I Voor al die genoemde personen was liet een sakifisverhooging. Of het dat voor de doodgravers wa's, Betwijfelt spreker. Hij meent dan ook dat er alle aanleiding is om mee te gaan met het voorstel der Oommissie van Rapporteurs. 20 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Januari 1917 gehouden moet worden. Vroeger was de belooning van den gaarder zeer gering en zij is meer verhoogd dan die van de andere bruggen. Bovendien is het geen rijbrug. 'Len opzichte van het voorstel van (len heer Terpstra in het algemeen wil spreker doen opmerken, dat de salarissen der brugwach ters in de laatste jaren aanzienlijk zijn vernoogd. l)it is nu al de derde keer in de 5 jaar, die spreicer hier is. Toen spreker dan ook eerst de door den Directeur der Gemeentewerken voorgestelde aan zienlijke verhooging zag, keek spreker er tegen aan. Hij heeft zich echter laten overtuigen dat de dienst van een brugwachter tamelijk zwaar en de man altijd zeer gebonden is. Spreker meent dat eene belooning van 12, tot 15,vrije woning een goed loon is. Het zou dan ook verkeerd zijn om, in verhouding tot alle andere loonen, de belooning der brugwachters nog 1,hooger te maken dan is voorgesteld. Wat de kwestie van de vergoeding voor de Pot- margebrug betreft, die kan bij de opheffing als draaibrug onder de oogen worden gezien. Ten opzichte van de hulpbrugwachters doet spre ker opmerken dat deze veel minder gebonden zijn dan de brugwachters. De beraadslaging wordt gesloten. Onderdeel a van het amendement-Terpstra wordt verworpen met 14 tegen 8 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Hiemstra, Tulp, Schaafsma, Terpstra, Dijkstra, de Vos, Tiemersma en Zandstra. Tegen de heeren: Peletier, Cohen, H. P. de Haan, P. A. de Haan, van Weideren baron Ren- gers, Fransen, Oosterhoff, Binnerts, Vonck, Berg huis, Attema, van Sloterdijck, Haverschmidt en Schoondermark. Onderdeel b wordt door den heer Terpstra in getrokken. Onderdeel c van het amendement-Terpstra wordt met 14 tegen 8 stemmen verworpen. Dezelfde heeren stemmen vóór en tegen. Het amendement-P. A. de Haan wordt verwor pen met 12 tegen 10 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Hiemstra, Tulp, Schaafsma, Terpstra, Dijkstra, de Vos, Tiemersma, Zandstra, P. A. de Haan en Attema. Tegen de heeren: Peletier, Cohen, H. P. de Haan, van Weideren baron Rengers, Fransen, Oosterhoff, Binnerts, Vonck, Berghuis, van Sloter dijck, Haverschmidt en Schoondermark. De artikelen 1III worden onveranderd vast gesteld. De verordening in haar geheel wordt onveran derd vastgesteld. Aan de orde is Ontwerp XI. De heer de Vos stelt voor: de belooning van den veemarktmeester te bepalen op van VOO,— tot 900,en voorts in art. I voor: „na 3 jaren diensttijd" te lezen: „na 2 jaren diensttijd". De beraadslaging wordt geopend. De Voorzitter doet den heer de Vos opmerken, dat het laatste deel van diens amendement eene afwijking bedoelt van den bij alle ambtenaren gel denden regel: verhooging om de 3 jaar. De heer Berghuis (wethouder) zegt dat Burge meester en Wethouders, afgezien van alle appre ciatie voor den tegenwoordigeu functionnaris, de belooning voldoende achten. Er wordt een beroep gedaan op de aangebrachte veranderingen, o.a. op de vaste standplaatsen. Spreker meent dat het werk zal verminderen als die geheel zijn doorgevoerd. V at betreft het werk dat de veemarktmeester bui ten zijne instructie om doet als b.v. het zich be moeien met een geregelden afvoer door de spoor wegen, daarvoor behoeven Burgemeester en Wet houders toch geen salaris te betalen. Spreker meent dat de functie behoorlijk betaald wordt. De heer H. P. de Haan, die wTel een voorstander is van de verhooging van het salaris, zou den Voor zitter willen verzoeken het amendement gesplitst in stemming te brengen. De Voorzitter voldoet aan dit verzoek. De beraadslaging wordt gesloten. Het eerste gedeelte van het amendement- de Vos wordt aangenomen met .14 tegen 8 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Peletier, Tulp, Schaaf sma, Terpstra, Cohen, Dijkstra, de Vos, Tiemersma, Zandstra, H. P. de Haan, Fransen, P. A. de Haan, van Sloterdijck en Haverschmidt. Tegen de heeren: Hiemstra, van Weideren baron Rengers, Oosterhoff, Binnerts, Vonck, Berghuis, Attema en Schoondermark. Het tweede gedeelte van liet amendement-de Vos wordt niet ondersteund en maakt derhalve geen onderwerp van beraadslaging meer uit. Artikel I wordt vastgesteld zooals het door den heer de Vos is geamendeerd. Artikel II wordt onveranderd vastgesteld. De verordening in haar geheel wordt, zooals na der gewijzigd, vastgesteld. Aan de orde is Ontwerp XII. De artikelen I en II worden onveranderd vast gesteld. De verordening in haar geheel wordt onveran derd vastgesteld. De Voorzitter deelt mede dat nu aan de orde zijn de volgende voorstellen enz.: 1. het voorstel der Commissie van Rapporteurs om het salaris van de doodgravers te bepalen van 650,tot 850, 2. een amendement-de Vos om het salaris van den directeur der begraafplaats te bepalen van 850,tot 1050, 3. het voorstel-Zandstra-Hiemstra, luidende: Ondergeteekenden stellen voor het salaris van den eeisten klerk bij den gemeenteontvanger gelijk te stellen aan dat van een adjunct-commies Ie klasse ter secretarie en dus te bepalen op 13u0,— tot 1700,per jaar. 4. het amendement-Hiemstra om het salaris van den directeur der arbeidsbeurs te bepalen op 900,— tot 1200,—. De beraadslaging wordt geopend. De Voorzitter wil allereerst iets zeggen over het amendement betreffende de salarissen van de doodgravers. Spreker wijst erop dat Burgemeester en Wethouders niet veel nieuws te vertellen heb ben. Nog onlangs zijn de salarissen van deze men- •scheu behandeld. In 1915 was de belooning 400,— tot 500,vrije woning. In November 1915 heeft de Raad die gebracht op 550,tot 750,—. Toen is er gezegd dat de emolumenten meer be Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Januari 1917 21 droegen dan de toegekende verhooging. De dood gravers hebben dit echter nooit kunnen bewijzen. Als dat wel het geval zou zijn geweest, dan werd er veel te veel tijd besteed aan werk waarvoor af zonderlijk werd betaald. De aanleiding tot de herziening was in 1915 een klacht van den directeur. Er werd te weinig onder toezicht gewerkt, tengevolge waarvan er veel te veel tijd werd besteed aan bijwerk. Daarover klaag de de directeur. Dezelfde bezwaren van toen gelden nu nog, ter wijl de doodgravers in korten tijd belangrijk in salaris zijn verhoogd. Wat het salaris van den direc teur betreft, ook dit is in 1915 verhoogd. Het is een bijbetrekking. De functionaris is eiken dag op de secretarie werkzaam. Burgemeester en Wethouders fmeeuen dat ook deze ambtenaar voldoende wordt gesalarieerd. Van dit voorstel van den heer de Vos geldt het ook weer dat het niet in de sectie is ge daan en onvoorbereid in den Raad komt. Wat betreft de jaarwedde van den eersten klerk bij den gemeente-ontvanger, bij de algemeene be schouwingen heeft de lieer Oosterhoff die kwestie reeds behandeld. De directeur van de arbeidsbeurs is een ambte naar, die nog slechts weinige jaren hier is en die iet onvoordeelig heeft gediend. Hij is hier geko- nen op 850,Binnen 3 jaar was dit salaris ver- oogd tot 950,In 19.16 werd het op 1 Januari j 1050,200,— voor districtsbemiddeling. Hij Beeft nu 1200,Llij is een zeer actief man, maar Burgemeester en Wethouders meenen dat 1200, - voldoende is. De heer Tiemersma zegt dat de Voorzitter de historie van de doodgravers niet juist heeft weer gegeven, ook wat betreft de klachten over het niet in orde zijn der begraafplaats. In het algemeen is de zaak deze. De belooning Bedroeg voor 1915 van 400,tot 500,— vrije woning en de Raad sanctionneerde dat de dood gravers werk voor anderen mochten verrichten. Boor het instellen van een derde hulp. Er werd daarvan een zeer ruim gebruik gemaakt en gezien het karige loon kan dat niet anders. Ten slotte is getracht de loonen omhoog te krijgen. Nu zijn in He Memorie van Toelichting de doodgravers in één adem genoemd met den secretaris der Stads- Armenkamer, den vader en moeder, het personeel der Bank van Leening, als personeel, waarvan de salarissen voor korten tijd herzien zijn. De heer Terpstra wil nog even terugkomen op den directeur der arbeidsbeurs. Wel heeft deze ambtenaar een verhoogd salaris gekregen, maar het maximum is niet verhoogd. Spreker meent dat de directeur van de arbeidsbeurs, die zelf verantwoor delijk is, niet gelijk mag worden gesteld met een le klerk aan de gasfabriek. De heer Vonck vraagt of de doodgravers de .10 toeslag behouden, als hunne loonen niet worden verhoogd. De Voorzitter antwoordt bevestigend. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel der Commissie van Rapporteurs be- treffede de ja; irwedde van de doodgravers wordt aangenomen met 14 tegen 8 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Peletier, Hiemstra, Tulp, Schaafsma. Terpstra, Cohen, Dijkstra, de Vos, H. P. de Haan, Tiemersma, Zandstra, Berg huis, Attema en van Sloterdijck. Tegen dc heeren: P. A. de Haan, van Weideren baron Rengers, Fransen, Oosterhoff, Binnerts, Vonck, Haverschmidt en Schoondermark. Het amendement-de Vos betreffende dc jaarwed de van den directeur der begraafplaats wordt ver worpen met. 14 tegen 8 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Schaafsma, Terpstra, Cohen, Dijkstra, de Vos, Tiemersma, Zandstra en P. A. de Haan. Tegen de heeren: Peletier, Hiemstra, Tulp, H. P. de Haan, van Weideren baron ReRngers, Fransen, Oosterhoff, Binnerts, Vonck, Berghuis, Attema, van Sloterdijck. Haverschmidt en Schoondermark. Aan de orde is het voorstel-Zandstra-Hiemstra betreffende den len klerk bij den gemeenteont vanger. De beraadslaging wordt geopend. De heer Hiemstra vreest dat het voorstel weinig kans van slagen heeft. Spreker wil er daarom den Raad op wijzen dat deze ambtenaar er zijn levens positie in zoekt. Het lijkt spreker niet geschikt om hier op het kantoor van den ontvanger een jong broekje te hebben. Zooals hij nu wordt gesalarieerd staat hij beneden de klerken. De Voorzitter: „bij heeft van 90U,— tot 12U0, De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel-Zandstra-Hiemstra wordt aangeno men met 13 tegen 9 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Hiemstra, Schaafsma, Terpstra, Cohen, Dijkstra, de Vos, H. P. de Haan, Tiemersma, Zandstra, P. A. de Haan, van Weideren baron Rengers, Vonck en van Sloterdijck. Tegen de heeren: Peletier, Tulp, Fransen, Oos terhoff, Binnerts, Berghuis, Attema, Haverschmidt en Schoondermark. Het amendement-Hiemstra om het salaris van den directeur der arbeidsbeurs te bepalen op ƒ900,tot 1200,— wordt verworpen met 12 tegen 10 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Hiemstra, Tulp, Schaafsma, Terpstra, Dijkstra, de Vos, H. P. de Haan, Tiemersma, Zandstra en Fransen. Tegen de heeren: Peletier, Cohen, P. A. de Haan, van Weideren baron Rengers, Oosterhoff, Binnerts, Vonck, Berghuis, Attema, van Sloterdijck, Haver schmidt en Schoondermark. Ouderdeel 2 van liet voorstel van Burgemeester en Wethouders (bijlage 39) wordt met algemeene stemmen aangenomen. Ouderdeel 3 van het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen aan genomen. Aan de orde is onderdeel B van het nader voor stel van Burgemeester en Wethouders (bijlage 48). De beraadslaging wordt geopend. De heer Schaafsma doet opmerken dat de sociaaldemocraten in het algemeen niet voor toe slag zijn. Z(j hebben dan ook alle moeite gedaan om hetgeen zjj meenen dat noodig is, in een vast loon omgezet te krijgen. Zij zijn overtuigd dat ook na den oorlog de duurte zal aanhouden en dat er weer maatregelen moeten worden genomen als de duur-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1917 | | pagina 11