150 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Juni 1916. 1550 D. H. L. baggelaar turf aan I). Steenstra al hier, voor 1.50 per D. H. L. 790 D. H. L. lange turf aan J. Hummel alhier, voor 0.59 per D. H. L. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 111. Wordt ter tafel gebracht: 1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om in beginsel te besluiten dat de vervulling der betrekking van hoofd der nieuw te bouwen gemeen teschool no 13 zal geschieden zoo mogelijk door overplaatsing van een hoofd eener andere lagere gemeenteschool alhier. Zal in eene volgende vergadering worden behan deld. 2. Alsvoren om te besluiten dat de Raad zich op nieuw tot Gedeputeerde Staten dezer provincie zal wenden met verzoek om wijziging van de grens tusschen Leeuwarden en Leeuwarderadeel. 3. Prae-advies van Burgemeester en Wethou ders op het verzoek der „Woningvereeniging Leeu warden", om voor den aankoop van een tweetal met arbeiderswoningen te bebouwen perceelen weiland aan den Groninger straatweg, kadastraal bekend sectie F nos. 1279 en 1200, een voorschot uit de ge meentekas te mogen ontvangen van 26.000.af te lossen in 75 annuïteiten. De stukken 2 en 3 worden gedrukt als bijlage tot het raadsverslag en bij de leden rondgezonden, om te zijner tijd te worden behandeld. 4. Alsvoren op het verzoek van W. N. L. Gort- man te Amsterdam, aannemer van drukwerken ten behoeve dezer gemeente, om de door de buitenge wone tijdsomstandigheden veroorzaakte verhooging der prijzen van het papier, van 1 Juli as. af voor rekening der gemeente te nemen. 5. Alsvoren op het verzoek van S. Wijbrands, om eervol ontslag als ambtenaar van den Burger lijken Stand dezer gemeente. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan J. A. D. van Hulsen alhier, vergunning te verleenen tot het maken van een inrit in het trottoir vóór zijn perceel Emmakade Z.Z. no. 72. 7. Prae-advies van Burgemeester en Wethou ders op het verzoek van G. Zantinge, alhier, om vergunning tot het maken van een inrit en het leg gen van rails in het trottoir en in de straat vóór het perceel Baljeestraat no. 10. 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van het juiste bedrag der vaste jaar- lijksche bezoldiging en tot voorloopige regeling van de pensioensgrondslagen van den nieuw benoemden vader en moeder in het Stads Armhuis, -J. W. El- zenga en zijne echtgenoote T. R. Bouma. 8. Voordracht voor de benoeming van hoofd der gemeenteschool no. 8. De voordracht luidt als volgt: 0. Nieuwenhuis, Hoofd van d'e 2e gemeenteschool te Harlingen. K. Zijlstra, onderwijzer te 's Gravenhage. A. Deinema, onderwijzer aan gemeenteschool no. 12 te Leeuwarden. R. Jager, Hoofd der openbare school te Scher- penisse. J. Tolsma, Hoofd der openbare school te Ried. 10. Aanbeveling voor de benoeming van een leerares in het teekenen aan de school van M O. voor meisjes, vacature mej. A. M. L. van Oudgaar- den. De aanbeveling luidt als volgt: 1. Mej. H. A. Smits te Delft. 2. Mej. M. C. Gutteling, leerares aan het In stituut Haagsche Teekencursus", te 's Gravenhage. 3. Mej. J. M. Korthals, tijdelijk leerares aan een bijzondere school te Dordrecht. De stukken 310 zullen in eene volgende verga dering worden behandeld. 11. Alsvoren voor de benoeming van een leera res in de natuurlijke historie aan de school van M. O. voor meisjes. De aanbeveling luidt als volgt: Mej. M. M. van den Brink te Utrecht. Heeft ter visie gelegen om nog heden te worden behandeld. IV. Wordt overgegaan tot behandeling der voor heden op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van een onderwijzeres aan gemeenteschool No. 11, vacature mej. J. Admiraal. Met algemeene stemmen wordt benoemd mej. A. Klaassen. 2. Benoeming van een leerares in de Engelsche taal en letterkunde aan de school van middelbaar onderwijs voor meisjes, vacature mej. Boucher. Met algemeene stemmen wordt benoemd mej. M. Elshout. 3. Benoeming van een leerares in de natuurlijke historie aan de school van middelbaar onderwijs voor meisjes. De beraadslaging wordt geopend. De heer Beekhuis zou deze benoeming gaarne ééne vergadering uitstellen. Hij zou toch, alvorens te benoemen, den wethouder van onderwijs, die afwezig is, een vraag willen stellen. De Voorzitter antwoordt dat de wethouder heeft gevraagd de benoeming heden te doen plaats heb ben. Als de vraag van den heer Beekhuis betreft waarom slechts één op de voordracht staat, die vraag kan spreker wel beantwoorden. De heer Beekhuis bedoelt te vragen of er eene vacature is, en zoo ja, waarom. Hij meent toch dat de directrice is benoemd, speciaal met het oog op het lesgeven in natuurlijke historie. De heer H. P. de Haan heeft er juist bij liet ge meentebestuur op aangedrongen om, nu er slechts één persoon op de voordracht staat, de benoeming he den te doen geschieden, om de benoemde candidate de gelegenheid te geven tijdig ontslag uit hare be trekking te vragen. Zij heeft daarvoor twee maan den noodig en van uitstel zal nu het gevolg zijn dat er in September geen les wordt gegeven in natuur lijke historie, ten minste dat de lessen in dat vak moeilijkheden zullen ondervinden. De heer Beekhuis: „het is een kwestie van 14 da gen". De heer H. P. de Haan: „van eene maand. De be noemde moet 2 maanden te voren ontslag vragen en de volgende vergadering is in Juli". De Voorzitter wijst erop dat er eene vacature is om deze reden, dat de directrice ontheven wenscht te worden van de lessen in de natuurlijke historie. Dit hangt samen met een andere groepeering der lessen. De heer Beekhuis meent dat die andere groepee ring wel spoedig zal worden ingevoerd. Door nu deze benoeming te doen maakt de Raad al in princi pe uit dat de directrice geen les meer zal geven in natuurlijke historie. Spreker blijft zijn voorstel, om de benoeming tot de volgende vergadering aan te houden, handhaven. De Voorzitter kan er niets meer van zeggen. Hij weet niet of de lieer H. P. de Haan, de Voorzitter Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Juni 1916. lol heeft. Het standpunt van Burgemeester en V etliou- ders is in den regel dit, dat, als de wethouder, de Inspecteur, de Oommissie en het hoofd het over een dergelijke interne zaak eens zijn, zij er zich zonder meer bij neerleggen. Dat is in het algemeen voor den Raad en voor Burgemeester en Wethouders een goed standpunt, al kan spreker billijken dat er hee- ren zijn. die, alvorens hunne stem uit te brengen, nadere inlichtingen verlangen. De heer Beekhuis hoort den Voorzitter over een interne kwestie spreken. In zekeren zin is het waar. Spreker respecteert dat ook en de Raad moet zich niet in interne kwesties mengen. Deze interne aan gelegenheid heeft evenwel de benoeming van een andere titularis ten gevolge en daar moet de Raad zich wel mee bemoeien. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel-Beekhuis wordt met 14 tegen 4 stem men aangenomen en de benoeming dus aangehou den. Vóór stemmen de heeren: Cohen, Tulp, Tiemer- sma, de Vos, Zandstra, Oosterhoff, Schaafstoia, Hiemstra, Binnerts, Beekhuis, Haversohmidt, Vonck, Koopmans en Peletier. Tegen de heeren: Berghuis, Fransen, H. P. de Haan en Menalda. 4. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het verzoek van W. C. A. Hofkamp, om eervol ontslag als directeur der gemeentewerken. De beraadslaging wordt geopend. De Voorzitter doet opmerken dat de aandacht van Burgemeester en Wethouders is gevestigd op iets waaraan zij niet hebben gedacht. De beschuldigin gen, in een vorige vergadering door den heer Fran sen tegen den Directeur der Gemeentewerken inge bracht, zijn nog hangende. De heer Fransen: „ik heb den directeur niet be schuldigd. Ik heb hem niet genoemd. Dat hebben de heeren Beekhuis en Hiemstra gedaan, ik noem de alleen Openbare Werken." De heer Hiemstra: „F hebt gemeentewerken be schuldigd, d.i. de directeur. De Voorzitter kan den lieer Fransen verzekeren dat de heer Hofkamp de beschuldiging beschouwt als tegen zich gericht. Aangenomen dat de beschul diging tegen gemeentewerken gericht was, dan kan de heer Hofkamp, als directeur, die niet bij zijn koude kleeren laten afglijden. De zaak, waarom het gaat, wordt ernstig onderzocht en zoolang dat on derzoek niet is afgeloopen mag niemand iets ten nadeele van den Directeur zeggen. Hangende het onderzoek evenwel, meent spreker, en hij wil daar mee geen blaam werpen op den directeur, is het be ter geen eervol ontslag te verleenen. Daarom stelt spreker voor de beslissing op het verzoek aan te houden. De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van den Voorzitter. De Raad gaat in comité generaal ter behandeling van 5. het rapport der commissie voor de reclames omtrent bezwaarschriften in eersten aanleg tegen aanslagen in den hoofdelijken omslag naar het inkomen, dienst 1915. Na heropening komt aan de orde: 6'. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot on- invorderbaarverklaring van aanslagen van de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs, in staat is meerdere mededeelingen te doen. De heer H. P. de Haan is daartoe wel in staat, maar hij weet niet of dat wel op zijn weg ligt. Bij de benoeming van de directrice is niets bepaald omtrent de vakken, waarin ze les moest geven. Spreker gelooft ook dat dit een zaak is van internen aard. Er is wel over gesproken en het les geven in natuurlijke historie is haar opgedrongen. Zij is echter niet in staat zich voldoende voor te bereiden om in 5 klassen elk 2 uren les te geven. Daarom is door haar met aandrang gevraagd van die lessen te worden ontheven. Nu is er getracht, in verband met eene vacature aan het Gymnasium, een gemeenschappelijk leeraar voor dat vak te krijgen. Deze poging is echter mis lukt. Wat nu wordt voorgesteld draagt de volle goedkeuring weg van den Inspecteur van het Mid delbaar Onderwijs. De heer Hiemstra herinnert zich ook dat er hij de benoeming van de directrice op is aangedrongen dat deze eenige lessen op zich zou nemen. De directrice heeft het nu, blijkens de mededeelingen van den heer de Haan, te druk en daarom moet er een leera- res komen. Dat is nu een ander standpunt dan de Raad indertijd1 heeft aangenomen. Spreker acht het daarom niet wensehelijk, deze benoeming zoo plot seling te doen, omdat de Raad de gelegenheid moet hebben er eens over te denken. Hij gelooft ook niet dat de school veel nadeel zal ondervinden van een uitstel tot de volgende vergadering. Spreker steunt het voorstel-Beekhuis. De heer H. P. de Haan meent dat het juist wel nadeelig zal zijn voor het onderwijs. Na de volgen de vergadering begint de zomervaeantie en dan dient de heele regeling wel vast te staan. De heer Tulp schaart zich aan de zijde van den heer Beekhuis. Als uitstel schade doet, waarom is de commissie dan niet eerder met het voorstel ge komen? Deze zaak is toch al lang in studie. Waarom wordt nu de Raad direct voor het feit geplaatst? Spreker weet ook dat bij de benoeming der direc trice is gesproken over hare bekwaamheid om dit vak te doceeren. Hij zal voor uitstel stemmen. Den heer Haverschmidt is de zaak ook niet recht duidelijk. De voorgedragene zal les geven in plant en dierkunde, welke vakken naar spreker meent in goede handen waren bij de directrice. Beidé dames hebben trouwens dezelfde bevoegdheid, de hoofd- acte, waarvan een der examenvakken is kennis der natuur en welk vak ze derhalve kunnen onderwij zen, niet te verwarren met Middelbaar natuurlijke historie, dat voor deze Middelbare meisjesschool niet noodig schijnt en waarvoor men ook geen titu laris zal kunnen vinden. De wethouder zal de leden over deze interne aan gelegenheid wel willen inlichten en daarom is spreker ook voor aanhouding. De Voorzitter zal het voorstel van den heer Beek hui s om de benoeming aan te houden, in stemming brengen. De Raad heeft de argumenten van den heer H. P. de Haan gehoord. De wethouder van on derwijs weet wel dat spreker altijd bezwaar heeft om een zaak, zonder in een vorige vergadering te zijn aangebracht, in den Raad te brengen. Hij doet dit dan ook alleen als hij daarvoor dringende rede nen heeft. Dat de zaak zoo lang heeft geduurd zal wel Aveer een kwestie zijn van het uitblijven van ge vraagde inlichtingen. De wethouder acht het van zeer groot belang dat de benoeming heden plaats

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1916 | | pagina 2