1<> Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Januari 1910. Spreker acht liet van veel belang voor Leeuwar den, dat liet voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt aangenomen. Wij hebben een snelle ver binding met Drachten, die zeer op prijs wordt ge steld en krijgen daarbij nog eene verbinding met I )okkum. De heer Lautenbaeh kan zich voor een groot deel vereenigen met hetgeen door den heer Beekhuis is aangevoerd. Hij wenseht nog enkele opmerkingen Ie maken. De Baad heeft bij herhaling uitgespro ken, dat hij de lijn LeeuwardenSuameer via halte .,<le Bleek' wil. Nu is het wel eigenaardig, dat de ingezetenen van liet betrokken stadsdeel, die daar op vertrouwen, den Raad een draai zien nemen, om aan dat eenmaal aangenomen plan te ontkomen. Het is toeh zeer goed mogelijk dat de Nederlandsehe Tramweg Maatschappij later voorstelt de lijn naar Dokkum te leggen door Ferwerderadeel. Op die manier kan men altijd eenige vogels in de lucht hebben, zonder ooit het voorrecht te genieten er één in de hand te krijgen. Het gaat niet aan deze lijn ge lijk te stellen met die over Suameer. De Kamer van Koophandel, die altijd een open oog heeft gehad voor de belangen van de bewoners van het Hoek- sterend, is 1111 plotseling tot de ontdekking gekomen, dat ile lijn naar Dokkum voor lien voordeeliger is. De lieer Beekhuis evenwel heeft uitvoerig aange toond, dat de Raad bij herhaling heeft besloten zijn eens genomen besluit te willen handhaven. Spreker is van oordeel, dat liet belang voor Dokkum niet groot is en meent dat men daarvoor nauwelijks de eene hand in de andere zal willen leggen. Kil dat Tietjerksteradeel een eenigszins belangrijke subsi die zal geven voor de verbinding van enkele plaat sen dier gemeente, die gedachte is zeker overdreven. Ook Dantumadeel zal er niet voor zijn te vinden. Daaruit volgt, dat Leeuwarden voor dit fraaie plan ongemakkelijk zal moeten bijpassen en het leeuwen aandeel zal moeten betalen. De Nederlandsehe Tramweg Maatschappij wil de totstandkoming der werken voor 1 .Januari 1917 zien verzekerd. Wij weten echter dat, als de Nederlandsehe Tramweg Maatschappij een datum bepaalt, zij het daarmee niet zoo ernstig neemt en zoo kan 1 Januari 1917, best worden 1 Januari 1919. Wij zien bij die maat schappij toeh steeds hetzelfde. Het blijft bij trach ten. pogen, onderhandelen, wijzigen, om dan weer van meet af aan te beginnen. Bekwame spoed wil bij de Nederlandsehe Tramweg Maatschappij zoo veel zeggen als de spoed van een slak, die zich voor vertrek gereed maakt. Wat nu betreft de bedreiging om de bestaande verbinding met Drachten op te heffen, spreker vraagt of er iets naïvers bestaat. Als zij toch de be staande verbinding opheft, heeft zij zich zelf het meest, daar zij dan de inkomsten moet derven van een lijn, die niet veel kost. Bovendien is het nog zeer de vraag of zij dit kan doen en mag doen. De Kamer van Koophandel nu acht het wel wen- sehelijk deze lijn naar Dokkum te aanvaarden. Van haar standpunt beschouwd is dat wel verklaarbaar. Het is toeh het behouden wat men heeft en andere belanghebbenden te troosten met een vogel in de lucht. Wie zal ei' echter aan denken 0111 dat deel der provincie, waardoor de Dokkumer lijn zal loopen, gelijk te stellen met dat, hetwelk door de lijn over Suameer wordt doorsneden? Als er al eenige gelijkheid bestaat dan zal, zoodra de lijn LeeuwardenSuameer gereed is, ook het denkbeeld van de Kamer van Koophandel gemak kelijk worden uitgevoerd. De Nederlandsehe Tram weg Maatschappij zal toch haar eigen belangen niet verwaarloozen. (lelijkheid bestaat niet want liet gaat niet aan om Drachten, Leeuwarden en Harde- garijp te vereenzelvigen met Akkerwoude, Rinsu- mageest en Oeukerk. Spreker vindt het te gek 0111 erover te praten. Drachten slokt ze alle drie op. Er is dan maar één oplossing en die is: vasthouden aan het bestaande plan. Waarom zal de Raad dat niet doen? Om het kwartier verschil in rijtijd? Dat verschil zal door andere voordeden ruimschoots worden opgewogen. Spreker meent zelfs dat het lijntje de Bleek Suameer wel het meest rentegevend kan worden, 0111 maar niet te zeggen dat het stuk Leeuwarden— Zwartewegsend een gouden lijntje zal worden. Met de Kamer van Koophandel kan spreker zeg gen: ik ben niet veranderd. I11 zulk eerbiedwaardig gezelschap blijft hij echter het oude plan verdedigen en hoopt dat de Raad hetzelfde zal doen. De Voorzitter heeft met genoegen kennis geno men van de verklaring van den heer Beekhuis, dat Burgemeester en Wethouders tegenover de Neder landsehe Tramweg Maatschappij steeds de beslui ten van den Raad hebben uitgevoerd. Zij waren het zich volkomen bewust dat zij, hoewel zij van hetgeen zij wilden geen geheim hebben gemaakt, toch steeds de besluiten van den Raad recht hebben doen we dervaren. Nu zegt de heer Beekhuis verder dat Burgemeester en Wethouders, zoodra zij een red dingsplank zagen, daarnaar grepen, om met een ander plan te kunnen komen. Spreker vraagt evenwel, of Burgemeester en Wethouders verantwoord zouden zijn geweest. al* zij met een plan als dit niet bij den Raad waren ge komen. Zou de heer Beekhuis, vraagt spreker ver der, als hij wethouder was geweest, gezegd hebben: daar heeft de Raad niet mee te maken? Burgemeester en Wethouders zeggen nu niet, zegt de heer Beekhuis, de tram zal er komen. Zij kunnen dat wel zeggen, maar zij hebben liet niet te hevelen, want zij kunnen de tram niet dwingen over de Bleek te gaan. De heer Beekhuis is teleurgesteld, dat zijn argu ment ten opzichte van de rationeele stadsuitbrei ding niet door Burgemeester en Wethouders is be antwoord. Spreker kan zich voorstellen dat de heer Beekhuis deze kwestie in zijn nota nog eens uiteen zet, maar zij is hier al zoo dikwijls behandeld, dat Burgemeester en Wethouders er het nut niet van inzagen haar nog eens te bespreken. Bovendien is er nu tengevolge van de onderhandelingen dit groo- te voordeel bereikt, dat er toch een halte „de Bleek" komt, zij het dan op een andere wijze als de heer Beekhuis dat wenseht. De heer Beekhuis heeft eene mededecling gedaan omtrent het goederenvervoer, die hij opzienbarend scheen te vinden. Het is spreker bekend dat het pas sagiersvervoer op de lijn LeeuwardenDrachten de hoofdzaak is, maar over het goederenvervoer heeft hij nooit klachten gehoord. Wel hebben hem klachten bereikt over de aansluiting in Drachten, maar anders niet. En als de heer Beekhuis eens ziet welke lange rijen wagens vee des Donderdags en des Vrijdags langs deze lijn worden aangevoerd, zal hij moeten toegeven dat dit vervoer dan toch wel recht streeks geschiedt. Dat ei* geen goederenvervoer langs de lijn plaats heeft is onjuist. Als het goede renvervoer te wenschen overlaat, dan bestaat er veel kans dat daarin door het leggen van dubbel spoor verbetering zal worden aangebracht. Maar, zegt de hoer Hiemstra, dan wordt de scheepvaart weer bemoeilijkt. Spreker is dit niet met hem eens. Juist bij dubbel spoor is er meer gelegenheid 0111 de schepen met korter tusschenpoozen door te laten. Als bij enkel spoor toch de eene trein moet wachten voor den wissel, tot de andere gepasseerd is, daar be hoeft zulks bij dubbel spoor niet te gebeuren. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 2-7 Januari 1916. 17 Beide treinen kunnen dan desnoods tegelijk over de brug. Spreker meent dan ook dat het bezwaar voor de schipperij bij dubbel spoor kleiner wordt. Spreker geeft toe dat verhooging van de Tijnje- brug een zaak van groot belang is voor Leeuwar den. Toen Burgemeester en Wethouders hun ver langlijstje opmaakten van zaken die zij in ruil voor de Bleekhalte zouden vragen, was dit het eerste punt. Aanvankelijk scheen liet alsof de Nederland sehe Tramweg Maatschappij er wel ooren naar had, maar later heeft zij beslist afgewezen, onder opmer king, dat de brug niet aan de maatschappij behoort. Spreker kan echter wel mededeelen dat er onder handelingen over verhooging gaande zijn en dat die verhooging vermoedelijk wel tot stand zal komen dl misschien nog eerder als er dubbel spoor wordt gelegd. Wat betreft de lijn naar Dokkum, ten opzichte hiervan is de heer Beekhuis reeds gedeeltelijk dooi den heer Hiemstra beantwoord. De heer Beekhuis zegt: leg eerst de lijn naar Drachten via „de Bleek" en geef dan subsidie voor de lijn naar Dokkum. Spreker wil den heer Beekhuis vragen hoe hij weet dat wij die lijn kunnen krijgen. Het is hier „entweder" „mier". Als de Neder landsehe Tramweg Maatschappij zooveel geld steekt in de lijn Leeuwarden-Suameer, dan ziet spreker de lijn LeeuwardenDokkum voorloopig niet. De heer Beekhuis wil eerst de lijn Drachten, daarna, omdat die dan zooveel goedkooper wordt, de lijn naar Dokkum. Spreker meent dat men de volgorde ook kan omkeeren. Hij gelooft evenwel niet dat er tweeërlei verbinding komt. Wat 1111 de enkele concessie-voorwaarden betreft, waarin de gemeente eenig medezeggingschap over de dienstregeling enz. kreeg, die zijn al vervallen door het tramweg-reglement. Nu dit tramwegregle- inent er is kan de gemeente aan het geven van sub sidie geen voorwaarden betreffende de dienstrege ling verbinden. De gemeente offert dus in het ge heel niets op. De heer Lautenbaeh neemt geheel het vroegere standpunt in. Hij zegt dat van de andere gemeenten niet veel medewerking is te wachten en noemt Tietjerksteradeel. Spreker heeft een onderzoek in gesteld en daarbij is hem gebleken dat er wel dege lijk hoop op medewerking bestaat, en dat er juist in Tietjerksteradeel groote belangen mee gemoeid zijn. De fabriek Trynwalden en anderen stellen zeer veel belang in de verbinding met Leeuwarden en de di recteur heeft aan spreker het volgende geschreven: „Over het vorig dienstjaar 12 Mei 191412 Mei „191Ö hebben wij naar Leeuwarden vervoerd voor „een bedrag van ongeveer 8 ton, en betaalden voor „vracht 2500.ruim. „Voor het vervolg zal het bedrag dezer vracht „naar Leeuwarden belangrijk stijgen, doordat met „begin van 1916 de fabriek van de coöperatieve ver- „eeniging tot bereiding van melkproducten a eosti „in werking zal worden gesteld en onze vereeniging „gemiddeld daarheen per dag 3000 K.G. melk zal „hebben te vervoeren". Dan zijn er nog fabrieken te Molenend en Akker woude, die aan spreker bericht hebben veel vracht vervoer te hebben. Het bezwaar dat Burgemeester en Wethouders hebben geducht is dat de zaak op de lange baan zou worden geschoven. Zij hebben daarom aan de Ne derlandsehe Tramweg Maatschappij gevraagd een datum te noemen. Daarop is de datum van 1 Janu ari 1917 genoemd. E11 als 1111 voor dien datum de aanleg van deze lijn niet verzekerd is, is de gemeente volkomen vrij en herleeft liet oude plan. Het komt spreker onnoodig voor nog een datum te bepalen, waarop met den aanleg moet zijn begonnen. De Ne derlandsehe Tramweg Maatschappij is niet meer dezelfde als vroeger, toen zij in finauciëele moei lijkheden verkeerde. De Raad heeft dat al kunnen zien aan de totstandkoming der verbinding met Drachten. Men was ook bevreesd, en sommige Raadsleden voorspelden met zekerheid, dat deze niet op 1 Mei 1913 gereed zou zijn. Zij was dat echter wel. Spreker is van oordeel dat de genoemde datum voldoende zekerheid geeft dat de lijn met bekwamen spoed zal worden aangelegd. De heer Beekhuis gelooft dat de hceren Tulp en Tiemersma hem niet hebben begrepen. Zij schijnen te meenen, dat spreker het belang van de lijn naar Drachten heeft verdedigd tegenover de lijn Dokkum. Dat is onjuist. Leeuwarden heeft belang bij be i d e lijnen, maar het meest bij de lijn Drach ten. Spreker kan het niet duidelijker zeggen. Hij heeft gezegd dat Leeuwarden belang heeft bij de lijn Dokkum en er zelfs aan toegevoegd daarvoor een extra subsidie over te hebben. De heer Hiemstra nu heeft gevraagd, en ook de burgemeester heeft iets dergelijks gedaan, uit welk stuk spreker kan bewij zen, dat de lijn Dokkum er komt als die naar Drach ten er is. Spreker kan dat niet uit een stuk bewijzen, maar zjjn gezond verstand zegt hem dat, als eerst de duurdere lijn gereed is, de goedkooperc gemakkelijk zal worden gelegd, omdat het deel Leeuwarden Zwartewegsend dan al ligt, want dan is ongeveer de helft reeds gereed. Wil men de zaak omkeeren: eerst de lijn Dokkum en dan die naar Drachten, dan komt de laatste lijn er niet, omdat de gemeente de Nederlandsehe Tramweg Maatschappij dan heeft losgelaten. De leden dus, die beide lijnen wenschen, moeten tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders stemmen. De lieele kwestie draait ten slotte om de vraag: is het voor Leeuwarden van belang, dat er zooveel mogelijk vertier komt aan den oostkant der stad. In zijn nota heeft spreker deze kwestie uit eengezet. Hij heeft het zwaartepunt gelegd op het feit dat de gemeente zich aan den kant van „de Bleek" moet uitbreiden omdat er aan den Zuidkant geen gelegenheid is. Alles wat aan den Zuidkant wordt tot stand gebracht, komt dan ook voor een deel ten goede aan Leeuwarderadeel. Door een sta tion van de tram LeeuwardenSuameer zou aan den Oostkant eene inrichting worden gevestigd waardoor eene rationeele stadsuitbreiding ten zeerste zou worden in de hand gewerkt. Die gele genheid, meent spreker, moet met beide handen worden aangegrepen. Wat het goederenvervoer be treft, de Nederlandsehe Tramweg Maatschappij schijnt dit tegen te houden, want liet is een eigen aardig verschijnsel, dat, sedert de lijn naar Drach ten in exploitatie is, de Drachtster booten het druk ker hebben dan vroeger. Zij zijn zoo overkropt met goederen, dat zij nimmer op tijd vertrekken. Wat liet niet klagen over dat goedervervoer betreft, dat vindt zijn oorzaak in het feit dat de mensch een heel geduldig dier is, dat niet gauw klaagt. De heer Hiemstra zegt (lat hij nu niets van eenige agitatie heeft bemerkt. Wat moeten de Hoeksterein- ders nu doen? Toen zij indertijd met adressen kwa men, zei men: wat voor kunst is het 0111 een groot aantal handteekeningen te krijgen. Het eigenbelang spreekt er uit. Nu maakt men hun er een verwijt van dat zij niets doen en concludeert, dat zij dit plan goedkeuren. Laat de Raad echter zonder ruggespraak ernstig overwegen wat voor Leeuwarden het beste is. Daar mee is het belang der gemeente het meest gediend. De heer Hiemstra zal agitatie niet veroordeelen. Het is zelfs goed te ageeren, als het belang van een

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1916 | | pagina 5