willen stellen. Er is spreker medegedeeld dat er voldoende viisch te bekomen is. Een kamerlid heeft spreker medegedeeld duit het Centraal bureau voor den afzet van visseherijprodueten met de visch blijft zitten, omdat ze niet wordt afgenomen. Spie ker vraagt of het 1111 niet mogelijk is voor hier meer visch te krijgen, opdat dit volksvoedsel het te dure vleesch zal kunnen vervangen. Als dit mogelijk is zal het voor de arbeiders een zegen zijn. Spreker weet dat de zaak der levensmiddlelenvoorziening zeer moeilijk is en dat het voor den burgemeester, den Voorzitter van den Raad, moeilijk is te doen wat hij gaarne zou willen doen. Ook is het spreker hekend dat er een ambtenaar is gekomen die met de uitvoering belast is. Deze is echter aan den Raad geen verantwoording schuldig. Spreker vraagt daarom of liet niet mogelijk is dat er voor de levens middelenvoorziening een aparte dienst wordt inge steld, waarmee een der wethouders wordt belast. Wij hebben vier wethouders. Indertijd is de Raad zoo royaal geweest er tegen den zin van Burgemees ter en Wethouders één hij te doen. Dat is echter een beginsel kwestie geweest en voor zijne beginselen moet men wTat geld over hebben. Dat zal dé heer Fransen spreker toegeven. Voor den vierden wethouder, die dus feite lijk overbodig is, was dan de schoone taak weg gelegd den burgemeester te ontlasten. Spreker wil dit niet zien opgevat als een grief tegen den burgemeester, maar de levensmiddelen-voorziening zal beter tot haar recht komen als een wethouder er mee wordt belast, daar de voorzitter van den Raad al een enorme massa werk heeft. Spreker dankt den voorzitter voor de gelegen heid hem geschonken tot het stellen der vragen en hij hoopt dat spoedig aardappelen verkrijgbaar zul len worden gesteld tegen een redelijken prijs en op een wijze, die zoo gemakkelijk mogelijk is. De Voorzitter doet opmerken dat de heer Hiem stra met zijn laatste vraag buiten de ordé was en dus eigenlijk misbruik heeft gemaakt van het ver lof, hem door den Raad verleend. Wat het laatste ge deelte van het door den heer Hiemstra gesprokene betreft, dat ging over de verdeeling van het werk tusschen Burgemeester en Wethouders. Dat gaai het college aan en spreker is dan ook niet van plan daarover te praten. Wat de broodkaarten aangaat, een poosje gele den heeft spreker het vermoeden uitgesproken dat er misschien spoedig eene wijziging zou komen en dat dan dé inkomensgrens onder de oogen kan wor den gezien. Spreker kan nu mededleelen dat deze wijziging met September wordt aangebracht en dan komt de vraag van de inkomensgrens van zelf weer aan die orde. Spreker heeft dén Minister voor gesteld in het geheel geen inkomensgrens te bepa len. Zoolang men toch grenzen heeft, brengt dit veel administratieven omslag en natuurlijk kosten mee. In afwachting daarvan spreker heeft de kwestie breedvoerig met Burgemeester en Wethouders be sproken kan hij als zijne persoonlijke meening te kennen geven dat hij er niet voor is de inkomens grens te verhoogen. Een gezin zonder kinderen, met 17.a 18.inkomen, kan nu een broodkaart krijgen. Alls de heer Hiemstra dit eene nauwe be grenzing noemt, spreker doet dit niet. Er kunnen twee stelsels worden toegepast. In de eerste plaats het stelsel dat men 1111 heeft, dat der verkapte be deeling, waardoor een deel der bevolking levens middelen ontvangt tegen een lageren prijs. Dan is een weekloon van 17.a 18.niet laag, maar hoog. Het stelsel dat sprekers voorkeur heeft, is, dat iedereen goedkoope levensmiddelen kan krijgen. Dan draagt het geheele volk de lasten en geniet, be houdens de rantsoeneering, de voordedenSpreker acht een loongrens van .17 a 18 gulden niet nauw en zal er zeker niet toe meewerken om die grens te verhoogen. Nu komt spreker aan de aardappelen, de bran dende kwestie. Spreker begrijpt dat hierdoor in ruimen kring ongerustheid is gewekt, want dit is inderdaad een ernstig verschijnsel. De heer Hiemstra heeft gevraagd naar de moge lijkheid 0111 door de gemeente voorraden te doen maken. Het eenig gevolg zou zijn geweest dat de aardappelen duurder zouden zijn geworden. Men heeft gemeend dat in een land, waar millioenen worden uitgevoerd van dit product, nooit ge brek aan aardappelen zou komen, evenmin als men dit van de suiker heeft verwacht. Wat de circulaire betreft waarvan door den heer Hiemstra is gesproken, deelt spreker mede, dat er in Januari van het Centraal bureau voor de distri butie van levensmiddelen een schrijven inkwam, waarin werd medegedeeld, dat honger aardappel prijzen te wachten waren en waarin in overweging werd gegeven aan het gemeentebestuur en aan in stellingen voorraden te maken. Burgemeester en Wethouders hebben de opmerking aan verschillen de instellingen overgebracht en aan de Commissie medegedeeld dat zij genegen waren voorraad in te slaan. Zij werden toen verwezen' naar een hande laar in Harlingen, die aanbood 148 H.L. te leveren tegen 2.60 a 2.80 per H.L. Na inwinning van het advies van een ter zake kundig persoon hebben Burgemeester en Wethouders evenwel besloten niet op de aanbieding in te gaan. De hoeveelheid was belachelijk gering, dé prijs niet laag, het gevaar voor bederf in aanmerking nemendé, en daarop is het afgesprongen. De prijzen der aardappelen stegen en spreker hoorde officieel was hem daarvan niets bekend - dat er regeeringsaardlappelen beschikbaar werdén gesteld. Op dén 5n Juni vernam hij dat er aan het station alhier twee waggons aardappelen voor Leeuwarden stonden. Hij heeft daarop het centraal administratiekantoor voor dé levensmiddelen-voor ziening in dén Haag opgebeld en werd ingelicht dat de Regeering aardappelen beschikbaar stelde en dat er naar de 2 waggons aardappelen zou worden geïnformeerd. Den volgenden morgen werd spreker door genoemd bureau opgebeld en werd hem mede gedeeld dat de twee waggons niet beschikbaar wa ren; maar dat er, als zulks werd gewenscht, wel één andere waggon beschikbaar was. Spreker heeft onmiddellijk gezegd dat hij die waggon kocht en dit telegrafisch bevestigt. Eenige dagen heeft spreker niets gehoord, totdat hij Vrij dag j.l. een telegram ontving om alle aardappelen, die Leeuwarden te missen had, in beslag te nemen. Hij heeft den voorraad laten opnemen en het bleek dat hier nog slechts 91 H.L. hij de handelaren aan wezig was. Daarop heeft hij getelegrafeerd dat Leeuwarden niets te missen had. Inbeslagname van dezen geringen voorraad zou tot niets hebben geleid. Toen spreker bleek dat er van den Haag uit niet werd gezorgd, heeft hij als een middeleeuwsche roofridder posten uitgezet om te letten op de sche pen met aardappelen, die hier mochten binnenkomen en zoo zijn er heden twee schepen aangehouden. Het eene bevat een mindérwaardig soort dat hier gewoonlijk niet wordt gegeten, het andere schip be vat heel beste aardappelen. De schipper van dit schip deelde spreker medé dat de aardappelen in be slag genomen waren en hij op weg was naar Am sterdam. Daar hij evenwel geen bewijs van inbe slagneming kon toonen, heeft hij tegen den schip per gezegd: het spijt mij, maar de aardappelen blij ven hier. Morgen ochtend van 10 uur af de ad vertentie staat heden avond in de bladen zullen deze aardappelen verkrijgbaar worden gesteld te gen 4 cent per pond. De verkoop zal op drie plaat sen geschieden en daarvan is dé lading 2000Ü K.G., in drie schepen overgebracht, welke liggen bij de Oldehove, de Yerversbrug en de Visch markt. Deze 2OUO0 K.G. zal ongeveer voor twee dagen vol doende zijn, als alleen de houders van vetkaarten er van kunnen krijgen. Van algemeene beschikbaar stelling kan geen sprake zijn. Het is in de eerste plaats noodig de minstbemiddeldén te helpen, om dat die moeielijker de aardappelen door andere voe dingsmiddelen kunnen vervangen. Bovendien heb ben Burgemeester en Wethouders zich den eigen dom verzekerd van 2C!0 balen rijst. Intusschen wordt het systeem, dat onder gewone omstandigheden naar niets lijkt, voortgezet. Straks ontving spreker bericht dat er twee waggons aan het station stonden. Die bleken evenwel voor mili tairen bestemd en daar wil spreker niet aan komen. Overigens legt hij beslag op alles wat hier komt. De heer Hiemstra heeft verder naar visch ge vraagd. De gemeente koopt zooveel als zij denkt te kunnen verkoopen. Deze hoeveelheid moet geraamd worden, maar de verkoopers krijgen ditar al routine in. De gemeente kan de laatste weken zooveel krij gen als ze wil, maar het is niet mogelijk om de visch door winkeliers te doen verkoopen, daar het Cen traal bureau voorden afzet van visseherijprodueten dit niet wil. De gemeente moet zich zelf met den verkoop belasten. De heer Hiemstra dankt den Voorzitter voor diens antwoord. Spreker en de burgemeester zijn het niet eenis over de loongrens van 17 a 18 gulden voor de verstrekking van broodkaarten. De hoeren, die nu op het standpunt staan dat die grens te hoog is, moeten zelf eens een proef nemen 0111 met 18. per week met eenige kinderen rond te komen en spreker vermoedt dat al die heeren, als zij hier te rugkomen, bekeerd zullen zijn. Zij zullen ondervin den dat een dergelijk loon onder dé tegenwoordige omstandigheden onvoldoende is om van te leven. Deze menschen moeten ook bijdragen in de kosten van dé broodvoorziening en, waar andere gemeen ten een ruimer standpunt innemen dan hier het ge val is, had spreker gedacht dat ook hier verandering zou worden aangebracht. Wat wordt nu de prak tijk! Dat menschen, die hier geen broodkaarten kunnen krijgen, moeten bijdragen in de kosten der broodvoorziening van anderen uit gemeenten, waai de inkomensgrens 2000.is. Het doet spreker dan ook leed van den Voorzitter te hebben vernomen dat déze niet van plan is van de bestaande regeling af te wijken. Spreker meende dat er eenige kans bestond dat dit wel zou gebeu ren. Met de uitgifte der broodkaarten is een fout ge maakt, een fout, zoo ernstig dat die niet mag voor komen. Als toch het maximum van de loongrens pas wordt bereikt bij 16 kinderen, dan blijkt daaruit dat men niet ernstig heeft nagedacht en de geheele regeling eene sinecure is. Spreker had gehoopt dat Burgemeester en Wethouders de gelegenheid zou den hebben aangegrepen om die groote fout te her stellen. De maximum loongrens is hier feitelijk 1100.en staat verre ten achter bij Dokkum en andere plaatsen. Gaat het 1111 wel aan, vraagt spre ker, tal van menschen te dupeeren, omdat de bur gemeester een standpunt inneemt dat afwijkt van dat van burgemeesters van andere gemeenten! Spreker hoopt niet dat hierop alleen door de sociaal democraten zal worden gewezen. Bij A-erkiezingen wordt altijd beweerd, dat de sociaal-democraten altijd de belangen van één par tij dienen, terwijl de andere partijen het algemeen belang op het oog hebben. De Voorzitter verzoekt den heer Hiemstra zich tot het onderwerp te bepalen. De heer Hiemstra: „ik mag toch de medewerking van den Raad Avel inroepen". De Voorzitter zegt dat de Raad er niets aan kan doen. Als de Raad besluit dé inkomensgrens te ver- hoogen, gaat dat besluit in de prullenmand. De Mi nister heeft liet voorstel van Burgemeester en Wet- houdei's om de menschen, die broodkaarten hadden, die te laten behouden, afgewezen. Het is een zaak van dén Minister en al het gepraat van den heer Hiemstra heeft niet liet minste praktische nut. De heer Hiemstra: „dat had u straks moeten zeg gen". De Voorzitter: „ik laat geen beschouwingen meer toe over zaken die niet aan de orde zijn". De heer Hiemstra hoort van den voorzitter dat dit een zaak van den Minister is. Als het Dage- lijkseh Bestuur dan niets kan doen, dan moet hij den Minister worden aangeklopt. Sprekers bedoeling hiermee is deze, dat de Raad de tegenwoordige regeling unaniem afkeurt. Dan kan hij zich desnoods tot dén Minister wen den met het verzoek 0111 op gronden van algemeen belang eene andere regeling toe te staan. Spreker zou gaarne zien dat de Raad zulks doet, anders zijn hij en zijne partjjgenooten ertoe verplicht. Wat de aanbieding der aardappelen betreft, die schijnt enkele gemeenten niet te hebben bereikt. Als er niet is verliest de keizer zijn recht, maar het is nog mogelijk 0111 aardappelen van de regeering te krijgen. De ingezetenen kunnen toch niet alle dagen rijst eten. Er moeten dan ook krachtige pogingen in liet werk Avorden gesteld 0111 hier zoo\Teel moge lijk aardappelen te krijgen en ter beschikking te stellen. Als er in ruime mate aardappelen beschikbaar komen is het mogelijk dat niet alleen de houders van vetkaarten, maar ook anderen ervan kunnen profiteeren. Er moet zooveel mogelijk volksvoedsel beschikbaar zijn, desnoods tegen lagen prijs. De dis tributie kan dan ook op een zoodanige wijze plaats hebben, dat de menschen niet zoo lang behoeven te wachten. De heer H. P. de Haan is ook teleurgesteld door het antwoord van den Voorzitter aan den heer Hiemstra inzake de broodkaarten. Drie weken gele den hoorden wij dat er misschien spoedig verande- ring in de regeling der broodkaarten zou komen en 1111 wordt gezegd dat het tot 1 September zoo zal blij A-en. Spreker wil toegeven dat er hij dé verstrek- king grenzen moeten worden gesteld. Als 1111 aan genomen Avordt dat de maximumgrens op 900. blijft bepaald voor een echtpaar zonder kinderen, dan kan tocli ten opzichte van het kindertal Avel een ander standpunt worden ingenomen. Het is toch onmogelijk een kind voor 2&.per jaar te onder houden en de grens wordt voor elke 2 kinderen met 50.verhoogd. De groote gezinnen ondervinden een zeer zwaren druk en spreker vraagt daarom of het niet mogelijk is de Regeering te bewegen de re- 144 \eislag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Juni 1916. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Juni 1916. 145 De Voorzitter heeft spreker verweten, dat hij misbruik heeft gemaakt van de goedheid van den Raad. Spreker heeft gezegd: als u het goedvindt, Avil ik nog een vraag stellen. De Voorzitter heeft spreker laten gaan en staat dus ook schuldig.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1916 | | pagina 6