32 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Februari 1916. kleine menschen, de kinderen, door het reserveeren van een kinderspeelplaats. De Voorzitter: „die* staat erop". De heer Fransen kan zieli wel met het voorstel vereenigen om den grond tegen den kosten d e n prijs over te dragen aan de Woningvereeniging. Spreker heeft echter bezwaar om nu een juist cijfer te noemen. Wel is er eene begrooting, maar dat is, vooral tegenwoordig, een groote wassen neus. Men heeft toch geen kijk op de prijzen der materialen, enkele zijn toch al te laag berekend. Men weet dan ook niet of de begrooting niet nog met 10% moet worden verhoogd en als men dan den grond ver koopt voor 3.25 per M2., lijdt de gemeente schade. Spreker wil den grond zoo verkoopen dat de prijs wordt bepaald als het stratenplan is uitgevoerd en men weet wat de grond kost. De heer Koopmans vindt liet zeer bezwaarlijk den kostenden prijs van deze terreinen te berekenen, wanneer deze afhankelijk is van den hoogeren prijs der andere grondstukken. De Voorzitter zegt dat de prijs 3.25 per M2. kan zijn, wanneer de andere ter reinen een hoogeren prijs opbrengen. Nu dient men den laatste niet te hoog te stellen en daardoor on verkoopbaar te maken. Spreker meent dat de com missie voor de tram deze indertijd op 8.50 heeft geprijsd, aan de hoofdstraat, en de middenterrei nen op 6.50. Verkoopt men nu tot 3.25 dan zal de rest belangrijk meer moeten opbrengen. Nu weet hij wel, dat de commissie toenmaals tot een niet onbelangrijk winstcijfer kwam, en zou bij ook gaarne aan de Woningvereeniging den grond goedkoop geven, maar men kome haar dan op an dere wijze tegemoet, en scheppe geen onevenredig heden, door de een voor den ander te laten betalen. Wat betreft de brug, door den heer li. P. de Haan bedoeld, de kosten hiervan behoeven niet op deze terreinen te drukken en in den kostprijs te worden opgenomen. Dan zouden alle omliggende straten daarvoor evengoed in aanmerking komen. Heeft men gewone vernieuwingen, dan worden de kosten daarvoor uit openbare werken geleden. De Voorzitter is het met den heer Koopmans eens, flat. de kosten van de brug niet in rekening moeten worden gebracht. Men gaat toch wat ver om de kos ten eener brug, die op eenige minuten afstand van de terreinen ligt, op dien grond te laten drukken. De geheele buurt profiteert ervan en de brug wordt in hoofdzaak voor de tram gelegd. Wat nu de prijzen betreft, de tram-connnissie is wel wat te optimist geweest en zelfs de Directeur der Gemeentewerken handhaaft den hoogsten prijs, 8.per M2, niet meer. Voor den grond langs het plantsoen is die voorloopig vastgesteld op 7.50 en de overige grond op 6.50 per M2. Het voorstel zal te zijner tijd den Raad bereiken. .Vis de gemeente die prijzen kan maken, en den grond aan de woningvereeniging verkoopt tegen 3.25 per M2., kan zij er wel mee uit. Het denkbeeld van den heer Fransen om den prijs te verhoogen als er eenigszins belangrijke prijsstij gingen van de materialen plaats hebben, ontmoet bij spreker geen bezwaar. De heer van Weideren baron Rengers kan, als be stuurslid der Woningvereeniging, mededeelen, dat de prijs van 3.25 de limiet is, welke de vereeni- ging kan besteden. De woningen worden al veel duurder. Voor den grond pp het Vliet betaalde de vereeniging 2.80 per M2. en elk van de woningen op dit terrein krijgt ook 10 M2. grond meer. Hij ver moedt, dat de Woningvereeniging niet boven dien prijs kan gaan. De Voorzitter stelt voor, gehoord de mededeelin- gen van den beer Rengers, om den grond te verkoo pen tegen den prijs van 3.25 per M2. Blijkt het evenwel, dat de materialen duurder worden dan is er wel eene regeling te treffen. Het eventueel tekort moet toch door de gemeente worden betaald. Het Rijk evenwel betaalt daarvan de helft. Voor eene zuivere berekening is het dan ook beter iets meer te vragen. De heer Fransen: „I hebt gezegd dat het voor stel is gedaan, omdat de gemeente aan dien grond niet wil verliezen en niet verdienen. De kans om te verliezen bestaat echter nu zeer zeker wel." De beraadslaging; wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. Y1. I )o Voorzitter deelt mede dat de heer de Vos verlof heeft gevraagd een vraag te mogen stellen aan Burgemeester en Wethouders. Spreker stelt voor het gevraagde verlof te verleenen. Met algemeene stemmen wordt dienovereenkom stig besloten. De lieer de Vos heeft straks een wensch uitgespro ken. Hij zou daarop niet zijn teruggekomen, als de heer Lautenbach hem er niet aan had herinnerd. Spreker vraagt nu straks was hij buiten de orde of Burgemeester en Wethouders spoedig denken te komen met een voorstel tot uitbreiding van het politiekorps en eene betere salarisregeling. De Voorzitter is reeds sedert geruimen tijd bezig gegevens te verzamelen omtrent de sterkte van de politiekorpsen in verschillende gemeenten. Die ge gevens zijn nu zoowat binnen. Zoodra dit het geval is zal spreker waarschijnlijk spoedig met een voor stel bij den Raad komen. Niets meer te behandelen zijnde sluit de Voorzit ter de vergadering. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Februari 1916. 33 Vergadering van Dinsdag 22 Februari 1916. Tegenwoordig eerst 22, later 23 leden, te weten de heeren: Lautenbach, Tulp, van de Wall, Hiemstra, Tieinersma, Berghuis, de Vos, Zandstra, P. A. de Haan, Schaafsma, Beekhuis, Oosterhoff, Cohen, Fransen, Binnerts, H. P. de Haan, Peletier, Havei*- sehmidt, Menalda, Koopmans, van Sloterdijck en Schoondermark. Later de beer Yonek. Afwezig met kennisgeving de heeren: van Welde- ren baron Rengers en Attema. Voorzitter: de heer rar. J. A. N. Patijn, Burge meester. I. De notulen der op Dinsdag 8 Februari 1.1. ge houden vergadering worden vastgesteld. II. De Voorzitter zegt het volgende: Alvorens over te gaan tot de gewone werkzaam heden, stel ik voor een oogenblik stil te staan bij een bericht, dat allen in hooge mate zal hebben getrof fen, ik bedoel het bericht van het overlijden van den heer mr. W. J. van Weideren baron Rengers. De heer Rengers werd lid van den Raad den 19en Augustus 1865, in de plaats van wijlen den heer Beucker Andreae. Twee jaar later werd hij gekozen tot wethouder. Dit ambt heeft hij gedurende 10 ja ren bekleed. Ik weet van den heer Rengers persoon lijk met hoeveel genoegen hij terug dacht aan dat 10-jarig tijdvak. Met veel opgewektheid heeft hij, de veel jongere, gearbeid in een college van ouderen. Hij rekende de 10 jaren van zijn wethouderschap onder de gelukkigste jaren zijns levens. In 1877 is de heer Rengers benoemd tot burgemeester van Leeu warden. Dit ambt heeft hij neergelegd in September 1883. Onder de voornaamste bestuursdaden, welke met medewerking van den beer Rengers zijn ver richt, behoort in de eerste plaats de reorganisatie der brandweer. Merkwaardig is hierbij dat de lieer Rengers toen reeds voorstelde het eleetrisch oproe pen van de leden der vrijwillige brandweer. Jaren daarna is dit ingevoerd, eerst is men echter terugge schrikt voor de kosten. Verder heeft de gemeente mede aan den heer Rengers het tonnenstelsel te dan ken, wat destijds een groote verbetering was. Onder het bestuur van den heer Rengers werd het beurs en waaggebouw gesticht, dat nog een sieraad voor onze stad is, en werden meer belangrijke gebouwen voorbereid, als het gymnasium en de scholen no.'s 1 en Ook werden gedempt de Eewal en het Heeren- waltje. De tijd heeft mij ontbroken om te pogen een volledig overzicht te geven van de werkzaamheid van den lieer Rengers, zoodat de gegevens daarvoor mij thans ontbreken. Ik heb alleen met een enkel woord willen wijzen op feiten in de geschiedenis van Leeuwarden, waaraan de naam Rengers is verbon den. Misschien zal er op een andere plaats gelegen heid zijn een vollediger opsomming te geven van het werk van den heer Rengers. Wat wij nu in hem betreuren is niet in de eerste plaats de oud-bestuurder, maar zijn geheele figuur, een figuur, die zoo hoog stond, dat hij niet vervan gen kan worden en dat allen tegen hem opzagen. Iedere kleine, lage gedachte was hem vreemd en in anderen veronderstelde hij die niet licht. Hij was een man met een hoogstaand karakter en van groote kunde, iemand, die door zijne groote gaven invloed buiten de grenzen der gemeente moest uitoefenen en daardoor een figuur in de Nederlandsche politiek. Wij moeten dankbaar zijn dat een man van derge lijke bekwaamheden zoo warm voelde voor de belan gen van Leeuwarden. Tot aan het einde zijns levens heeft hij levendig belang gesteld in alles wat Leeu warden betrof. Wij zullen zeker allen deelen in het leed dat het gezin heeft getroffen en dat, ondanks zijn Imogen leeftijd, zooveel in hem verliest. Ook al hadden wij hier niet een fraai park dat naar hem is genoemd, dan nog zou de naam van mr. W. J. van Weideren baron Rengers in lengte van jaren in dankbare her innering bij de ingezetenen van Leeuwarden voort leven. III. De Voorzitter deelt mede dat de heer Tulp verlof heeft gevraagd een vraag tot Burgemeester en Wethouders te mogen richten inzake de verstrek king van rundvet. Spreker stelt voor den heer Tulp het gevraagde verlof te verleenen na afhandeling der agenda. Met algemeene stemmen wordt dienovereenkom stig besloten. IV. Wordt medegedeeld: 1. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd het raadsbesluit d.d. 11 Januari 1916 tot onttrekking van een tweetal perceelen weiland aan de huur van de boereplaats „de Magere Weide" en om die per ceelen ondershands te verkoopen aan T. Velstra, alhier. 2. dat de Provinciale Staten van Friesland bij besluit van 20 Januari 1916 no. 8 aan de gemeente Leeuwarden tot wederopzegging een subsidie uit de provinciale fondsen hebben verleend ten behoeve van de door deze gemeente opgerichte middelbare avondhandelsschool ten bedrage van 450.per jaar, voor bet eerst voor den cursus 1915/1916, on der daarbij gestelde voorwaarden. De mededeelingen 1 en 2 worden voor kennisge ving aangenomen. 3. verslag omtrent den toestand van het gymna sium, alhier over het jaar 1915. 4. verslag van de commissie tot wering van schoolverzuim over het jaar 1915. Deze verslagen worden nog eenigen tijd voor de le den ter visie gelegd. 5. adres van J. Pli. Bruinwold Riedel, houdende verzoek om eervol ontslag als directeur der gemeen telijke gasfabriek alhier wegens zijne benoeming tot directeur der gemeente-gasfabriek te Utrecht. Het prae-advies wordt heden door Burgemeester en Wethouders uitgebiacht en is tevens op de agen da voor heden geplaatst. 6. schrijven van het bestuur van het Nieuwe Stads Weeshuis, houdende aanbeveling voor de be noeming van een voogdes, vacature mej. T. Witte- veen: 1. mevr. M. C. StoopSeeuwen; 2. W. C. S. E. van Sloterdijckvan Pan- huys 3. mevr. M. G. J. SprengerBaart de la Faille. Is voor beden onder punt 4 aan de orde gesteld. 7. rapport der commissie voor de reclames om trent bezwaarschriften tegen aanslagen in den Hooidelijken Omslag in eersten aanleg, diensten 1914 en 1915. Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. 8. dat H. Marcus, alhier, Burgemeester en Wet houders heeft medegedeeld dat hij zich niet kan vereenigen met de voorwaarde sub 4 gesteld bij raadsbesluit van 25 Januari 1916 no. 28R/10 tot op heffing van de verplichting, welke hij moet dulden tot het van gemeentewege aanplakken van kennis gevingen en reclames aan den noordelijken zijgevel van het perceel Over de Kelders no. 218, welke voor waarde bepaalt, dat in dien muur vóór 1 Januari 1917 deuren en/of ramen moeten worden aange bracht. Burgemeester en Wethouders merken hierbij op, dat, indien de heer Marcus de bedoelde deuren en/of

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1916 | | pagina 1