44 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Februari 1916. land, die 5000 K.G. krêgen. Spreker heeft daarover gecorrespondeerd en het resultaat is geweest dat hij die 5000 K.G. kregen. Spreker heeft daarover ge correspondeerd en het resultaat is geweest dat hij de beschikking kreeg over 10.000 K.G., dus voor on geveer 4 weken. Het was hem niet bekend of hij als de hoeveelheid verbruikt was, weer nieuw vet kon krijgen, waarschijnlijk was dit niet, en daarom kon hij geen maximumprijs stellen. Als b.v. iemand eene hoeveelheid ontvangt, geschat voldoende te zijn voor 4 weken, en hij verkoopt tengevolge van den lagen prijs zooveel, dat er na 2 weken niets meer is, zou liij toch moeten doorgaan vet tegen dien lagen prijs te verkoopen. Bovendien is het voor spreker niet te controleeren of de voorraad is uitverkocht. Men zou dus krijgen: of voor den een de onmogelijkheid om zijn duurder ingekocht vet te verkoopen, öf voor den ander de gelegenheid om Regeeringsvet tegen te hoogen prijs te verkoopen. Daarom heeft spreker, in overleg met het Regeeringsbureau, den verkoop aan één handelaar opgedragen en daarvoor uitge kozen een grossier. Immers voor de kleinhandela ren was het nadeel veel grooter wanneer een hun ner de loop kreeg, dan wanneer het deze grossier was, die nadat de voorraad is uitverkocht, met dezen handel ophoudt. Ook kan spreker op dezen éénen handelaar con trole uitoefenen omtrent de naleving der voorwaar den, die bij de beschikbaarstelling zijn voorgeschre ven. De heer Tulp dankt den Voorzitter voor cle ver strekte inlichtingen. Hij begrijpt echter nog niet, waarom de verkoop niet aan meerderen is opgedra gen. Het had bij verschillende grossiers kunnen wor den verkocht, die het weer aan. den kleinhandel hadden kunnen afzetten voor eenen prijs, nader met den voorzitter te regelen. Dan hadden allen er iets aan verdiend. Nu hebben die menschen niet alleen geen winst, maar door het regeeringsvet zijn ze met duur vet blijven zitten. Den Voorzitter spijt het dat de heer Tulp niet overtuigd is maar drukt er nog eens op dat de con trole gemakkelijker kan worden uitgevoerd, als de verkoop op één plaats geschiedt. Door de verkrijg baarstelling van niet meer dan 2*/2 K.G. te gelijk en het laten afhalen van het vet is zoo goed mogelijk verzekerd dat, alleen onbemiddelden er gebruik van maken. Maar de hoofdzaak is, dat de hoeveelheid te beperkt was. Het was daarom onmogelijk maximum prijzen vast te stellen. Als er een groote hoeveelheid was geweest en de zekerheid dat er steeds voorraad zou zijn, dan had spreker het onder de kleinhande laren gedistribueerd en een maximumprijs gesteld, als bij brood, melk, groenten, peulvruchten, varkens- vleesch. De heer Tulp geeft toe dat er veel bezwaren zijn, maar hij blijft deze oplossing niet juist achten en vermoedt dat den voorzitter deze regeling ook niet geheel bevredigt. Hij had liever gezien dat er meer van hadden geprofiteerd. Nu zat alles in één hand en hij acht zulks niet billijk. De heer Tiemersma begrijpt ook de moeilijkheden aan de zaak verbonden, als er een klein kwantum is, en het niet mogelijk is het onder velen te distri- bueeren. Hij vraagt of het niet beter zou zijn het vet van gemeentewege te verkoopen. Dan heeft men een goede controle. De Voorzitter antwoordt dat de oplossing, door den heer Tiemersma aan de hand gedaan, wel is overwogen. Die is echter niet zoo eenvoudig. Het vet komt in tubs aan van 25 K.G. en moet in kleine pakken worden omgesmolten. Een vethandelaar is daarop ingericht. Zal de gemeente zich de gereed schappen daarvoor aanschaffen, dan heeft zij veel kosten en komt zij bovendien voor allerlei moeilijk heden te staan. Als een vethandelaar de zaak behan delt kan het vet voor den laagst mogelijken prijs ter beschikking der ingezetenen worden gesteld. De heer Tiemersma acht de bezwaren niet zoo groot. De slagers zijn wel met de vetsmelterij be kend en de gemeente heeft zich dan ook maar alleen wat gereedschap aan te schaffen. De Voorzitter: „voor een vetsmelterij is een hin derwetsvergunning vereischt". Spreker heeft het denkbeeld wel overwogen. De winst, door de gros siersfirma gemaakt, loopt echter niet in de duizen den, zooals de heer Tuin schijnt te meenen. Het kan ten hoogste een paar honderd gulden bedragen. Het verschil tusschen verkoop en inkoop toch is 1000.- en daarvan moeten af: een gedeelte van de vracht, alle kosten van distributie en dan nog alle risico. De interpellatie is hiermee gesloten. Niets meer te behandelen zijnde sluit de Voorzit ter de vergadering. Verslag van de handelingen van den gi Vergadering van Dinsdag 14 Maart 1916. Tegenwoordig 24 leden, te weten de lieeren: Sehaafsma, Tulp, Lautenbach, Tiemersma, Cohen, de Vos, Zandstra, H. P. de Haan, Oosterhoff, Beek huis, Peletier, van Weideren baron Rengers, J. Koopmans, Berghuis, Binnerts, van Sloterdijck, Fransen, Hiemstra, Vonck, Haversehmidt, P. A. de Haan, Attema, Schoonderinark en Menalda. Afwezig met kennisgeving de heer van de Vall. Voorzitter: de heer mr. J. A. N. Patijn, Burge meester. I. De notulen der op Dinsdag 22 Februari j.l. gehouden vergadering worden vastgesteld. II. Wordt medegedeeld: 1. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de raadsbesluiten d.d. 8 Februari 1.1. tot aanvaar ding van de schenking van het Struivingspoortje door de Vereeniging tot bevordering van V reemde lingen verkeer en die van de „Indische Verzame- ling" door N. Ottema, tot aankoop van het perceel Ossekop no. 11 van de Leeuwarder Waterleiding Maatschappij, tot aankoop van het gedeelte eener I sloot langs den weg Achter de Hoven van P. van der Weerdt en tot het in gebruik afstaan van de voormalige sehippersschool aan den Wissesdwin- ger aan het bestuur der vereeniging „de Leeuwar der Padvinders"; d.d. 22 Februari tot het doen van een reehtstreek- sclie uitgaaf uit den post voor onvoorziene uit gaven der begrooting voor 1916, en tot wijziging der verordening op het beheer der gemeentelijke gas fabriek te Leeuwarden. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 2. dat hij Koninklijk besluit van 21 Februari 1.1. no. :ï2 aan deze gemeente uit 's Rijks kas is verleend een voorschot van 21.000.ten behoeve van het verstrekken van gelijk voorschot aan de „Woning- vereeniging Leeuwarden" voor den aankoop van grond. Wordt voorgesteld overeenkomstig de voorwaar de van het Koninklijk besluit in het raadsbesluit van 26 October 1915 alsnog de bepaling op te nemen eener boete ad 1000.— krachtens artikel 15c van liet Koninklijk besluit van 28 Juli 1902 (Staatsblad 160) c.q. door het bestuur der Woningvereeniging aan de gemeente te verbeuren. Dienovereenkomstig wordt besloten. 3. bericht van mevr. M. C. StoopSeeuwen dat zij de benoeming tot voogdes van het Nieuwe Stads Weeshuis aanneemt. Wordt voor kennisgeving aangenomen 4. verslag van den staat van het lager onderwijs over 1915. 5. verslag van den toestand van het middelbaar onderwijs te Leeuwarden over 1915. Worden eenigen tijd voor de leden ter visie gelegd. 6. bericht van den rechtsgeleerden raadsman, der gemeente mr. J. M. van Hettinga Tromp in zake de door den onderwijzer H. ,1. Westerhuis en de onderwijzeres de wed. WijnantsVan der Net tegen haar ingestelde rechtsvordering, dat deze bij vonnis van 26 Februari door den Kantonrechter al hier niet ontvankelijk is verklaard. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 7. schrijven van curatoren van het gymnasium, houdende voorstel om J. C. Keijman, tot wederop zegging, uiterlijk voor het tijdvak van 1 September 1915 tot 31 Augustus 1916 benoemd tot leeraar in de wiskunde aan het gymnasium, in verband met het ziekteverlof van den leeraar dr. H. B. A. Boekwin kel, wegens het verlengen van dat verlof nader als tijdelijk leeraar te benoemen voor het tijdvak van 1 September 1916 tot 31 Augustus 1917. van Leeuwarden van Dinsdag 14 Maart 1916. 45 Zal in eene volgende vergadering worden behan deld. 8. adres van P. Klazema e.a., allen hotel- en stalhouders aan de Lange Marktstraat alhier, hou dende verzoek adhaesie te willen betuigen met een door hen aan den Minister van Landbouw, Nijver heid en Handel gericht adres om bij voorgenomen sluiting van veemarkten daarover vooraf het advies in te winnen van een commissie van deskundigen uit de betrokken provincie. Wordt besloten dit verzoek af te wijzen. 9. adres met memorie van toelichting van de be sturen der afdeeling Leeuwarden van den Christe- lijken Bond van Xederlandsche Gemeentewerklie den, van den Nederlandsclien Federatieven Bond van Gemeentewerklieden en van de afdeeling Leeu warden van den Bond van werklieden in openbare diensten en bedrijven om loonsverhooging. Burgemeester en Wethouders stellen voor deze adressen voor kennisgeving aan te nemen in ver band met een door hen in te stellen onderzoek naar den stand der loonen van de gemeente-ambtenaren, waarvan de uitkomsten bij de behandeling der ont- werp-gemeentebegrooting voor 1917 in hunne ver gadering zullen worden overwogen. De heer de Vos vraagt of het in de bedoeling ligt van Burgemeester en Wethouders om met 1 April den duurtetoeslag te continueeren. De Voorzitter: „dat ligt niet in de bedoeling. Het wordt ook niet gevraagd". De heer de Vos zegt dat het wel in de bedoeling van adressanten ligt. Spreker vraagt of het niet in overweging kan worden genomen. De Voorzitter antwoordt dat Burgemeester en ethouders deze zaak terloops hebben besproken. Het voornemen bestaat echter niet om met een voor stel te komen. Den heer Sehaafsma doet het pijnlijk aan dat Bur gemeester en Wethouders niet voornemens zijn om den duurtetoeslag te verlengen. Het spijt hem nog meer dat Burgemeester en Wethouders er niet aan hebben gedacht den toeslag te verhoogen. De prijzen der levensmiddelen toch zijn nog stijgende en er heerscht in de gezinnen der ambtenaren een nog grootere noodstand dan den vorigen herfst. Spre ker wijst ei'op dat dit idéé niet alleen gerezen is bij spreker en zijne partijgenooten. Ook de Regeering is die meening toegedaan. Dezer dagen toch is een wetsontwerp verschenen om aan de rijks-ambtena ren een duurtetoeslag toe te kennen. De limiet voor Leeuwarden is echter hooger dan thans in deze ge meente het geval is. Als er echter voldoende geld was, zoo staat er in de Memorie van Toelichting, zou de Minister meer toeslag geven. Spreker stelt voor met t April de duurtetoeslag te continueeren en de limiet te verhoogen tot 1000. De Voorzitter deelt mede dat door den heer Sehaafsma wordt voorgesteld de duurtetoeslag met 3 April te verlengen. De heer P. A. de Haan doet opmerken dat de heer Sehaafsma niet alleen voorstelt den toeslag te ver lengen, maar ook om de limiet te verhoogen. Spre ker vraagt of dit voorstel in twee gedeelten in stem ming wordt gebracht. Hij is voorstander van het eene gedeelte, echter tegen het andere. De Voorzitter had dit laatste niet gehoord. Hij geeft toe dat het aanbeveling zal verdienen het voorstel gesplitst in stemming te brengen. De heer Sehaafsma wil de limiet op 1000.— brengen. aar de Regeering zulks noodig oordeelt, kan de Raad ook wel overwegen of hij het noodig

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1916 | | pagina 1