34 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Februari 1916. ramen niet vóór 1 Januari 1917 heeft doen aanbren gen, het bedoelde raadsbesluit alsdan moet worden geacht te zijn vervallen. ordt voor kennisgeving aangenomen. 9. de rekening van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, dienst 1915. Wordt gesteld in handen van de heeren Van Slo- terdijek, Cohen en Schaafsma om onderzoek en rap port. II'. dat Burgemeester en Wethouders: a. bij openbare inschrijving hebben verpacht de opkomsten van de tolhekken voor den tijd van drie jaren te Ritsumazijl aan L. T. Dijkstra aldaar, voor f 180.per jaar; te Kingmatille aan S. Boorsma aldaar, voor 315.per jaar; te Koetille aan T. T. Meijer te Midlum, voor 333.per jaar, door welke mededeeling tevens wordt geacht dat prae-advies is uitgebracht op het den 28 Sep tember 1.913 te dien einde in handen van Burgemees ter en Wethouders gestelde adres van A. Pollema te Midlum om onderhandsche pacht van het tolhek te Koetille; b. bij openbare inschrijving hebben aanbesteed liet doen van verf- en witwerken aan en in gemeen tegebouwen als: perceel 1 aan J. Steinvoorte alhier, voor 84. 2 (gedurende de jaren 1916, 1917 en 1918) aan J. F. Wempe alhier, voor 135.per jaar; perceelen 3 en 4 aan A. G. Fazzi alhier voor f 85.- en 75. perceel 5 aan J. van der Goot alhier, voor 285.—; e. provisioneel in erfpacht hebben afgestaan aan F. Boersma alhier, een gedeelte van blok XVIlib der terreinen aan het Nieuwe Kanaal, groot 452 M-., waarde =t f 3842.—, jaarlijksche erfpachtssom 172.89; d. aan M. Kaastra, door hen aanvankelijk be noemd tot bevolkingsagent voor den tijd van een half jaar, een vaste aanstelling als zoodanig hebben verleend e. hebben benoemd tot tweeden klerk bij liet ge meentelijk eleetriciteitbedrijf J. Poort te Harlin- gen. De mededeelingen sub 10 worden voor kennisge ving aangenomen. V Wordt ter tafel gebracht: 1Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van het verslag omtrent de wijze, waar op liet op de gemeente-begrooting voor 1915 toege staan bedrag voor het in artikel 35 der Leerplicht wet omschreven doel is besteed. 2. Alsvoren tot aankoop van eenige perceelen land nabij den weg naar Cambuur van F. H. van Setten. 3. Alsvoren tot aankoop ten behoeve der te stich ten badinrichting van het hotel „Het Wapen van Friesland" aan het Groot Sehavernek. 4. Alsvoren om aan den heer J. Pli. Bruinwold Riedel op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als directeur der gasfabriek. De stukken 14 hebben ter visie gelegen om nog lieden te worden behandeld. 5. Alsvoren om hun een crediet te verleenen van 3000.voor het opmaken van een uitbreidings plan der gemeente. Zal in eene volgende vergadering worden behan deld. 6. Alsvoren om den Kanaalweg Z. Z. langs het 2e Kanaalpand te verleggen naar den zuidelijken kant van de gemeentelijke bouwterreinen aldaar. Wordt gedrukt als bijlage tot liet raadsverslag, bij de leden rondgezonden en te zijner tijd behan deld. 7. Alsvoren om hun een crediet te verleenen tot het leggen van een kademuur langs den Westersin- gel van de Verlaatsbrug af tot aan aan de bestaan de basaltkade bij het Tramstation. 8. Alsvoren om aan mej. H. de Vries op haar ver zoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres in de nuttige handwerken aan gemeenteschool no. 6. De stukken 78 zullen in eene volgende vergade ring worden behandeld. 9. Alsvoren betreffende het raadsbesluit van 28 December 1915 aangaande den geneeskundigen dienst en de verpleging van lijders aan besmettelijke ziekten, welke van wege de gemeente geschiedt. Wordt gedrukt als bijlage tot het raadsverslag, bij de leden rondgezonden en te zijner tijd behandeld. 10. Alsvoren tot onbewoonbaarverklaring van de z.g. Bolswarderkamers, plaatselijk bekend Bols- wardersteeg no. 69 tot en met no. 77. 11. Alsvoren om opnieuw voor den tijd van één jaar aan H. Walta te verhuren de woning op de op slagplaats der gemeentewerken aan de Eestraat. 12. Prae-advies van Burgemeester en Wethou ders op bet adres van bet bestuur der Coöperatieve Vereeniging tot bereiding van melkproducten om nog een vierde smalspoor te mogen hebben in den Kanaalweg Z. Z. ten behoeve van bare fabriek al daar. 13. Alsvoren op het adres van H. F. Ferwerda, hoofd van gemeenteschool uo. 8, om hem door over plaatsing te stellen aan het hoofd van gemeente school no. 5. De stukken 1013 zullen in eene volgende verga dering worden behandeld. VI. Wordt overgegaan tot behandeling der voor lieden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van een onderwijzer aan Gemeenteschool no. 6', vacature Valkema. Met algemeene stemmen (22) wordt benoemd de heer E. Caspers. 2. Benoeming van een onderwijzer aan Gemeenteschool no. 10, vacature Sijtsema. Fitgebraclit zijn 22 stemmen te weten: op den heer P. Brommer 21 stemmen, F. M. Bos f stem. De heer P. Brommer is alzoo benoemd. 3. Benoeming van een lid van liet bestuur van het Nieuwe Stadsweeshuis, vacature mejuffrouw Witteveen. Fitgebraclit zijn 22 stemmen, verdeeld als volgt: op mevr. M. C. StoopSeeuwen 12 stemmen, FritzlinStraatman 5 terwijl 5 briefjes in blanco zijn ingeleverd. Mevr. M. C. StoopSeeuwen is alzoo benoemd. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan mejuffrouw J. Admiraal op haar verzoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres aan gemeenteschool no. 11. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethou ders. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan den heer J. Ph. Bruinwold Riedel op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als Directeur der gasfabriek. Burgemeester en Wethouders stellen voor het ont slag met ingang van 1 Mei 1916 te verleenen. De beraadslaging wordt geopend. De heer Schoondermark (wethouder heeft ge Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Februari 1916. 35 tracht van Burgemeester en Wethouders te verkrij gen dat het voorstel, om den heer Bruinwold Riedel op 1 Mei te ontslaan, niet werd gedaan. Burgemees ter en Wethouders echter waren van meening dat liet wel moest. Spreker wil hierop wijzen dat liet te gen de verordening ingaat, als de Raad den Direc teur 14 dagen eerder ontslaat dan op den datum, waarop hij recht heeft op ontslag. Spreker heeft zich tegen het voorstel verzet, omdat hij met de af dee ling onderwijs is belast. Op 17 Augustus j.l. toch heeft spreker den heer Tulp hooren vragen of de heer Speerstra niet 14 dagen eerder kon worden ont slagen, omdat de school waar hij werd geplaatst dan met een nieuwen cursus begon en het derhalve voor de school van veel belang was. Burgemeester en Wethouders hebben toen geantwoord dat zulks in strijd met de verordening was en de Raad heeft zich erbij neergelegd. Spreker kan het best over deze kwestie oordeelen, omdat zij bij „onderwijs" elk oogenblik voorkomt. Spreker heeft zich steeds aan de verordening vastgehouden en het gevolg daarvan is geweest dat hij hoe langer zoo minder last heeft van dergelijke verzoeken. Even na den heer Speer stra kwam de heer van der Laan met hetzelfde ver zoek en ook dat is afgewezen. Wanneer nu een amb tenaar 14 dagen eerder ontslag krijgt als de datum waarop hij er recht op heeft, doet de Raad eene groote onbillijkheid, te meer, daar de noodzakelijk heid van een vervroegd ontslag niet blijkt, Of de heer Bruinwold Riedel 14 dagen eerder of 14 dagen later te Utrecht in functie treedt, is voor die ge meente precies gelijk. Wij missen hem echter 14 da gen eerder en dat is voor onze gemeente in de hui dige omstandigheden wel van beteekenis. Spreker wil er n.l. op wijzen dat de oproeping voor een nieu wen titularis nog wel eenigen tijd zal moeten wor den uitgesteld omdat het, met het oog op de over dracht der electrische centrale aan de provincie, nog niet bekend is wat voor betrekking het directeur schap wordt. Spreker meent dan ook dat de Raad niet mee moet gaan met het voorstel om den heer Bruinwold Riedel op .1 Mei eervol ontslag te geven. Hij stelt voor het ontslag te doen ingaan op 14 Mei. De heer Vonck is inmiddels ter vergadering ver schenen. De heer Peletier is het niet met den wethouder eens. Hij acht diens redeneering niet juist en wel omdat de heer Schoondermark twee ongelijksoor tige dingen vergelijkt. Hij noemt toch het onderwijs en het gasbedrijf in één adem. Bovendien blijkt dit uit de mededeelign van den heer Schoondermark dat het bij „Onderwijs" in korten tijd tweemaal is gebeurd, dat een dergelijk verzoek werd gedaan. Bij de bedrijven komt het uit den aard der zaak hoogst zelden voor. Spreker kan dan ook wel mee gaan met het prae-advies van Burgemeester en Wethouders. De heer Hiemstra is van oordeel dat men geen vergelijking behoeft te treffen. Of het bij een bedrijf of bij het onderwijs gebeurt is precies hetzelfde. Dit is ook het geval of het dikwijls of niet dikwijls voor komt. Het is de vraag: moeten wij ons aan de ver ordening houden of niet. Spreker is het niet eens met den heer Schoondermark, dat daarvan niet moet worden afgeweken. Als er toch voor iemand een groot belang aan is verbonden als hij 14 dagen eerder kan vertrekken, zou spreker een verzoek daartoe niet willen afwijzen. Men zou toch iemands geheele carière kunnen bederven door hem 14 dagen langer vast te houden. Zijn er nu gegronde motie ven om het verzoek van den heer Bruinwold Riedel in te willigen Spreker heeft die nog niet gehoord. Als hij die hoort zal hij vóór het voorstel van Burge meester en Wethouders stemmen. De heer Tulp kan zich ook niet vereenigen met den heer Schoondermark. Spreker kan zich voor stellen dat een, aan een onderwijzer te vroeg gege ven ontslag stagnatie in het onderwijs veroorzaakt; met den directeur van de gasfabriek is dit niet het geval, het bedrijf kan evengoed zoo lang worden voortgezet. De wethouder zegt nu dat het voor Utrecht gelijk is of de nieuwe directeur 14 dagen vroeger of later komt en wij hier eene lange vaca ture zullen hebben. Spreker meent dat het voor het Utrechtsche bedrijf van veel belang kan zijn den nieuwen directeur 14 dagen eerder te hebben en het ons. met het oog op die lange vacature minder hin dert. Hij meent dan ook dat de Raad dit voorstel niet moet tegenwerken en zal er vóór stemmen. Den heer Binnerts (wethouder) komt het voor dat er door den heer Schoondermark eene principe kwestie wordt gemaakt, die er niet is. Het gaat er toch om, om een ambtenaar, die in een belangrijke positie de gemeente groote diensten heeft bewezen, iets tegemoet te komen. Het verzoek van den heer Bruinwold Riedel grondt zich op diens begrijpelij- ken wensch zich zoo spoedig mogelijk in zijn nieu wen werkkring te kunnen inwerken. Hij zal dan ook zoo langzamerhand zijne gedachten van ons bedrijf afwenden. Waar het verzoek van Utrecht is gekomen om den heer Bruinwold Riedel op 1 April te ontslaan De Voorzitter: „op 15 Maart". De heer Binnerts (wethouder) vervolgt en zegt, dat Burgemeester en Wethouders door hun voor stel reeds in de richting door den heer Schoonder mark bedoeld hebben gewerkt. Het heeft spreker bevreemd, dat de heer Schoon dermark eene principiëele kwestie heeft gezocht, waar die niet bestaat. Het gaat toch niet aan hier eene vergelijking te maken met het onderwijs. De heer Tulp heeft het reeds gezegd, dat het niet zoo gemakkelijk gaat een hoofd der school te vroeg te ontslaan. Van een directeur van een bedrijf kan dit niet worden gezegd. De heer Hiemstra vindt in de redeneering van den heer Binnerts eene eigenaardige tegenstelling. Hij spreekt eerst van een ambtenaar die belang rijke diensten aan de gemeente heeft bewezen en die tegemoet gekomen moet worden. Ten slotte spreekt hij van een hoofd der school, aan wien die tegemoet koming niet kan worden gedaan omdat deze moei lijk gemist kan worden, moeilijker dan de directeur der gasfabriek. De diensten van dezen laatste schij nen dus onbelangrijk te zijn. Spreker meent dat het moet zyn: gelijke monniken, gelijke kappen. Iedere kwestie moet op zich zelf worden beoordeeld en als de noodzakelijkheid van een vervroegd ontslag niet wordt aangetoond, moet men zich aan de verorde ning houden. Er is gezegd dat het voor Utrecht van belang is den nieuwen directeur 14 dagen eerder te hebben, maar wij zitten hier niet in Utrechts' raad zaal, maar in die van Leeuwarden. Wij hebben niet de Utrechtsche, maar de Leeuwarder belangen te behartigen. Spreker zal stemmen vóór het voorstel van den heer Schoondermark, maar hij wil niet ge acht worden daarmee te hebben gezegd dat nooit van de verordening mag worden afgeweken. De heer Binnerts (wethouder) heeft de belangen van Utrecht niet bepleit. Dat is ten minste niet zijne bedoeling geweest. Spreker heeft gezegd, dat de ge dachten van den Directeur der gasfabriek zich lang zamerhand zullen vestigen op zijn nieuw bedrijf en dat het daarom van belang kan zijn hem eerder ont slag te geven dan op den dag door de verordening- bepaald. Dit ontslag gaat in drie maanden na den dag, waarop het is aangevraagd. De ontslagaan-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1916 | | pagina 2