Vergadering van Dinsdag II iuli 1916. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Juli 1916. 167 Tegenwoordig 22 leden, te weten de heeren: Do- lien, Lautenbach, Tulp, de Vos, H. P. de Haan, Hiemstra, Schaafsina, Tieinersma, Zandstra, van Sloterdijck, P. A. de Haan, Peletier, Haversehmidt, Oosterhoff, Beekhuis, Binnerts, Koopmans, Yonek, Fransen, Menalda, Attema en Schoondermark. Afwezig met kennisgeving de heeren Berghuis en van Weideren baron Bengers. Eene vaeature. Voorzitter: de heer mr. J. A. X. Patijn, Burge meester. I. l)e notulen der op Dinsdag 27 Juni 1.1. ge houden vergadering worden vastgesteld. LI. Wordt medegedeeld: 1. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de raadsbesluiten d.d. 13 Juni 1.1. tot wijziging- van de gemeentebegrootingen, diensten 1915 en 1916 en tot het doen van een rechtstreeksche uitgaaf uit den post voor onvoorzien op de begrooting, dienst 1916 2. dankbetuiging van de oppassters der gemeen telijke bewaarscholen voor de haar toegekende ver hooging van jaarwedde; 3. rapporten, ingevolge de toezegging gedaan in de raadsvergadering van 23 Mei 1916,.omtrent het onderzoek ,van het gas der gemeentelijke gasfabriek. De mededeelingen 13 worden voor kennisge ving aangenomen. 4. de rekening der Stads Ar.menkamer, dienst 1915. Wordt in handen gesteld van de heeren Menalda, Peletier en Van Sloterdijck om onderzoek en rap port. 5. de rekening van het Nieuwe Stads Weeshuis, dienst 1915. Wordt in handen gesteld van de heeren Menalda, Tieinersma en Van Weideren baron Rengers om onderzoek en rapport. 6. schrijven van mr. F. G. van Binsbergen, alhier, houdende verzoek hem eervol ontslag te verleenen als voogd der Stads Armenkamer met ingang van 1 Januari 1917. Wordt onder dankbetuiging voor de bewezen diensten voor kennisgeving aangenomen. 7. adres van de afdeeling Leeuwarden van den Christelijken Typographenbond, waarbij wordt ver zocht de ontwerp-verordening op de winkelsluiting aan te nemen. Wordt bij de stukken gevoegd, die heden onder punt 17 der agenda in behandeling komen. 8. adres van S. Namminga e.a., bewoners en eigenaren van perceelen aan de Oeverstraat en de Oeverdwarsstraat alhier, houdende verzoek de sloot, die zuid-west loopt langs liet terrein, waar voor H. Visser vergunning vraagt tot straataanleg, te laten dempen en om de Oeverdwarsstraat door te trekken en de straten daarna aan de gemeente te doen overdragen, waardoor aanleg der gasleiding aldaar mogeljjk wordt. Wordt bij de stukken gevoegd die heden aan de orde zijn gesteld. 9. schrijven van mej. J. van Bateles-de Roos, om een boom voor haar perceel Nieuweburen no. 122, die licht en lucht onderschept, te doen verwijderen. Wordt als ongezegeld ter zijde gelegd. 10. adres van A. W. van der Goot, koopman al hier, houdende verzoek om vergunning tot het ma ken, hebben en houden van een inrit in het trottoir voor zijn pakhuis aan de Rembrandtstraat, hoek Emmakade N. Z. Wordt in handen gesteid van Burgemeester en Wethouders ten fine van prae-advies. 11. adres van het bestuur der vereeniging „Open bare leeszaal en bibliotheek te Leeuwarden" om wederom een subsidie van 800.te verleenen; 12. adres met memorie van toelichting van het bestuur van den Leeuwarder Turnbond, houdende verzoek om voor de jaren 1917, 1918 en 1919 weder om een subsidie van 75.per jaar te verleenen. De adressen 1112 zullen bij de gemeente-begroo ting 1917 worden behandeld. 13. alsvoren van het bestuur der afd. Leeuwar den van den Bond van Nederlandsehe Onderwij zers, waarbij in verband met de stijging van de prij zen der levensmiddelen enz., wordt verzocht de re geling van de jaarwedden der onderwijzers te her zien, in voege als daarin is omschreven. Wordt voorgesteld dit adres voor kennisgeving aan te nemen, omdat krachtens raadsbesluit van 13 Februari 1912 de jaarwedden van het onderwijzend personeel bij het openbaar lager onderwijs alhier óm de 5 jaren geregeld worden en de laatste her ziening met 1 Januari 1914 in werking is getreden. De heer Zandstra hoort dat de voorzitter voor stelt dit adres nu niet te behandelen, omdat de her ziening der salarissen pas in 1914 heeft plaats ge had. Dat was evenwel vóór den oorlog en vóór de duurte. Toen waren de loonen al niet toereikend en al ware dat toen het geval, nu zijn ze dat bij lange na niet, daar alle levensmiddelen enorm veel duur der geworden zijn. De Raad heeft, spreker geeft zulks toe, besloten de salarisregeling van het onder wijzend personeel om de vijf jaar te herzien, maar dat is nu geen reden om daaraan, in deze abnormale omstandigheden, vast te houden. De salarisregeling moet noodzakelijk onder handen worden genomen. Bovendien is in het rapport over de salarisregeling van den burgemeester, den secretaris en den ont vanger door de commissie duidelijk de verwachting uitgesproken, dat Burgemeester en Wethouders binnen kort zullen komen met een voorstel tot ver hooging van de salarissen van de gemeente-ambte naren, hiermee bedoelende het korps in zijn vollen omvang. Spreker meent daaraan te moeten vast houden en stelt daarmee geen onbillijken eisch. Hij hoopt dat Burgemeester en Wethouders op hun be sluit zullen terugkomen en vóór de begrooting een voorstel tot herziening'der jaarwedden van de on derwijzers zullen indienen. Den heer Schoondermark (wethouder) verwon dert het niet, dat van de zijde van den heer Zand stra een dergelijk pleidooi wordt gehouden. Spreker wil den heer Zandstra op een paar punten wijzen. De Voorzitter heeft reeds meedegedeeld dat de her ziening der salarissen pas twee jaren geleden heeft plaats gehad. Dat was vlak voor den oorlog, maar intussehen is het rapport der Bevredigingscommis sie gekomen en als men nu de door die commissie voorgestelde salarisregeling nagaat, schijnt het als of de geheele Raad van Leeuwarden daaraan heeft medegewerkt. Die regeling toch klopt als een bus met de onze, zelfs wat de tijdelijke leerkrachten be treft. Afgescheiden nu van de hoogere eischen, die de Bevredigingscommissie aan de onderwijzers stelt, moeten de onderwijzers te Leeuwarden, als men de salarisregelingen met elkaar vergelijkt, meer dan tevreden zijn. Hoewel het wel een jaar of drie zal duren eer de salarisregeling der Bevredi gingscommissie wordt toegepast, het motief om thans de jaarwedden der onderwijzers niet te her zien is dit, dat onze salarisregeling klopt met die der commissie, in de klasse waarin Leeuwarden is geplaatst. De gemeenten mogen, als die regeling in werking is, de salarissen niet verhoogen zooals men

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1916 | | pagina 1