
toe te staan, berekend naar 34.per pondemaat
H.A. en no. 250, groot
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Januari 1916. 5
(363/4 A. 's jaars, voor de huurjaren 5 Maart 1916
5 Maart 1918;
2. ondershands te verkoopen aan Tjeerd Yel
stra, zonder beroep, te Leeuwarden, voor de som
van een duizend een honderd gulden 1100.per
pondemaat, (363/4 H.A.), onder voorwaarde:
dat de betaling en aanvaarding op bovengenoem-
den datum geschieden;
dat de grondbelasting en andere eigendomslasten
van 1 Januari 1916 af ten laste van den kooper
komen
dat de kosten van de koopakte en van de over
dracht en levering door den kooper worden gedra
gen;
en verder op de bedingen, welke Burgemeester en
Wethouders noodzakelijk achten;
B. in beginsel, dat met ingang van 5 Maart 1917
de door de gemeente aangekochte perceelen wei
land, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden,
sectie D no. 122, groot 3.67.10 H.A., en 121, groot
4.32.40 H.A., gevoegd zullen worden bij de zathe en
landen „de Magere Weide" tegen een nader te be
palen huursom.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
de commissie tot het houden van een tentoonstelling en
congres op het gebied der gemeente-financiev een bijdrage
van f 50.te verleenen.
Dit voorstel luidt als volgt:
Door de vereeniging van ambtenaren der gemeen-
tefinanciën is eene commissie gevormd tot het voor
bereiden van eene tentoonstelling en congres op het
gebied der gemeentefinanciën.
De tentoonstelling zal omvatten stukken, model
len, modelformulieren, grafieken, statistieken, ge
drukte of andere stukken ter toelichting van in de
verschillende gemeenten gevolgde boekhoudingen.
Voor het congres worden wetenschappelijke man
nen aangezocht om een of ander onderwerp betref
fende de gemeentefinanciën in te leiden, terwijl ook
aan mannen der praktjjk gelegenheid zal worden
gegeven de tentoongestelde administratieve stelsels
door voordracht toe te lichten.
Het voornemen is de tentoonstelling te doen hou
den in September 1916 in het Stedelijk Museum te
Amsterdam.
De bovengenoemde commissie heeft zich nu tot
ons gewend met het verzoek medewerking voor de
uitwerking harer plannen te verleenen.
Dat verzoek behoort naar ons gevoelen te wor
den ingewilligd. Tentoonstelling en congres kunnen
door vergelijking en studie gelegenheid bieden tot
verbetering van de administratie der financiën van
de gemeente en hare bedrijven, waarvan ook onze
gemeente nut kan trekken.
Wij vinden daarom vrijheid U in overweging te
geven te besluiten
aan de commissie, gevormd tot het voorbereiden
van een tentoonstelling en congres op het gebied der
gemeentefinanciën te Amsterdam, in de kosten van
tentoonstelling en congres een bijdrage van 50.
uit de gemeentekas te verleenen.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
9. Prae-advies van Burgemeester en Weihouders op
de adressen van werklieden-vereenigingen betreffende
aanvulling van de uitkeering van den duurtetoeslag op
de loonen van gemeentewerklieden.
Dit prae-advies luidt als volgt:
Gp aandrang Uwer Vergadering heeft ons eolle
ge in handen gekregen ten fine van prae-advies
twee tot den Raad gerichte adressen van de plaat
selijke afdeelingen der organisaties van gemeente
werklieden, betreffende de uitvoering van het
raadsbesluit van 12 October 1.1. no. 374R/182, inzake
den duurtetoeslag. De afdeelingen wenschen op
enkele punten een ruimere toepassing.
Eerstens wat betreft de weduwnaars. Voor dezen
wordt toekenning van den toeslag bepleit, voorzoo
ver zij gezinshoofden zijn, of geen kinderen bene
den de 16 jaar te hunnen laste hebben.
Ten tweede moeten naar het inzicht van adres
santen de overuren voor den toeslag niet als loon
worden beschouwd.
Een der beide adressanten verzoekt nog boven
dien ook toeslag aan ongehuwden en in 't algemeen
loonsverhooging.
Naar aanleiding van het bovenstaande brengen
wij het volgende onder 's RaadS aandacht.
Het raadsbesluit is aldus geformuleerd dat in de
voordeelen daarvan deelen alle kostwinners in vollen
gemeentedienst, wordende daaronder verstaan alle
gehuwden en ongehuwden die kinderen beneden de
16 jaar of een of meer ouders onderhouden. Weduw
naars, althans met jonge kinderen of ouders te hun
nen laste, zijn dus niet uitgesloten. Den toeslag ook
toe te kennen aan weduwnaars met oudere kinde
ren zou ten gevolge hebben dat alle gehuwden met
kinderen boven 16 jaar gelijk zouden moeten wor
den behandeld. In den opzet van het raadsbesluit
kwam daardoor evenals wanneer men ongehuwden,
die geen kostwinners zjjn, voor den toeslag in aan
merking bracht, een geheel nieuw element dat er van
den aanvang af vreemd aan is geweest en dat er o.i.
vreemd aan moet blijven, omdat deze leeftijd als den
aanvang mag worden beschouwd van het maken
door de kinderen van eigen verdiensten.
Overuren. Op het eerste gezicht maakt het
verzoek, om deze voor den toeslag niet mee te tel
len, een eenigszins zonderlingen indruk. Gesteld
een werkman met een weekloon van 1U.maakt
ƒ2.aan overuren, dan is zijn toeslag 1.20; tellen
de overuren niet mee, slechts 1.Adressanten
doelen vermoedelijk echter op het geval dat loon -f-
overuren de grens van 14.zoo dicht nadert, dat
de volle 10% volgens het raadsbesluit niet meer
wordt uitgekeerd, daar loon toeslag de .14.
niet te boven mag gaan. Is er in het boven gegeven
voorbeeld 3.aan overwerk gemaakt, dan is de
toeslag dus 1.en niet 1.30. De overuren ver
minderen hier dus den toeslag, ja kunnen hem ge
heel doen ophouden; in het bovengestelde geval,
zoo aan overwerk 4.en meer is verdiend.
Kan hierom nu worden aanbevolen om het over
werk buiten rekening te laten! O.i. geenszins. De
vraag is, wat is de draagkracht van het gezin en
dan is het onverschillig of het loon in vast- of in
overwerk verdiend is. In het stelsel van liet raads
besluit van 12 October, waarbij aan ambtenaren be
neden een bepaalde loongrens een toeslag wordL
verleend, zullen zich nabij die grens steeds gevallen
voordoen die onbillijk schijnen. Waarom moet hij
die 13.verdient minder toeslag ontvangen dan
wie 12.maakt! Dergelijke schijnbare ongelijk
heden zijn bij grensgevallen, dit mag men zich niet
ontveinzen, nimmer te ontgaan. Blijft men echter
met den toeslag beneden de grens, dan is het voor
deel van de regeling, waarbij de overuren mede tel
len, dit, dat hij, die zwaarder of meer werk verricht,
dit in den hoogeren toeslag terug' vindt.
Een der adressen maakt van de gelegenheid ge
bruik om ook meteen voor een algeheele Iconsver-