204 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 15 Aug. 1916.
van den particulieren bouw.Het bestuur derWoning-
vereeniging bezit de bevoegdheid de aanvragers om
woningen al dan niet toe te laten. Blijkt het even
tueel dat de huren te hoog zijn, dan zullen Burge
meester en Wethouders de eersten zijn om te zeg
gen dat ze verlaagd moeten worden.
Het verschil is in hoofdzaak wie daarover moet
beslissen en Burgemeester en Wethouders zijn van
oordeel dat zij dat moeten doen. Wel zegt de heer
Rengers dat dit in strijd is met artikel 4 der statu
ten, maar dat is al een zeer zwak argument. De
Woningvereeniging zal zich toch moeten neerleg
gen bij de voorwaarden door den Raad, die het geld
geeft, gesteld. Als de Raad het bedrag beschikbaar
stelt en hij verbindt daaraan eene voorwaarde, dan
gaat die boven statuaire bepalingen. Voor den vorm
kan natuurlijk het Bestuur de huur bepalen.
Burgemeester en Wethouders zijn het bestuur in
vele opzichten tegemoet gekomen. De prijs van
3.25 per M2. voor den grond is niet zoo laag, zegt
de heer Rengers, en die is maar 20 cent lager dan
aan den Hollandersdijk. Spreker gelooft dat dit ter
rein meer waard is en de prijs is in elk geval bene
den den kostprijs. Toen spreker alle gegevens uit
Vlaardingen had heeft hij met den architect ge
sproken en hij heeft hem gewezen op de dure wijze
van bouwen hier. De architect gaf toe dat in Vlaar
dingen goedkooper werd gebouwd, maar men wilde
het liever zóó, en Burgemeester en Wethouders
hebben er zich bij neergelegd. Toen bet bestuur
eenige perceelen in den bouw wilde betrekken, die
de gemeente aan zich had gehouden, hebben Bur
gemeester en Wethouders, om het bestuur ter wille
te zijn, toegegeven.
Waar het gaat om groote plannen moeten Burge
meester en Wethouders het recht hebben om bij de
bepaling van de huur een woordje mee te spreken.
Dat zal natuurlijk gaan in overleg met het bestuur
en als dat kan aantoonen dat de huren moeten wor
den verlaagd dan zullen Burgemeester en Wethou
ders zich niet verzetten.
In theorie voelt spreker meer voor het bouwen
door de Woningvereeniging dan door de gemeente.
Als de gemeente echter alles mag betalen en
n i e t s te zeggen heeft, dan geeft hij de voorkeur
aan gemeente-exploitatie. De gemeente is dan zelf
baas.
De heer van Weideren baron Rengers weet nu
niet meer wat hij van de bouwkosten moet gelooven.
De Hoofdinspecteur heeft gezegd: „als u voor dien
prjjs kunt bouwen raad ik u aan zoo spoedig moge
lijk te bouwen, want ik vind dien prijs laag".
De Voorzitter zegt dat de huren te laag zijn en
maakt de Woningvereeniging het verwijt dat zij
hare huizen te laag verhuurt. Dit verwijt is in het
algemeen moeilijk te bestrijden. De Woningvereeni
ging heeft echter al plannen beraamd om de huren
van enkele typen te verhoogen, maar men is alge
meen van oordeel dat het daarvoor nu niet de ge
schikte tijd is. Dat is de reden waarom het niet is
gebeurd. Spreker begrijpt nu ook niet waarom met
de kleinste typen van woningen moet worden be
gonnen. Daardoor ontstaat toch eene wanverhou
ding met de bestaande woningen. Spreker meent
dat de vergelijking met Leeuwarderadeel, waar
men woningen heeft met 100 M tuin, niet opgaat.
De Voorzitter heeft gezegd dat de Woningveree
niging niet tegemoetkomend is geweest. Zij heeft
toch aan Burgemeester en Wethouders de toezeg
ging gegeven dat zij zou trachten de woningen te
verhuren voor 2.45, maar als het niet gaat zullen
zij voor minder moeten worden verhuurd. Neen,
zeggen Burgemeester en Wethouders, dat zullen wij
weten. In het prae-advies wordt ook de indruk ge
wekt dat de Woningvereeniging niet wil meewer
ken. Toch is het Bestuur aan den wensch van Bur
gemeester en Wethouders tegemoet gekomen. Wat
de kwestie van de huizen voor groote gezinnen be
treft, daarop kan spreker niet antwoorden. Bij den
Hollandersdijk zijn er ongeveer 30 van zulke wo
ningen gebouwd.
De heer Hiemstra deelt mede dat hij na het door
den Voorzitter gesprokene een voorstel heeft inge
diend om ook sub c te schrappen, dat luidt:
„c. de geraamde huren worden met 0.25 per
week verhoogd, terwijl de aldus verhoogde huren
alleen kunnen worden verminderd zoo het bestuur
ten genoegen van Burgemeester en Wethouders
aantoont, dat zij niet kunnen worden gehandhaafd
zonder in strijd te komen met het doel dat de ver-
eeniging nastreeft."
Spreker gelooft niet dat de statuten verbieden
dat de gemeente eenige zeggingschap heeft. Het
bestuur kan toch altijd de huren vaststellen, maar
daarbij letten op een wenk door Burgemeester en
Wethouders gegeven. Als men evenwel medezeg
gingschap krijgt over het verhoogen der huurprij
zen, moet dit ook worden verleend over liet verla
gen ervan.
De Voorzitter heeft gezegd dat de Woningver
eeniging de woningen te laag verhuurt en dat dit
de reden is waarom het Dagelijkseh Bestuur eeni-
gen invloed wil hebben.
Ook, zegt de Voorzitter, bouwt de Woning
vereeniging te duur. Nu worden de huurprijzen
mede bepaald door de bouwkosten en die zijn
hier vrij hoog. Daardoor worden de huren hoog. Nu
wil het Dagelijkseh Bestuur trachten die huurprij
zen te verlagen. Dan moet het ook toezicht hebben
op het bouwplan.
De Voorzitter: „dat heeft de Raad".
De heer Hiemstra: „zeker, maar de Raad kan niet
in détails treden. Wat de Voorzitter heeft gezegd
is, meent spreker, een pleidooi geweest voor ge
meentelijken woningbouw.
De Voorzitter heeft ook gezegd dat de huren niet
te hoog zijn en haalt als voorbeeld een rapport van
een Bond van Post- en Telegraafpersoneel aan,
waarin wordt gezegd dat een besteller 143.per
jaar kan verwonen.
Spreker zal dat niet ontkennen, maar dat zijn
ook de besten uit de groep die wij moeten hebben.
Het zijn toch de menschen met de hoogste salaris
sen. Wat nu de bewoners van het hotel Weidema
betreft, al betalen zij nu meer huur, dan is daarmee
nog niet bewezen dat zij dat kunnen betalen. Het
mag waar zijn dat een Engelsch deskundige
zegt dat men de arbeiders moet leeren meer voor de
woning te besteden, maar het moet kunnen. Trou
wens, dien weg gaat het al op. Eerst was de huur
1.50, later 2.— en nu 2.20 tot 2.45. Aan wo-
iiingen van 1.50 wordt niet meer gedacht. De
meeste arbeiders willen wel, maar kunnen niet meer
betalen. Men heeft wel beweerd dat 20% van liet
loon kan worden verwoond. Dat is echter niet uit
voerbaar. Er is dan ook alle reden om de huur niet
te hoog te zetten.
De Voorzitter heeft ook gezegd dat de Woning
vereeniging niet de uiterste zuinigheid heeft be
tracht. Dat is in zeker opzicht een deugd van de
vereeniging. Een goede woning toch is een eerste
eisch om de menschen op een hooger peil te bren
gen. Als men het huis gezellig maakt is dit een 1 ac
tor van groote beteekenis. Spreker blijft er echter
bij dat de huur niet hooger moet worden gesteld dan
aanvankelijk door de Woningvereeniging was be
paald.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 15 Aug. 1916. 205
De Voorzitter heeft den heer Rengers hooren
zeggen dat er, als de huur van deze woningen wordt
verhoogd, eene wanverhouding zal ontstaan ten op
zichte van de andere bouwblokken. Spreker is dat
niet met hem eens. Als er nieuwe woningen komen
mag men daarvoor wel een hoogere huur rekenen
zonder alle andere huurders te verhoogen. Het is
een geheel ander iets dan om de tegenwoordige be
woners op te slaan, daargelaten dat later ook de
huren van deze laatsten zullen moeten worden ver
hoogd.
De heer van Welderen baron Rengers: „u moet
rekening houden met de typen."
De Voorzitter vervolgt en zegt dat er wel een tij
delijk verschil zal ontstaan, maar dat dat niet erg
is. De heer Hiemstra meent nog steeds dat de Wo
ningvereeniging niet wil verhoogen. Zij wil dat wel
maar het is alleen de kwestie of het bestuur over
eventueele verlaging alleen zal decideeren of dat
het gemeentebestuur daarover medezeggingschap
krijgt.
Spreker deelt mede dat de heer Hiemstra heeft
voorgesteld sub c. en de daarop betrekking hebben
de overweging te schrappen.
Dit amendement wordt ondersteund en maakt te
gelijk met het voorstel van Burgemeester en Wet
houders een onderwerp van beraadslaging uit.
De heer van Welderen baron Rengers stelt voor
uit deze alinea te schrappen de woorden: „terwijl
de aldus verhoogde huren alleen kunnen worden
verminderd, zoo het bestuur ten genoegen van Bur
gemeester en Wethouders aantoont, dat zij niet
kunnen worden gehandhaafd, zonder in strijd te
komen met het doel dat de vereeniging nastreeft".
De Voorzitter: „dan krijgt u hoogere huren voor
de Woningvereeniging".
De heer Hiemstra: „bij den heer Rengers gaat
het om den strijd tusschen Burgemeester en Wei
houders en de Woningvereeniging, bij mij gaat het
om de huur".
De heer van Welderen baron Rengers: „met dien
verstande dat de verlaging van den huurprijs aan
de Woningvereeniging blijft."
Spreker wijzigt daarom zijn amendement in dien
zin, dat onder c van het ontwerp-besluit de woor
den „terwijl" tot en met „nastreeft" vervallen en in
plaats daarvan gelezen wordt:
„terwijl de aldus verhoogde huren door het be-
„stuur der Woningvereeniging kunnen worden ver
hinderd".
De Voorzitter zal de amendementen-Hiemstra,
als hebbende de verste strekking, het eerst in stem
ming brengen.
Zij worden verworpen met 16 tegen 4 stemmen.
Vóór stemmen de heeren: Tiemersma, Zandstra,
Hiemstra en Vonck.
Tegen de heeren: Cohen, Binnerts, P. A. de Haan,
Tulp, Fransen, de Vos, üosterhoff, Haverschmidt,
van Welderen baron Rengers, H. P. de Haan, Berg
huis, van Sloterdijck, Attema, Koopmans, Sehoon-
dermark en Menalda.
De Voorzitter zal thans liet amendement-Rengers
in stemming brengen. Het bedoelt voorwaarde c
na „terwijl" te doen lezen: „terwijl de aldus ver
hoogde huren door het bestuur der Woningveree-
„niging kunnen worden verminderd".
Met 16 tegen 4 stemmen wordt dit amendement
aangenomen.
Vóór stemmen de heeren: Cohen, Binnerts, P. A.
de Haan, Tulp, Tiemersma, de Vos, Zandstra, Ha
verschmidt, Hiemstra, van Welderen baron Ren
gers, H. P. de Haan, Vonck, van Sloterdijck, Atte
ma, Koopmans en Menalda.
Tegen de heeren: Fransen, Oosterhoff, Berghuis
en Schoondermark.
Met algemeene stemmen wordt verder besloten
overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders.
De Voorzitter verzoekt den Raad nog eenige
oogenblikken in geheime vergadering bijeen te blij
ven.
Na heropening wordt de vergadering, niets meer
te behandelen zijnde, door den Voorzitter gesloten.