2 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Januari 1917
wel het geval te zijn. Hij heeft zich afgevraagd of
de man niet voldoet aan art. 16 der voorwaarden.
Dit is ook zeker liet geval, daar hij anders geen
secretaris kan zijn van de afdeeling Leeuwarden
van den Bond. Spreker heeft verder nagegaan of
de man geen machines bezit die aan de meest
moderne eischen voldoen. Ook dat is niet het ge
val. Spreker is tengevolge van het door hem inge
steld onderzoek tot de conclusie gekomen, dat de
laagste inschrijver in alle opzichten kan voldoen
aan de gestelde eischen. Daarom zou hij gaarne
willen weten wat de reden ervan is om hem de leve
ring niet te gunnen.
De Voorzitter wijst erop dat de zaak in de ver
gadering van Burgemeester en Wethouders is be
sproken. Daar is niets ten nadeele van den laagsten
inschrijver gezegd. Spreker neemt dan ook aan dat
die goed is. Burgemeester en Wethouders evenwel
hebben aldus geredeneerd: De aanbesteding is voor
één jaar. Het volgend jaar komt er een nieuw tarief.
De secretaris was zeer ingenomen met den man
die het bindwerk tot nu toe leverde en hij gaf er
de voorkeur aan met hem in relatie te blijven. Dit
is de eenige reden.
De heer Hiemstra kan het standpunt van den
heer de Vos deelen. Men had, wat de Voorzitter
zooeven zei, van te voren kunnen weten. Nu heeft
men het de andere insehrijvers lastig gemaakt. Zij
hebben ingeschreven, terwijl vaststond dat zij geen
kans hadden. Voor die inschrijvers is het onaan
genaam zoo oj) de koffie te komen. Nu kan men
wel over het werk van den tegenwoordigen leveran
cier van het bindwerk tevreden zijn, de laagste
inschrijver heeft ook werk geleverd waarover de
gemeente tevreden was. Spreker vindt het in het
algemeen niet juist het werk niet aan den laagsten
inschrijver te gunnen. Men had in dit geval de
inschrijvers veel drukte kunnen besparen, door liet
werk ondershands aan te besteden. De manier
Waarop die mensclien zijn behandeld, acht spreker
niet juist.
De heer de Vos wijst erop dat de laagste in
schrijver van de niet-gunning een groot nadeel zal
kunnen krijgen. Het volgend jaar kan de man niet
inschrijven, ten minste wordt hij de laagste in
schrijver niet. De aannemers toch spreken af om
5, 10 of 25 boven het tarief in te schrijven en
zij wijzen den man aan, die liet laagst moet in
schrijven. Als nu de volgende aanbesteding voor
drie jaar plaats heeft, valt hij in geen 15 jaren in
de termen, heeft die voor 5 jaar plaats, dan in
geen 25 jaar. Spreker meent dat liet in alle gevallen
heter is het werk aan den laagsten inschrijver te
gunnen. De persoon in kwestie heeft geen nadeel.
Het verschil in inschrijvingssom moet worden ge
deeld met den man die op hem volgt. Alleen de
gemeente en de laagste inschrijver wordt de dupe.
Spreker meent dat Burgemeester en Wethouders
daarmede rekening moeten houden.
De Voorzitter wil erop wijzen dat het verschil
in de inschrijvingen niet groot was. De secretaris
drong erop aan den tegenwoordigen leverancier te
behouden en daarom is liet werk hem gegund.
De opmerking van den heer Hiemstra dat aan
besteding niet noodig was geweest, is niet juist.
Burgemeester en Wethouders wisten toch van te
voren niet hoe d>e inschrijvingen zouden zijn. Als
toch het verschil grooter geweest was zou het werk
niet aan den tegenwoordigen leverancier zijn ge
gund. De heer de Vos heeft gezegd dat de aan
nemers met elkaar een afspraak maken. Als dat het
geval is, is de gemeente aan hen overgeleverd en
dan zou dat een argument zijn om liet werk huiten
de gemeente aan te besteden.
De heer de Vos meent dat zulks niet veel zal
geven. Het is een organisatie over liet geheele land.
Het zou dus geheel op hetzelfde neerkomen.
De Voorzitter: „wij zullen dat moeten af
wachten."
Met algcmeenc stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
IV. Wordt ter tafel gebracht:
1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
om hun een credict van 221.870,— te verleenen
voor den bouw van een honderdtal woningen op
het onlangs voor dit doel aangekochte weiland ten
zuiden van de spoorlijn naar Heerenveen achter
den Hollandersdijk.
2. Alsvoren om hen te machtigen wegens wan
betaling van huurpenningen in rechten de ontbin
ding (met otruiming) te vorderen van de huurover
komst met .1. de Ruiter, Z. Prosée, H. IVotte en A.
de VrVies voor hunnte woningen, wat de eerste
twee aangaat in perceel Groot Schavernek no. 9 en
wat de anderen betreft onderscheidenlijk in perceel
Nieuweweg no. 17 beneden en boven.
3. Alsvoren tot aankoop van een perceel wei
land aan liet Sehapeudykje, kadastraal bekend
sectie D, no. 111.
De stukken 13 hebben ter visie gelegen om nog
lieden te worden behandeld.
4. Alsvoren om ten behoeve van het doortrek
ken van de 6e Saskiadwarsstraat, enz. bouwverbod
te leggen op de perceelen sectie G, nos. 8027, 9877,
9804, 9806, 9810, 3484 en 9815.
5. Alsvoren tot verbetering van het vaarwater
liet Vliet.
6. Alsvoren 0111 aan D. Audier een vaste aan
stelling te verleenen als boekhouder der Stads
Armenkanier.
7. Alsvoren om de woning OverijsseIsehe straat
weg no. 1 te verhuren aan den opzichter der stads
reiniging A. D. Andriessen.
8. Alsvoren om van gemeentewege geldelijken
steun te verleenen bij aanbouw van particulieren
ter voorziening in den woningnood.
De stukken 48 zullen in eene volgende ver
gadering worden behandeld; dat onder 8 na als
bijlage te zijn gedrukt en rondgezonden.
V. Wordt overgegaan tot behandeling der veel
heden op den oproepingsbrief vermelde punten.
1. Benoeming van een lid. der Commissie van admi
nistratie der Stads Bank van Leening, vacature mr. C.
J. Prakken.
Uitgebracht zijn 23 stemmen, verdeeld als volgt:
op den heer F. A. van Valkenburg 16 stemmen,
O. Plantenga 2 r
mej. J. Jansma 1 stem,
terwijl 4 briefjes in blanco zijn ingeleverd.
De heer F. A. van Valkenburg is alzoo benoemd.
2. Benoeming van onderwijzend personeel aan dj
n'euw te opentn school no. 13.
Voor de vacature van onderwijzer met hoofdakte
zijn uitgebracht:
op mej. J. Jansma 19 stemmen,
den heer K. Veuema 3
D. Dijkstra 1 stem.
Mej. .1. Jansma is alzoo benoemd.
Voor de vacature van onderwijzer met akte s
zijn uitgebracht:
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Januari 1917 3
op den heer J). Dijkstra 23 stemmen.
De heer D. Dijkstra is alzoo benoemd.
Voor do vacature voor onderwijzer zijn uitge
bracht:
o)) den heer K. dc Jong 21 stemmen,
G. Sipma 2
Dc beer K. dc Jong is alzoo benoemd.
Voor de tweede vacature zijn uitgebracht:
op den heer O. Sipma 23 stommen.
De heer O. Sipma is alzoo benoemd.
Voor de vacature van onderwijzeres met akte s
wordt met algemeeno stemmen benoemd mej.
S. H. Dorenstouter.
Voor dc vacature van onderwijzeres zijn uitge
bracht
op mej. A. Geelof 22 stemmen.
E. Riemersma1 stem.
Mej. A. Geelof is alzoo benoemd.
3. Benoeming van onderwijzend personeel aan gemeente
school no. 10.
Voor de vacature van onderwijzer zijn uitge
bracht:
op den lieer R. Dieters 23 stemmen.
Do heer R. Dieters is alzoo benoemd.
Voor dc vacature van onderwijzeres zijn uitge
bracht:
op mej. A. G. Oostmeyer 22 stemmen,
H. Bosnia 1 stem.
Mej. A. Oostmeijer is alzoo benoemd.
4. Benoeming van een onderwijzeres aan gemeente
school no. 8, vacature mej. Af. H. A. Dethmers.
Uitgebracht zijn 23 stemmen, verdeeld als volgt:
op mej. H. Bosnia 22 stemmen,
A. de Vries 1 stem.
Mej. H. Bosnia is alzoo benoemd.
De Voorzitter deelt mede dat door den heer
Hiemstra verlof is gevraagd om Burgemeester en
Wethouders een paar vragen te mogen stellen ter
zake de gasbesparing en de levensmiddelenvoor
ziening. Spreker stelt voor liet gevraagde verlof te
verleenen na afhandeling der agenda.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan
J. A. C. Bleeker en J. 11. Metzlar op hun verzoek eer
vol ontslag te verleenen als onderwijzer, onderscheiden
lijk aan gemeenteschool no. 1 en 6'.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig liet voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
6'. Voorstel van Burgemeester en Wethouders op het
verzoek van B. van der Meer, pachter van de opkom
sten der Blauwebrug, om verhooging van de door hem
voor het draaien der brug bedongen vergoeding.
Dit voorstel luidt als volgt:
Na openbare inschrijving zijn dc opkomsten van
de Blauwebrug over hel Vliet met ingang van
1 April 1916 verpacht aan B. van der Meer alhier
voor een pachtsom van J 1.'sjaars en tegen de
door hein bedongen vergoeding van dc gemeente
van 4.per week.
Thans komt bij tot Uwe Vergadering met de
mededeel! ng dat hij van die 4.benevens 2.—
ouderdomsrente niet kan leven en vraagt by om
een wekelijkschen toeslag van 2.
Dc omstandigheid dat zijn collega van dc
Poppebrug, die aanvankelijk 50.per jaar
voor de bediening van de gemeente ont
ving, doch, mede op grond dat dc Blauwe
brug 4.— per week betaalt, bij raadsbesluit
van 13 Juni 1.1. een toeslag van 2,50 per
week had ontvangen, schijnt, naar dc Directeur
dei gemeentewerken vermoedt, aan dit verzoek
niet vreemd te zijn. Nu adressant weer te verboo-
gen gaat niet aan. Hij spreekt bovendien niet over
de inkomsten uit de bruggelden. Dat deze niet ge
heel onbeteekenend zijn, is gebleken tijdens de be
diening van de brug door een gemeentewerkman
gedurende de ontstentenis van den pachter van 2
tot en met 31 Maart 1916, toen zy in bet geheel
j 13,67r' of 3,19 per week bedroegen. Van dei-
Meer, die geen aanteekening van de ontvangen
bruggelden houdt, beweert wekelijks ongeveer
1,50 te innen.
Hij verkeert, zelfs al is die opgave juist, nog in
gunstiger conditie dan zijn onmiddellijke voor
ganger, die sinds bet voorjaar van 1914 tot zijn
overlijden in Maart 1916 geen grootereu toeslag
ontving dan de door hem bij openbare verpachting
gevraagde 50.'s jaars, terwijl hij eveneens
1.'s jaars pacht aan dc gemeente betaalde.
Ook de omstandigheden, mede wat het scheep
vaartverkeer betreft, hebben geen verandering ten
nadeele van den pachter ondergaan.
Voor inwilliging van het verzoek bestaat er
derhalve geen enkele reden, nog daargelaten dat
dit bovendien ongeraden moet worden geacht met
het oog op de niet geringe mogelijkheid, dat daar
door verzoeken van gelijke strekking worden uit
gelokt.
Tegen het voldoen aan het verlangen, door
adressant in de tweede plaats geuit, om namelijk
de vergoeding wekelijks te doen uitbetalen, hebben
wij niet de minste bedenking. Daarom is reeds het
noodige in dien zin verricht.
Ons voorstel beoogt dus U te doen besluiten
onze laatste mededeeling voor kennisgeving aan
te nemen en om aan adressant te doen weten dat
geen termen aanwezig zijn om hem van gemeente
wege een wekelijkschen toeslag van 2.- te ver
leenen.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen -
komstig liet voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot we
derverhuring door L. H. Ilotsma van de zo the en lan
den op Wijlaarderburen met 2 keur jaren
Dit voorstel luidt ais volgt:
De met L. H. Hotsma alhier gesloten huurover
eenkomst voor de zathe en landen op Wijlaarder
buren loopt wat de landen betreft, op 5 Maart 1917
en wat de zathe aangaat op 12 Mei d.a.v. af.
De huurder stelde op wederinlmring prijs,
waarom wij over de voorwaarden den deskundige
der gemeente, Jb. A. Palsma te Huizum, hebben
gehoord. Deze gaf in overweging den huurprijs
op 46.per pondemaat (36T4 A.) of in het ge
heel op 3358.(thans 2555.'sjaars te
stellen, maar betoogde tevens de noodzakelijkheid
van een gierkolk met een bergruimte van 40000 L.
en een goed varkenshok by de zathe, waaraan z. i.
groote behoefte was. Van de daarvoor te maken
kosten zou de huurder dan een behoorlijke rente
hebben te betalen. Hotsma werd door den deskun
dige voor inkuring aanbevolen, omdat deze dc lan
derijen, welke door haar lage ligging een goede
behandeling vereischen, naar belmoren onder
houdt.
Na bespreking met Hotsma is overeenstemming
verkregen omtrent een driejarigen hiiurtjjd met