I; Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Zaterdag 3 Juni 1916. 131 Vergadering van Zaterdag 3 Juni 1916. Tegenwoordig 20 ledien, te weten de heeren: van Sloterdijck, Beekhuis, de Vos, Berghuis, Schaaf- sma, Tiemersma, Zandstra, Peletier, P. A. de Haan, Tulp, Binnerts, Hiemstra, Vonck, H. P. de Haan, Oosterhof f, Koopmans, Haversehmidt, Fransen, Attema en Schoondermark. Afwezig 4 leden, waarvan met kennisgeving de heer Cohen. Zonder kennisgeving tie heeren: Lautenbach, Menalda en van Weideren baron Rengers. Eene vacature. Voorzitter: de heer mr. J. A. N. Patijn, Burge meester. I. De vaststelling van- de notulen der vorige op 23 Mei 1.1. gehouden vergadering wordt aange houden. II. De Voorzitter deelt mede dat het eenige punt der agenda is het aanbod dat Burgemeester en Wethouders hebben ontvangen om de Wilhelmina- baan aan te koopen. Dit terrein is aangeboden tegen een prijs van 2.50 per c.A. en is groot 6.82.61 H.A. De totaalsom wordt dus 170.000. Waar de wijze van aanbrengen dezer zaak een zoo bijzondere is, veronderstelt spreker dat de leden van den Raad wel belang zullen stellen in hare voorgeschiedenis. De Wilhelminabaan is reeds meermalen aan de gemeente aangeboden, maar tel kens is het aanbod afgewezen omdat de gevraag de prijs Burgemeester en Wethouders te hoog voor kwam. Eenige weken geleden nu kwam dit aanbod bij Burgemeester en Wethouders in. Zij vonden het aanvankelijk ook te hoog en hebben het twee maal afgeslagen, eerst mondeling, daarna schriftelijk. Een der wethouders evenwel, die het jammer vond dat het aanbod was afgewezen, heeft de zaak weer ter sprake gebracht. Naar aanleiding daarvan is door tusschenkomst van een der wethouders het aanbod opnieuw ingekomen en hebben Burgemees ter en Wethouders het advies gevraagd van de com missie die indertijd is ingesteld naar aanleiding van een in te richten sportterrein bij Baens-ein. Zij heb ben die commissie gevraagd hoe zjj dacht over de geschiktheid van de Wilhelminabaan voor sportter rein en ten antwoord ontvangen dat dit terrein geschikt was, ja nog geschikter dan dat bij Baens- ein. De Burgemeester heeft toen nadere besprekin gen gehad met een der eigenaren van het terrein. Het is hem daarbij gebleken, dat de eigenaren niet genegen zijn een lager bod te accepteeren. Zoo stond de zaak, toen zij in de voorlaatste vergadering van Burgemeester -en Wethouders werd besproken. Zij waren toen vrijwel eenstemmig van meening dat het voorzichtig zou zijn om voordat de zaak de finitief van de baan zou raken, den Raad er over te raadplegen. Burgemeester en Wethouders hebben den eigenaren uitstel gevraagd om de commissie voor de Openbare Werken en den Raad te hooren. De eigenaren zijn daarin niet getreden en tot en met heden hebben Burgemeester en Wethouders het terrein in handen voor 2.50 per c.A. Dit is de re den, waarom de Raad heden is bijeengeroepen. De meerderheid van het college is er tegen, omdat de prijs te hoog is, de minderheid heeft zich haar stem voorbehouden. Er is derhalve geen voorstel van Burgemeester en Wethouders, maar zjj willen de beslissing aan den Raad overlaten. De heer Haversehmidt brengt in herinnering dat men in 1903 ook een voorstel ontving tot aankoop van dit terrein en dat men het later, naar spreker meent ten onrechte, jammer vond dat de raad daar niet op is ingegaan. Het toenmalig voorstel luidde niet om er een abattoir te stichten, maar om er een exportslagerij te maken, een gelegenheid voor de belanghebbenden om er voor export te slachten, en met het oog op die bestemming werd' het voorstel toen beoordeeld. Het zou spreker te ver voeren om alles wat van deskundige zijde tegen dit plan werd aangevoerd vanwege de ligging te herhalen, maar van meer be lang vindt spreker de bezwaren die den raad noop ten het ook niet als bouwterrein te wenschen. Men vergete niet dat men in 1903 nog heel wat Kanaalterrein had, dat niet vlot van de hand ging. Het aangeboden terrein was bezwaard niet alleen met een uitweg voor vee, maar bovendien voor alle op het aehterterrein te stichten gebouwen, terwijl het aan de zuidzijde van het grootscheeps-vaarwa- ter was gecheiden door een weinig aanzienlijke ar beidersbuurt. De 10 pondemaat waren toen te koop voor 40 mille, dat is 1.10 per centiare, maar een deskun dig raadslid rekende ons voor dat het terrein al tijd nog lö mille te duur was, want volgens de toen malige verordening op het bouwen van woningen en den aanleg van straten was er niet meer dan 25 mille aan bouwterrein van te maken. (leen wonder dat de raad niet op het voorstel in ging. Thans is het kanaalterrein nagenoeg verkocht en is spreker wel voor aankoop tegen redelijken prijs te vinden. In aanmerking nemende dat liet terrein, wanneer de gemeente het in 1903 tegen 1.10 had gekocht, thans vrij zeker nog in denzelfden toestand zou zijn, vindt spreker dat men nu heel wat meer kan geven. Men rekene maar eens uit het renteverlies dat de gemeente heeft uitgespaard, als elke pondemaat van 4000 gulden slechts 60 gulden huur opbrengt, in 13 jaar een aanzienlijk bedrag. Maar ook dan komt spreker nog lang niet op de 2.50 die de eigenaars vragen. Spreker zal nog dadelijk geen ander cijfer noe men, maar hij is genegen tot aankoop als dè eige naars met een aannemelijker voorstel bij den Raad komen. De heer Hiemstra zegt dat het voor den Raad. evenals voor Burgemeester en Wethouders een las tige kwestie is. Door den heer Haversehmidt is ge zegd dat het terrein wel kan worden aangekocht als het voor minder is te krijgen, maar spreker gelooft dat het vrijwel vaststaat dat het niet voor minder dan 2.50 per c.A. te koop is. De Raad heeft dus te beslissen of hjj het aanbod al dan niet aanneemt. Spreker meent ook dat de prijs zeer hoog is. Waar wij echter te doen hebben met een terrein dat zoo vlak tegen de stad aanligt en dat op allerlei manie ren kan worden geëxploiteerd, meent hij dat het niet verstandig is het in handen van particulieren te laten, maar dat het moet worden gekocht. Als de Raad het nu niet koopt, staat hij straks weer in de zelfde positie als nu. Nu zegt men toch: hadden wij het terrein indertijd maar gekocht, want nu moeten wij zooveel meer betalen. Spreker weet wel dat dit allemaal geen schade is, maar het is zeer de vraag of de gemeente, als zij later het terrein wenscht te bezitten, niet nog veel meer moet betalen. Waar het een terrein is van groot belang, het kan deels als sportterrein worden gebruikt en is uitstekend gele gen waardoor het ook voor woningstichting kan worden gebruikt, acht spreker het verstandig over den hoogen prijs heen te stappen en het aan te koo pen. De heer Beekhuis is van meening dat de pxgjs veel te hoog is. Het terrein is, in handen van particulie-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1916 | | pagina 1