15(3 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Juni 1916. gevraagd. Dit is hem echter geweigerd. Een der gelijke aanvraag kan wel worden aangenomen voor aannemingen vóór den oorlog aangegaan, niet voor die welke tijdens den oorlog hebben plaats gehad. Poelsma heeft echter niet kunnen voorzien dat de iiaverprijzen zoo veel omhoog zouden gaan. De beraadslaging wordt gesloten. M et algemeene stemmen wordt besloten over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. 12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vergrooting van het afrekenlokaal in de Waag. Dit voorstel luidt als volgt: In het afrekenlokaal in de Waag zijn de tafels met stoelen vrijwel onmiddellijk na de ingebruikne ming van dat lokaal alle in huur uitgegeven. Sedert is de vraag blijven bestaan zonder dat daaraan ge volg kon worden gegeven. De beschikbare ruimte is daarvoor te gering. Wil men aan de steeds in komende aanvragen voldoen, dan is de eenige op lossing het afrekenlokaal te vergrooten. Aanvankelijk waren wij met de commissie voor de openbare werken van oordeel, dat het in de te genwoordige tijdsomstandigheden niet gewenscht is die vergrooting tot stand te brengen. Echter blijft de behoefte van den handel aan meer ruimte hier zoo dringend, dat het niet verantwoord moet wor den geacht de uitvoering van dat werk te laten wachten tot normale tijden zijn teruggekeerd. Wordt thans tot uitvoering overgegaan, dan zal de gemeente de beschikbaar komende ruimte dadelijk productief kunnen maken en kunnen de uitgegeven gelden rente afwerpen in den vorm van huur. Door de vergrooting komt dan mede eenige ruimte open voor de plaatsing van een tweetal nissen. Er zijn er thans 9, die alle in gebruik zijn. De door den directeur der gemeentewerken in Maart 1.1. opgemaakte begrooting wijst een eindcij fer aan van 6100.Hieronder is begrepen een bedrag van 200.voor het vernieuwen van de tochtdeuren in het portaal voor de Beurs, wat mede noodzakelijk is. In verband met de steeds stijgende prijzen van verschillende materialen is dó begroo ting nagegaan met de uitkomst dat het eindcijfer thans f 7924.is, waaronder voor de tochtdeuren 249.—. Ofschoon die toeneming niet onbelangrijk is, meenen wij I op grond van bovenstaande mede- deelingen toch te moeten raden te besluiten: Burgemeester en Wethouders te machtigen tot het doen vergrooten van het afrekenlokaal in de Waag met de bijplaatsing van een tweetal nissen en tot het doen vernieuwen van de tochtdeuren in het portaal voor de Beurs, alsmede hun daartoe, in afwachting van een nadere regeling der uitgaaf op de gemeentebegrooting voor 1916, een crediet van 7924.te verleenen. De beraadslaging wordt geopend. De heer Peletier heeft vermoedelijk tegen het voorstel geen bezwaar. Hij kan onderschrijven wat in het prae-advies staat dat de noodig gebleken uit breiding niet moet worden uitgesteld. In het prae- advies mist hij echter iets, n.l. een opstelling van cijfers. Tegenover deze belangrijke uitgaaf staan inkomsten en nu zon het logisch zijn geweest in het prae-advies een overzicht van die inkomsten op te nemen. Spreker heeft een dergelijke opstelling al vaker gemist. Hij is van oordeel dat de Beurs en de Waag eene exploitatie-rekening moeten kunnen toonen, waaruit blijkt, dat de gemeente niet te veel verlies lijdt. De Voorzitter gelooft niet dat de wethouder in staat is de verlangde cijfers te geven. Spreker weet evenwel dat het afrekenlokaal een bron van inkom sten is. Maar al zou er voor de gemeente schade van komen, dan nog moeten een Beurs- en Waaggebouw en dergelijke voor den publiekeu dienst bestemde inrichtingen zoo goed mogelijk in orde worden ge maakt. De kadegelden dekken ook niet de kosten van den kademuur. Als de opmerking van den heer Pe letier b.v. de gasfabriek betrof, zou spreker er meer voor voelen dan nu. Spreker kan den heer Peletier echter geruststellen; de exploitatie levert behoor lijke uitkomsten. De heer Peletier is het met den Voorzitter eens dat gebouwen als Beurs en Waag er moeten zijn ter bevordering van den handel, maar hij meent ook dat door een goed financiëel beheer getracht moet worden met de exploitatie goede uitkomsten te krij gen. Bij een dergelijk voorstel moeten de inkomsten ten minste zooveel doenlijk worden opgegeven. Hij hoopt dat met zijne opmerking rekening zal worden gehouden. Spreker gelooft toch dat het doenlijk is er meer profijt uit te trekken. De lieer Koopmans is het niet met den heer Pele tier eens, maar staat meer op het standpunt van den voorzitter. Ook hij is van oordeel dat dergelijke ge bouwen en inrichtingen in de eerste plaats dienen ten behoeve en gerieve van den handel en de nijver heid. De exploitatie-rekening komt eerst in de tweede plaats en mag men zich afvragen: „is er ook nog wat meer uit te kloppen"? 't Spreekt vanzelf dat men een billijke retributie vragen mag; hoe groot deze zijn mag, is niet altijd juist te taxeeren, doch beter is het door lage kosten den handel aan te lok ken, dan er het meeste te willen uithalen. De heer Fransen zegt dat door de uitbreiding van het afrekenlokaal de beide inritten aan de zuidzijde voor den aanvoer van boter en kaas uit de schepen zullen vervallen. Hij vraagt of dit ook een bezwaar is. Als dit een bezwaar is dan was het beter geweest als men vooruit kon vermoeden dat het lokaal te klein werd het aan de Noordzijde te plaatsen. De lieer Berghuis (wethouder antwoordt dat dit bezwaar niet bestaat. De personen, die gebruik ma ken van den aanvoer van kaas, hebben geen bezwaar omdat op het oogenblik overlading moet geschieden. De afstand naar de verkoopplaats voor de nieuwe lorries (meer naar wensch van de vervoerders) is even groot als vroeger, en volgens verklaring van den waagmeester is het verleggen van het spoor zelfs in het belang van vervoerders, .hetgeen door belanghebbenden werd toegestemd. De Voorzitter doet nog opmerken dat bij de eer ste uitbreiding liet oorspronkelijk plan was liet lo kaal aan den Noordkant te maken. In overleg met den wethouder Oosterhoff en den waagmeester is evenwel deze kant gekozen. Bij die gelegenheid is de kwestie van den aanvoer aan de zuidzijde onder de oogen gezien. De beraadslaging wordt gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. 13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hun een crediet te verleenen tot het verhreeden van het trottoir langs het Gouverneursplein tussclien de St. Jacobstraat en de Groote Hoogstraat, enz. Dit voorstel luidt als volgt: Vèrslag van de handelingen van den Herhaaldelijk zijn klachten geuit over het gevaar voor liet verkeer bij de uitmonding van de St. Ja cobstraat op het Gouverneursplein. Ook in l'we Vergadering hebben die klachten een vertolker ge vonden, laatstelijk bij de behandeling van de ge meentebegrooting voor 1916 bijlagen nos. 2S, blz. 216 en 30, blz. 226, alsmede raadshiindelingen, blz. 228 en 231J. Reeds is daarom het Algemeen Politiebesluit aan gevuld met een bepaling, waarbij liet verbóden wordt het Gouveriiëurspleiii te berijden zónder rechts te houden van het daarin aanwezige gras perk. Om de aandacht van het publiek daarop te vestigen, zijn voorloopige waarschuwingsborden in de St. Jacobstraat en op het Gouverneursplein aan gebracht. Deze maatregel bevredigt nochtans niet geheel, omdat vooral door den scherpen hoek bij perceel Góuverneursplein no. 40 het bureau der gemeente werken) het gevaar blijft bestaan. Daarom zijn wij te fade gegaan het trottoir tus sclien St. Jacobstraat en Groote Hoogstraat te doen verbroeden, waardoor de verschillende voertuigen verder om den hoek moeten doorrijden en de be stuurders dan over liet plein uitzicht krijgen. De elkander tegen rijdende voertuigen kunnen dan bijtijds uitwijken. Door die trottoirverbreeding zal liét Gouverneursplein evenwel smaller worden, wat minder gewenscht is. Dm daaraan tegemoet te ko men, behoort het ter plaatse aanwezige grasperk te worden verwijderd. Dit een schoonheidsoogpunt schijnt ons dat géén bedenking te zullen ontmoeten Om echter toch eenige afscheiding te behouden tussclien het in beide richtingen gaand verkeer, zul len de op het midden van het plein aanwezige trans formatorzuil en lantaarnpaal blijven staan. Ten be hoeve van voetgangers zal om die paal een vlucht heuveltje worden aangelegd. Een en ander is op de hierbij overgelegde teeke- niiig verduidelijkt. Het trottoir zal in tegels worden uitgevoerd. De kosten zijn niet belangrijk en worden door den directeur van de gemeentewerken begroot op rónd 850.—. Op grond van het voorafgaande hebben wij de eer U voor te stellen te besluiten: in afwachting van de nadere voorstellen van Burgemeester en Wethouders tot regeling van de uitgaaf op de gemeentebegrooting, dienst 1916, hun een crediet te verleenen van 850.— voor het doen verhreeden van het trottoir langs het Gouvérneurs- plein tussclien St. Jacobstraat en Groote Hoogstraat en tot het doen wegnemen van het op dat plein aan wezige grasperk, alsmede voor den aanleg van een vluchtheuveltje. De beraadslaging wordt geopend. De heer Fransen kan zich niet met het voorstel vereenigen. Er wordt voorgesteld om het trottoir 1.25 M. breeder te maken ten einde het uitzicht be ter té maken. Het trottoir belet niet te zien, wel de hoek van den muur. Ais het trottoir langer wordt, wordt de uitrit langer en wordt het inrijden belem merd, als er twee rijtuigen of auto's elkaar op den hoek tegemoet rijden. Hoe vlugger de uitrijdende auto den hóek om kan gaan, hóé beter het is. Dat het tuintje móet verdwijnen vindt spreker ook jammer. Het behoeft ook niet want het vluchtheuveltje krijgt dezelfde middellijn als het tuintje nu heeft. Ver ruimd wordt het plein dus niet. Oiiinü daar 850.— te besteden voor iets waarvah spreker geen verbe tering verwacht, wil hij niet. Hij wil dan liever wachten tot tijd en wijle eene definitieve verbete ring kan worden aangebracht. van Leeuwarden van Dinsdag 27 Juni 1916. 157 De Voorzitter dóét opmerken dat de verbreeding bait het trottoir niet zoo zeer is óm liet uitzicht be ter té maken dati wel óm té vermijden dat wagens enz., die met eenige snelheid uit de St. Jacobstraat komen, direct rechts omslaan. Daar toch zit het ge vaar. Als er een kind óp het trottoir loopt en er komt onmiddellijk om den hoek een rijtuig of een auto, dan gebeurt er licht een ongeluk. Bij verbree ding van het trottoir en vooral wanneer dit recht hoekig wordt gemaakt, wordt dit gevaar vermin derd. De wagens Worden dan gedwongen iets ver der te gaan en daardoor kunnen de voetgangers vóldoende zieii wat er aan komt. De veiligheid voor de voetgangers wordt door cléli maatregel in sterke maté verhoOgd. Wat den vluchtheuvel betreft, dié is inderdaad op het schetsje 5 M. breed geprojecteerd. Burge meester en Wethouders evenwel ïnéenen dat 2 of 3 M. voldoende is. Er is nog eéli ander voordeel aan het hébben van een vluchtheuvel verbonden, il.l. dit, dat waar de weg nu sterk afbelt rut ar het plantsoen, zoodat de wagens niet direct daar langs kllnneiu rij den, als het tuintje wordt weggenomen, de weg vlak kan worden gemaakt en rij- en voertuigen vlak langs dfeii heuvel kunnen rijden. lie heer Fransen hoort van den, voorzitter dat het voor het publiek gevaarlijk is als een rijtuig met eenige snelheid uit de St. Jacobstraat komt en da delijk rechts af slaat. Daarom zullen de rijtuigen worden gedwongen verder recht uit te rijden. Spre ker meent dat daardoor juist de bocht, die genomen moet worden, te klein zal zijn en dat daardoor het gevaar grooter wordt. De Voorzitter: „het is beproefd, een auto heeft het eenige keeren gedaan en het ging best." De heer Fransen: „als men het probeert bij wijze van proef lukt het altijd". De Voorzitter: „er zijn toch heel wat smaller stra ten dan de St. Jacobstraat". De héér Fransen: „bij Wijze van proef gaan alle kunstjes goed én vooral met een auto kan men zich om alle hbekjes heen wringen. Ik vind dat de toe stand er minder door wórdt". De heer Tulp kwam er dikwijls met een rijtuig langs en hij deelt hef bezwaar van den heer Fransen niet. Als het trottoir wordt vergroot, en het plantsoen weggenomen, wordt de ruimte voor de rijtuigen niet minder, en ihoet de bocht iets later worden geno men, hetgeen beter is. Spreker zal vóór het voorstel stemmen. De heer Koopmans vindt de verbreeding van het trottoir eene verbetering. Hij vraagt echter of de zuil er niet weg kan. Die staat bepaald in den weg. De zuil weg en een vluchtheuvel in plaats van het grasperk zal zeker eene groote verbetering blijken te zijn. De Voorzitter antwoordt dat de directeur van het electrisch bedrijf de zuil gaarne onder den grond had. Dat kost 1210.Het kan echter nog altijd en men kan eerst zien hoe het nu gaat. Spreker ge looft niet dat het noodig is. De beraadslaging wórdt gesloten. Met ió tegen 3 stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. Vóór stemmen de heeren: Cohen, Berghuis, Tulp, Tieinersma, de Vos, Oosterhoff, Zandstra, Schaaf- sma, Hiemstra, H. P. de Haan, Menalda, Bin nerts, Haverschmidt, Koopmans en Peletier. Tegen de heeren: Fransen, Beekhuis en Vonek.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1916 | | pagina 5